Afstuderen AOD Handleiding Collegejaar 2012-2013 Semester 1



Vergelijkbare documenten
HBO-RECHTEN COMPETENTIES APRIL 2012

1. Formuleren en oplossen van rechtsvragen op basis van analyse van juridisch relevante feiten en juridische bronnen. (Juridisch analyseren)

AOD Handleiding Studiejaar , semester 2

Afstuderen. AOD Handleiding. Collegejaar Semester 1

Faculteit Economie en Management Opleiding HBO-Rechten AFSTUDEEROPDRACHT (AOD) BEOORDELINGSFORMULIER VERDEDIGINGSWAARDIGHEID. studiejaar

HANDLEIDING PRAKTIJKVAARDIGHEDEN VERSLAG PROPEDEUSE - PKV I

B. Toelatingseis voor de opleiding en competentieontwikkeling gedurende de opleiding

JUVE JUVE1AR (Juridische Vaardigheden) JUVE1AP (Praktijkvaardigheden) JUVE1AM (Mediatheektraining)

Uitvoeringsregelingen bij de Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleiding HBO-Rechten

HANDLEIDING PRAKTIJKVERSLAG HOOFDFASE HBO-RECHTEN - PKVII

SORE-1AA (Arbeidsrecht) SORE-1AS (Sociaal Zekerheidsrecht) SORE-1AA: de heer mr. C.S. Lo Manto (MNTC) SORE-1AS: mevrouw mr. M.

IORE-1AR (Inleiding Ondernemingsrecht) IORE-1AE (Economie voor Juristen) IORE-1AR: de heer mr. S. Boelens IORE-1AE: de heer R.

Inleiding Recht Publiekrecht. Rechtsvinding Publiekrecht. Het toepassen van basiskennis op het recht (schriftelijk tentamen)

Reglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op , verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op

De casuïstiek is relatief eenvoudig. Het betreft grotendeels enkelvoudige strafzaken. Met één verdachte en één strafbaar feit

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Inleiding Recht Privaatrecht. Rechtsvinding Burgerlijk Recht. Het toepassen van basiskennis op het recht (schriftelijk tentamen)

OVR-SZRE Mevrouw mr. M. le Fèbre

Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool.

Opleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind

Examenreglement

Rolverdeling bij afstudeertraject Institute for Business Economics (IBE)

Minoren van HBO-Rechten

Opleidingsgebied ICT. 2 e beoordeling: Eindbeoordeling:

Statistieken voor vraag 1 : Wat voor organisatie is het?

1.4 Bij een bezwaarschriftprocedure is het niet mogelijk om kosten voor een eventueel nieuw geboekt examen vergoed te krijgen.

Klachtenregeling Avondopleidingen SKO

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Zaaknummer : 2014/153

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW

Reglement Onderzoekscollege en Bachelorscriptie Europese Studies

Scriptiereglement (Ex artikel 4.14 Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen)

Reglement bachelorwerkstuk

Een bezwaarschrift dient u in als u het niet eens bent met een besluit van de gemeente.

Examenreglement. Da Vinci College

Het Profielwerkstuk HANDLEIDING I. Organisatie, tijdpad en andere belangrijke informatie. Een handleiding voor Havo en Vwo Mei 2011.

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

Bestuursrecht en bestuursprocesrecht. mevrouw mr. dr. A. Bouhlali-Azimi (AZMA) Bestuursrecht en bestuursprocesrecht

de heer mr. D.W. de Jong (JNGDD) Rechtsvinding straf- en strafprocesrecht

Minoren van HBO-Rechten e-learning

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Procedureoverzicht Promotietraject Faculteit der Geesteswetenschappen (Promotiereglement 2015)

Taakomschrijvingen en procedures omtrent inleveren, beoordelen en archiveren afstudeeronderzoek

BACHELOR RECHTSGELEERDHEID AFSTUDEERRICHTING JURIDISCHE BESTUURSKUNDE. Bestuurskundig onderzoeksproject

Vermenigvuldigen Uitkomst. Competenties Toetsonderdeel Cijfer. Analyseren (1) Onderzoeken (7) 1 Onderzoeksverslag Beslissen (4) 1

: Privacyreglement Datum : 14 mei 2018 Versienummer : V1.0

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Open Juridische Hogeschool 1 van 7

Stagereglement Togamaster

Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht (onderdeel van de minor Consument en Recht) COR-AVRE. mevrouw mr. I.C.E. Draisma ( DRSMI)

Student : Lex Krijgsman maakt voortgangsverslag zoals omschreven in het voorwoord

Handleiding bij de AFSTUDEEROPDRACHT

Statistieken voor vraag 2 : Wat is de omvang van uw organisatie?

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT DEFINITIES

Inleiding Staats- en Bestuursrecht. ISBE de heer mr. G. van Keeken. Rechtsvinding Staats- en Bestuursrecht

Klachtenregelement Senas-zorg

1 Inleiding Examencommissie Toelating Toelatingseisen Vrijstellingen De inrichting van toetsen...

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Privacyreglement. Stichting Rapucation Postbus NL Amsterdam

1.KLACHTEN 1.1. KWALITEIT VAN WERKEN:

Wilt u telefonisch informatie over de bezwaarschriftprocedure dan kan dat tijdens kantooruren via de telefoonnummers: of

vast te stellen de Interne klachtenregeling gemeente het Bildt:

Rechtsvinding staats- en bestuursrecht. Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

Praktijkleerovereenkomst opleidingen in deeltijdse inrichtingsvorm die deelnemen aan de pilot flexibilisering

Zaaknummer : 2013/207 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juli 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden :

Ten behoeve van de klachtenregeling IVA opleiding en training zal de benoeming van een klachtfunctionaris geregeld worden.

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

Communicatieplan Wmo-raad Hellendoorn

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:

U I T S P R A A K

Stagehandleiding. bedoeld voor studenten en docenten bachelor- en masteropleiding Rechtsgeleerdheid, Ondernemingsrecht en Fiscaal Recht

Klachtenreglement Sagènn Diensten Versie januari 2015

Stagereglement Togamaster

Onderwijsregeling VI Keuzeonderwijs Bacheloropleiding Geneeskunde Curius+

Zaaknummer : CBHO 2015/047 Rechter(s) : mrs. Olivier, Scholten-Hinloopen en Verheij Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Communicatie voor juristen. mevrouw drs. D. van der Wagen. Communicatie voor juristen. Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

Reglement geschillencommissie Algemene Zaken

Praktijkleerovereenkomst opleidingen in duale inrichtingsvorm die deelnemen aan de pilot flexibilisering

Klachtenreglement ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

Toetsplan 1 van de kwalificatie Scheidsrechter regionaal inline-skaten

U I T S P R A A K

Opleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar Regeling Externe toezichthouders bij examens

Handleiding notariële bachelorscriptie

Privacyreglement Auto huren op Curacao

Klachtenregeling Vogel Bewind

Leiden. U heeft een bezwaarschrift ingediend. Wat nu?

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE STUDENTENSTATUUT

Opleidingsgebied ICT. 2 e beoordeling: Eindbeoordeling:

Afnamereglement examens uitgevoerd in de BPV

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Privacyreglement EVC Dienstencentrum

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

Wanneer kunt u geen bezwaar maken?

Onderwijs- en examenreglement ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT DEFINITIES

Transcriptie:

Afstuderen AD Handleiding Collegejaar 2012-2013 Semester 1 Belangrijke informatie voor studenten die een afstudeeropdracht (gaan) uitvoeren, docentbegeleiders, tweede lezers, derde lezers en praktijkbegeleiders HB-RECHTEN

- 2 -

Voorwoord De afstudeeropdracht (AD) is de afsluiting van de opleiding HB-Rechten, een beroepsopleiding die studenten opleidt tot praktijkgerichte HB-juristen. Het is een gedegen opleiding, waarbij veel nadruk ligt op de juridische theorie, maar waarbij ook veel aandacht is voor de praktijk en praktijkvaardigheden. Na het voltooien van de opleiding bezit de student de landelijke HB-Rechten competenties op niveau 3 en dat betekent dat deze beginnende professional juridische werkzaamheden op het terrein van het privaatrecht, staats- en bestuursrecht en het strafrecht op HB-niveau kan verrichten. m de student op te leiden tot deze juridische professional lopen zes leerlijnen (Staats- en bestuursrecht, Burgerlijk recht, Strafrecht, nderzoek, Communicatie en Praktijk) als een rode draad door de opleiding HB-Rechten heen. Doel van de Praktijkleerlijn is om de student te laten kennismaken met de rechtspraktijk en om hem vaardigheden aan te leren die hij nodig heeft om in die rechtspraktijk te kunnen functioneren. De Praktijkleerlijn ziet er, kort samengevat, als volgt uit: ieder leerjaar: bedrijvendag eerste leerjaar: praktijkdag met lezingen en workshops verzorgd door diverse juridische beroepsbeoefenaren tweede leerjaar: excursies naar diverse organisaties in de rechtspraktijk derde leerjaar: de stagevoorbereidingsmodule en vervolgens de stage vierde leerjaar: de AD De Praktijkleerlijn en de nderzoeksleerlijn worden afgesloten met de AD. Uitgangspunt is een praktijkgerichte, juridische opdracht van een opdrachtgever. Dit is een externe organisatie, die zich geconfronteerd ziet met de behoefte aan een bepaald beroepsproduct. Het op te leveren resultaat van de AD is een beroepsproduct, dat door een opdrachtgever in de praktijk gebruikt gaat worden. m tot dit beroepsproduct te kunnen komen, voert de student een toegepast juridisch onderzoek uit. Dit onderzoek wordt vastgelegd in een onderzoeksverslag. Het beroepsproduct en het onderzoeksverslag worden afzonderlijk getoetst. Tijdens de afstudeerzitting zal de student getoetst worden op het presenteren en het verdedigen van zijn onderzoek en de resultaten hiervan. Het vierde onderdeel van de AD is een beoordeling van de attitude, vaardigheden en kennis van de student als lerende professional. Wij wensen de student, de docentbegeleider, tweede lezer, derde lezer en de praktijkbegeleider veel succes toe. Namens Praktijkbureau HB-Rechten, Mr. P.J.M. (Elly) van Exel - 3 -

- 4 -

Inhoudsopgave Contactpersonen... 6 1. Inleiding... 7 1.1 Doelstelling AD... 7 1.2 Duur... 8 1.3 Kenniseigendom en geheimhouding... 8 1.4 Aansprakelijkheid en verzekeringen... 8 2. Voorafgaand aan de AD... 9 2.1 AD-norm... 9 2.2 Rol student... 9 2.2 pdracht werven... 9 2.3 Eisen opdracht... 10 3. Tijdens de AD... 11 3.1 Begeleiding en beoordeling... 11 4. Proeve van bekwaamheid... 17 4.1 pdracht en beroepsproduct... 17 4.2 nderzoeksverslag... 18 4.3 De lerende professional... 19 4.4 Afstudeerzitting... 19 4.5 Eindbeoordeling AD... 20 4.6 Afronding AD... 20 BIJLAGEN... 22-5 -

Contactpersonen PRAKTIJKCÖRDINATREN Mevr. mr. P.J.M. van Exel Telefoon: 026-3691279 / 0623354511 Email: elly.vanexel@han.nl PRAKTIJKBUREAU Bezoekadres Kamer AU3.17 Ruitenberglaan 29 6826 CC Arnhem Telefoon: 026-3698854 Email: praktijkcoordinatie.hr@han.nl Postadres Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Praktijkcoördinatie HB-Rechten Kamer AU3.17 Postbus 5171 6802 ED Arnhem - 6 -

1. Inleiding Doel van deze handleiding is om de student, de docentbegeleider, de tweede lezer en de praktijkbegeleider te informeren over onder meer de doelstellingen, de opzet, de voorbereiding, de regels, en de beoordeling van de afstudeeropdracht (AD). Daarnaast wordt ingegaan op de taken en de verantwoordelijkheden van de student, de docentbegeleider, tweede lezer en de praktijkbegeleider. 1.1 Doelstelling AD De student sluit de opleiding HB-Rechten af met en een proeve van bekwaamheid, de AD. Door middel van de AD wordt getoetst of de student alle HB-Rechten competenties op niveau 3 bezit (bijlagen 1 en 2). De toetsing wordt uitgevoerd op vier onderdelen: 1. het beroepsproduct, toetscode AD1A.5; 2. het onderzoeksverslag, toetscode AD1A.6; 3. de lerende professional, toetscode AD1A.0; 4. de afstudeerzitting, toetscode AD1A.4. Alle onderdelen worden afzonderlijk getoetst en verwerkt in de cijferadministratie HANSIS. Als de student een bedrijf wil oprichten in het kader van de AD, dan zijn hiervoor mogelijkheden bij het Centrum voor ndernemerschap. De student die dit wil kan hierover contact opnemen met de praktijkcoördinator. Na afloop van de AD kan de student zich presenteren als een beginnende HB-jurist. De beoordeling hiervan vindt zijn weerslag in het onderdeel de lerende professional. De afronding van de AD vindt plaats door middel van een afstudeerzitting. Tijdens deze zitting dient de student een presentatie te geven over de totstandkoming van het beroepsproduct, waarbij voldoende aandacht dient te zijn voor een reflectie op het eigen leerproces. Na de presentatie verdedigt de student het beroepsproduct, de resultaten van het onderzoek, de gebruikte onderzoeksmethodieken etc. aan de hand van het beantwoorden van vragen van de examinatoren. Bij aanvang van ieder semester kan de student starten met de AD, mits er is voldaan aan de ADnorm (zie 2.1). In overleg met de studieloopbaanbegeleider (SLB er) kan hiervan onder bepaalde omstandigheden worden afgeweken Tot slot: in deze handleiding wordt regelmatig verwezen naar de elektronische leeromgeving Scholar. De student kan op Scholar alle informatie over en formulieren voor de AD vinden en in geval van vragen de FAQ ( Frequently Asked Questions ) raadplegen. - 7 -

1.2 Duur De duur van een AD is gebaseerd op 30 European Credits (ec) en dat betekent dat de opdracht binnen een semester afgerond dient te worden. Het AD-tijdpad (zie bijlage 3) is hierbij leidend. Het niet tijdig afronden van de AD leidt tot een onvoldoende. De student krijgt een eenmalige kans om deze onvoldoende te herstellen. Indien dat niet lukt, dan moet de student starten met een nieuwe opdracht. 1.3 Kenniseigendom en geheimhouding De opdrachtgever is rechthebbende op het auteursrecht van de geproduceerde werken. Deze werken worden derhalve alleen met instemming van de opdrachtgever ter inzage gelegd in de HAN Studiecentra of gepubliceerd op www.hb-kennisbank.nl (bijlage 4). 1.4 Aansprakelijkheid en verzekeringen De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de opdrachtgever zijn jegens elkaar niet aansprakelijk voor enige directe of indirecte schade, verlies of enige winstderving, samenhangend met de opdracht. 1.4.1 Aansprakelijkheidsverzekering Bij de afstudeeropdracht gaat het uitdrukkelijk niet om een stage. Bij een stage is er een gezagsverhouding tussen stagebiedende organisatie en student en bij de afstudeeropdracht is deze gezagsverhouding niet aanwezig. De student is in eerste instantie zelf aansprakelijk voor haar/zijn gedrag. De HAN heeft een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten voor die gevallen waarin de HAN aansprakelijk wordt gesteld. Deze verzekering voorziet in deze gevallen voor zover er sprake is van een afstudeeropdracht in Nederland. Wordt de opdracht echter in het buitenland uitgevoerd, dan is de student verplicht zelf een IPS of ICS verzekering af te sluiten (zie bijlage 5). 1.4.2 ngevallenverzekering Door de HAN is ten behoeve van de studenten een ongevallenverzekering afgesloten. De ongevallenverzekering is gedurende de afstudeeropdracht 24 uur per dag van kracht en geldt ook voor stages in het buitenland. De vergoeding van kosten van geneeskundige behandeling en verpleging is een aanvulling op de eigen ziektekostenvoorzieningen hetgeen inhoudt, dat de verzekering(en) van de betrokkene eerst dient uit te keren. Vlak na een ongeval is veelal niet te voorzien welke (medische) kosten gemaakt moeten worden en tot welk bedrag dit door de verzekering(en) van de betrokkenen vergoed zal worden. Rekeningen die niet door de verzekeringsmaatschappij(en) van de betrokkene vergoed worden, kunnen in bepaalde gevallen worden vergoed door de collectieve ongevallenverzekering van de HAN. Zo kunnen kosten die onder het eigen risico vallen en derhalve niet vergoed worden, vaak op deze manier geheel of ten dele vergoed worden. Het is noodzakelijk dat binnen enkele dagen na het ongeval een schadeformulier wordt verzonden. De schadeformulieren zijn te verkrijgen bij de Service Unit FEZ. - 8 -

2. Voorafgaand aan de AD m te garanderen dat de student beschikt over voldoende startkwalificaties, dient hij te voldoen aan de AD-norm. Daarnaast moet er een aantal acties door de student worden ondernomen. 2.1 AD-norm De student wordt toegelaten tot de afstudeerfase wanneer is voldaan aan de volgende voorwaarden: - propedeuse behaald; - stage afgerond; - minimaal 121 ec in de hoofdfase behaald (inclusief stage); - niet meer dan twee tentamens openstaan; - goedkeuring van de SLB er om te starten met de AD. 2.2 Rol student In het semester voorafgaand aan de start van de AD, dient de student de volgende activiteiten te ondernemen: - aanvraag indienen bij de SLB er om te mogen starten met de AD 1 ; - opdracht werven. 2.2 pdracht werven De student is zelf verantwoordelijk voor het werven van een opdracht. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van www.hanpraktijkweb.n. p deze site komen aanbod van opdrachtgevers en vraag van studenten samen. De rol van www.hanpraktijkweb.nl gaat echter verder. Als de student zelf een opdracht heeft verworven, dient deze geregistreerd te worden op www.hanpraktijkweb.nl. De opdracht moet minimaal voldoen aan de in 2.3 vermelde eisen. De praktijkcoördinator krijgt hiervan een melding en deze zal beoordelen of de opdracht in potentie kan leiden tot een voldoende AD. Het is mogelijk dat er nog aanvullende gegevens moet worden verstrekt en in dat geval krijgt de student hiervan bericht. Als de praktijkcoördinator meent dat de opdracht in potentie een voldoende AD zal opleveren, zal er voor aanvang van de afstudeerperiode een docentbegeleider worden toegewezen. De definitieve goedkeuring van de AD wordt gegeven middels goedkeuring van het plan van aanpak. De student kan een voorkeur voor een docentbegeleider opgeven en als het organisatorisch mogelijk is, zal hiermee bij de toewijzing van de begeleider rekening worden gehouden. De praktijkcoördinator zal ook een tweede lezer koppelen aan het afstudeertraject. 1 Bij aanvang van het semester voorafgaand aan de AD, in ieder geval steeds vóór 15 oktober en 15 maart, dient de student contact opgenomen te hebben met de SLB er, om aan te geven dat hij wenst te gaan afstuderen. De SLB er controleert of is voldaan aan de AD-norm. Als dat het geval is, wordt dit doorgegeven aan de praktijkcoördinator, waarna deze de student toegang zal verschaffen tot de afstudeeropdrachten op www.hanpraktijkweb.nl. - 9 -

2.3 Eisen opdracht De afstudeeropdracht moet in ieder geval voldoen aan de volgende eisen: - alle HB-Rechten competenties kunnen op niveau 3 getoetst worden; - de opdracht moet worden afgeleid van een relevante doelstelling; - de opdracht moet binnen de in het AD tijdpad genoemde periode afgerond kunnen worden; - de opdracht moet leiden tot een in de praktijk bruikbaar beroepsproduct; - een toegepast juridisch onderzoek moet aan het beroepsproduct ten grondslag kunnen liggen. - 10 -

3. Tijdens de AD De afstudeerfase start met een voor studenten verplichte startbijeenkomst, waarin ondermeer informatie wordt gegeven over het schrijven van een plan van aanpak, het gebruik van de juiste bronnen, verwijzingen, voetnoten en plagiaat. Deze bijeenkomst is verplicht! De student heeft met het aannemen van een opdracht de verantwoordelijkheid op zich genomen om deze opdracht binnen de daarvoor gestelde tijd goed af te ronden, waarbij het AD tijdpad leidend is. De AD start met het schrijven van een plan van aanpak. Informatie over de beoordelingscriteria van het plan is te vinden in bijlage 7 en 8. De voltijd- en deeltijdstudenten moeten het plan uiterlijk op de in het tijdpad opgenomen deadline uploaden in Scholar. De e-learning studenten krijgen een persoonlijke pagina in de e-learning onderwijsomgeving, waar zij het plan van aanpak dienen te uploaden. Het niet of te laat uploaden betekent dat het plan van aanpak niet eerder dan bij de eerst volgende herkansingsmogelijkheid wordt beoordeeld. ok het onderzoeksverslag en het beroepsproduct moeten tijdig worden ingeleverd. Als deze documenten niet of te laat worden aangeleverd, krijgt de student een 4 voor de onderdelen beroepsproduct, onderzoeksverslag en lerende professional. De beoordeling vindt dan ook pas plaats bij de herkansing. Het onderdeel Lerende professional kan middels een reflectieverslag worden gerepareerd. Deze reparatie zal echter nooit meer dan een 5,5 opleveren. 3.1 Begeleiding en beoordeling In de afstudeerfase en heeft de student met de volgende personen te maken: 1. praktijkbegeleider 2. docentbegeleider 3. tweede lezer 4. derde lezer 3.1.1 Praktijkbegeleider De praktijkbegeleider heeft een belangrijke taak bij de begeleiding van de student bij het uitvoeren van de opdracht. De praktijkbegeleider zal voor de student het eerste aanspreekpunt zijn en de student vakinhoudelijk begeleiden. Verwacht wordt van de praktijkbegeleider dat deze de student de faciliteiten verschaft om het onderzoek uit te kunnen voeren. Aan de praktijkbegeleider worden de volgende eisen gesteld: HB- of W-jurist of door ervaring een vergelijkbaar kennis- en vaardighedenniveau op het terrein waarop de opdracht wordt uitgevoerd; - 11 -

brede kennis van en toegang tot alle organisatieonderdelen, teneinde de student te kunnen introduceren bij de, voor het uitvoeren van de opdracht, noodzakelijke personen en; voldoende tijd beschikbaar om de student tijdens de afstudeerperiode vakinhoudelijk te kunnen begeleiden. De taken van de praktijkbegeleider zijn: verzorgen (of laten verzorgen) van de introductie en de begeleiding van de student in de organisatie; hij/zij ziet erop toe dat de student vertrouwd raakt met de spelregels en de structuur van de organisatie en draagt zorg voor voldoende faciliteiten en een werkplek voor vijf dagen per week voor de student; hulp bij het opstellen van het plan van aanpak; goedkeuring geven aan het plan van aanpak (bijlage 6); bespreken van de voortgang van de aod op periodieke basis met de student en indien noodzakelijk met de docentbegeleider; het op periodieke basis controleren van de feitelijke juistheid van het beroepsproduct en het hieraan ten grondslag liggende onderzoeksverslag; adviseren van de tweede lezer bij de eindbeoordeling van de aod en; indien mogelijk, bijwonen van de verdediging van de aod. 3.1.2 Docentbegeleider De docentbegeleider is begeleider van de student gedurende de gehele afstudeerperiode. De docentbegeleider is sparringpartner van de praktijkbegeleider en de student. Bij vragen over ondermeer de uitvoering van de opdracht en het proces kan de student de docentbegeleider raadplegen. m deze begeleidende rol goed uit te voeren is het van belang dat er regelmatig contact plaatsvindt tussen de student, de docent- en de praktijkbegeleider. De student moet zelf de regie over zijn onderzoek in handen hebben en daarom ligt het initiatief hiertoe bij de student. ver de wijze waarop de student zelf de regie houdt over zijn onderzoek wordt meegewogen in het onderdeel lerende professional. De docentbegeleider beoordeelt samen met de tweede lezer de verschillende onderdelen van de AD. De student heeft recht op eenmaal feedback op deelproducten van de AD en eenmaal op het totale eindproduct. De docent geeft feedback op het onderzoeksverslag, steeds nadat de student de feedback van de praktijkbegeleider heeft verwerkt. Heel concreet: de student stuurt een deel van het onderzoeksverslag/beroepsproduct eerst naar de praktijkbegeleider. Deze geeft de student feedback, die door de student wordt verwerkt. Vervolgens stuurt de student dit deel van het onderzoeksverslag/beroepsproduct naar de docentbegeleider. De docentbegeleider geeft de student op dit deel éénmaal feedback. Deze feedback dient de student te verwerken in het eindconcept. Daarnaast geeft de docentbegeleider nog eenmaal feedback over het geheel. Nadat de student deze laatste feedback heeft verwerk,t dient hij het definitieve onderzoeksverslag en beroepsproduct, voor de in het AD-tijdpad genoemde deadline, te uploaden in Scholar. Deze definitieve stukken dient de - 12 -

docentbegeleider met gebruikmaking van het programma Ephorus te controleren op plagiaat. Bezoek In de eerste zes weken van de afstudeerfase bezoekt de docentbegeleider de student en de praktijkbegeleider. Doelstelling van dit bezoek is naast het kennismaken met de praktijkbegeleider, ondermeer het bespreken van de opdracht, het beroepsproduct en het plan van aanpak voor het praktijkgerichte juridisch onderzoek, het duidelijk maken van de beoordelingscriteria en informatie verstrekken over de diverse begeleidingsrollen. De taken van de docentbegeleider zijn: begeleiden van de student bij het opstellen van het plan van aanpak; bezoeken van student en praktijkbegeleider in de eerste zes weken van de afstudeerfase; begeleiden van de student bij de uitvoering van het onderzoek; eenmalig geven van feedback op door de student tussentijds ingeleverde delen van het onderzoeksverslag en beroepsproduct; eenmalig feedback geven op het laatste concept van het onderzoeksverslag en beroepsproduct in zijn geheel; definitieve stukken controleren op plagiaat; het beoordelen van de verschillende onderdelen van de AD. 3.1.3 Beoordeling tweede lezer De tweede lezer is de examinator, die samen met de docentbegeleider en op advies van praktijkbegeleider, de AD beoordeelt. De tweede lezer beoordeelt samen met de docentbegeleider of het plan van voldoende is aan de hand van de beoordelingscriteria (zie bijlage 7). De tweede lezer stuurt het beoordelingsformulier naar de docentbegeleider, die het vervolgens doorstuurt, samen met zijn eigen formulier en het goedgekeurde plan van aanpak, per mail naar de student. Verder beoordeelt de tweede lezer onafhankelijk of het beroepsproduct en onderzoeksverslag wel of niet voldoende zijn en of de student daarmee wel of niet door kan naar de laatste fase van de AD, de afstudeerzitting. Als het beroepsproduct en/of het onderzoeksverslag onvoldoende zijn, worden deze producten en het onderdeel lerende professional met een 4 beoordeelt. De student dient in dat geval voor de herkansing het AD-tijdpad te volgen. De tweede lezer is ook voorzitter bij de afstudeerzitting en beoordeelt samen met de docentbegeleider het resultaat van de afstudeerzitting. De tweede lezer vult de afzonderlijke cijfers en de motivering hiervan in op het AD beoordelingsformulier. Dit beoordelingsformulier wordt door de tweede lezer gescand en gemaild naar praktijkcoordinatie.hr@han.nl. De beoordelingsformulieren worden door de tweede lezer, direct na de afstudeerzitting, ingeleverd bij de cijferadministratie in Arnhem (Wilma Hekkers) of Nijmegen (Hilde Leerentveld). - 13 -

De tweede lezer: beoordeelt, samen met de docentbegeleider, of het plan van aanpak voldoende is; stuurt de beoordeling van het plan van aanpak naar de docentbegeleider; beoordeelt of de student mag deelnemen aan de afstudeerzitting; zit de afstudeerzitting voor; bepaalt, in overleg met de docentbegeleider en de praktijkbegeleider, de afzonderlijke cijfers van de aod en vult het aod beoordelingsformulier volledig in; scant het aod beoordelingsformulier en stuurt dit bestand naar praktijkcoordinatie.hr@han.nl; levert het aod beoordelingsformulier in bij de cijferadministratie. 3.1.4 Student De voltijdstudent heeft een opdracht van een opdrachtgever en zal hier in de afstudeerperiode fulltime aan werken. Dat betekent dat de student in principe fulltime bij de opdrachtgever aanwezig is. Uitzondering kan gemaakt worden voor het bezoeken van bibliotheken, het houden van interviews en andere zaken die de student niet bij de opdrachtgever op de werkplek kan uitvoeren. De reguliere deeltijd en e-learning student, maakt met de opdrachtgever afspraken over de tijdstippen waarop de student aan de AD kan werken. Gedurende de uitvoering van de AD dient de student zelf de regie in handen te houden. Dat betekent ondermeer dat de student zich zelfstandig moet houden aan het AD tijdpad en het plan van aanpak. De AD wordt uitgevoerd op niveau 3 en dat betekent dat van de student een grote mate van zelfstandigheid wordt verwacht bij het uitvoeren van het onderzoek en het schrijven van het beroepsproduct en het onderzoeksverslag. Begeleiding door de docentbegeleider De student heeft recht op begeleiding door de docentbegeleider. Deze begeleiding betreft hulp en ondersteuning bij het opstellen van het plan van aanpak. Hierbij kan men denken aan bijstand van de student bij een gesprek met de praktijkbegeleider over de opdracht, de centrale onderzoeksvraag en de deelvragen. Daarnaast kan de student tussentijds (gedeelten van) hoofdstukken inleveren bij de docentbegeleider, waarop de docentbegeleider in ieder geval eenmalig feedback dient te geven, binnen een redelijke termijn na ontvangst. ok het definitieve gehele concept van het onderzoeksverslag en het beroepsproduct kan de student voor eenmalig feedback inleveren bij de docent. Het kan hierbij zijn dat er wederom feedback op eerder aangepaste stukken gegeven wordt. Na verwerking van de feedback door de student zijn het onderzoeksverslag en beroepsproduct defintief en kan de student de stukken uploaden in Scholar of plaatsen op de persoonlijke pagina in de e-learning onderwijsomgeving. Tevens dient de student de AD stukken, met een code die de docentbegeleider zal verstrekken, te uploaden in Ephorus voor een plagiaatcontrole. Als het onderzoeksverslag en het beroepsproduct voldoende zijn, dan mag de student door naar de volgende fase, de afstudeerzitting. In het volgende hoofdstuk staat hierover meer beschreven. - 14 -

AD-terugkombijeenkomst Tijdens de AD komt de student eenmaal terug op de HAN voor een terugkombijeenkomst. Exacte datum, tijdstip en locatie zullen worden bekend gemaakt op de Scholar. Tijdens deze terugkombijeenkomst zal er aandacht besteed worden aan diverse onderwerpen, waarbij ook ruimte is voor inbreng van de AD ers. Deze terugkombijeenkomst is verplicht voor de student. De taken van de student: Zelf de regie over de uitvoering van de opdracht in handen houden; In principe fulltime aanwezig zijn bij de opdrachtgever om de AD uit te voeren; Respecteren van de in het AD tijdpad genoemde deadlines; Zich houden aan de regels en aanwijzingen van de opdrachtgever/praktijkbegeleider; Zich houden aan de regels en aanwijzingen van de docentbegeleider; Bijwonen van de AD-terugkombijeenkomst. - 15 -

In het tijdpad van het eerste semester van studiejaar 2012-2013 staan de volgende deadlines opgenomen: Voltijd Deadline Actie Door 27/8/2012* Startbijeenkomst AD (verplicht!) student 12/10/2012** Terugkomdag AD (verplicht!) student 22/10/2012 Uploaden plan van aanpak in Scholar student 29/10/2012 Go of No Go plan van aanpak Tweede lezer 5/11/2012 1e herkansing plan van aanpak uploaden in Scholar student 12/11/2012 Beoordeling 1 e herkansing plan van aanpak Tweede lezer 19/11/2012 2e herkansing plan van aanpak uploaden in Scholar student 26/11/2012 Beoordeling 2 e herkansing plan van aanpak Tweede lezer 7/1/2013 Uploaden AD in Scholar student 18/1/2013-24/1/2013 ordeel AD (uiterlijk 24 uur voor afstudeerzitting) Tweede lezer 21/1/2013-25/1/2013 Afstudeerzitting Student, docentbegeleider, tweede lezer en praktijkbegeleider Zie bijlage 3 voor een meer gedetailleerd overzicht van het AD tijdpad. * Startbijeenkomst reguliere deeltijd: 28/8/2012 (zie Scholar > HR deeltijd > HR in de praktijk voor details) Startbijeenkomst e-learning: 31/8/2012 (zie http://specials.han.nl/themasites/hbo-rechten-elearning voor meer details) ** Terugkombijeenkomst reguliere deeltijd: 9 /10/2012 (zie Scholar > HR deeltijd > HR in de praktijk voor details) Terugkombijeenkomst e-learning: 12/10/2012 (zie http://specials.han.nl/themasites/hbo-rechten-elearning voor meer details) - 16 -

4. Proeve van bekwaamheid De AD is een proeve van bekwaamheid, die bestaat uit een viertal onderdelen: 1. het beroepsproduct; 2. het onderzoeksverslag; 3. de lerende professional; 4. de afstudeerzitting. 4.1 pdracht en beroepsproduct Naar aanleiding van de doelstelling van de opdracht, zal de student in overleg met de opdrachtgever afspreken welk beroepsproduct de opdrachtgever nodig heeft. m dit product te kunnen opleveren dient de student een praktijkgericht juridisch onderzoek uit te voeren. Van dit onderzoek maakt de student een verslag, het onderzoeksverslag. In onderstaande figuur wordt dit schematisch weergegeven. - 17 -

Ter verduidelijking van de term beroepsproduct volgen hieronder twee voorbeelden: Voorbeeld 1 Beroepsproduct p het rechtsgebied van de echtscheiding heeft een wetswijziging plaatsgevonden. De rechtbank vraagt zich af of de bestaande werkprocessen voldoen aan de nieuwe wetgeving. Mocht dat niet het geval zijn, dan dient de student nieuwe werkprocessen op te stellen. De nieuwe werkprocessen zijn het beroepsproduct. Voorbeeld 2 Beroepsproduct Het tijdschrift uders van nu wil ouders voorlichten over de juridische mogelijkheden van het vervolgen van pedofielen die minderjarige kinderen via internet aanzetten tot seksuele handelingen. Zij willen dat doen door middel van een artikel dat gepubliceerd zal worden in het tijdschrift en op de website. Een student krijgt de opdracht om een artikel over dit onderwerp te schrijven. 4.2 nderzoeksverslag m de nieuwe werkprocessen uit voorbeeld 1 te kunnen opstellen is het noodzakelijk dat de student onderzoek doet naar onder meer de achtergrond van de wetswijziging, de gevolgen van de wetswijziging, de huidige werkprocessen en de achtergrond daarvan. Dit onderzoek moet worden vastgelegd in het onderzoeksverslag. m het artikel uit voorbeeld 2 te kunnen schrijven is het noodzakelijk dat de student onderzoek doet naar de juridische mogelijkheden om pedofielen te vervolgen. Daarvoor is het noodzakelijk dat de student zich gaat verdiepen in internationale verdragen, wetsgeschiedenis, wetswijzigingen, huidige mogelijkheden voor vervolging, jurisprudentie etc. Daarnaast zal de student contact met politie en penbaar Ministerie moeten opnemen om een beeld van de praktijk te krijgen. Hoe verloopt de praktijk van de vervolging. Hoe zit het met het bewijs? ok kinderrechters en (jeugd)rechtadvocaten kunnen de student inzicht in de praktijk geven. Aan het onderzoeksverslag worden met betrekking tot de lay-out de volgende eisen gesteld: - geschreven in lettertype Arial, tekengrootte 11 - regelafstand 1,25 - structuur, zoals beschreven in bijlage 8 - bronvermelding zoals beschreven in de Leidraad voor juridische auteurs Als richtlijn geldt een omvang van minimaal 16.000 woorden (dit zijn ongeveer 35 pagina s) en maximaal 20.000 woorden (dit zijn ongeveer 45 pagina s) (exclusief bijlagen, samenvatting, voorwoord en inhoudsopgave) Bijlage 9 bevat een formulier, aan de hand waarvan wordt beoordeelt of de ingeleverde stukken van - 18 -

een zodanig niveau zijn dat de student door mag naar de afstudeerzitting. Dit formulier kan goed gebruikt worden als checklist door de student. Plagiaat en Ephorus m plagiaat te voorkomen moet de student bij het schrijven van het onderzoeksverslag letten op een zorgvuldige bronvermelding. Binnen de opleiding HB-Rechten dient de bronvermelding te geschieden volgens een in de Leidraad voor juridische auteurs voorgeschreven wijze. Deze Leidraad is de te raadplegen via de site van het studiecentrum. De student moet ook op de juiste wijze citeren en parafraseren. Indien dit niet op de juiste wijze geschiedt, kan dit plagiaat opleveren. Plagiaat wordt altijd gemeld bij de examencommissie. Een controle op plagiaat wordt uitgevoerd door de docentbegeleider. De student ontvangt van de docentgebeleider een code, die hij kan gebruiken voor het uploaden van het onderzoeksverslag en het beroepsproduct in Ephorus. Meer hierover is te vinden op Scholar. 4.3 De lerende professional nderdeel van de beoordeling van de lerende professional is het binnen de in het AD-tijdpad vastgestelde periode afronden van de opdracht (zie bijlage 10). Bij het niet-tijdig afronden van de AD krijgt de student een onvoldoende voor het onderdeel lerende professional. Slechts bij hoge uitzondering en in overleg met de SLB er en de praktijkcoördinator, kan hiervan worden afgeweken. Het onderdeel lerende professional kan gerepareerd worden middels een uitgebreid reflectieverslag dat beoordeeld wordt door de tweede lezer (zie bijlage x). Dit onderdeel levert na een deugdelijke reparatie een 5,5 op. 4.4 Afstudeerzitting Het onderzoek dat ten grondslag ligt aan het beroepsproduct dient vastgelegd te worden in een onderzoeksverslag. Dit verslag is een weergave van de onderzoeksresultaten en bevat de verantwoording van de conclusies en aanbevelingen. De tweede lezer beoordeelt samen met de docentbegeleider of het onderzoeksverslag en het beroepsproduct voldoende zijn (zie bijlage 9). Als dat het geval is wordt de student toegelaten tot de laatste fase van het afstudeertraject, de afstudeerzitting. Ten overstaan van de docentbegeleider, tweede lezer en de praktijkbegeleider geeft de student een presentatie van ongeveer 15 minuten over het verloop van de afstudeeropdracht. Hierbij dient de student vooral aandacht te besteden aan de wijze waarop elke HB-Rechten competentie is verworven. Het tweede onderdeel van de afstudeerzitting is de verdediging. De tweede lezer is hierbij voorzitter en samen met de docentbegeleider en de praktijkbegeleider zal de student vervolgens gedurende ongeveer een half uur ondermeer worden bevraagd over het juridische onderzoek, aanverwante onderwerpen en hoe hij tot de conclusies en aanbevelingen is gekomen. Deze zitting kan worden bijgewoond door een vertegenwoordiger van de beroepenveldcommissie. - 19 -

4.5 Eindbeoordeling AD De beoordeling van de afstudeeropdracht is in handen van de tweede lezer en de docentbegeleider. De praktijkbegeleider heeft een adviserende stem. De beoordelingscriteria staan opgenomen in het AD beoordelingsformulier (bijlage 10). De onderdelen het beroepsproduct en het onderzoeksverslag tellen voor 30% en de onderdelen de lerende professional en afstudeerzitting tellen voor 20% mee in het eindcijfer. Alle onderdelen moeten minimaal met een 5,5 worden beoordeeld voor een voldoende voor de AD. Indien een of meerdere onderdelen van de afstudeeropdracht met een onvoldoende (< 5,5) zijn beoordeeld, volgt de student het AD tijdpad, zodat de student in een volgende periode alsnog de AD kan afronden. Als het de student niet lukt om de AD in deze volgende periode af te ronden, dan wordt de gehele AD definitief met een onvoldoende beoordeeld en dient de student een nieuwe opdracht te werven (zie schema in 3). 4.6 Afronding AD m de AD op de juiste wijze af te ronden, dient de volgende procedure gevolgd te worden. In deze procedure dragen de student, de tweede lezer en de praktijkcoördinator ieder hun eigen verantwoordelijkheid. Digitale archivering Student De digitale versie van de AD moet in PDF of Word bestand bij het praktijkbureau HR worden aangeleverd. Dat kun je doen door je AD per e-mail te sturen naar praktijkcoordinatie.hr@han.nl of als de bestanden te groot zijn ze op een USB-stick/cd te zetten en af te geven in kamer AU3.17 (Ruitenberglaan 29 in Arnhem). De documentnaam moet als volgt worden opgebouwd; HR/naam student / studentnummer / aod / datum verdediging. Het getuigschrift wordt alleen uitgereikt als de digitale versie door de praktijkcoördinatie is ontvangen. Tweede lezer De tweede lezer mailt een gescande versie van de beoordelingsformulieren praktijkcoordinatie.hr@han.nl. De documentnaam moet als volgt worden opgebouwd; HR/naam student / studentnummer / aod beoordeling / datum verdediging. Het originele en ondertekende beoordelingsformulier wordt direct na de afstudeerzitting door de tweedelezer ingeleverd bij Wilma Hekkers in Arnhem of Hilde Leerentveld in Nijmegen. Praktijkbureau - 20 -

Het praktijkbureau ontvangt van de cijferadministratie een complete lijst met daarop de huidige studenten die hun diploma ontvangen. Het praktijkbureau controleert of alle studenten hun AD aangeleverd hebben en onderneemt actie, mochten er nog AD s ontbreken. Het praktijkbureau geeft door aan de cijferadministratie welke studenten hun AD hebben ingeleverd, zodat de cijferadministratie deze studenten een uitnodiging voor de diploma-uitreiking kan sturen. HB-Kennisbank Via de Studiecentra biedt de HAN de mogelijkheid om onderzoeksverslagen te bewaren in een repository (databank). De inhoud van deze repository wordt vervolgens online getoond op www.hbokennisbank.nl. De tweede lezer beoordeelt of het onderzoeksverslag in aanmerking komt voor plaatsing in de repository en in de HB-kennisbank. Uiteraard mogen onderzoeksverslagen waarvoor een geheimhoudingsplicht geldt, niet opgenomen worden in de repository. Als de tweede lezer heeft aangegeven dat het onderzoeksverslag in aanmerking komt voor plaatsing in de repository, wordt de student verzocht het onderzoeksverslag digitaal bij het praktijkbureau HB-Rechten af te leveren in een pdf-bestand op cd-rom. Praktische eisen: 1. De digitale versie van het onderzoeksverslag moet op cd-rom worden aangeleverd bij het praktijkbureau van HB-Rechten; 2. De digitale versie moet één pdf-bestand zijn. Dus geen afzonderlijke bestanden voor voorkant, inhoudsopgave, literatuurlijst etc. Enige uitzondering zijn bijlagen; 3. p de cd-rom moet met viltstift de titel van de afstudeeropdracht zijn geschreven; 4. p het cd-rom doosje moet worden vermeld: a. de titel van de afstudeeropdracht; b. de opleiding HB-Rechten ; c. de datum van afstuderen; d. de naam van de student; e. het studentnummer van de student; f. de naam van de docentbegeleider. 5. Een door de opdrachtgever ondertekend toestemmingsformulier moet worden meegeleverd. Dit formulier is te downloaden via Insite, HB-Rechten, nderwijs, afstuderen. - 21 -

BIJLAGEN 1. Competenties HAN HB-Rechten 24 2. Niveau 3 HB-Rechtencompetenties 30 3. Schema AD tijdpad semester 1 2012-2013 34 4. Geheimhoudingsverklaring 37 5. Formulier goedkeuring praktijkbegeleider plan van aanpak AD HB-Rechten 40 6. Formulier goedkeuring tweede/derde lezer plan van aanpak AD HB-Rechten 42 7. Structuur onderzoeksverslag 44 8. Formulier verdedigingswaardigheid AD HB-Rechten 45 9. AD beoordelingsformulier 48-22 -

BIJLAGE 1 Competenties van de opleiding HB-Rechten van de HAN 1. Juridisch analyseren: Formuleren en oplossen van rechtsvragen op basis van analyse van juridisch relevante feiten en juridische bronnen Toelichting Voordat een hbo-jurist een beroepsproduct maakt, formuleert hij de juridisch relevante vragen bij een casuspositie. Hij gaat daarbij methodisch en gestructureerd te werk, omdat hij beschikt over onderzoeksvaardigheden. Voor het op systematische wijze oplossen van deze vragen verzamelt en selecteert hij de van toepassing zijnde juridische bronnen zoals wetgeving en jurisprudentie. Juridisch analyseren omvat het proces van verzamelen, selecteren, kwalificeren en analyseren van feiten en juridische bronnen. Een jurist doorloopt het volledige proces om te komen tot goed een beroepsproduct. Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. parketsecretaris bij het openbaar ministerie en verzamelt en selecteert het door onderzoek verkregen feitenmateriaal ter voorbereiding van het opstellen van een tenlastelegging; b. juridisch medewerker op een advocatenkantoor en maakt een juridische analyse van de situatie die de cliënt aandraagt, waarin de nieuwste jurisprudentie verwerkt wordt; c. juridisch medewerker bij de gemeente en controleert of het dossier compleet is om namens het gemeentebestuur te besluiten op een vergunningaanvraag; d. juridisch medewerker bij de gemeente en onderzoekt het verzoek van een journalist om openbaarmaking van declaratiegegevens van wethouders; e. juridisch medewerker bij een rechtsbijstandverzekeraar en controleert de gegevens van een bepaald schadegeval op de juridische relevantie; f. juridisch medewerker bij een bank en beoordeelt of de verkoop van een bepaald financieel product in overeenstemming geschiedt met de eisen die worden gesteld in de Wet op het financieel toezicht en eventueel andere toepasselijke wetten; g. bedrijfsjurist bij een multinational en inventariseert en onderzoekt gegevens en feiten alvorens een contract op te stellen. 2. Adviseren Geven van advies op basis van een juridische analyse Toelichting Een hbo-jurist geeft mondelinge en schriftelijke adviezen. Deze adviezen worden gegeven na een juridische kwalificatie en analyse. Hiermee wordt bedoeld dat de hbo-jurist alle juridische en feitelijke gegevens verzamelt, de standpunten van partijen weegt en de van toepassing zijnde rechtsbronnen gebruikt. Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. gerechtssecretaris bij de rechtbank en bereidt een zaak (inhoudelijk) voor, waarbij gecontroleerd wordt of aan de formele juridische vereisten is voldaan en/of werkt ter zitting - 23 -

als griffier en na afloop wordt de uitspraak vastgelegd in een schriftelijk vonnis; b. secretaris van een commissie bezwaar en beroep bij een provincie en schrijft een conceptadvies naar aanleiding van een ingediend bezwaarschrift; c. juridisch medewerker op een gerechtsdeurwaarderskantoor en geeft een crediteur schriftelijk advies; d. octrooigemachtigde op een octrooibureau en schrijft een klant een adviesbrief over hoe zijn uitvinding zoveel mogelijk bescherming kan genieten, waarbij de nieuwste jurisprudentie wordt verwerkt; e. juridisch medewerker bij een belangenorganisatie van eigenaren van een eigen huis en adviseert de leden over koopaktes en hypotheekvoorwaarden; f. bedrijfsjurist bij een regionaal aannemersbedrijf en adviseert de afdeling inkoop op basis van regelgeving met betrekking tot de aanbesteding van een groot bouwproject; g. zelfstandige in een eigen juridisch adviesbureau en geeft samen met compagnons juridisch advies aan cliënten op basis van gesprekken, nadat een risicoanalyse van de juridische situatie is opgesteld, waarbij niet alleen juridische, maar ook ethische, maatschappelijke en sociale aspecten worden betrokken. 3. Vertegenwoordigen: Behartigen van juridische belangen van anderen door rechtsbijstand te verlenen, te onderhandelen en te bemiddelen Toelichting Een hbo-jurist treedt als belangenbehartiger op voor personen en organisaties. Het behartigen van deze belangen kan bestaan uit procesvertegenwoordiging, onderhandelen, bemiddelen en conflictbeheersing. De belangenbehartiging kan mondeling of schriftelijke gebeuren en daarbij maakt de jurist eventueel gebruik van technieken uit mediation. Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. professional support lawyer bij een advocatenkantoor en treedt als procesgemachtigde op voor een cliënt bij de kantonrechter of de bestuursrechter; b. juridisch medewerker bij de provincie en handelt een geschil tussen een bedrijf en de provincie zonder tussenkomst van een rechter af; c. juridisch medewerker op een gerechtsdeurwaarderskantoor en stelt (proces)stukken op zoals een ingebrekestelling, aanmaning of dagvaarding en procedeert; d. juridisch medewerker bij een rechtsbijstandverzekeraar en treedt op namens een verzekerde door een ingebrekestelling te versturen naar een verkoper; e. juridisch medewerker bij een stafafdeling van een winkelketen en is namens dit bedrijf in gesprek met overheidsinstellingen over het verkrijgen van vergunningen; f. bedrijfsjurist in een due diligenceteam en behartigt de belangen van een fastfoodconcern bij het gezamenlijk voorbereiden van de onderhandelingen tot een overname; g. juridisch medewerker van een groot ziekenhuis en bemiddelt in een arbeidsconflict tussen een medewerker en een leidinggevende, waarbij niet alleen juridische maar ook ethische, maatschappelijke en sociale aspecten worden betrokken. 4. Beslissen: Vaststellen van de rechtsverhouding van een of enkele personen binnen juridische kaders met meeweging van juridische argumenten en maatschappelijke factoren Toelichting - 24 -

Een hbo-jurist werkt aan de totstandkoming van besluiten namens cliënten of namens de organisatie voor wie hij werkt. Bij dit beroepshandelen betrekt de hbo-jurist naast juridische argumenten ook de belangen van de personen of de instelling voor wie hij werkt en waar nodig ook maatschappelijke factoren en belangen van anderen. Bij het vastleggen van de rechtsverhouding gaat het bijvoorbeeld om besluiten in de publiekrechtelijke sfeer (vergunningen) en om besluiten in de privaatrechtelijke sfeer (contracten). Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. juridisch medewerker bij een financiële instelling en stelt contracten op. b. juridisch medewerker op een verzekeringskantoor en beslist over de toe- of afwijzing van een claim van een verzekerde; c. juridisch medewerker bij een zorgverzekeraar en neemt een beslissing op een bezwaarschrift van een verzekerde, waarin vervolgens in een besluit gemotiveerd wordt, waarom een bepaalde geneeskundige behandeling in een kliniek voor plastische chirurgie niet door de zorgverzekeraar wordt vergoed, waarbij niet alleen juridische, maar ook ethische, maatschappelijke en sociale aspecten worden betrokken; d. bedrijfsjurist bij een scheepvaartonderneming en is bevoegd om het contract te tekenen over de brandstofleveranties voor de komende twee jaar; e. bedrijfsjuridisch medewerker voor een startende onderneming en gaat voor hen na welke vergunningen zijn vereist, waarbij hij algemene voorwaarden en ook de arbeids- en samenwerkingsovereenkomsten opstelt; f. lid van de geschillencommissie in de reisbranche en neemt samen met de overige commissieleden een beslissing over een geschil tussen een reisorganisatie en een aantal particulieren die bij deze organisatie een reis hebben geboekt. 5. Reguleren: pstellen en wijzigen van regelgeving Toelichting Een hbo-jurist stelt generieke regelingen op. ok het wijzigen van bestaande regelingen behoort tot deze competentie. Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. juridisch medewerker op een notariskantoor en stelt de statuten op voor een studievereniging; b. juridisch medewerker bij de gemeente en is betrokken bij het opstellen van gemeentelijke verordeningen; c. juridisch beleidsmedewerker bij de afdeling ruimtelijke ordening van de gemeente en is betrokken bij het opstellen van beleidsregels inzake permanente bewoning van recreatiewoningen; d. juridisch medewerker bij een onderwijsinstelling en levert een bijdrage aan het opstellen van huishoudelijke reglementen en onderwijs- en examenregelingen; e. juridisch adviseur bij een opleidingsinstituut en legt de procedure tot het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken vast in overeenstemming met de Wet op de beroepen in het onderwijs; f. juridisch medewerker bij een vakbond en is betrokken bij de onderhandelingen over een nieuwe CA, waarbij na de onderhandelingen een nieuwe tekst opgesteld wordt met de cao-partners; - 25 -

g. juridisch adviseur bij een internationaal opererende telecom organisatie en stelt reglementen en algemene voorwaarden op of past de bestaande documenten aan. 6. Dossier managen: Aanleggen en beheren van juridische dossiers, bewaken van de doorloop en de samenhang, afsluiten en overdragen ervan Toelichting Een hbo-jurist draagt zorg voor het aanleggen, beheren, ontsluiten en overdragen van juridische dossiers. ok de bewaking van termijn maakt onderdeel van deze competentie uit. - 26 -

Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. gerechtssecretaris bij de rechtbank en controleert de processtukken op formele en materiële aspecten, waarbij ook aanvullende en relevante informatie voor het dossier verzameld wordt; b. griffiemedewerker en bewaakt de termijnen waarbinnen beslist moet worden; c. juridisch medewerker bij de belastingdienst en ziet erop toe dat ten behoeve van een goede communicatie de juridische dossiers zodanig zijn ingericht, dat de behandeling ervan op elk moment door een collega kan worden overgenomen; d. ambtenaar bij een gemeentelijke bestuursdienst en maakt een flowchart teneinde ervoor te zorgen, dat ingekomen zaken bij alle betrokken afdelingen op het juiste moment passeren; e. juridisch medewerker bij een ingenieursbureau en draagt zorg voor de completering van de dossiers teneinde een spoedige start van de bouwprojecten te bewerkstellingen; f. contractmanager bij een groothandelsonderneming en is verantwoordelijk voor de juridische uitvoering en het beheer van contracten; g. projectmedewerker bij een financiële instelling en draagt na een overname zorg voor een uniform dossiermanagement van alle contracten. 7. nderzoek: Het doen van juridisch onderzoek ten behoeve van het oplossen van een juridisch probleem vanuit de rechtspraktijk Toelichting Een hbo-jurist doorloopt diverse onderzoeksfasen, waarbij het juridisch onderzoek uitmondt in het opleveren van een beroepsproduct geschikt voor de organisatie. Concreet zal hij onder meer de verschillende juridische bronnen verzamelen, analyseren en relevante informatie bewerken om zijn argumentatie te kunnen opbouwen ter beantwoording van de onderzoeksvraag. Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. bedrijfsjurist bij een onderneming en is verantwoordelijk voor het opstellen van nieuwe contracten; b. gerechtssecretaris en doet dossier- en jurisprudentieonderzoek in een betreffende zaak en schrijft een concept uitspraak voor de rechter; c. juridisch medewerker bij een juridisch adviesbureau en adviseert met behulp van meerdere interpretatiemethoden of redeneervormen een cliënt over een juridisch probleem; d. juridisch medewerker bij een vakbeweging brengt een advies uit aan het bestuur over de gevolgen van de aanpassingen van het pensioenstelsel voor jonge werknemers; e. juridisch medewerker bij een bureau jeugdzorg en stelt een rapport op over de gedragsproblemen van jongeren in een bepaalde woonwijk; f. juridisch beleidsmedewerker bij de afdeling ruimtelijke ordening van de gemeente en maakt een handhavingprotocol op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor het onderdeel bouwen. 8. Communicatie: Lezen, interpreteren en samenvatten van juridische teksten, (strategisch) mondeling en schriftelijk betogen en beschouwen van een juridisch/sociaal maatschappelijk/ethisch onderwerp/vraagstuk Toelichting Een hbo-jurist kan tekst en presentatie aanpassen aan de beoogde lezer/toehoorder en aan de - 27 -

situatie, waarbij hij zich bewust is van de gelaagdheid (inhoud, beroep/appel, relatie, expressie) van de boodschap die hij brengt. De tekst of presentatie bevat een duidelijke opbouw en rode draad, is goed onderbouwd en afgestemd op actuele situaties en ontwikkelingen. Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. beleidsmedewerker kwaliteitszorg bij de provincie en stelt een uniform model op voor de beantwoording van alle soorten uitgaande brieven; b. projectmedewerker bij een gemeente om het digitale dienstenloket in te richten, zodat alle procedures bij online producten en diensten toegankelijk en juridisch correct zijn beschreven; c. juridisch medewerker bij de gemeente en schrijft een notitie met voorstellen tot het versnellen van de doorlooptijd en verbetering van de efficiency en klantvriendelijkheid ten aanzien van de behandeling van bezwaarschriften; d. office manager op een notariskantoor en adviseert over de cliëntfolders, zodat deze aansluiten bij de laatste regelgeving en de doelgroep; e. juridisch medewerker bij een bank en vertaalt een nieuwe regeling op het terrein van toezicht van financiële instellingen ten behoeve van de implementatie naar producten en diensten; f. juridisch medewerker bij een rechtsbijstandverzekeraar en dient een beroepschrift in bij de rechtbank tegen een genomen besluit van het gemeentebestuur; g. secretaris bij een bezwaarschriftencommissie en stelt notities op voor de door de commissie te nemen adviezen; h. juridisch medewerker bij de politie en creëert draagvlak voor de in te voeren maatregelen met betrekking tot geluidsoverlast van jongeren in een bepaalde woonwijk. - 28 -

BIJLAGE 2 Niveau 3 van de HB-Rechtencompetenties 1. Algemeen De opleiding HB-Rechten van de HAN kent drie niveaus. De student dient de AD te verrichten op niveau 3. m dit niveau enigszins nader te concretiseren treft u hieronder achtereenvolgens aan: een vereenvoudigde schematische weergave van de niveaus, een nadere toelichting op de niveaus en, ten slotte, een voorbeeldcasus met bijbehorende vragen en antwoorden op niveau 3. 2. Vereenvoudigde schematische weergave van de niveaus Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Simpele casus Meer complexe casus Complexe casus Eenvoudige, Moeilijkere, globale oplossing plossing met nuancering, oppervlakkige dwarsverbanden en oplossingen samenhang tussen diverse onderwerpen. Diepgaand en gedetailleerd Veel begeleiding en Meer zelfsturing van de student Zelfstandig sturing van de docent 3. Nadere toelichting op de niveaus Niveau 1 Tijdens de propedeuse van de opleiding leert de student de rechtsgebieden Burgerlijk recht, Staatsen bestuursrecht en Straf(proces)recht kennen binnen inleidende onderwijseenheden. De student verkrijgt kennis en inzicht, waardoor hij in staat is een (deel van een) rechtsgebied in grote lijnen te beschrijven. De student maakt opdrachten over eenvoudige juridische casus en verkrijgt regelmatig ondersteuning en bijsturing van de docent. De student leert welke bronnen hij kan gebruiken bij het zoeken naar informatie voor de opdrachten. Niveau 2 In het tweede leerjaar, aan het begin van het derde leerjaar en tijdens enkele minoren (bijvoorbeeld de minor Jeugd en gezin ) komt de student steeds meer in aanraking met de wat meer omvangrijke en gecompliceerde juridische problemen uit de beroepspraktijk die opgelost moeten worden. De zelfstandigheid van de student moet groeien en dat vindt onder meer plaats tijdens de stage en tijdens het maken van de opdrachten. Voorbeelden van die opdrachten zijn de opdrachten in de onderwijseenheid Juridisch argumenteren en in de onderwijseenheid Procedeercollege. Niveau 3-29 -