Deelsessies congres Vakmanschap van de Reclasseringswerker Tijdens de middag zijn er twee deelsessierondes. Zoals elk jaar is het doel van de deelsessies: resultaten van onderzoekers dichter bij de reclasseringswerkers brengen en praktijkervaring van reclasseringswerkers dichter bij onderzoekers brengen. Zodat de verbinding steeds beter gemaakt kan worden. Daarom worden de deelsessies merendeels geleid door een duo van een onderzoeker/expert en een reclasseringswerker. Je maakt een keuze voor twee deelsessies op de dag van het congres zelf, bij binnenkomst. De deelsessies zijn onderverdeeld in drie sporen. Zo weet je welk accent je kunt verwachten in de deelsessies van je keuze. Spoor 1: kennisbasis van het reclasseringswerk De kennisbasis van het reclasseringswerk is sterk en stabiel. De toekomstbestendige professional blijft putten uit deze kennis. De kennisbasis maakt de professional sterker en het reclasseringswerk van meer waarde. De deelsessies onder dit spoor belichten elk een aspect van deze kennisbasis, waarbij is gekozen voor aspecten die relatief weinig aandacht krijgen in literatuur of opleidingen. Deelsessie 1: Hoe worden jonge mensen crimineel? Persoonsgericht maatwerk is helemaal in. Ook in de strafrechtketen. Bij persoonsgericht maatwerk kijken OM, Reclassering en andere betrokkenen goed naar de persoon, zijn of haar sociale context en naar de aard en de omstandigheden van het criminele gedrag. Daardoor kunnen we slimmer en effectiever werken, met trajecten die goed zijn afgestemd op de betrokken personen. Tot zover is er weinig nieuws onder de zon. Maar dan beginnen de vragen. Hoe bepaal je eigenlijk wat daarbij belangrijke afwegingen zijn? Hoeveel gebruik maken we, als we nadenken over het verhaal achter crimineel gedrag, van de wetenschappelijke kennis over de ontwikkeling van crimineel gedrag? Met andere woorden: weten we bij de reclassering genoeg van ontwikkelingscriminologie? Als u negatief zou antwoorden op deze vraag, is deze deelsessie net iets voor u! Na een presentatie over de belangrijkste inzichten uit de ontwikkelingscriminologie gaan we hierover met elkaar in gesprek. Dr. Andrea Donker, lector Kennisanalyse Sociale Veiligheid, Hogeschool Utrecht en Marije Stoter, beleidsmedewerker Reclassering Nederland. Deelsessie 2: De maatschappelijke waarde van de reclassering. Wat heeft de reclassering de samenleving te bieden? Welke waarde voegen wij toe in de samenleving, waarom hoort er in een beschaafde samenleving belastinggeld naar de reclassering te gaan? Kunnen we dit scherp formuleren? Als we dit scherp kunnen formuleren krijgen de professionals en de organisaties meer regie op hun werk en op de richting daarvan. Ook kunnen we ons werk dan beter verantwoorden tegenover de samenleving.
In deze werksessie benoemen we met elkaar eerst op kwalitatieve wijze de waarde die de reclassering toevoegt voor individuele cliënten. Daarna proberen we scherper te krijgen welke maatschappelijke waarden de reclassering kan realiseren. Het beoogde eindresultaat is een zo compleet mogelijk overzicht met mogelijke maatschappelijke waarden van de reclassering plus een eerste inschatting van de grootste baten voor de samenleving. Dr.ir. Attila Németh, Associate lector Governance, Saxion University of Applied Sciences en Irma Nibbelink, reclasseringswerker Reclassering Nederland in Almelo en studente bij de master forensisch-sociale professional. Deelsessie 3: Huiselijk geweld na een complexe scheiding 'Daar hoeven we niks mee, ze gaan toch scheiden'. 'We moeten uitzoeken hoe het in deze stalkingszaak zit met de omgang van meneer met zijn dochter, de verklaringen van stalking zijn zo tegengesteld aan elkaar'. Zomaar twee voorbeelden uit het verdiepende leeratelier Gezin, Jeugd en Zeden. In drie Leerateliers, verspreid over Nederland, werken Openbaar Ministier, Politie, (jeugd)reclassering, Raad voor de Kinderbescherming, Veilig Thuis en Slachtofferhulp met elkaar samen aan de ontwikkeling van betekenisvol maatwerk. Complexe scheidingen doen zich vaak voor. Wat is daarover bekend? Wat kan de reclassering in dergelijke situaties doen? Hoe kan de reclassering de betrokkenen helpen met begrenzen en beschermen? Na een korte inhoudelijke inleiding over geweld na complexe scheidingen, een filmfragment en een casus rond stalking gaan we in gesprek met de deelnemers over door hen gestelde vragen en thema's. Dit vanuit de vraag wat bij complexe scheiding leidende principes zijn. Dr. Sietske Dijkstra, senior onderzoeker lectoraat Werken in een Justitieel Kader en dr. Katinka Lünnemann, programmaleider Verwey-Jonker Instituut en senior onderzoeker lectoraat Werken in een Justitieel Kader en een reclasseringswerker. Deelsessie 4: Veel manieren om dezelfde boodschap te verpakken In deze deelsessie behandelt Leila Jaffar verschillende Interculturele stijlen van communicatie. Ook als de boodschap steeds hetzelfde blijft, is het namelijk belangrijk dat de reclasseringswerker de verpakking van de boodschap kan aanpassen aan de persoon waar men mee werkt, ongeacht zijn/haar culturele achtergrond. Zo komt de boodschap altijd, in alle omstandigheden effectief over. Na een korte introductie van Leila Jaffar gaan de deelnemers in deze deelsessie verschillende stijlen van motiveren oefenen, aangepast aan de achtergrond van de ontvanger. Daarnaast oefenen we met direct en indirect confronteren en complimenteren en het gebruik van feitelijke argumenten versus emotionele argumenten en metaforen.
Leila Jaffar is een trainer/consultant, gespecialiseerd in interculturele communicatie en conflictbemiddeling. Zij is op dit terrein al dertig jaar actief. Zie ook www.jaffar.nl Leila Jaffar, trainer, coach en eigenaar Jaffar Consultancy. Met Mamoun Loukili, reclasseringswerker in Utrecht. Spoor 2: innovatieve praktijken Toekomstbestendig werken staat of valt met innovatie van het werk. Overal in het land werken reclasseringswerkers aan vernieuwende praktijken. De deelsessies in dit spoor laten een paar van deze vernieuwende praktijken zien en / of verkennen met de deelnemers nieuwe trends waarop reclasseringswerkers een nieuw antwoord moeten vinden. Deelsessie 5: Werkstraf als betekenisvol reclasseringswerk Een werkstraf is, waar proportioneel met het delict, een goed alternatief voor gevangenisstraf. Al was het alleen al doordat de recidivecijfers na werkstraf, ook bij gelijke delicten, lager liggen dan na detentie. De werkgestrafte kan een deel van zijn dagelijkse verantwoordelijkheden behouden en de werkstraf kan een opstap zijn om het leven weer op orde te krijgen: structuur, op tijd uit bed, verantwoordelijkheid nemen, goed begeleid en aangesproken worden. Zijn we ons voldoende bewust van deze kansen die de werkstraf kan bieden aan de werkgestrafte en de samenleving? Of voeren we de werkstraf vooral kaal uit, door alleen te letten op aftekenen van uren en het naleven van afspraken? Deze deelsessie gaat over de toekomst van de werkstraf. Wat is de meerwaarde van de medewerkers werkstraf, waarom kan dit werk niet gedaan worden door een uitzendbureau? Hoe voert de reclassering deze mooie en lastige opdracht uit? Hoe bewust dragen de medewerkers werkstraf bij aan gedragsbeïnvloedende elementen die de werkstraf zo effectief maken? En wat of wie zijn nodig om er een betekenisvolle werkstraf van te maken? Dr. Joep Hanrath, hogeschoolhoofddocent en senior onderzoeker bij het lectoraat Werken in Justitieel Kader en Linda Biesot, teamleider werkstraf Reclassering Nederland in Oost- Nederland. Deelsessie 6: Ruim Baan voor Betekenisvol Maatwerk Sinds januari wordt het reclasseringswerk aan de voorkant van de strafrechtpleging niet meer afgerekend op basis van het aantal producten. Dat geeft ruimte, en biedt mogelijkheden voor reclasseringswerkers om te doen wat nodig is met hun cliënten. Je kunt nu beter dan vroeger in een complexe en risicovolle casus zo snel mogelijk begeleiding en zorg starten.
Of je kunt nu volstaan met een kort mondeling advies omdat de opdrachtgever al veel informatie over een cliënt heeft. Dat vraagt om creativiteit bij reclasseringswerkers, en buiten de oude kaders durven treden. En het vraagt meer overleg met de opdrachtgever: wat hebben zij nodig van de reclassering om een goed besluit te kunnen nemen? Bij ZSM wordt daar al een tijd mee geëxperimenteerd. Maar Ruim Baan is breder en heeft effect op alle adviestaken, en op toezicht en de werkstraffen. In deze workshop gaan we aan de hand van casuïstiek in gesprek over de vraag hoe Ruim Baan de kwaliteit van het reclasseringswerk kan verbeteren. Dr. Jacqueline Bosker en dr. Lianne Kleijer, senior onderzoekers bij het lectoraat Werken in een Justitieel Kader, Hogeschool Utrecht. Met Bianca Bartels, kwartiermaker en reclasseringswerker bij Palier reclassering. Deelsessie 7: Werken met apps bij toezicht: aanvulling van ons werk of bedreiging? De online wereld komt steeds dichterbij. Niet alleen in het dagelijkse leven, maar ook bij jou als professional. De technologie gaat sneller dan je denkt en hoe ga je daar als professional mee om? Maar nog belangrijker, hoe kunnen we gebruik maken van alle technologische ontwikkelingen in ons werk? Of willen we dat eigenlijk helemaal niet? De eerste stappen zijn al gemaakt met de invoering van vier apps die we bij het toezicht kunnen gebruiken: Mijn Leven, Mijn Risico's, Mijn Contacten en Stap voor Stap. Kijk, denk en praat mee over wat dit voor jou als professional betekent! De 3RO heeft de eerste stappen gezet en wil zich aansluiten bij de ontwikkelingen in de online wereld. Jij kan degene zijn die als eerste kennisneemt en ermee aan de slag gaat! Denk je in wat cliënten straks kunnen doen: - Een cliëntportaal: inloggen op hun eigen pagina. Wat kunnen ze daar dan nog meer allemaal op doen?; - Huiswerk die je schriftelijk moet aanleveren is straks verleden tijd. De apps worden een onderdeel van de ART-training; - Schriftelijke de werkalliantiemonitor invullen wordt straks vervangen door een app, waarop je samen meteen kunt zien bij welke vragen je cliënt en jij wel of niet op een lijn zitten. - Vergeten uit te printen is straks niet meer aan de orde, een smartphone heeft iedereen toch in zijn zak zitten? Kom langs en laat je informeren over de nieuwe technologieën als aanvullende middelen in ons werk! Bart Hagtingius, reclasseringswerker in Rotterdam, Coki Janssen, beleidsmedewerker SVG, Lisette Fransema, reclasseringswerker in Den Haag en Widya de Bakker, onderzoeker Kenniscentrum Sociale Innovatie.
Deelsessie 8: Terug op de rails. Inclusie van (ex) delinquente jongeren in de wijk We starten in deze interactieve workshop met een conceptuele insteek: sterke sociale banden in werk en gezin hangen samen met desistance, zwakke sociale banden in werk en gezin met persistence in crime. In Divergent Lives zijn Laub en Sampson (2003) nagegaan onder welke omstandigheden mannen op oudere leeftijd stoppen, tijdelijk stoppen of juist doorgegaan zijn met crimineel gedrag. Dit bleek direct samen te hangen met keerpunten in hun leven waarbij zij wel of niet een nieuwe start konden maken en de ervaring opdeden ergens bij te horen, zich thuis en geaccepteerd te voelen. Wat betekenen deze inzichten volgens reclasseringswerkers en sociaal werkers in wijkteams voor de samenwerking tussen reclassering en wijkteam? Sommige reclasseringsmedewerkers ervaren huiver bij wijkteams om te werken met (ex-)delinquenten (als het lastig wordt, sturen we ze weer terug naar de reclassering). Ervaringen van wijkteammedewerkers zijn dat ze relatief weinig in contact komen met deze jongeren in de wijk. We vragen reacties aan de deelnemers en gaan het gesprek aan met elkaar aan de hand van casuïstiek. Dr. Frans Spierings, lector Opgroeien in de stad en Drs. Szabinka Dudevszky onderzoeksleider Inclusie bij Kenniscentrum Talentontwikkeling, Hogeschool Rotterdam, en een reclasseringswerker. Spoor 3: lerende professionals Toekomstbestendige professionals nemen hun professionele verantwoordelijkheid, benutten hun professionele ruimte en leren en reflecteren met elkaar. De deelsessies in dit spoor staan in dit teken en belichten enkele aspecten van de ontwikkeling naar meer professionele ruimte. Deelsessie 9: Leren van incidenten Dit jaar verscheen het Inspectierapport Calamiteiten in de Jeugdzorg, waarin een analyse is gemaakt van tien ernstige calamiteiten in de jeugdzorg. Hieruit blijkt ondermeer dat de verschillende professionals die betrokken zijn bij een kind in gevaar behoorlijk goed met elkaar samenwerken. Rond schulden, schoolbezoek van kinderen, verslaving van een van de ouders, of psychiatrische problematiek van gezinsleden. Behalve als het gaat om het maken van een gezamenlijk plan om de veiligheid van de kinderen te bewaken en om daadwerkelijk ingrijpen als de veiligheid in het geding is. Daarin staan de jeugdbeschermers veelal toch alleen. En dan kan het alsnog fout gaan, ondanks alle goede samenwerking. Want je hebt eigenlijk alle ogen nodig om de veiligheid binnen een gezin goed in te schatten. Herken je dit als (jeugd)reclasseringswerker, bijvoorbeeld in je eigen samenwerking met sociale wijkteams? Wat betekent dit voor de doelen van alle vernieuwingen, zowel bij de jeugdzorg als de volwassenenreclassering, onder het motto eigen kracht, met veiligheid als ondergrens? Hoe kan je sociale professionals stimuleren om zich ook met veiligheid bezig te houden en dit aspect niet alleen bij jou te laten? Of hoort dat niet bij het vak van forensisch-sociale professional? En vooral: hoe kunnen we als professionals leren van de analyse van incidenten? En hoe kunnen we onze samenwerkingspartners bij dit leren betrekken? In deze workshop eerst een korte presentatie van het Inspectierapport.
Vervolgens gaan de deelnemers met elkaar aan het werk aan de hand van verschillende vragen en een casus. Josien Leurdijk, hoofd opleidingshuis 3RO, een medewerker van Samen Veilig Midden Nederland en Anneke Menger, lector Werken in Justitieel Kader. Deelsessie 10: Van student tot professional: waar moet de forensisch sociale professional in spé aan voldoen? Jeugdbescherming. Forensische psychiatrie. DJI. Reclassering. Deze werkveldenvallen alle onder het forensisch-sociale domein. Ze kennen een gezamenlijke kennisbasis en gezamenlijke kenmerken van professionaliteit. Hogescholen leiden op voor dit veld, zij het nog steeds mondjesmaat, en bedrijfsopleidingen geven nascholing. Maar een gezamenlijk competentieprofiel ontbreekt tot dusver. Een landelijk erkend profiel, dat ook leidend is voor de HBO-opleidingen, versterkt de beroepsgroep als geheel en ook de individuele professional, bijvoorbeeld bij incidenten waarvoor je je moet verantwoorden naar de samenleving. Voor de jeugdzorg is er inmiddels het landelijk vastgelegde profiel De jeugdzorgwerker, met een landelijk beroepsregister, duidelijke competenties en opleidingen die zich daar duidelijk op richten. Het forensisch-sociale domein zou een dergelijk landelijk profiel ook graag zien. Samen met enkele hogescholen is het initiatief genomen voor de ontwikkeling van een competentieprofiel voor forensisch sociale professionals, waarin staat wat tot de kern van hun werk behoort. De bijdrage van professionals is bij dit proces van groot belang. Een door professionals, organisaties en opleidingen gedragen beroepsprofiel biedt een inhoudelijke inbedding voor beroepsregistratie en eventueel een aangepaste beroepscode. Zo verwerven professionals meer regie op hun eigen vak. In deze interactieve deelsessie staat de vraag centraal: Wat is de kern van het vak en welke kwaliteit hoort daarbij? We leggen de deelnemers een set van 10 competenties voor en bepalen gezamenlijk welke tot de top 5 behoren. Ook willen we in gesprek over de vraag wanneer je de top 5 nu voldoende beheerst om als beginnend werker aan de slag te gaan. En wat later, in de praktijk, nog bij geleerd moet worden. Christel Rolink, onderwijskundige opleidingshuis 3RO en trekker beroepsregister, Laura van der Zwet, reclasseringswerker LJ&R en trekker beroepsvereniging reclasseringswerkers en studente Master FSP, Annelies Sturm docente/onderzoeker Hogeschool Utrecht en betrokken bij de ontwikkeling van nieuw onderwijs voor het gedwongen kader.