Beleidsartikelen. 8.1 Algemene doelstelling

Vergelijkbare documenten
Beleidsartikelen. 7.1 Algemene beleidsdoelstelling

9.1 Algemene beleidsdoelstelling. 9.2 Operationele doelstellingen

BELEIDSARTIKEL 4 AANGEPAST WERKEN. 4.1 Algemene doelstelling

Factsheet Miljoenennota 2017

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Publicatie datum: Factsheet Miljoenennota 2018

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden.

Beleidsartikelen BELEIDSARTIKEL 6: ARBEIDSMARKTBELEID Algemene beleidsdoelstelling

Vaststelling van een nieuwe regeling inzake inkomensvoorziening voor kunstenaars (Wet werk en inkomen kunstenaars)

3. BELEIDSARTIKELEN. 1.1 Algemene doelstelling

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [ ]Openbaar -- [ ]Besloten --

Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Evaluatie van de Wet werk en inkomen kunstenaars (Wwik) Onderzoeksrapport

Premievaststelling vrijwillige verzekering Ziektewet, WW, WAO en WIA 2018

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening

Artikel 27 Regulering van individuele arbeidsrelaties

Premievaststelling vrijwillige verzekering Ziektewet, WW, WAO en WIA 2019

BEELD VAN DE UITVOERING 2012

De beleidsartikelen (artikel 12)

Op pagina 2 beginnen

2017D36158 LIJST VAN VRAGEN

ISD. Kwartaalrapportage. Overzicht 1 e kwartaal 2013 Steenbergen

Vaststelling van een nieuwe regeling inzake inkomensvoorziening voor kunstenaars (Wet werk en inkomen kunstenaars)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

1.1 Algemene beleidsdoelstellingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet?

Datum 19 januari 2016 Betreft Rijksbrede ontwikkelingen inzake begroten en verantwoorden. Geachte voorzitter,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

B en W. nr d.d

VERORDENING HANDHAVING WWB/WIJ

Stuknummer: blo Managementinformatie. Afdeling Werk, Inkomen en Zorg (WIZ) Derde kwartaal 2007

De Raad van de gemeente Grave;

Artikelsgewijze. toelichting. Reïntegratieverordening. werk en bijstand

Afdeling kwartaal 1

2. Globale analyse 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2. voorbeeld beleidsartikel

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 15 november 2006 / 168/2006

Premievaststelling vrijwillige verzekering ZW, WW, WAO en WIA 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Handhavingsverordening WWB en WIJ 2009

Reïntegratieverordening. werk en bijstand

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Premievaststelling vrijwillige verzekering ZW, WW, WAO en WIA 2015

HANDHAVINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND EN WET INVESTEREN IN JONGEREN DE WOLDEN 2010

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2004

Begrotingswijziging Avres 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Handhavingsverordening WerkSaam Westfriesland 2015

R P 3 M E R A L. OKT r '"> No. Kcnnisi temen Afdoen Bespreken Advies

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

GEMEENTEBLAD 2004 nr. 150

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Productartikelen. a. Relatie producten en beleid. b. Het actuele programma

Behoort bij agendapunt 5 van de vergadering van de raadscommissie Burger d.d. 11 oktober 2011

Vragen en antwoorden. Recht op en hoogte van de koopkrachttegemoetkoming

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BESLUITEN. Griffie met het verzoek behandeling in de raadscommissie en gemeenteraad te bevorderen.

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag

HANDHAVINGSVERORDENING WWB en WIJ gemeente Lelystad

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderwerp : Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Beverwijk

Premievaststelling vrijwillige verzekering ZW, WW, WAO en WIA 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verordening Handhaving Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Krimpen aan den IJssel 2017

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; HANDHAVINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Economie en Werk A 12 onderwerp

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderwerp Wet Bundeling uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (Wet Buig) en Maatregelenverordening IOAW en IOAZ 2010

2. Hoeveel procent van de totale uitgaven in de kinderbijslag werd in 2015 uitgekeerd aan kinderen die niet in ons land werden opgevoed

Beleidsregels Uitstroompremies Wwb, Ioaw en Ioaz

Voorstel onderzoek PGB huishoudelijke hulp

Aanvraagformulier Tegemoetkoming kosten Wet Kinderopvang

Olst-Wijhe, 10 maart 2015 doc. nr.: Verordening Handhaving inkomensvoorzieningen Olst-Wijhe

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ 2009

Hierbij stuur ik u de evaluatie van de wijziging van de Remigratiewet. Tevens geef ik met deze brief een reactie op de evaluatie.

Gemeenteraad. Aan de gemeenteraad Dienst/afdeling: SMM. Onderwerp: Toekomst uitvoering Participatiewet en Wsw

Datum 8 mei 2013 Betreft Afschaffing uitzonderingen musici en artiesten werknemersverzekeringen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Wet investeren in jongeren (WIJ) Workshop Geen bijstand, wel een voorziening

Tweede Kamer der Staten-Generaal

kenmerk De ondergetekenden:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Totaal bedragen * Uitgaven Inkomsten Bijdrage gemeente Bijdrage gemeente begroting Bedrijfsvoering

** documentnr.: zaaknr.:

Totaal bedragen * Uitgaven Inkomsten Bijdrage gemeente Bijdrage gemeente begroting Bedrijfsvoering

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Financieel. Wat heeft het gekost?

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 18 december 2014 Betreft Evaluatie Verantwoord Begroten

VERORDENING HANDHAVING WWB, Bbz, IOAW, IOAZ GEMEENTE BUREN

P Onderwerp Verslag over de uitvoering (VODU) WWB, IOAWIZ, Bbz 2004

Zorgdragen voor adequate bescherming met activerende voorwaarden tegen de financiële risico s bij arbeidsongeschiktheid.

Transcriptie:

BELEIDSARTIKEL 8 NAARS INKOMENSVOORZIENING VOOR KUNSTE- 8.1 Algemene doelstelling Het gedurende een beperkte periode (maximaal 48 maanden) bieden van een inkomensvoorziening aan kunstenaars die de ambitie hebben een renderende al dan niet gemengde beroepspraktijk als kunstenaar op te bouwen. De wet inkomensvoorziening geldt zowel voor aankomende kunstenaars (academieverlaters) die aan het begin staan van een carrière als beroepsmatig kunstenaar als voor gevestigde kunstenaars die te kampen hebben met een (tijdelijke) terugval in inkomsten en zich weer willen hervestigen als kunstenaar. Zonder deze specifieke voorziening zouden kunstenaars die de ambitie hebben om op termijn (weer) in de kosten van het levensonderhoud te voorzien middels een renderende, al dan niet gemengde beroepspraktijk als kunstenaar, maar nog niet zelfstandig in de kosten van het levensonderhoud kunnen voorzien, een beroep moeten doen op een bijstandsuitkering. De aan een bijstandsuitkering verbonden voorwaarden gericht op een zo snel mogelijke inschakeling op de arbeidsmarkt maken echter dat beroepsmatig actieve kunstenaars alleen al om die (juridische) reden geen beroep op bijstand kunnen doen. Zij zijn immers niet beschikbaar voor de arbeidsmarkt. Door beroepsmatig actieve kunstenaars het alternatief van de WIK te bieden wordt voorkomen dat deze groep een oneigenlijk beroep doet op de bijstand. Kunstenaars die een WIK-uitkering ontvangen kunnen een beroep doen op het «langszij» de WIK ontwikkelde flankerend beleid dat valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen. Tabel 8.1: Overzicht beleidsevaluaties Gedeelte van de algemene doelstelling startdatum einddatum onderwerp Geheel 2001 2002 Werking Wik Geheel 2008 2009Idem De WIK is in 2001 ex-post geëvalueerd. Uit de resultaten van de evaluatie blijkt dat de WIK vooral aankomende kunstenaars en gevestigde kunstenaars die een tijdelijk inkomensprobleem hebben een goede mogelijkheid biedt om te kunnen werken aan de opbouw van een beroepspraktijk als kunstenaar. Voor de kunstenaars die in 1999 rechtstreeks vanuit de Abw zijn ingestroomd in de WIK heeft de WIK in minder gevallen kunnen beantwoorden aan de doelstellingen. Uit de evaluatie blijkt ook dat de WIK vrij algemeen zowel op inhoudelijkals op uitvoeringsniveau als een ingewikkelde en bureaucratische regeling wordt ervaren. Daarnaast signaleren de met de uitvoering van de WIK belaste centrumgemeenten dat er van de WIK zelf nog te weinig activerende impulsen uitgaan. In vervolg op de resultaten van de evaluatie zal de WIK ingaande 1-1-2005 op een aantal onderdelen worden herzien. De in de WIK op te nemen activeringsmiddelen zullen meer dan nu het geval is gericht zijn op het bevorderen van uitkeringsonafhankelijkheid na de WIK-uitkering door inkomsten uit een renderende, al dan niet 89

gemengde beroepspraktijk als kunstenaar. Dit einddoel gaat doorklinken in de hoofddoelstelling van de WIK en wordt doorvertaald naar de operationele doelstellingen. Vier jaar na de voor 1-1-2005 geplande algehele herziening van de WIK, wordt de WIK opnieuw op doeltreffendheid en doelmatigheid geëvalueerd. 8.2 Operationele doelstellingen 1. 90% van de kunstenaars die behoren tot de doelgroep van de WIK is in 2007 van mogelijkheden van de WIK op de hoogte. 2. 100% van de sociale diensten (niet centrumgemeenten) en CWI s zijn in voldoende mate op de hoogte van de mogelijkheden die de WIK biedt voor de doelgroep en verstrekken voorlichting over de mogelijkheden van de WIK. 3. Beroepsmatig actieve kunstenaars die niet over voldoende middelen kunnen beschikken om te voorzien in de kosten van het bestaan doen een beroep op de WIK. 4. Fraude wordt zoveel mogelijk voorkomen. Gepleegde fraude wordt zo snel mogelijk aan het licht gebracht en afgehandeld. Operationele doelstelling 1: 90% van de kunstenaars die behoren tot de doelgroep van de WIK is in 2007 van de mogelijkheden van de WIK op de hoogte. De WIK kan als tijdelijke inkomensvoorziening een aantrekkelijke optie zijn voor kunstenaars die de ambitie hebben om op termijn via inkomsten uit een renderende, al dan niet gemengde beroepspraktijk als kunstenaar in het levensonderhoud te voorzien, maar dit is wel afhankelijk van de individuele situatie en de ambities. De kunstenaar moet daarom in de gelegenheid zijn om voor zichzelf een weloverwogen keuze te maken. Doel is dan ook dat kunstenaars die tot de doelgroep van de WIK behoren op de hoogte zijn van de mogelijkheden die de WIK biedt en van het feit dat hij hiervoor kan kiezen. Daar in principe iedere gevestigde kunstenaar en iedere academieverlater kan (gaan) behoren tot de doelgroep van de WIK zou idealiter op termijn iedere beroepsmatig actieve kunstenaar en iedere kunstenaar in het eerste jaar na beëindiging van een kunstenopleiding op de hoogte moeten zijn van het bestaan van de WIK en van de mogelijkheden die de WIK kan bieden. Uit een onderzoek in opdracht van het ministerie van OC&W blijkt dat in 2002 96% van de beeldend kunstenaars op de hoogte was van het bestaan van de WIK. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat het percentage kunstenaars dat globaal op de hoogte is van de mogelijkheden van de WIK lager ligt (31% van de respondenten had alle in het onderzoek opgenomen kennisvragen over de inhoud van de WIK correct beantwoord). Doelstelling is om dit percentage via een toename van ca. 10% in 2004 en vervolgens jaarlijks van ca. 15% in 2007 op ca. 85% tot 90% te brengen. De realisatie van deze operationele doelstelling zal vanwege kosten/ batenoverwegingen niet jaarlijks worden gemeten. Jaarlijks kan wel een grove indicatie worden gegeven aan de hand van een jaarlijks terugkerend onderzoek onder academieverlaters door het ROA (Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt). Als instrumenten worden ingezet voorlichting via het SZW-Publieksloket en voorlichting via Kunstenaars & CO. 90

Tabel 8.2: Streefwaarden operationele doelstelling Operationele doelstelling 2: Alle sociale diensten (niet centrumgemeenten) en CWI s zijn in voldoende mate op de hoogte van de mogelijkheden die de WIK biedt voor de doelgroep en verstrekken voorlichting over de mogelijkheden van de WIK Doelstelling 2 ligt in het verlengde van doelstelling 1. Alle sociale diensten (niet centrumgemeenten) en CWI s dienen over voldoende kennis en kunde te beschikken om te kunnen beoordelen of een aanvrager in beginsel behoort tot de doelgroep van de WIK, moeten op een juiste wijze kunnen doorverwijzen en moeten over de mogelijkheden die de WIK biedt gerichte voorlichting kunnen geven. In 2007 dient deze doelstelling te zijn gerealiseerd. Ter realisatie wordt voorlichting geboden via het Gemeenteloket. Bij de implementatie van de herziene WIK per 1-1-2005 zal brede schriftelijke voorlichting aan alle gemeenten gaan plaatsvinden. Operationele doelstelling 3: Beroepsmatig actieve kunstenaars die niet over voldoende middelen kunnen beschikken om te voorzien in de kosten van het bestaan doen een beroep op de WIK. Met de WIK wordt gewaarborgd dat beroepsmatig actieve kunstenaars (academieverlaters en gevestigde kunstenaars in tijdelijke financiële problemen) in de opbouw- of heropbouwfase van de renderende, al dan niet gemengde beroepspraktijk als kunstenaar geen beroep doen op bijstand, als zij zelf niet in staat zijn om in de kosten van het levensonderhoud te voorzien. Optimaal gebruik van de WIK betekent idealiter dat deze kunstenaars een beroep doen op de WIK en niet op de bijstand. In dat licht bezien kan doelstelling 3 worden opgevat als een indicatie voor het effect van de doelstellingen 1 en 2. Operationele doelstelling 4: Fraude wordt zoveel mogelijk voorkomen. Gepleegde fraude wordt zo snel mogelijk aan het licht gebracht en afgehandeld. Het voorkomen van fraude is van belang voor het maatschappelijke draagvlak van deze voorziening. De instrumenten die de centrumgemeenten daarbij kunnen inzetten zijn in beginsel dezelfde als door de sociale diensten worden ingezet bij de bestrijding van uitkeringsfraude bij andere inkomensvoorzieningen (Abw en IOAW/IOAZ). Voor de WIK zijn vanwege het relatief geringe aantal uitkeringsgerechtigden per gemeente geen aparte handhavingsindicatoren beschikbaar. 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 1. Percentage kunstenaars dat mogelijkheden van de WIK kent 31% 41% 56% 73% 90% 2. Percentage sociale diensten en CWI s dat in voldoende mate mogelijkheden WIK kent enz. 100% 91

Tabel 8.3: Budgettaire gevolgen van beleid (x 1 000) 8.3 Budgettaire gevolgen van het beleid Nr. Artikelonderdeelomschrijving 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Totaal verplichtingen 53 858 52 488 38 232 35 758 35 703 35 703 35 703 Totaal uitgaven 53 858 52 488 38 232 35 758 35 703 35 703 35 703 1 Apparaatsuitgaven 74 79 304 Personeel 71 74 293 Materieel 3 5 11 2 Programmauitgaven 53 784 52 409 37 928 35 758 35 70 3 35 703 35 703 Operationele doelstelling 3 WIK 53 784 52 409 37 928 35 758 35 703 35 703 35 703 9 Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 Tabel 8.4: Achterliggende volume en prijsgegevens WIK 2002 2003 2004 Volumina (in uitkeringen) Uitgaven (x 1 mln) 54 52 38 Uitkeringslasten (x 1 mln) 48 47 34 Volume 4 417 4 165 3 025 Gemiddelde uitkering (x 1) 10 780 11 169 11 163 Uitvoeringskosten gemeenten (x 1mln) 4 4 2 Volume per 31 12 4 287 4 000 2 370 Uitvoeringskosten p.p. (x 1) 998 998 998 UitvoeringskostenK&CO(x 1mln) 2 2 2 Aantal beroepsmatigheidstoetsen 3 944 3 700 2 790 Prijs per beroepsmatigheidtoets (incl. vaste kosten) 479 493 587 Tabel 8.5: Budgetflexibiliteit 8.4 Budgetflexibiliteit 2004 2005 2006 2007 2008 Totaal geraamde kasuitgaven 38 232 35 758 35 703 35 703 35 703 Waarvan apparaatsuitgaven 304 Programmauitgaven % % % % % Waarvan op 1 januari 2003 Juridisch verplicht Bestuurlijk maar niet juridisch gebonden Beleidsmatig gereserveerd ogv een regeling of beleidsprogramma 100% 100% 100% 100% 100% Beleidsmatig nog niet ingevuld De WIK is een open-einde-regeling. SZW is immers verplicht om voor alle rechthebbenden die een beroep op de regeling doen middelen ter beschikking te stellen. Er is wijziging van wet- en regelgeving noodzakelijk om het budgettaire beslag te kunnen beperken. De budgetflexibiliteit is dus gering. 92

8.5 Veronderstellingen In de raming wordt een onderscheid gemaakt tussen academieverlaters, zij-instromers en Abw-uitstromers (instroom van Abw-uitstromers kon slechts in 1999 plaatsvinden). De raming is gebaseerd op de realisaties uit het verleden. In de raming wordt geen invloed van de economische ontwikkeling verondersteld. Naar verwachting ingaande 1 januari 2004 zullen als gevolg van de evaluatie van de WIK en vooruitlopend op een herziening van de WIK per 1-1-2005 een aantal technische wijzigingen worden doorgevoerd. De wetswijzigingen per 1 januari 2004 hebben vooral tot doel om de uitvoering van de wet voor zowel de uitvoerende centrumgemeenten als de kunstenaars te vereenvoudigen. Gezien het karakter van de wijzigingen zal dit geen noemenswaardige consequenties hebben voor het volume. 8.6 VBTB-paragraaf Tabel 8.6: Beschikbaar en beschikbaar komende informatie in de begroting operationele doelstelling Informatie Stand van Zaken 8.1 1 Percentage doelgroep dat bekend is met de mogelijkheden van de WIK 8.2 2 Percentage GSD-en (nietcentrumgemeenten) dat bekend is met WIK Percentage CWI s dat bekend is met WIK 8.3 3 Aantal personen aan wie een WIK-uitkering wordt verstrekt Aantal rechthebbenden op WIK-uitkering zonder renderende beroepspraktijk die geen WIK-uitkering hebben aangevraagd Beschikbaar voor academieverlaters Beschikbaar in 2004 Beschikbaar in 2004 Beschikbaar Beschikbaar in 2007 Onderzocht wordt op welke wijze het best kan worden vastgesteld hoeveel kunstenaars die op grond de individuele omstandigheden aanspraak zouden kunnen maken op een WIK-uitkering geen WIKuitkering aanvragen. Naar verwachting is het mogelijk om de hiervoor noodzakelijke informatie uiterlijk in 2007 beschikbaar te hebben. 93