Eurobarometer Europees Parlement (Standaard EB 74.3 voor energie) Europeanen en energie



Vergelijkbare documenten
8 maart 2013: Internationale Vrouwendag: Ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in de context van de crisis

8 maart 2012: Internationale Vrouwendag Ongelijke kansen tussen vrouwen en mannen in de Europese Unie

Analytische samenvatting

Europese feestdagen 2017

Europese feestdagen 2019

Europese feestdagen 2018

EB71.3 Europese verkiezingen Postelectoraal onderzoek Eerste resultaten: Aandachtpunt: verdeling mannen/vrouwen

DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS

EUROPESE VERKIEZINGEN Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale tendensen

HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN?

Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid

Pan-Europese. opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid. Representatieve resultaten in de 27 lidstaten van de Europese Unie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

Betalingsachterstand bij handelstransacties

Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso,

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Parlemeter - november 2012 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 78.2)

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1)

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5) "EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014" Parlemeter deel BEKNOPTE SAMENVATTING

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15

Beeld van het Europees Parlement in Nederland

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

Speciale EB 75.1 Eurobarometer Europees Parlement. Europeanen en energie (deel II)

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese.

Onconventionele fossiele brandstoffen (bijv. schaliegas) in Europa

Handelsmerken 0 - DEELNAME

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

EUROBAROMETER FLASH 266 VROUWEN EN DE EUROPESE VERKIEZINGEN. Samenvattende analyse

Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau

De Europeanen en de crisis. De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB Parlemètre 74.1) ANALYTISCHE SYNTHESE. TNS opinion

Notatie Toelichting Opmerkingen L 8 cijfers en 1 letter Het eerste cijfer is altijd een 0 (nul) voor personen.

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Sociale bescherming in belgië

BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers

Breedbandinternet voor alle Europeanen: de Commissie geeft het startsein voor een debat over de toekomst van universele diensten

De Parlemeter. Veldwerk: november december 2010 Publicatie: april Speciale Eurobarometer / Campagne 74.3 TNS Opinion & Social EUROPEES PARLEMENT

Code Geboorteland Straatnaam

STUDIE Reeks Analyse van de publieke opinie Directoraat-generaal Communicatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O16

CRISIS EN ECONOMISCH BESTUUR V

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB 79.5) EN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Economische en financiële deel BEKNOPTE SAMENVATTING

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Europese Commissie wil salarisongelijkheid tussen mannen en vrouwen aanzienlijk verminderen

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1) Parlemeter Deel II ANALYTISCH OVERZICHT

Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 82.4) Parlemeter 2014 ANALYTISCHE SAMENVATTING

2 Leveringen van goederen naar

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

Vrijwilligerswerk en solidariteit tussen de generaties

Open Data laten stromen Nederland in Europees perspectief

Europeanen in 2016: Perceptie en verwachtingen, de strijd tegen terrorisme en radicalisering

Op weg naar herstel: het cohesiepakket. Vragen en antwoorden over de bijdrage van het cohesiebeleid aan het Europese economische herstelplan

NL 1 NL BIJLAGE I KENNISGEVING VAN INSOLVENTIEPROCEDURE

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels

STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT

the state of renewable energies in europe

I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten

De Europeanen twee jaar voor de Europese verkiezingen van 2014 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 77.4)

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 maart 2010 (17.03) (OR. en) 6792/10. Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) LIMITE

Einde aan "roaming-afzetterij": tarieven voor sms-en, bellen en internetten vanuit het buitenland vanaf vandaag een stuk lager dankzij EU-maatregelen

INLEIDING

BEHEERSCOMITÉ DIERLIJKE PRODUCTEN 19 OKTOBER 2017

Voor wie verstandig handelt! Gematigde groei

Postelectoraal onderzoek 2014 EUROPESE VERKIEZINGEN 2014

Barometer van de informatiemaatschappij (2017) Juli Barometer van de informatiemaatschappij

KLIMAATVERANDERING. Speciale Eurobarometer (EB 69) Voorjaar Onderzoek EP/EG Beknopte samenvatting

De Europeanen twee jaar voor de Europese verkiezingen van 2014 De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 77.4)

FostPack Importeren verpakkingsfiches via XML

WELKOM IN HET EUROPEES PARLEMENT! DG Comm, Visits and Seminars Unit

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB79.5) EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Deel betreffende de Parlemeter 2013

Meer dan 250 miljoen Europeanen gebruiken regelmatig het internet, volgens het Voortgangsrapport ICT van de Commissie

Onderzoek naar e-gezondheidszorg in Europa: artsen moeten meer gebruik maken van ICT

Op 19 juni 2012 deed het Hof uitspraak in zaak C-307/10 IP Translator en gaf daarbij de volgende antwoorden op de prejudiciële vragen:

Werkloosheid in de Europese Unie

Een Europese Sociale Unie: illusie of noodzaak?

Parlemeter Eurobarometer Europees Parlement (EB/EP 78.2)

9332/15 ADD 3 dep/yen/jg 1 DG D 2A

Duitsland (DE)

ENQUÊTE OVER DIVERSITEIT OP HET WERK EN ANTIDISCRIMINAT

Tarieven Europa: staffel 1

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad. betreffende het Europees burgerinitiatief

Press release Statistics Netherlands

Low carbon opties voor duurzame mobiliteit Nieuwe ontwikkelingen in motortechniek en biobrandstoffen

Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie

Globalisering: gunstig of net niet? Opinie van de Vlaming in EU-context

BIJLAGEN. bij het VERSLAG VAN DE COMMISSIE

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en -gezondheid

2013/4 D/2013/3241/078

Transcriptie:

Directoraat-generaal Voorlichting Directoraat C - Betrekkingen met de burgers Eenheid Opvolging publieke opinie Brussel, 31 januari 2011 Parlemeter januari 2011 Eurobarometer Europees Parlement (Standaard EB 74.3 voor energie) Europeanen en energie ANALYTISCHE SYNTHESE Onderzoeksgebied: EU-27 (26 574 personen geïnterviewd) Bevolking: Europeanen van 15 jaar en ouder Methodologie: Persoonlijke interviews (CAPI) Veldwerk: 25 november - 17 december 2010 uitgevoerd door TNS Opinion INLEIDING 3 I. WAT TE DOEN BIJ PROBLEMEN IN DE ENERGIEVOORZIENING? 7 1. Europees gemiddelde 7 2. Variaties en nationale trends 7 II. ENERGIECRISIS: WEDERZIJDSE BIJSTAND LEVEREN OF NIET? 8 A. Uit naam van de Europese solidariteit 8 1. Europees gemiddelde 8 2. Variaties en nationale trends 9 B. In het belang van de energiezekerheid van het betreffende land 10 1. Europees gemiddelde 10 2. Variaties en nationale trends 11 III. NAUWERE ENERGIESAMENWERKING: WELKE PRIORITEITEN? 14 1. Europees gemiddelde 14 2. Resultaten op volgorde van prioriteit: variaties en nationale trends 15 Stabiliteit van energieprijzen, eerste prioriteit van de ondervraagden (29 %) Duurzame energie, tweede prioriteit van de ondervraagden (27 %) Zekerheid van energievoorziening, derde prioriteit van de ondervraagden (20 %) Energie-efficiëntie, vierde prioriteit van de ondervraagden (16 %)

2

INLEIDING Het Europees Parlement besteedt al enige jaren bijzondere aandacht aan de energiesituatie in de EU. Sterker nog, het lijkt van essentieel belang dat de Europese Unie en haar lidstaten voortmaken met de tenuitvoerlegging van een gemeenschappelijk energiebeleid om alle uitdagingen die zich op dit gebied voordoen doeltreffend het hoofd te kunnen bieden. Iedereen herinnert zich nog de crisis die Rusland in de winter van 2008-2009 veroorzaakte door de gastoevoer naar Oekraïne op te schorten. De gevolgen staan de Europeanen van wie er miljoenen, in ongeveer vijftien lidstaten, direct of indirect in hun dagelijks leven getroffen werden nog helder voor de geest. Dit wierp een bijzonder schril licht op de energieafhankelijkheid van de EU, aangezien in de winter van 2005-2006 vergelijkbare incidenten hadden plaatsgevonden. Sinds die periode, in 2006, heeft het Europees Parlement aangedrongen op een breed energiebeleid op basis van solidariteit tussen de lidstaten. In september 2007 drong het aan op de vaststelling van "een gemeenschappelijk extern energiebeleid". Naast afhankelijkheid van gas, is er ook afhankelijkheid van olie. De EU zag zich dus gesteld voor de volgende vragen: hoe waarborgen we energiezekerheid? Hoe moeten de betrekkingen met toevoerlanden eruitzien? Welke verbindingen moeten worden gelegd naar de regionale samenwerkingsorganisaties? Hoe kunnen de 27 nationale netwerken doeltreffend op elkaar worden aangesloten? Hoe ontwikkelen we alternatieve energiebronnen, en welke? Hoe zorgen we voor stabiele energieprijzen? Aan de vooravond van de eerste Europese Raad die geheel in het teken staat van de energiekwestie, op 4 februari 2011, werd duidelijk dat het nuttig zou zijn te beoordelen hoe Europeanen aankijken tegen het energievraagstuk en tegen de rollen van respectievelijk de Europese Unie en haar lidstaten op dit terrein. Vanwege de data waarop de verschillende resoluties worden aangenomen, zal deze enquête in twee delen worden gesplitst. Het eerste zal vóór de Europese Raad worden gepubliceerd en het tweede in maart. In dit tweede deel zal het accent liggen op meer specifieke kwesties in verband met de nieuwe energiestrategie van de EU in de aanloop naar 2020. In het kader van deze eerste, door TNS Opinion uitgevoerde enquête zijn drie algemene vragen gesteld die samenhangen met voorstellen die het Europees Parlement verscheidene keren heeft ingediend. De antwoorden van de Europeanen laten aan duidelijkheid niets te wensen over. Enerzijds zijn de ondervraagden zich terdege bewust van de Europese meerwaarde van een betere coördinatie van energiebeleid en een grotere solidariteit tussen de lidstaten in geval van een bevoorradingscrisis. Anderzijds tonen de resultaten hoezeer de cultuur en de situatie van elke afzonderlijke EU-lidstaat ten aanzien van energie van invloed is op de antwoorden als het gaat om energieprioriteiten. Om die reden vonden wij het belangrijk in dit verslag een aantal Eurostat-statistieken en -kaarten op te nemen ("Panorama of energy", editie 2009) waarmee de energiecontext van elke lidstaat wordt toegelicht. 3

Europeanen vinden de coördinatie van energiebeleid belangrijker dan nationale maatregelen Zo antwoordt 60 % van de Europeanen dat maatregelen die zijn afgestemd met de andere EU-landen hen beter zouden beschermen tegen aanvoerproblemen, inclusief onderbrekingen in de gaslevering. 32 % denkt beter beschermd te zijn wanneer hun land afzonderlijk maatregelen treft. Europeanen zijn voorstander van solidariteit tussen de lidstaten in geval van aanvoerproblemen 79 % van de ondervraagden zijn voorstander van een dergelijke solidariteit. Slechts 15 % is ertegen. Dit is de enige vraag waarop de antwoorden in de 27 lidstaten boven de 50 % liggen. Het is uitermate interessant om deze uitkomst te vergelijken met die van de EP- Eurobarometer 74.1 "De Europeanen en de crisis", die op 14 oktober 2010 is gepubliceerd. Bij die gelegenheid verklaarde 49 % van de ondervraagden voorstander te zijn van financiële solidariteit met een lidstaat die te kampen had met belangrijke economische of financiële problemen, terwijl 39 % tegenstander was. Aangezien deze vragen in een volkomen andere context werden gesteld, is een kwantitatieve vergelijking niet relevant. Wanneer we echter de tabel op bladzijde 13 bekijken, zien we een grote overeenkomst in de rangorde van landen voor beide vormen van solidariteit. Met andere woorden, de ondervraagden uit de 27 lidstaten antwoorden in beide gevallen in hoofdzaak hetzelfde, wat suggereert dat de houding van de ondervraagden ten aanzien van dit solidariteitsconcept niet verandert, ongeacht het type solidariteit dat onderzocht wordt. In de top vijf van lidstaten die het meest positief staan tegenover het concept van solidariteit, zowel in economische zin als op energiegebied, vinden we vier dezelfde lidstaten terug. Omgekeerd behoren drie lidstaten in beide gevallen tot de vijf landen die het minst positief staan tegenover het concept van solidariteit. Het solidariteitsbeginsel is onderwerp van uitvoerig debat binnen de EU; het zal interessant zijn het beginsel in toekomstige enquêtes van het Europees Parlement te onderzoeken in relatie tot andere beleidsterreinen op Europees niveau. De prioriteiten van de Europeanen wat energiesamenwerking betreft, worden sterk beïnvloed door de nationale energiesituatie In hun antwoorden, die op bladzijde 15 van dit verslag worden beschreven, stellen de ondervraagden zeer duidelijke prioriteiten ten aanzien van de verschillende gebieden van energiesamenwerking. Om deze uitkomsten beter te kunnen duiden, zouden de Europese gemiddelden moeten worden geanalyseerd in het licht van de nationale resultaten. Nadere bestudering van een aantal specifieke voorbeelden waarbij de uitkomsten van de enquête en de statistieken van Eurostat naast elkaar worden gelegd, leidt in feite tot de constatering dat er sterke verbanden bestaan tussen de energiecultuur, de nationale energiesituatie en de antwoorden van de burgers. 4

Stabiliteit van energieprijzen: de eerste prioriteit van de ondervraagden (29 %) In 2006 importeerde de EU volgens Eurostat 54 % van de energie die zij voor haar consumptie nodig had. Dit leidt tot prijsschommelingen als gevolg van geopolitieke ontwikkelingen en speculatie op de markt voor grondstoffen die nodig zijn voor energieproducten. In de tweede helft van 2007 en de tweede helft van 2008 stegen de prijzen van elektriciteit en gas voor huishoudens in de EU-27 respectievelijk 9,6 % en 21,1 %. Het hoeft dan ook geen verbazing te wekken dat 29 % van de ondervraagden de stabiliteit van de energieprijzen als eerste prioriteit op het gebied van energiesamenwerking beschouwt. De verschillen tussen de lidstaten zijn echter zeer groot en variëren van 8 % in Denemarken tot 45 % in Tsjechië. Om deze antwoorden beter te kunnen duiden, is het interessant de energiesituatie in deze twee landen te bekijken. Volgens Eurostat was Tsjechië in 2005 voor 60 tot 80 % afhankelijk van ingevoerde energie. Tsjechië is een van de landen waar de prijzen van elektriciteit en vooral gas tussen 2007 en 2008 het sterkst stegen. Niettemin was voor 2010 de doelstelling voor duurzame energie minder dan 10 %. Denemarken, aan de andere kant, was de enige netto-uitvoerder van energie in 2007. Hier daalde de prijs van gas het sterkst (-28 %) maar desondanks blijft Denmarken, met Zweden, het land met de hoogste gasprijs. Wat duurzame energie betreft, loopt Denemarken voorop: zijn doelstelling voor 2010 is 30 %. Duurzame energie: de tweede prioriteit van de Europeanen (27 %) De EU streeft ernaar tegen 2020 een aandeel van 20 % duurzame energie te bereiken. Ook nu weer zijn de verschillen tussen de lidstaten zeer groot. De twee landen waarvoor duurzame energie een topprioriteit is, zijn Denemarken (53 %) en Zweden (51 %), ook al zijn zij de landen die op energiegebied het minst afhankelijk zijn en behoren ze tot de meest vooruitstrevende op het gebied van duurzame energie. Twee landen waar men minder gericht is op de ontwikkeling van duurzame energie, Litouwen (12 %) en Tsjechië (13 %), zijn landen die in hoge mate afhankelijk zijn van ingevoerde energie en waar de gasprijzen sterk gestegen zijn. Zekerheid van de energievoorziening: de derde prioriteit (20 %) Er is al eerder gewezen op het probleem van de context waarbinnen de zekerheid van de energievoorziening moet worden beschouwd. In het EU-gemiddelde van 20 % komt niet tot uitdrukking dat de verschillen tussen de lidstaten variëren van 6 % tot 31 % een verschil van 25 procentpunten. Betekent dit dat de landen die het meest afhankelijk zijn ook die landen zijn die het meest hechten aan maatregelen om de energiezekerheid te waarborgen? De resultaten vertellen een heel ander verhaal: 5

De twee landen met de antwoorden die het meest uiteenlopen, zijn allebei energieafhankelijk, zij het in verschillende mate: - In Cyprus vindt slechts 6 % van de ondervraagden de zekerheid van de energievoorziening een prioriteit (27e van 27 lidstaten). Het land is voor vrijwel 100 % energieafhankelijk. Olie vormt het grootste deel van de energiebronnen van Cyprus en er hebben geen onderbrekingen in de toevoer plaatsgevonden. - In Duitsland vindt 31 % van de ondervraagden energiezekerheid een prioriteit. Het land is voor 62 % van zijn energie afhankelijk van invoer (8 punten boven het Europees gemiddelde). In Polen, een land met een lage invoerafhankelijkheid het land is slechts voor 25 % afhankelijk zijn de ondervraagden zeer bezorgd over de zekerheid van de energievoorziening (28 %, EU-gemiddelde 20 %). Vermoedelijk zijn de gascrises tussen Rusland en Oekraïne in belangrijke mate van invloed geweest op dit hoge responspercentage. Energie-efficiëntie: de vierde prioriteit van de Europeanen (16 %) Anders dan bij de overige prioriteiten het geval was, is het maximumverschil tussen de lidstaten voor de prioriteit 'energie-efficiëntie' slechts 16 procentpunten: 9 % voor Polen en Portugal, 25 % voor Finland en Zweden. Bij 'prijsstabiliteit', de eerste prioriteit voor de ondervraagden, is dit verschil maar liefst 37 %. Dit relatief nieuwe concept is inmiddels een van de topprioriteiten van de EU. Tegen 2020 moet 20 % meer energie bespaard worden. Energie-efficiëntie is een cruciale factor in het verminderen van CO2-uitstoot en energieafhankelijkheid. Het Europees Parlement heeft in dit verband, in december 2010, verzocht om ambitieus beleid op dit vlak (energieprestatiecertificaten, financiële stimulansen op regionaal, nationaal en Europees niveau). Men zou zich kunnen afvragen of het niet wenselijk is een speciaal systeem voor onderwijs over energie-efficiëntie te ontwikkelen om het bewustzijn van Europeanen wat betreft dit vraagstuk in alle lidstaten te vergroten. 6

I. WAT TE DOEN BIJ PROBLEMEN IN DE ENERGIEVOORZIENING? V1 In de winter van 2008 kreeg een aantal lidstaten van de Europese Unie te maken met aanzienlijke problemen met de energievoorziening,in het bijzonder een onderbreking in de gaslevering. Als burger, zou u zeggen dat u beter beschermd zou zijn tijdens zo'n energievoorzieningsrisico als...? 1. Europees gemiddelde Coordination of energy policies (OUR COUNTRY) adopted and implemented measures in a coordinated way with the other EU countries DK (OUR COUNTRY) adopted and implemented measures individually UE27 60% 8% 32% 2. Variaties en nationale trends Coordination of energy policies (OUR COUNTRY) adopted and implemented measures in a coordinated way with the other EU countries DK (OUR COUNTRY) adopted and implemented measures individually LU CY HU LT NL SK BE DK EE SE FR ES SI EL LV PT IT UE27 CZ DE FI MT PL BG RO IE UK AT 80% 4% 16% 76% 75% 5% 1% 19% 24% 74% 8% 18% 72% 4% 24% 72% 3% 25% 71% 2% 27% 70% 3% 27% 70% 6% 24% 69% 5% 26% 68% 7% 25% 66% 8% 26% 65% 4% 31% 63% 7% 30% 61% 6% 33% 61% 11% 28% 60% 9% 31% 60% 8% 32% 58% 3% 39% 58% 4% 38% 56% 3% 41% 56% 29% 56% 11% 33% 55% 17% 28% 54% 18% 28% 53% 32% 46% 11% 43% 40% 4% 56% 7

Terwijl het EU-gemiddelde op 60 % ligt, verschillen de cijfers voor de twee landen aan de uitersten van de schaalverdeling met een factor 2, dat wil zeggen 40 procentpunten. Ongeveer drie op de vier Luxemburgers (80 %), Hongaren (75 %) en Cyprioten (76 %) vinden dat coördinatie binnen de EU prioriteit zou moeten krijgen in het geval van grote problemen met de energievoorziening. Oostenrijkers (40 %), Britten (46 %) en Ieren (53 %) daarentegen staan het minst positief tegenover coördinatie binnen de EU. Opgemerkt moet worden dat twee van de landen die het zwaarst getroffen werden door de gascrisis in de winter van 2008-2009 zich ver onder het Europese gemiddelde bevinden landen (Bulgarije: 55 % en Roemenië: 54 %). Bovendien is in deze twee landen het percentage 'weet niet'-antwoorden het hoogst. 8

II. ENERGIECRISIS: WEDERZIJDSE BIJSTAND LEVEREN OF NIET? Zoals we zojuist hebben gezien, willen Europeanen een betere samenwerking tussen de lidstaten in geval van een bevoorradingscrisis. Maar zijn ze ook bereid elkaar te helpen? Ja is het antwoord dat door een overweldigende meerderheid wordt gegeven, of het nu gaat om redenen van solidariteit of energiezekerheid. A. Uit naam van de Europese solidariteit 1. Europees gemiddelde Assistance in the name of European solidarity Q 2 Please tell me whether you totally agree, tend to agree, tend to disagree or totally disagree with each of the following statements concerning the question of energy supplies within the EU? It is desirable that (OUR COUNTRY) provides assistance to another EU Member State facing significant energy supply problems in the name of European solidarity between Member States Total 'Agree' 79% DK 6 % 15 % Total 'Disagree' Een zeer grote meerderheid van de Europeanen (79 %) is voorstander van solidariteit tussen de lidstaten in geval van aanzienlijke problemen met de energievoorziening. In 26 lidstaten vindt meer dan twee derde van de ondervraagden deze solidariteit wenselijk. In Malta ligt het percentage echter net boven de 50 %. 15 % van de ondervraagden is niettemin geen voorstander. 9

2. Variaties en nationale trends Assistance in the name of European solidarity Q 2 Please tell me whether you totally agree, tend to agree, tend to disagree or totally disagree with each of the following statements concerning the question of energy supplies within the EU? It is desirable that (OUR COUNTRY) provides assistance to another EU Member State facing significant energy supply problems in the name of European solidarity between Member States Total 'Agree' DK Total 'Disagree' DK 89% 1% 10% SE 89% 2% 9% LU 89% 3% 8% CY 88% 5% 7% BE 85% 2% 13% FR 85% 4% 11% PL 84% 8% 8% HU 83% 1% 16% SK 83% 3% 14% NL 83% 3% 14% EE 83% 5% 12% PT 82% 10% 8% EL 81% 3% 16% CZ 81% 3% 16% DE 81% 4% IT 80% 6% 14% UE27 79% 6% ES 78% 7% FI 77% 2% 21% AT 77% 2% 21% LV 76% 5% 19% LT 74% 6% 20% IE 74% 14% 12% BG 73% 14% 13% SI 71% 3% 26% UK 67% 9% 24% RO 66% 21% 13% MT 51% 34% - Het verschil tussen de twee landen aan de uitersten van de schaalverdeling bedraagt 38 procentpunten. - De landen waar de grootste meerderheid van ondervraagden wil dat hun land hulp biedt aan een ander land dat zich in moeilijkheden bevindt, zijn Denemarken (89 %), Luxemburg (89 %) en Zweden (89 %). - Malta (34 %), Slovenië (26 %) en het Verenigd Koninkrijk (24 %) zijn daarentegen de landen waar de animo voor solidariteit het geringst is. B. In het belang van de energiezekerheid van het betreffende land 10

1. Europees gemiddelde Assistance in the name of energy security Q2 Please tell me whether you totally agree, tend to agree, tend to disagree or totally disagree with each of the following statements concerning the question of energy supplies within the European Union? It is in the energy security interest of (OUR COUNTRY) to provide assistance to a Member State facing important difficulties of energy supply. Total 'Agree' 77 % 16 % 7 % DK Total 'Disagree' Een zeer grote meerderheid van de Europese ondervraagden (77 %) vindt het in het belang van de energieveiligheid van hun eigen land om steun te bieden aan een andere lidstaat van de EU die te maken heeft met aanzienlijke problemen met de energievoorziening. 16 % van de ondervraagden is niettemin geen voorstander. 11

2. Variaties en nationale trends Assistance in the name of energy security Q 2 Please tell me whether you totally agree, tend to agree, tend to disagree or totally disagree with each of the following statements concerning the question of energy supplies within the EU? It is in the interest of the energy security of (OUR COUNTRY) to provide assistance to another EU Member State facing significant energy supply problems Total 'Agree' DK Total 'Disagree' DK SE LU BE SK HU CY FR PT PL IT CZ EE NL UE27 UE 27 ES EL LT DE FI IE LV BG UK SI AT RO MT 91% 89% 86% 85% 84% 84% 84% 84% 83% 82% 82% 81% k 78% 77% 77% 76% 76% 75% 74% 73% 73% 71% 71% 68% 67% 67% 66% 50% 13% 5% 4% 7% 8% 4% 8% 5% 2% 14% 6% 13% 8% 4% 3% 21% 1% 8% 1% 10% 3% 11% 2% 13% 4% 12% 1% 6% 10% 4% 12% 11% 6% 10% 8% 6% 12% 5% 14% 37% 17% 19% 16% 16% 20% 17% 21% 25% 13% 23% 16% 24% 29% 30% 13% Van alle ondervraagden geven de Denen (91 %), Zweden (89 %), Luxemburgers (86 %) en Belgen (85 %) met de grootste meerderheid aan dat steun aan een andere lidstaat in het belang is van de energieveiligheid van hun eigen land. In Malta (37 %), Oostenrijk (30 %) en Slovenië (29 %) daarentegen vinden de ondervraagden dat deze solidariteit niet in het belang is van de energieveiligheid van hun land. 12

ADDENDUM Energiesolidariteit/financiële solidariteit: rangschikking naar lidstaat In oktober 2010 is de ondervraagden in het kader van EP-Eurobarometer 74.1 "De Europeanen en de crisis" gevraagd naar hun mening over financiële solidariteit tussen lidstaten. 49 % gaf aan daar voorstander van te zijn en 39 % verklaarde tegen te zijn. Het leek ons zinvol de resultaten per lidstaat voor deze twee soorten solidariteit met elkaar te vergelijken. Aangezien deze vragen in een volkomen andere context werden gesteld, is een vergelijking tussen de cijfers volstrekt niet relevant. Wanneer we echter de tabel op de volgende pagina bekijken, valt op dat de rangorde van de landen voor beide soorten solidariteit sterke overeenkomsten vertoont. Met andere woorden, de ondervraagden in de 27 lidstaten geven hoofdzakelijk hetzelfde antwoord in beide gevallen, wat zou betekenen dat de houding van de ondervraagden ten aanzien van dit solidariteitsconcept niet verandert, ongeacht het type solidariteit dat onderzocht wordt. Vier landen komen dan ook steevast terug in de top vijf van landen die het meest positief staan tegenover het solidariteitsconcept, zowel in de zin van economische als energiesolidariteit: Luxemburg, Zweden, Denemarken en Cyprus. Omgekeerd behoren drie lidstaten in beide gevallen tot de vijf landen die het minst positief staan tegenover het solidariteitsbeginsel: Roemenië, Slovenië en Bulgarije. 13

ADDENDUM - Energiesolidariteit/financiële solidariteit: rangschikking naar lidstaat "Energiesolidariteit" EB 74.3 Veldwerk: 25 november- 17 december 2010 In welke mate bent u het eens of oneens met de volgende uitspraak: Het is wenselijk dat (ONS LAND) steun biedt aan een andere lidstaat van de EU die te maken heeft met aanzienlijke problemen met de energievoorziening uit naam van de Europese solidariteit tussen lidstaten. "Financiële solidariteit" EB 74.1 Veldwerk: 26 augustus - 16 september 2010 In welke mate bent u het eens of oneens met de volgende uitspraak: In tijden van crisis is het wenselijk dat (ONS LAND) financiële hulp geeft aan een andere lidstaat van de EU die te maken heeft met ernstige economische en financiële moeilijkheden. Rangorde # Totale aantal "eens": som van "helemaal mee eens" en "eerder mee eens" Totale aantal "eens": som van "helemaal mee eens" en "eerder mee eens" 1 LU* CY 2 SE* DK 3 DK* SE 4 CY BE 5 FR* LU 6 BE* FI 7 PL PT* 8 EE* NL* 9 NL* EE* 10 SK* AT * 11 HU* IE* 12 PT IT 13 DE* PL** 14 CZ* FR** 15 EL* ES * 16 IT EU 27* 17 ES EL 18 EU 27 MT 19 AT* DE * 20 FI* UK* 21 LV LT 22 IE* LV 23 LT* SK* 24 BG HU* 25 SI CZ* 26 UK RO 27 RO SI 28 MT BG * Ex aequo ** Ex aequo NB: Het verschil in de spreiding van de antwoorden op de twee vragen beperkt de vergelijkbaarheid van de resultaten. Het aantal procentpunten verschil tussen het eerste en het laatste antwoord op de vraag over "financiële solidariteit" (46 punten) is tweemaal zo groot als het aantal procentpunten verschil tussen het eerste en laatste antwoord op de vraag over "energiesolidariteit" (23); de extreme waarde van de Maltese uitkomst is hierbij buiten beschouwing gelaten. 14

III. NAUWERE ENERGIESAMENWERKING: WELKE PRIORITEITEN? V3 Het Europees Parlement wil dat de lidstaten meer samen gaan werken op het gebied van energie. Met dat in gedachten, waar moet volgens u de meeste prioriteit aan worden gegeven? (Slechts één antwoord mogelijk) 1. Europees gemiddelde The main energy policy Q3 The European Parliament wants increased energy cooperation between the European Union Member States. With this in mind, do you think that the main priority should be given to? The stability of energy prices 29% Developing renewable energies 27% Guaranteeing energy supplies 20% Contributing to energy savings, in particular by promoting energy efficiency which consists in producing the same goods and services using less energy 16% All at the same time (SPONTANEOUS) 4% DK 4% a) Resultaten 0% 5% 10% 20% 25% 30% 35% Prijsstabiliteit (29 %) is voor de Europese burgers de belangrijkste prioriteit, op de voet gevolgd door het ontwikkelen van duurzame energie (27 %). De prioriteit die daarop volgt is het garanderen van de energieleveranties (20 % van de Europeanen) en voor 16 % van de ondervraagden heeft energiebesparing de meeste prioriteit. Opgemerkt moet worden dat het Europees gemiddelde voor deze vier prioriteiten geen weerspiegeling vormt van de nationale resultaten, die onderling sterk uiteenlopen. b) Eurostat-statistieken De EU voorziet zelf in minder dan de helft van haar energiebehoefte, en in 2006 werd 54 % van de gebruikte energie ingevoerd (Eurostat 2007). Olie (60 %) is de belangrijkste component van de totale energie-invoer van de EU. Op de tweede plaats komt gas (26 %) en vervolgens vaste brandstoffen (13 %) zoals, bijvoorbeeld, steenkool. Wat het gebruik betreft, ziet de verdeling van de energiemix er als volgt uit: 15

(zie bijlage 1): ruwe olie en olieproducten: 36,5 %; aardgas: 24 %; vaste brandstoffen (steenkool enz.) 18,3 %; kernenergie: 13,4 % en duurzame energiebronnen: 7,8 %. De ontwikkeling van de energieproductie in de EU tussen 1990 en 2005. (bijlage 2). 2. Resultaten op volgorde van prioriteit: variaties en nationale trends Prijsstabiliteit: de eerste prioriteit van de ondervraagden (29 %) First priority : stability of energy prices 50% 45% 40% 35% 45% 45% 40% 38% 37% 37% 36% 36% 36% 35% 35% 32% 32% 30% 25% 20% 29% 29% 29% 29% 28% 27% 26% 23% 22% 21% 21% 19% 10% 9% 8% 5% 0% CZ LT LV PT BE EL BG FR MT RO SK EE PL UE27 DE ES UK LU IE CY HU SI AT FI IT NL SE DK a) Resultaten Het EU-gemiddelde ligt op 27 %, waarbij het verschil tussen de twee landen aan de uitersten van de schaalverdeling 41 procentpunten is: 12 % aan het ene uiterste en 53 % aan het andere. Litouwen (45 %), Tsjechië (45 %) en Letland (40 %) zijn de landen waar het grootste aantal ondervraagden van mening is dat de stabiliteit van de energieprijzen de belangrijkste prioriteit van energiesamenwerking moet zijn. Daartegenover staan Denemarken (8 %), Zweden (9 %) en Nederland (15 %), waar het kleinste aantal ondervraagden prijsstabiliteit als de belangrijkste prioriteit beschouwt. b) Eurostat-statistieken Wat de energieprijs betreft, vestigt Eurostat de aandacht op de rol van belastingen bij het bepalen van de uiteindelijke prijs in de afzonderlijke lidstaten. (Bijlagen 3 en 4). 16

De ontwikkeling van duurzame energie: de tweede prioriteit van de Europeanen (27 %) a) Resultaten Second priority : the development of renewable energies 60% 50% 53% 51% 48% 40% 30% 20% 41% 35% 33% 33% 30% 30% 30% 29% 29% 28% 28% 27% 24% 24% 24% 23% 20% 18% 17% 16% 13% 13% 12% 10% 0% DK SE NL CY FI FR LU IE SI UK IT AT EL ES UE27 BE DE HU PT MT EE PL SK LV RO BG CZ LT Er is een verschil van 41 procentpunten tussen de twee landen aan de uitersten van de schaal, met aan het ene uiterste een maximum van 53 % en aan het andere een minimum van 12 %. Voor de Denen (53 %), de Zweden (51 %) en de Nederlanders (48 %) blijft de ontwikkeling van duurzame energie de belangrijkste prioriteit voor de EU. In Litouwen (12 %), Tsjechië (13 %) en Bulgarije (13 %) wordt de ontwikkeling van duurzame energie echter niet als een essentiële prioriteit beschouwd. b) Eurostat-statistieken Duurzame energie omvat voornamelijk energie uit biomassa en afval, geothermische energie, energie uit waterkracht, en zonne- en windenergie. In 2008 (Eurostat 2010) namen deze hernieuwbare energiebronnen slechts 8,4 % van de primaire energieconsumptie van de EU (die gedomineerd wordt door gas, olie en steenkool) voor hun rekening. Het doel is dit aandeel vóór 2020 te verhogen tot 20 %. Hernieuwbare energiebronnen bieden een manier om de klimaatverandering tegen te gaan door de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Waarschijnlijk zullen ze leiden tot een grotere zekerheid en diversiteit van de energieleverantie, minder luchtverontreiniging en meer werkgelegenheid in de sectoren milieu en duurzame energie. Het aandeel duurzame energie in de EU-27. (zie bijlagen 5, 6 en 7) 17

Zekerheid van energievoorziening, derde prioriteit van de Europeanen (20 %) a) Resultaten Third priority : guarantee of energy supply 35% 31% 30% 28% 28% 26% 26% 25% 24% 23% 22% 22% 21% 20% 20% 20% 20% 20% 20% 18% 17% 17% 17% 17% 14% 13% 13% 12% 11% 10% 10% 6% 5% 0% DE AT PL BG HU SK BE EE IE CZ UE27 ES LT PT RO SI IT NL FI UK LV DK LU SE MT EL FR CY Er is een verschil van 25 procentpunten tussen de twee landen aan de uitersten van de schaal, met aan het ene uiterste een maximum van 31 % en aan het andere een minimum van 6 %. De landen die de zekerheid van energievoorziening het belangrijkst vinden, zijn Duitsland (31 %), Oostenrijk (28 %), Polen (28 %) en Bulgarije (26 %). Voor de ondervraagden in Cyprus (6 %), Griekenland (11 %) en Malta (12 %) daarentegen is dit geen prioriteit. b) Eurostat-statistieken o Kaart met een weergave van de energieafhankelijkheid in de EU-lidstaten (zie bijlage 8) -22 % - 0 % (netto-uitvoerder): DK 0 % - 25 %: EE 25 % - 50 %: SE, UK, NL, PL, CZ en RO (6 landen) 25 % - 75 %: FR, D, AT, HU, SI, SK, BG, EL, FI, LT en LV (11 landen) 75 % - 100 %: IE, PT, ES, IT, BE, LU, CY en MT (8 landen) 18

Energie-efficiëntie, vierde prioriteit van de Europeanen (16 %) a) Resultaten Fourth priority: the contribution to enegy savings especially in developing the energy efficiency 30% 25% 25% 25% 24% 23% 23% 23% 23% 20% 10% 20% 20% 19% 19% 18% 18% 18% 17% 17% 16% 14% 14% 12% 12% 11% 10% 9% 9% 5% 0% FI SE LV DK IT MT SI CY LU ES HU LT NL SK EE FR UE27 CZ AT UK BE IE DE RO EL BG PL PT Het EU-gemiddelde ligt op 16 %, waarbij het verschil tussen de twee landen aan de uitersten van de schaalverdeling 16 procentpunten is: 9 % aan het ene uiterste en 25 %, aan het andere. Een op de vier Zweden (25 %), Finnen (25 %) en Letten (24 %) vindt dat de bijdrage aan energiebesparing de hoogste prioriteit moet hebben. Opmerkelijk is dat de opvatting van de twee Scandinavische landen overeenstemt met die van hun Baltische buurland. De ondervraagden in Portugal (9 %), Polen (9 %) en Bulgarije (10 %) beschouwen energie-efficiëntie echter niet als de belangrijkste prioriteit. b) Eurostat-statistieken De ontwikkeling van energie-efficiëntie is een van de voornaamste prioriteiten van het energiebeleid zoals voorgesteld door het Europees Parlement. De concurrentiekracht van de sector zou erdoor verbeterd worden en de energieleveranciers zouden dan in staat zijn in schonere energiebronnen te investeren. Eenheid Opvolging publieke opinie Jacques Nancy (+32 2 284 24 85 - +32 498 98 34 06) Said Hallaouy (+32 2 284 60 73) Elise Defourny (+32 2 284 11 23) Jonas Trifot (+32 2 284 06 45) Nathalie Lefèvre (+32 2 284 12 26) Christelle Etienne (+32 2 284 14 21) NB: De lezers worden eraan herinnerd dat enquêteresultaten schattingen zijn waarvan de accuratesse, bij overigens gelijke omstandigheden, afhankelijk zijn van de omvang van de steekproef en van het waargenomen percentage. Met steekproeven van circa 1 000 interviews (de steekproefomvang die gewoonlijk wordt gehanteerd op lidstaatniveau) ligt het echte percentage, als de gehele bevolking zou zijn geïnterviewd, binnen de volgende betrouwbaarheidsgrenzen: Waargenomen 10 % of 90 % 20 % of 80 % 30 % of 70 % 40 % of 60 % 50% percentages Foutenmarge +/- 1,9 punten +/- 2,5 punten +/- 2,7 punten +/- 3,0 punten +/- 3,1 punten 19

BIJLAGEN INHOUDSOPGAVE ANNEX 1: European Union energy mix (production) (source Eurostat 2007) 21 ANNEX 2: Evolution of energy production in the EU from 1990 to 2005 21 ANNEX 3: Household electricity prices including all taxes in 2009 22 ANNEX 4: Household gas prices including all taxes in 2009 (Eurostat 2010) 23 ANNEX 5: Share of energy from renewable sources in final consumption of energy in 2005 and targets for 2020 24 ANNEX 6: Share of electricity produced from renewable sources in % 25 ANNEX 7: Electricity generated from renewable sources (Eurostat 2008) 26 ANNEX 8: Energy dependency (Eurostat 2008) 27 20

ANNEX 1: European Union energy mix (production) (source Eurostat 2007) ANNEX 2: Evolution of energy production in the EU from 1990 to 2005 (Eurostat 2008) 21

ANNEX 3: Household electricity prices including all taxes in 2009 (Eurostat 2010) 22

ANNEX 4: Household gas prices including all taxes in 2009 (Eurostat 2010) 23

ANNEX 5: Share of energy from renewable sources in final consumption of energy in 2005 and targets for 2020 24

ANNEX 6: Share of electricity produced from renewable sources in % 25

ANNEX 7: Electricity generated from renewable sources (Eurostat 2008) This indicator is the ratio between the electricity produced from renewable energy sources and the gross national electricity consumption for a given calendar year. It measures the contribution of electricity produced from renewable energy sources to the national electricity consumption. Electricity produced from renewable energy sources comprises the electricity generation from hydro plants (excluding pumping), wind, solar, geothermal and electricity from biomass/wastes. Gross national electricity consumption comprises the total gross national electricity generation from all fuels (including autoproduction), plus electricity imports, minus exports. 26

ANNEX 8: Energy dependency (Eurostat 2008) Short Description: Energy dependency shows the extent to which an economy relies upon imports in order to meet its energy needs. The indicator is calculated as net imports divided by the sum of gross inland energy consumption plus bunkers. 27