Gemeente n Bergen op Zoom ^^^M kaadsmededeimq Datum -6 JUNI 201! Nr. Van Aan Kopie aan Onderwerp Het college van B&W De raads- en duoburgerleden Motie topinkomens gemeente Contactpersoon: Jan Sengers Email: J.L.V.M.Sengers@bergenopzoom.nl Tel: 0164-277773 3 Oordeelsvorming/Peilen van gevoelens Zienswijzen/wensen en bedenkingen Mededeling Aanleiding In de raadsvergadering van 31 maartjl. is een motie van de PvdA aangenomen, waarin het college wordt opgedragen de subsidieverordening te wijzigen. Aanleiding is de commotie over (te hoge) topinkomens van bestuurders in de (semi)-publieke sector. De Wet 'openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens' (Wopt) stelt dat de inkomensnorm voor 2010 maximaal 193.000,= bedraagt. Met het wijzigen van de subsidieverordening wil de PvdA topinkomens die boven deze norm uitkomen kunnen aanpakken. Daarnaast heeft de raad in diezelfde motie het college opgedragen te onderzoeken in hoeverre (te hoge) salarissen aangepakt kunnen worden bij verbonden partijen, stichtingen, gemeenschappelijke regelingen en overheidgedomineerde NV's, waarin de gemeente participeert, eenfinancielesamenwerking mee is aangegaan of mogelijk aan zal gaan. Het college heeft toegezegd om, met het oog op mogelijke uitvoering van deze motie, te komen met een raadsmededeling. Die ligt hier voor u. De mededeling is opgebouwd uit 2 delen. In het eerste deel kunt u lezen hoe het wettelijk kader (huidige en toekomstige wetgeving) eruit ziet. Ook schetsen we de situatie in Bergen op Zoom voor wat betreft de topinkomens. Op basis van het eerste deel verzoeken wij uw raad om aan te geven of u een lokale regeling wil treffen voor topinkomens. Zo ja, dan kunt u in deel twee van deze raadsmededeling lezen welke mogelijkheden raad en/of college ter beschikking staan om topinkomens te reguleren.
111 inn Wettelijk kader De Wet Openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens' (Wopt) De Wet die nu van kracht is - de Wopt - regelt dat instellingen in de (semi-)publieke sector verplicht zijn om inkomens te melden die boven de Wopt-norm uitstijgen. De Wopt-norm bedraagt op dit moment 193.000,= geldt voor: en publieke instellingen: ministeries, provincies, gemeenten en waterschappen; semi-publieke instellingen: ziekenhuizen, scholen, publieke omroepen, drinkwaterbedrijven en woningbouwcorporaties. Deze instellingen worden geheel of gedeeltelijk doorde overheid betaald 1. Wellicht ten overvloede: dit betekent dat er alleen een verplichting is om te melden, niet om topinkomens te maximeren. Nieuw Wetsvoorstel In januari 2011 is het wetsvoorstel 'normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector' (WNT) bij de Tweede Kamer ingediend. Dit wetsvoorstel stelt een maximum aan het totaal van salaris van bestuurders en hoogste leidinggevenden in de publieke en semipublieke sector. Het gaat in deze wet dus niet alleen om de melding, maar om een maximumloon. De WNT kent drie beloningsregimes. In het eerste regime mag het salaris van bestuurders en hoogste leidinggevenden niet uitstijgen boven een beloningsmaximum, gebaseerd op 130 procent van het brutosalaris van een minister. Dit komt neer op een bedrag van 187.340,= plus onkostenvergoeding en het werkgeversdeel van het pensioen. Dit beloningsregime geldt voor de publieke sector en voor semipublieke instellingen als het onderwijs, de publieke omroep, drinkwaterbedrijven en woningbouwcorporaties. In het tweede regime mag de beloning niet uitstijgen boven de voor die sector geldende norm. Deze norm wordt door de minister vastgesteld. Dit regime geldt bijvoorbeeld voor verzorgingstehuizen en ziekenhuizen. Het derde regime houdt in dat het kabinet de beloning niet normeert. Dit geldt voor een sector in de (semi)publieke sector, te weten de zorgverzekeraars. Het wetsvoorstel geeft de betrokken minister de bevoegdheid om de wettelijke beloningsafspraken te hand haven. 1 Overigens gelden er bij diverse branches afwijkende normen. Bijvoorbeeld de Izeboud-norm/Aedes-code (de norm die op dit moment op corporatiedirecteuren van toepassing is).
Samengevat zijn de belangrijkste punten van het wetsvoorstel: Bestuurders en hoogste leidinggevenden in publieke en semipublieke instellingen als het onderwijs, de publieke omroep, drinkwaterbedrijven en woningbouwcorporaties mogen niet meer verdienen dan 130% van het bruto salaris van een minister. Deze instellingen vallen onder regime 1. Bestuurders en hoogste leidinggevenden in de zorgsector mogen niet meer verdienen dan de voor die sector geldende norm. Deze norm stelt de betrokken minister vast. Zorginstellingen vallen onder regime 2. Voor bestuurders en hoogste leidinggevenden van zorgverzekeraars gelden geen normen. Deze instellingen vallen onder regime 3. Alle (semi-)publieke organisaties moeten hun gegevens over salarissen van topbestuurders die eindverantwoordelijk zijn openbaar maken. Bij ontslag mag in de regimes 1 en 2, een ontslaguitkering van maximaal 75.000 worden betaald. Dat is ook vastgelegd in het regeerakkoord. Als organisaties zich niet houden aan de maximale salarissen, kan de overheid het teveel betaalde salaris terugvorderen. Situatie in Bergen op Zoom Door ons college is getoetst of er bij instellingen waaraan de gemeente publieke middelen verstrekt, bestuurders of andere personen werkzaam zijn die een salaris ontvangen die boven het beloningsmaximum van regime 1 ligt of boven de zogenoemde sectorspecifieke norm. Het gaat dan om instellingen die een subsidierelatie met de gemeente hebben en gemeenschappelijke regelingen, zoals de GGD, de Regionale Milieudienst en het Werkvoorzieningschap Westelijk Noord Brabant (WVS). Uit de toetsing blijkt dat er geen sprake is van salariering van personeelsleden die boven genoemde maxima uitstijgt. (En trouwens ook niet boven de nu geldende Wopt-norm). Behalve de (plv.) regionaal commandant van de Veiligheidsregio in 2009 2. Het betrof hier een eenmalige incidentele overschrijding. De beloningsmaxima zijn overigens niet van toepassing op niet (semi) publieke instellingen 3. De gemeente is in dat geval aandeelhouder. Het onderwerp dient in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders bespreekbaar 2 Door de Veiligheidsregio is over deze zelfde functionaris gerapporteerd volgens de WOPT. De redenen voor het betreffende topinkomen zijn het gevolg van de arbeidsvoorwaarden die zijn opgenomen in de landelijke gemeentelijke CAO (de CAR-UWO). In de CAO is overgangsrecht vastgesteld ten aanzien van de atgeschafte prepensioenregeling. In dit individuele geval leiden deze arbeidsvoorwaarden tot verhoogde werkgeverslasten in het kader van het overgangsrecht, dat wil zeggen, een financiele bijdrage in de levensloopregeling. 3 Deelnemingen Bergen op Zoom: SAVER, DELTA NV, REWIN, Brabant Water NV, Parkeerbeheer NV, Zwembad De Schelp NV, Bank Nederlandse Gemeenten. De bestuurders c.q. directeuren van Parkeerbeheer NV, Zwembad De Schelp, SAVER en Brabant Water NV, REWIN ontvangen een bezoldiging onder de Wopt-norm. De BNG conformeert zich voor de beloning van de Raad van Bestuur aan de Code Banken en aan de regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2011 (info website BNG).
gemaakt te worden. Het is daarbij van belang dat het voorstel uiteindelijk de meerderheid van de aandeelhouders mee krijgt. Conclusie Uit toetsing van de openbare informatie en navraag bij de desbetreffende instellingen blijkt dat er bij drie instellingen die door de gemeente Bergen op Zoom worden gesubsidieerd een salaris wordt verstrekt die boven de norm uitstijgt. Dit betreffen echter zogenaamde zorginstellingen. Voor deze instellingen geldt een aparte afspraak: de Beloningscode Bestuurders in de Zorg (BBZ) 4. Uit de code blijkt een maximumsalariering van 247.000,-. De bestuurders van twee van deze instellingen blijven binnen deze code. Bij de GGZ- WNB is momenteel sprake van een interim-bestuurder. Gelet op de (toekomstige) wet- en regelgevingrandomtopinkomens in de (semi-)publieke sector, de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid voor handhaving hiervan en de situatie in Bergen op Zoom, zou nadere lokale regelgeving niet nodig zijn. Wilt u als raad toch lokale regels stellen als aanvulling op de landelijke wetgeving, dan geven wij u het volgende in overweging. Inhoud BBZ code in het kort De BBZ is van toepassing voor zorginstellingen die toegelaten zijn conform de WTZi en/of zorg verienen conform de Zorgverzekeringswet dan wel de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De Raad van Toezicht bepaalt het salaris aan de hand van de complexiteit en de impact van de zorginstelling door score op vijf elementen en de omvang van de zorginstelling. De bestuurders mogen jaarlijks niet meer dan het plafond van maximaal 191.000 euro verdienen. Van die maximumnorm mag alleen worden afgeweken als de functie aantoonbaar zwaarder is dan gemiddeld. In dat geval geldt een maximum van 247.000 euro. De regeling regelt de hoogte van salarissen, maar ook toeslagen, pensioenen en vertrekregelingen. De code maakt het ophogen van de beloning via de secundaire arbeidsvoorwaarden onmogelijk. Bestuurders krijgen maximaal een jaarsalaris mee bij vertrek. Verder wordt het contracteren en de beloningshoogte van interim bestuurders (aan banden) vastgelegd. De code bevat een overgangsbepaling. Verworven rechten worden op basis van het geldende arbeidsrecht gerespecteerd, tenzij partijen overeenkomen de arbeidsovereenkomst aan te passen en over te gaan op toepassing van de BBZ. Een commissie ziet erop toe dat iedereen zich aan de beloningscode houdt.
Aanpassing Algemene Subsidieverordening (ASV) 2011 De ASV 2011 is op 1 januari jl. tot stand gekomen als gevolg van deelname van onze gemeente aan het landelijk werkprogramma ASV, onder de vlag van het programma "Minder regels, meer service!" Dit programma heeft tot doel administratieve lasten te verminderen en de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren. Uitgangspunt is dat er alleen regels worden opgesteld die passen bij de verordening die in het leven is geroepen. De gemeente verstrekt subsidie aan bepaalde activiteiten (zoals aangegeven in de Algemene wet bestuursrecht), waarvan zij het belangrijk vindt dat deze worden gerealiseerd. De gemeente heeft hier dan ook een bepaald budget voor over. Een en ander is niet afhankelijk van het inkomen van de bestuurder. Ook de verantwoording in de ASV is op deze manier opgebouwd (men geeft een overzicht van verrichte activiteiten en hieraan verbonden uitgaven/inkomsten). Als u al zou besluiten de ASV te wijzigen, stellen wij u voor de topinkomen-regeling als een weigeringsgrond op te nemen. De door u voorgestelde tekst zoals in de motie verwoord, kan namelijk leiden tot willekeur en is in de praktijk slecht uitvoerbaar. Onder de 2 e bullit van het tekstvoorstel van de motie staat namelijk een "kan-bepaling". Dit betekent dat het gemeentebestuur beleidsvrijheid heeft, waarmee ook een zekere willekeur kan ontstaan. Om hier toch enige duidelijkheid bij aan te geven, moeten nadere criteria worden vastgesteld. Daarmee wordt wederom geen recht gedaan aan het principe van deregulering. Het andere punt heeft betrekking op de uitvoerbaarheid van een dergelijke regeling. Indien vastgesteld wordt dat het inkomen te hoog is (hetgeen zou moeten blijken bij de vaststelling van de subsidie, zie tekst motie), wordt de subsidie verminderd. Dit heeft direct consequenties voor het bekostigen van de activiteiten. Immers, het inkomen van een bestuurder of anderszins is afgesproken door de instelling op grand van een arbeidsovereenkomst. Daar heeft de gemeente geen zeggenschap over. Het zal waarschijnlijk niet mogelijk zijn om de vermindering van de subsidie voor dat jaar af te wentelen op het inkomen van de bestuurder, zodat de korting op de subsidie ten laste komt van de activiteiten en hiermee voor de burgers van Bergen op Zoom. Overigens heeft de invoering van een extra weigeringsgrond als nadeel dat voor de instellingen de administratieve lasten bij de aanvraag worden verzwaard. Zij zullen steeds minimaal onderstaande gegevens moeten aanleveren:
Bergen op Zoom Belastbaar loon (bedrag zoals op jaaropgaaf vermeld); Pensioenafdracht (werkgevers en werknemersdeel); Overige voorzieningen betaalbaar op termijn (denk hierbij aan zaken als levensloop, financiele afspraken mbt sabbatical etc.); Ontslagvergoedingen voor zover deze niet zijn opgenomen in het belastbaar loon (indien van toepassing). Indien u tot een regeling zou willen komen, geven wij u in overweging om een "knip" te maken: de inkomensverantwoording pas laten gelden bij subsidieaanvragen van meer dan 50.000,=. Tenslotte Wij hebben u in deze raadsmededeling ge'informeerd over de (nieuwe) wettelijke normen en geconstateerd dat het probleem zich in Bergen op Zoom niet voordoet. We zullen ons steeds opnieuw laten informeren over de hoogte van de bezoldigingen bij instellingen aan wie de gemeente subsidie verieent. Indien zou blijken dat in de toekomst de normen wel worden overschreden, spreken we de desbetreffende organisaties daarop aan en informeren de raad daarover. In dat geval zou alsnog overwogen kunnen worden om nadere regels op te stellen. Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, burgemeester, s~ r. A.C. Spindler Drs. J.M.MTPi