Aan het dagelijks bestuur ligt op 18 september het onderstaande voorstel voor:



Vergelijkbare documenten
TITEL Deelname regionale aanbesteding van oplaadpunten voor elektrische auto s.

Beslisdocument college van Peel en Maas

Geachte heer, mevrouw,

VERGADERING VAN DE REGIORAAD

Convenant Versterking Samenwerking Verkeer en Vervoer

METROPODIREGIO AMSTERDAM

DAGELIJKS BESTUUR. B-3c. Mandatering handhavingsbevoegdheden Wet lokaal spoor Portefeuillehouder Verkeer Annemarie Smit. Gevraagde beslissing:

Samenwerkingsovereenkomst voor de uitvoering van het programma De Kop Werkt!

Besluitenlijst Gedeputeerde Staten 9 september 2014

Collegevoorstel Reg. nr : Afdeling : WM Datum :

AGENDAPUNT 3.8 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Nummer: Voorstel

s-hertogenbosch, juni 2013 Samenwerkingsovereenkomst Brabantse Pilot Publieke Laadinfrastructuur Provincie Noord-Brabant en Enexis

Raadsvoorstel agendapunt

RAADSVOORSTEL EN ONTWEReBESLUIT

Het bestuur en de voorzitter van Recreatie Midden-Nederland, elk voor zover bevoegd;

Collegevoorstel. Onderwerp. Samenvatting. Voorstel Reg. nr.: Afdeling: Ruimtelijke Ontwikkeling. Mandaat aan ODBN

Besluit mandaat, volmacht en machtiging waterschap Vechtstromen

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel;

Onderwerp : Opheffing gemeenschappelijke regeling Hypotheekfonds Noord-Brabantse Gemeenten

onderwerp: Beleidsregels oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen in de openbare ruimte

Mededeling. IFA aanvraag Onderdoorgang A6 nr. 16

B&W 9 EN 12 JUNI 2015, WEEK 24

A-5 Toekomst Regionale Samenwerking Portefeuillehouder Bestuurlijke Toekomst Mathijs Triou

Parafering besluit PFO Bom Gewijzigd akkoord Geparafeerd D&H (Geen) Geparafeerd door: Werf, R. van der

Beslisdocument college van Peel en Maas

BESLUITENLIJST. Vergadering van burgemeester en wethouders. Aanwezig: Afwezig: op 31 mei 2016 om uur

Officiële uitgave van het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Brabantse Delta.

Besluit mandaat, volmacht en machtiging van de Veiligheidsregio Twente

Marktmodellen uitbreiding openbare laadinfrastructuur

LAADINFRASTRUCTUUR. Oplossingen voor gemeenten. Als het gaat om duurzaamheid, innovatie en internationaal

Verslag dagelijks bestuur van 28 april 2014

Beleidsregels oplaadpunten elektrische voertuigen gemeente Binnenmaas

Doelen Met het proefproject willen de provincie en haar partners de volgende doelen bereiken:

De commissaris van de Koning in de provincie Noord-Holland;

Collegevoorstel. Collegevoorstel. zaak_zaaknummer. Maatschappelijke Ontwikkeling. Ja, zonder beperkingen Zorg en welzijn

MANDAATBESLUIT GEMEENTE AMSTELVEEN. Artikel 1. Begripsomschrijvingen

De aanbesteding van de kermissen geldt voor een periode van 1 jaar met een mogelijke verlenging, na evaluatie, met 3 jaar.

Beleid laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen. Gemeente Edam-Volendam

Toolkit EV. Communicatiemateriaal voor gemeenten over elektrisch vervoer

Besluitvorming duurzaamheid doelgroepenvervoer

ons kenmerk ECFD/U Lbr. 15/039

Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten 22 september 2015

B. Stuurgroep Vervoerregio, 18 september 2014

Beslisdocument college van Peel en Maas

Overeenkomst inkoopcollectief Papier

Brabantse aanpak voor publieke laadinfrastructuur

februari 2012 De volgende vormen van verbonden partijen kunnen worden onderscheiden.

overwegende dat het noodzakelijk is dit besluit op onderdelen in verband met technische wijzigingen aan te passen;

Datum : 26 april 2005 Nummer PS 2005ZCW04 Dienst/sector : R&G/RLU Commissie ZCW. Bijlage(n): diversen (zie blz. 7)

ALGEMEEN MANDAATBESLUIT GEMEENTE LEEUWARDERADEEL. Het college, de burgemeester, en de heffingsambtenaar van de gemeente Leeuwarderadeel:

Raadsvoorstel. Toekomst regionale samenwerking. Bestuur Besluitvorming Toekomst regionale samenwerking. Beleid en regie W. Hilboezen P.J.

Resultaten enquête gemeenten en openbare oplaadpunten

ifk fr 2 6HOV gemeente Winterswijk B&W-nota nr(s) geregistreerde stuk(ken): blad: 1/6 datum nota: 18 november 2015

Concept overeenkomst voor het realiseren en exploiteren van Laadpalen in de openbare ruimte

Informatienota. Kennisnemen van: 1. Inleiding. 2. Kernboodschap. Commissie Ruimte Van: Onderwerp: Datum collegebesluit: 9 mei Argumenten (want )

Openbare Besluitenlijst van de vergadering van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland op 2 april 2019

Overeenkomst inkoopcollectieven Kantoorartikelen

TOELICHTING op de gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

MANDAAT-, VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT INZAKE AANSTU RING VEILIG THUIS GGD GELDERLAND-ZUID

Notulen collegevergadering Aanwezig:

TOELICHTING op de gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

portefeuillehouder recreatie, handelend ter uitvoering van het besluit van het college van BG& W d.d. (datum), ; 3. De gemeente

Collegevoorstel SAMEN LEVEN EN WERKEN. zaak_zaaknummer. Ja, namelijk uitgesteld (één week) Stad van actieve mensen. Samen leven en Werken

Besluit mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging Lansingerland

Uitwerking aanbevelingen rapport Berenschot Evaluatie van de interne en externe Governance van de Stichting Energy Valley

Samenwerkingsovereenkomst Zaanstreek - Waterland

Overwegende dat bij de laatste wijziging abusievelijk een aantal bevoegdheden niet zijn opgenomen en dit hersteld moet worden;

CONCEPT-BESLUITENLIJST

M. van Leeuwen /

Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten 29 november 2016

GEMEENTE NUTH Raad: 16 december 2014 Agendapunt: RTG: 2 december 2014

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Concept kadernota 2017 GR Kleinschalig Collectief Vervoer (KCV) Brabant Noordoost (Regiotaxi)

Begroting versterkte samenwerking Metropoolregio Amsterdam concept oktober 2016

Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten 25 oktober 2016

ANNOTATIE. Vergadering: Algemeen Bestuur Datum vergadering: 28 november Agendapunt: 7 Onderwerp: Aanpassing Mandaat- en volmachtregeling

Openbaar. Actualisatie Mandaatregister MGR. Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel. Onderwerp

Voorgenomen wijziging Gemeenschappelijke Regeling RUD NHN

Naast het aanpassen vanwege de wetswijziging kan van de gelegenheid gebruik worden gemaakt in de verordening onvolkomenheden te corrigeren.

Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten 10 november 2015

Raadsvoorstel. Aan de raad,

Agendapunt 7. Pagina 1 van 1

Bijlage A: Organogram ambtelijke organisatie

Elektrisch Rijden Monitor 2018

Mandaatbesluit FUMO. Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de FUMO d.d. 16 september Mandaatbesluit FUMO

VERGADERING VAN DE REGIORAAD. Van de Regioraad wordt gevraagd: Samenvatting CONCEPT. Dhr. Reneman

Vastgestelde openbare besluitenlijst collegevergadering van

agendapunt 3.b.18 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden GR AQUON Datum 21 augustus 2012 CTL/MCTL Bijlagen 6 Zaaknummer 28220

ALt. * Akkoord conform het voorstel. B&W voorstel. Datum vergadering 1 7 Hij~l Z015. Beslissing. Samenwerkingsovereenkomst Basismobiliteit

Openbaar advies voor beslissing B en W

Provinciale Staten van Noord-Holland

Mandaat- en machtigingsregeling Drechterland 2012

Bijlage: Ontwikkeling laadinfrastructuur voor het opladen van (semi) elektrische voertuigen in Eindhoven

Raadsvoorstel. Onderwerp Gemeenschappelijke Regeling Projectbureau Herstructurering Glastuinbouw en Paddenstoelenteelt Bommelerwaard

Openbare Besluitenlijst van de vergadering van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland op 26 maart 2019

PROVINCIAAL BLAD. Besluit vast te stellen: Besluit Ondermandaat, volmacht en machtiging Noord-Holland van gedeputeerde staten aan de sector Kabinet

B&W Vergadering. 6. het college heeft besloten bijgevoegde bewerkersovereenkomst overeen te komen met de gemeente Venlo (bijlage 6).

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. Agenda nr.8

Voorstel raad en raadsbesluit

Akkoord / Niet akkoord / Anders nl.

Transcriptie:

NOTITIE agendapunt : 14 vergaderdatum : 18 september 2014 onderwerp : Uitgebreidere toelichting MRA-Elektrisch, en samenwerkingsovereenkomst Aan het dagelijks bestuur ligt op 18 september het onderstaande voorstel voor: Gevraagde beslissing: 1. In te stemmen met de bijgevoegde concept voordracht voor de regioraad van 21 oktober 2014, met als gevraagde beslissing: A. In te stemmen met het besluit tot het aangaan van de bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst voor MRA-Elektrisch B. Mandaat te verlenen aan het dagelijks bestuur om gedurende de looptijd van de samenwerkingsovereenkomst te besluiten over jaarlijkse verlenging hiervan. 2. Volmacht / machtiging te verlenen aan de Gedeputeerde Verkeer en Vervoer van de Provincie Noord-Holland om na besluitvorming door de regioraad op 21 oktober 2014 middelen uit het projectbudget MRA-E te gebruiken overeenkomstig het werkprogramma, met de bevoegdheid hiervoor ondervolmacht / ondermachtiging te verlenen aan een andere functionaris van bij de samenwerkingsovereenkomst betrokken partijen. 3. Volmacht te verlenen aan de portefeuillehouder Verkeer om - na besluitvorming door de regioraad op 21 oktober 2014 - de samenwerkingsovereenkomst namens de Stadsregio Amsterdam te ondertekenen. Toelichting Toelichting over elektrisch rijden en het project MRA-Elektrisch Sinds begin 2012 werken verschillende overheden (provincie Noord-Holland, provincie Flevoland en diverse gemeenten) samen aan het stimuleren van elektrisch rijden (auto s) in de Metropoolregio Amsterdam (MRA). Dit gebeurt onder de naam MRA-Elektrisch (MRA-E). Aangetrokken door de voordelen van de samenwerking hebben ook verschillende gemeenten in Noord-Holland en Flevoland buiten de MRA zich aangesloten, en onlangs de provincie Utrecht. Voordelen van de regionale samenwerking in MRA-E zijn o.a.: Gezamenlijke financiering en inkoop van openbare oplaadpunten en elektriciteit. Daarmee is het gemakkelijker om laadpunten te realiseren, dan wanneer verschillende partijen dat afzonderlijk doen. Bovendien maakt de uitvraag van een grotere hoeveelheid laadpunten het mogelijk dat inschrijvers een lagere prijs kunnen bieden (dus dat je met elkaar meer laadpunten voor hetzelfde budget kunt plaatsen). Ondersteuning van gemeenten bij plaatsing en beheer van laadpunten. Dit verlaagt de drempel voor gemeenten om laadpunten te realiseren. Via deze aanpak wordt momenteel in tamelijk korte tijd een substantieel aantal laadpunten gerealiseerd. Gemeenten zijn enthousiast dat er een snelle oplossing wordt

geboden om aan de toenemende vraag naar openbare laadpunten te voldoen. De installatie van gelijke laadpunten in de regio vergroot het gebruiksgemak van de gebruikers. Elektrisch rijden past in het doel van transitie naar meer gebruik van duurzame energie en minder afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Het draagt bij aan beperking van (lokale) schadelijke uitstoot. Elektrisch rijden biedt ook economische kansen voor Nederland als koploper en proeftuin. Het aantrekken van innovatieve bedrijven kan de regio en Nederland een koppositie geven in Europa. In Almere zit b.v. een fabrikant van laadpunten, en in Amsterdam zit het Europese hoofdkantoor van het automerk Tesla. Deze voordelen van elektrisch rijden, en de regionale samenwerking op dit terrein, zijn voor de Stadsregio aanleiding om deel te nemen in MRA-E, en het project financieel te ondersteunen. Het Projectbureau MRA-E werkt namens de deelnemende partijen als uitvoeringsorganisatie aan diverse acties om elektrisch rijden te stimuleren. Het gaat o.a. om gezamenlijke aanbesteding van laadpunten in gemeenten, vergroten van het aandeel van elektrisch rijden onder veelrijders, en het ondersteunen van gemeenten bij praktische vragen over b.v. elektrisch rijden en parkeren. MRA-E heeft in de afgelopen periode concrete resultaten bereikt, waaronder: MRA-E heeft na een meervoudige onderhandse uitvraag door de combinatie Nuon/Heijmans in 2013 en begin 2014 200 laadpunten (= 100 laadpalen met 2 aansluitingen) laten plaatsen in zo n 30 gemeenten in en rond de Metropoolregio Amsterdam, waaronder 13 gemeenten in de Stadsregio. Het gaat om openbare laadpunten, waarvan op voorhand duidelijk is dat er een aanvrager met een elektrische auto gebruik van gaat maken. Deze tranche van 200 laadpunten was snel ingevuld met aanvragen, en er is vraag naar meer laadpunten. Dit past in de trend van toenemende animo voor elektrisch rijden in Nederland. Het aantal elektrische auto s in Nederland is mede door fiscaal rijksbeleid - tussen eind 2012 en halverwege 2014 toegenomen van 6.200 naar 37.000. Momenteel rondt MRA-E een volgende Europese aanbesteding van 1.200 laadpunten (= 600 laadpalen met 2 aansluitingen) af voor heel Flevoland, Noord-Holland en Utrecht. Deze laadpunten worden in de komende drie jaar geplaatst, verspreid over het genoemde gebied. Er is reeds veel interesse bij gemeenten om deze laadpunten te bestellen. Ter informatie: Recent is berichtgeving verschenen in de media waar wordt gesteld dat de laadtarieven voor de consument sterk stijgen. Dit geldt alleen voor de laadpunten onder beheer van de organisatie E-Laad. In het programma van eisen van MRA-E mogen tarieven voor laden wel geleidelijk toenemen, maar ze zijn gemaximaliseerd op een tarief waarbij elektrisch rijden voordeliger blijft dan rijden op benzine/diesel. Vergroten van het aandeel van elektrisch rijden onder veelrijders: MRA-E levert inspanningen om zelfstandigen, ondernemingen en overheidsinstellingen te overtuigen het wagenpark te elektrisch te maken. Via stakeholderbijeenkomsten worden bedrijven geïnformeerd over de mogelijkheden en dat elektrisch rijden vaak zelfs goedkoper is. MRA-E organiseert ongeveer vier keer per jaar een bijeenkomst voor deelnemende en geïnteresseerde gemeenten om ervaringen en vragen onderling uit te wisselen. MRA-E heeft een Helpdesk Elektrisch Rijden geopend. Elektrisch rijden roept veel vragen op bij lokale overheden, over openbare laadpunten, parkeeroplossingen, het stimuleren van bedrijven en hun eigen gemeentelijke wagenpark. De gemeenten in de Metropoolregio kunnen hiervoor al sinds de start van het project bij MRA-E terecht. MRA-E wil de kennis en ervaring opgedaan met de gemeenten in de Metropoolregio Amsterdam op deze manier landelijk delen. De samenwerking in MRA-E wordt georganiseerd en bekostigd via de partijen in het Bestuurlijk Overleg Platform Bereikbaarheid Metropoolregio (BO PBM). Provincie Noord-Holland, Provincie Flevoland, de gemeenten Almere en Amsterdam, en de Stadsregio Amsterdam leveren ieder jaarlijks een financiële bijdrage aan de begroting van MRA-E. Hieruit worden o.a. de uitvoeringsorganisatie bekostigd, en andere kosten voor de organisatie en uitvoering zoals kennisbijeenkomsten en communicatie. Over de drie jaren 2012 2014 samen heeft de

Stadsregio aan organisatie en uitvoering 104.000 bijgedragen. Daarnaast heeft de Stadsregio - net als de provincies Flevoland en Noord-Holland - een bijdrage van 200.000 geleverd voor de projectkosten van de twee boven genoemde gezamenlijke rondes inkoop/aanbesteding van laadpunten. Het financieringsmodel maakt de uitrol van oplaadinfrastructuur bereikbaar voor alle gemeenten. Elk geplaatst laadpunt wordt bekostigd door een bijdrage van meerdere partijen, waaronder de gemeenten zelf, en ook enkele leasemaatschappijen. Ook het Rijk heeft enige tijd geleden een bijdrage toegezegd, hierover vindt nog overleg plaats met het Rijk. Sinds 2014 heeft ook de Provincie Utrecht zich aangesloten bij MRA-E om te kunnen deelnemen in de gezamenlijke aanbesteding. Met de Provincie Utrecht is een separate overeenkomst afgesloten omdat zij op dit moment alleen deelneemt in de gezamenlijke aanbesteding en niet in andere acties van MRA-E. Daarmee is Provincie Utrecht nu geen partij in de voorliggende samenwerkingsovereenkomst. Mogelijk wordt in de toekomst nog wel een aanvullende overeenkomst tussen Provincie Utrecht en de MRA gesloten waarbij de voorliggende samenwerkingsovereenkomst als basis dient. De Provincie Noord-Holland zal dit najaar een voorstel tot voortzetting van het project MRA-E in 2015 (inclusief de financiële bijdrage voor organisatie en uitvoering in 2015) in het BO PBM inbrengen, en een voorstel voor een werkprogramma van MRA-E voor 2015. Hierbij zullen de resultaten worden betrokken van een evaluatie van het project, die momenteel in opdracht van de Provincie Noord-Holland plaatsvindt. Naar verwachting omvat de gevraagde bijdrage per partij voor 2015 ongeveer 40.000 50.000. Dat is vergelijkbaar met de bijdrage voor 2014. De gemeente Almere heeft vooralsnog aangegeven dat zij voor 2015 geen ruimte in de begroting kan vinden voor deze bijdrage. Almere blijft wel investeren in laadinfrastructuur via de eigen gemeentelijke bijdrage per laadpunt, vergelijkbaar met de andere gemeenten die laadpunten afnemen uit de gezamenlijke aanbesteding. In samenhang met de bespreking in het BO PBM zal dit najaar een voorstel over deelname aan MRA-E in 2015 worden voorgelegd aan het dagelijks bestuur van de Stadsregio. Het nu voorliggende voorstel over de samenwerkingsovereenkomst loopt hierop vooruit. Dit heeft ermee te maken dat het juridisch en organisatorisch wenselijk is om de bestaande samenwerking op korte termijn via deze overeenkomst formeel vast te leggen. Ad 1A In te stemmen met het besluit tot het aangaan van de bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst voor MRA-Elektrisch De gevraagde beslissing 1A is om op 21 oktober aan de regioraad te vragen om in te stemmen met het aangaan van de bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst voor MRA-E. De samenwerkingsovereenkomst moet aan de regioraad worden voorgelegd omdat de regioraad op 17 december 2002 een aantal onderwerpen heeft benoemd die verplicht moeten worden voorgelegd aan de regioraad. Hieronder vallen overeenkomsten die het dagelijks bestuur met andere bestuurlijke of maatschappelijke organisaties aangaat, wijzigt of ontbindt, en die dus vaststelling door de regioraad behoeven. In het huidige mandaatbesluit uit 2009 wordt daaraan ook gerefereerd. Wat is de aanleiding voor het opstellen van de samenwerkingsovereenkomst? De samenwerking in MRA-E staat onder leiding van provincie Noord-Holland. Gedeputeerde E. Post is bestuurlijk opdrachtgever namens het BO PBM. In de samenwerkingsovereenkomst is de rol van de Provincie Noord-Holland als bestuurlijk opdrachtgever en administrateur van het project MRA-E formeel vastgelegd. De overeenkomst bekrachtigt de samenwerking tussen de betrokken partijen en is nodig voor een ordelijk beheer en opdrachtverstrekking binnen het project. Door het tekenen van de overeenkomst wordt voldaan aan voorwaarden die worden gesteld door de Europese financiers van het samenwerkingsverband (programma s Interreg, EFRO, Life+). De overeenkomst is in het Directeuren Overleg Metropoolregio Amsterdam

(DOMA) besproken en n.a.v. opmerkingen van betrokken partijen aangepast, en door de provincie Noord-Holland juridisch getoetst. De samenwerkingsovereenkomst regelt diverse afspraken, rechten, plichten en verantwoordelijkheden tussen de deelnemers. Kort samengevat gaat het om de volgende zaken: Doel van de samenwerking Organisatie van de samenwerking Financiële bijdragen van de deelnemers aan MRA- Duur van de overeenkomst, toepasselijk recht en wijziginge Geschillen Binnen deze zaken heeft de Stadsregio met extra aandacht gekeken naar de volgende punten: Voldoende zeggenschap van de Stadsregio over beleidsbeslissingen en mogelijke financiële consequenties: Het project MRA-E wordt uitgevoerd op basis van een werkprogramma, dat jaarlijks wordt opgesteld door de uitvoeringsorganisatie van MRA-E. Dit wordt na akkoord van het DOMA geagendeerd in het BO PBM, en daarna ter vaststelling voorgelegd aan GS van Noord-Holland. Besluiten die voortvloeien uit het werkprogramma worden ter informatie voorgelegd aan het DOMA, dat deze besluiten ter instemming voor kan leggen aan het BO PBM. Ook voorstellen die niet passen binnen het werkprogramma volgen deze weg, maar moeten nog aan GS van Noord-Holland worden voorgelegd. Belangrijke bepalingen voor de Stadsregio m.b.t. borging van zeggenschap zijn daarnaast dat voorstellen met financiële consequenties voor een partij alleen mogelijk zijn met schriftelijke instemming van die partij, en dat partijen na bespreking in het DOMA de mogelijkheid hebben om de besluiten voorafgaand aan verdere besluitvorming in BO PBM en GS voor te leggen aan hun eigen bestuurlijke organen. Aanwezigheid van financiële risico s, en beheersing daarvan; consequenties van financiële risico s voor de Stadsregio: Besluitvorming over de feitelijke voeding en onttrekkingen van het projectbudget vinden plaats door de provincie Noord-Holland, zij is ook verantwoordelijk voor het financieel beheer. De partijen zorgen ervoor dat aan de gedeputeerde Verkeer en Vervoer van de provincie volmacht (zie ook gevraagde beslissing 2) wordt verleend om de middelen uit het projectbudget te gebruiken zoals vastgesteld in het werkprogramma. Er is opgenomen dat bij beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst een eventueel positief of negatief saldo naar rato wordt verdeeld onder de partijen die hebben bijgedragen. Ook is opgenomen dat financiële risico s in principe binnen de begroting van het werkprogramma worden opgevangen. Indien het financieel risico niet volledig binnen de begroting van het werkprogramma kan worden opgevangen wordt het restant naar rato verdeeld onder de partijen die hebben bijgedragen. Dit kan dus betekenen dat de Stadsregio samen met de andere deelnemende partijen financieel extra zou moeten bijspringen. Er zijn hierbij twee concrete risico s benoemd, die de Provincie Noord-Holland als (zeer) gering beschouwt: o Gemeenten nemen uiteindelijk minder laadpunten af dan de provincie al heeft besteld bij de leverancier. De provincie beschouwt dit risico als gering, omdat uit de reacties van de gemeenten blijkt dat er een grote vraag naar nieuwe laadpunten is, en omdat bij een eerdere gezamenlijke aankoop van laadpunten deze ook binnen korte tijd uitverkocht en geplaatst waren. o Dat de laadpuntenleverancier/-beheerder en/of stroomaanbieder failliet gaan waardoor de geplaatste laadpunten niet meer operationeel zijn, en er een nieuwe exploitant moet worden gezocht wat zeker meerkosten zal meebrengen. Ook dat risico wordt als gering ingeschat. Bovendien wordt het financiële risico voor de deelnemende partijen beperkt doordat de provincie alleen laadpunten bestelt waarvoor al dekking is gevonden in de begroting van MRA-E. De provincie bestelt dus geen laadpunten vooruit bij de leverancier in afwachting van bijdragen die nog niet zeker zijn. Tenslotte: Als er naast de aanbesteding van laadpunten nieuwe initatieven zijn met financiële consequenties en risico s voor de deelnemende partijen, dan vergt dit eerst expliciete

instemming van de deelnemende partijen. Ad 1B Mandaat te verlenen aan het dagelijks bestuur om gedurende de looptijd van de samenwerkingsovereenkomst te besluiten over jaarlijkse verlenging hiervan In artikel 5.1 van de samenwerkingsovereenkomst is opgenomen dat deze jaarlijks stilzwijgend wordt verlengd, tot en met uiterlijk 31 december 2019. Tot deze verlenging wordt overigens wel expliciet besloten door het BO PBM, nadat de bestuursorganen van de deelnemende partijen zijn geconsulteerd. Voorafgaand aan dit besluit van het BO PBM brengt het DOMA drie maanden voor elk kalenderjaar een advies uit aan het BO PBM. In de samenwerkingsovereenkomst is opgenomen dat de Provincie Noord-Holland jaarlijks binnen één maand na afloop van het voorgaande kalenderjaar aan de deelnemende partijen de verantwoording van de uitgaven in het voorgaande kalenderjaar overlegt. Aan de regioraad stellen we voor om het dagelijks bestuur te mandateren om gedurende de looptijd van de samenwerkingsovereenkomst te besluiten over jaarlijkse verlenging hiervan. Het doel van dit mandaat is het voorkomen dat de regioraad jaarlijks moet worden belast met het nemen van een besluit over verlenging. Wel wordt de regioraad jaarlijks via de raadscommissie Verkeer & Vervoer geïnformeerd over het besluit van het dagelijks bestuur over het al dan niet verlengen van de overeenkomst, en de achterliggende motivatie (o.a. aan de hand van de resultaten, ontwikkelingen en financiële verantwoording in het project MRA-E). Ad 2: Volmacht / machtiging te verlenen aan de Gedeputeerde Verkeer en Vervoer van de provincie Noord-Holland om na besluitvorming door de regioraad op 21 oktober 2014 middelen uit het projectbudget MRA-E te gebruiken overeenkomstig het werkprogramma, met de bevoegdheid hiervoor ondervolmacht / ondermachtiging te verlenen aan een andere functionaris van bij de samenwerkingsovereenkomst betrokken partijen Op voorstel van de Provincie Flevoland is in de samenwerkingsovereenkomst niet direct het volmacht verstrekt, maar in plaats daarvan opgenomen dat de partijen voor het volmacht zorgen. De interne regelingen van de Stadsregio voorzien niet in verlening van volmacht en machtiging aan functionarissen buiten de organisatie van de Stadsregio, zodat daarvoor een apart besluit nodig is. Deze gevraagde beslissing geeft de bestuurlijk-juridische basis hiervoor. Ad 3: Volmacht te verlenen aan de portefeuillehouder Verkeer om - na besluitvorming door de regioraad op 21 oktober 2014 - de samenwerkingsovereenkomst namens de Stadsregio Amsterdam te ondertekenen Deze gevraagde beslissing is praktisch van aard: hiermee kan na besluitvorming de portefeuillehouder Verkeer de samenwerkingsovereenkomst tekenen.