voor wie JA zegt tegen actief en inspirerend onderwijs op zoek naar letters de àndere spellingdidactiek Dolf Janson
taalkundige basis leerpsychologische principes doorlopende leerstoflijn rolverdeling leraar en leerling aard oefenmateriaal
spelling afgeleid van klanken strikt onderscheid spelling en taal fonologie vaak leidend strikt onderscheid klanken en letters afspraken Groene boekje historie en herkomst van invloed
medeklinkers 1 2 3 4 5 6 [p] [b] [m] [f] [v] [w] [t] [d] [n] [r] [s] [z] [l] [j] [k] [ng] [ch] [g] [h]
klinkers lange klinkers [aa] [ee] [eu] [ie] [oe] [oo] [uu] korte klinkers [a] [e] [i] [o] [u] tweeklanken [ei] [ou] [ui] sjwa [ə]
Verkleinwoorden Meervouden Vergrotende/ overtreffende trap Verbuigingen boompje; koninkje, soezen; repen; goals; goed-beter-best; snel-sneller-snelst; grote; snelle;
leerling moet eigenaar kunnen zijn probleem moet helder zijn oefenen is doelgericht herkennen en beredeneren basis denken transfer essentieel toets is geen doel, maar symptoom
1. Horen/nazeggen 2. Onderscheiden 3. Herkennen 4. Schrijven 5. Controleren 6. Toepassen in teksten
woordenschat Extra Fase Waar gaat het om? 1 Horen (denken) en nazeggen 2 Onderscheiden (auditief) 3 Herkennen / identificeren (auditief) Waarop moet ik letten? Goed uitspreken; wat zijn (voor mij) moeilijke klanken? Herken ik alle klankdelen (niet teveel en niet te weinig)? Hoor en onthoud ik ze in de goede volgorde? Hoor ik waar de klemtoon is? Herken ik de categorie die hierbij hoort? Moet ik hier een regel toepassen? Hoort hier een verhaal bij? Herken ik waar ik keuzes moet maken? Weet ik wat ik moet kiezen (en waardoor)? Waarover twijfel ik nog? Enzovoort 4 Opschrijven Zie ik het voor me? Opletten dat ik alle struikelpunten goed doe. (tijdens schrijven:) zijn de letters duidelijk te onderscheiden? 5 Controleren Heb ik nu aan alles gedacht? Klopt wat er nu staat? Kan ik beredeneren waarom ik het woord zo heb geschreven? 6 Toepassen in eigen teksten Herken ik als ik schrijf de categorieën die ik al heb geleerd? Herken ik in de woorden die ik wil schrijven klanken waarbij ik moet kiezen welke letters daarbij passen? Weet ik hoe ik dat te weten kan komen?
1. Horen 2. Schrijven 3. Controleren
aanpak consequenties leerjaren 1 8 basis in groepen 1 en 2 opbouw: klanken letters klankzuivere woorden niet-klankzuivere inheemse woorden niet-klankzuivere uitheemse woorden overige regels (bv. los/aan elkaar)
klankzuiver: elke klank een vaste letter Je schrijft het woord, zoals je het hoort. klankonzuiver: de uitspraak is spelbreker uitspraakverschillen, streektaal, nt2 niet-klankzuiver: als er uit meer letters gekozen kan worden
[me][lək] [e][rəg] [son] [fis] [mi-i] [skaats] i.p.v. [melk] i.p.v. [erg] i.p.v. [zon] i.p.v. [vis] i.p.v. [mee] i.p.v. [schaats] [schaats] of [sgaats]?
[aa-]=a (lettervrek) [a-medeklinker]=a (km-mk) (opsluitregel) [ou]=au of ou of ow [ei]=ei of ij [ie]=ie of i [ie]= y of ee of ea of ey of e [i] = i of y [-s]=-s of 's of -sch of s' klinkerbotsing =ë of -e [k]= c of k of qu / [kw-]=qu of kw of cu [ks]= x of ks [s] = s of c of z / [(t)sie] = tie of sie of ci [sj]= ch of sj of sh [z]= s of z / [zj] = j of g of ch [oe] = oe of oo of ou of u [oo] = oo of Frans: au of eau of ot of o [wa]=oi / [waar] = oir
klank
Benoem de dingen die je ziet en verdeel die woorden in klankdelen
leraar daagt uit en problematiseert leerling onderzoekt en beredeneert leraar legt uit, verklaart en accentueert leerling oefent doelgericht (met maatje) leraar observeert en geeft feedback leerling bewijst behaalde doelen leraar stelt eisen aan toepassing
Voorbeeld: Introductie nieuwe categorie Oefenen fasen 1, 2 en 3 Gericht oefenen met lastige aspecten Uitbreiden en fouten herkennen Dictee
Niet voortdurend toetsen Sfeer van samen leren creëren Gericht oefenen Toepassing verwachten (spellinggeweten) In het lokaal woorden, zinnen en plaatjes Leerlingen bedenken dictees
Begrijp ik wat er te leren is? Herken ik wat ik hieraan nog lastig vind? Wat heb ik nodig om het beter te gaan doen? Wie kan me daarbij helpen? Welke oefeningen passen daarbij? Zijn er momenten te vinden om het extra te doen? Heb ik nog meer uitleg nodig?
Naar type doel / fase Naar moeilijkheidsgraad Naar frequentie Naar hoeveelheid Naar behoefte aan instructie Naar rol t.o.v. anderen
sluit aan bij doel maakt differentiatie vanzelfsprekend inzet bepaald door doel gebruik i.p.v. verbruik herhaald inzetbaar bedoeld voor duo s voorziet in hoog niveau
NK 4 - E4 - fase 5 Duo-opdracht Bespreek samen of de onderstreepte woorden goed geschreven zijn. Zo ja, waardoor weet je dat het goed is? Zo nee, hebben jullie samen een beter voorstel? Welke letters zouden jullie kiezen? Begrijp je waardoor die fouten zijn gemaakt? Hij ving een jonge vink. Dengk je dat zij dat gaat doen? Er lag een plangk op straat. In de gang hing een vreemde stank. De bezem stond in de gangkast. De klangken van de klok horen we hier heel goed.
2 weken herhaling 3 weken nieuw (2 à 3 categorieën) 2 weken herhaling 3 weken nieuw (2 à 3 categorieën) enzovoort
opsluitregel lettervrek rommelkamer vettig open sjwa [ǝ]
Bedenk wat deze benadering kan betekenen Voor de resultaten van jouw leerlingen. Voor de spellingdidactiek in jouw school. Voor de routines die je nu gewend bent. Wissel uit met anderen!
www.jansonadvies.nl