Nidos, opvangmodel 2016 Inleiding Per 1 januari 2016 neemt NIDOS de verantwoordelijkheid voor de opvang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV) met een status over van het COA. NIDOS is primair een voogdijinstelling die op grond van de wet de voogdijtaak uitvoert voor alle alleenstaande minderjarige vreemdelingen in Nederland. In het verlengde van de voogdijtaak organiseert Nidos al opvang voor AMV ers die in gezinsverband (OWG: Opvang en Wonen in Gezinsverband) worden opgevangen, in principe zijn dit de AMV ers in de leeftijd tot en met 12 jaar (vanaf 1 januari 2016 t/m 14 jaar) op het moment dat zij geplaatst worden (statushouders en nietstatus houders). Nidos hanteert de visie en het uitgangspunt dat een kind het best in een (cultuur)gezin kan worden opgevangen. Huidige en verwachte situatie Momenteel is het COA verantwoordelijk voor de opvang van de AMV ers (statushouders en niet statushouders) in de leeftijd van 15 tot 18 jaar. Het COA koopt daarvoor opvangplekken in bij vier verschillende contractpartners: 178 opvangplekken in kleinschalige wooneenheden (KWE: woning voor 4 jongeren met nachtbegeleiding op afroep) 235 opvangplekken in kleinschalige woongroepen (KWG woongroep voor maximaal 12 jongeren met 24uurs begeleiding) Het COA blijft de opvang verzorgen voor de jongeren in de leeftijd van 15 tot 18 jaar zonder status, voor de jongeren die beschermde opvang nodig hebben (66 plaatsen) en voor het eerste verblijf in de POL. De verwachte aantallen Op 1 januari 2016 is Nidos verantwoordelijk voor de opvang van alle AMV ers met een status. Om goed in te kunnen schatten om hoeveel jongeren het gaat, en of zij in kleinschalige opvang of in OWG opgevangen zullen moeten worden zijn de volgende stappen genomen: De jongeren met een status in de huidige opvang van het COA, die over zullen gaan naar de Nidosopvang 1, die er naar verwachting per 1 januari nog zitten en dan jonger zijn dan 17,5 jaar, zijn geteld (dit aantal wordt maandelijks bijgesteld). Op dit moment (april 2015) zijn dit er 416 de absolute ondergrens voor capaciteit op het moment dat Nidos verantwoordelijk wordt. De verwachte instroom van jongeren met een status, gebaseerd op totale prognose van de instroom gehanteerd door het Ministerie van Veiligheid en Justitie, het gemiddeld percentage AMV ers door de jaren heen van de totale instroom en het huidige toekenningspercentage van een status, is voorlopig gesteld op 200. Van deze naar verwachting ruim 600 jongeren die vanaf 1 januari 2016 onder verantwoordelijkheid van Nidos zullen worden opgevangen, is de verwachting dat het merendeel niet (direct) in aanmerking komt om in een gezin opgevangen 1 Kinderen en jongeren met een volwassen familielid worden in principe niet gescheiden en verblijven ook na 1 januari 2016 in de COAopvang
te worden. In het rekenmodel is de verwachting opgenomen dat 1/6 van deze jongeren wordt opgevangen in gezinnen en 5/6 in kleinschalige opvangvoorzieningen. Ook bij veranderingen in de prognose van aantallen is het realistisch om deze verhouding voorlopig aan te houden. Voor de benodigde capaciteit van de kleinschalige opvang voor statushouders per 1 januari moet voorlopig uitgegaan worden van 500 plaatsen (416 volgens huidige telling, daar bovenop instroom). Bij hoge instroom in de maanden april, mei en juni kan dit oplopen tot 550 plaatsen. Momenteel zijn er 413 plaatsen beschikbaar in KWE en KWG. In het licht van bovenstaande verwachte aantallen, wordt in dit stuk rekening gehouden met een groei van 100 plaatsen bovenop de huidige capaciteit. Dit aantal kan maandelijks worden bijgesteld aan de hand van gemonitorde reële telling en instroomcijfers. Verder is het belangrijk de opbouw van de populatie in het achterhoofd te houden: in het voorjaar van 2014 is de instroom van 16 en 17jarige jongeren met een status exceptioneel hoog geweest (uit Eritrea). Wanneer een zelfde exceptionele instroom achterwege blijft in 2015 (maar, bijvoorbeeld, een stabiel hoge instroom plaatsheeft), zal de stijging van 100 plaatsen in 2016 gevolgd gaan worden door een daling van ten minste een zelfde aantal plaatsen. Momenteel lijkt het erop dat zich ook een piek ontwikkelt in het huidige voorjaar, maar hier kan nu nog beperkt rekening mee worden gehouden. Het inzicht in die aantallen zal na de zomer veel groter zijn. Kleinschalige opvang Totaal 17jarigen (op 11 2016) 16jarigen (op 1 12016) Aantal jongeren (reëel per 11 2016) 416 253 (61%) 126 (30%) 550 500 450 400 jul.15 Prognose benodigde capaciteit kleinschalige opvang aug.15 sep.15 okt.15 nov.1 dec.15 jan.16 feb.16 mrt.1 apr.16 mei16 jun.16 jul.16 aug.16 Aantal jongeren kleinschalige opvang sep.16 okt.16 nov.1 dec.16 jan.17 Bij stabiele instroom, uitfasering pie
Uitgangspunten voor goede opvang Nidos heeft, vanuit de positie van de voogd en in het verleden als verantwoordelijke voor de kleinschalige opvang, duidelijke ideeën over wat goede opvang is en op welke punten de huidige opvang verbeterd kan worden. Nidos ziet graag: Zo kleinschalig mogelijke opvang; opvang in gezinsverband heeft de voorkeur boven opvang in kleinschalige opvang (afhankelijk van het belang van de individuele jongere). Minder nadruk op beheersing en meer nadruk op de kwaliteit van opvang. Kwaliteit, die vooral tot uiting komt in maatwerk in de intensiteit van begeleiding en kwaliteit van de begeleiding. Zo veel mogelijk maatwerk in kleinschalige opvang (flexibele begeleidingsintensiteit). Continuïteit van opvang voor de jongere (niet van opvang veranderen tenzij nodig, en indien nodig het liefst dichtbij). Voortvloeiend uit de uitgangspunten, ziet Nidos graag de volgende (lange termijn) veranderingen ten opzichte van de huidige situatie: Uitbouwen van de mogelijkheden voor plaatsing in gezinnen, leidend tot een hoger percentage plaatsing in gezinnen Afbouw van zowel het aantal plaatsen KWG als verblijfsduur in KWG Toename van het aantal plaatsen KWE, en een meer divers aanbod van KWE s in type en intensiteit van begeleiding Diversifiëren van de opvang, om meer maatwerk te kunnen bieden, met ontwikkeling van andere hybride vormen van opvang die beter aansluiten bij de behoeften van de jongeren Gedeelde kwaliteitsafspraken en indicatoren, en kwaliteitsmonitoring Een goed opvangmodel Een opvangmodel is een wisselwerking tussen drie hoofdelementen: 1. De kwaliteit van opvang voor de jongere 2. Beschikbaarheid van voldoende opvangplaatsen 3. Tegen een goede prijs Op elk van de drie elementen bestaan wensen, uitdagingen en risico s, die invloed op elkaar hebben. Kwaliteit De kwaliteit van de opvang wordt bepaald door: Passende begeleiding Passende huisvesting (bij de behoefte van de doelgroep) en de aanwezigheid van voorzieningen in de buurt zoals openbaar vervoer, school, winkels Aansluiting op / inbedding in lokale samenleving: sport en/of verenigingen, vrijwilligers / mogelijkheden tot beoefenen religie Aansluiting op reguliere voorzieningen zoals gezondheidszorg Continuïteit ( geen verhuizingen of verhuizingen in de buurt waardoor school en netwerk in stand blijven) Aansluitend beleid voor 18plussers Spreiding over het land, ook in de Randstad 3
Beschikbaarheid van geschikte opvang voor verschillende doelgroepen (M/V, tienermoeders, ernstige problematiek) Ten opzichte van de huidige situatie is er ruimte voor verbetering van de kwaliteit van de opvang: De kwaliteit van de begeleiding kan soms nog beter, de intensiteit is onvoldoende schaalbaar. De grotere vormen van kleinschalige opvang (KWG s) zijn vaak minder geschikt voor de doelgroep (deze vorm van opvang is geschikter voor jongere AMV s, die inmiddels vrijwel altijd in gezinnen worden opgevangen; KWG s spelen enkel nog een grote rol door gebrek aan alternatieven met hoge begeleidingsintensiteit). Er zijn opvangplaatsen die onvoldoende voldoen aan de kwaliteitsvereisten (bijvoorbeeld op een ongeschikte locatie). Spreiding over het land is onvoldoende, in sommige gevallen zijn opvangplaatsen te geïsoleerd. Sturing op kwaliteit in het opvangmodel moet gebeuren door: (Gefaseerd) toewerken naar het meest passende en diverse aanbod. In samenspraak met de contractpartners vaststellen van kwaliteitsindicatoren en periodiek monitoren van kwaliteit. Voorkeursplaatsing in betere opvang en dus grotere bezettingszekerheid. Beschikbaarheid Voor benodigde beschikbaarheid geldt: Voor goede doorstroming moet voldoende capaciteit beschikbaar zijn. Voldoende beschikbaarheid is in handen van de contractpartners. Te grote buffers zijn duur: op zoek naar oplossingen om op flexibele manieren capaciteit vast te houden of versneld te kunnen opbouwen Ten opzichte van de huidige situatie kan over de capaciteit het volgende gezegd worden: De totale capaciteit KWG plus KWE van de contractpartners is onvoldoende. Voor het verwachte scenario bestaat er ten opzichte van de huidige situatie al een tekort van ongeveer 100 plaatsen. Het gat met gewenste plaatsen is een stuk groter: er zijn momenteel meer KWG- dan KWEplaatsen, terwijl KWG in het nieuwe opvangmodel zoveel mogelijk zal verdwijnen. Het COA is er in de contracten met de partners goed in geslaagd op en af te schalen al naar gelang de behoefte; KWE s waar waarschijnlijk de meeste uitbreiding in zal moeten zitten kunnen in 3 maanden nieuw worden opgezet door contractpartners. Sturing op capaciteit (en type capaciteit) in het opvangmodel moet gebeuren door: Helderheid bieden aan contractpartners hoe het opvangaanbod er op middellange termijn uit moet zien, en afspraken maken over gefaseerd toewerken naar die situatie. Contractuele afspraken met de contractpartners. Inrichten van een eigen proeftuin voor het toewerken naar maatwerk in opvang. 4
Prijs Het ministerie verwacht van Nidos niet alleen een lagere prijs voor het opvangen van jongeren maar ook meer maatwerk. Met name kleinschaligheid behoort tot de verwachtingen waardoor het nieuwe model meer aansluit bij het individu. De gemiddelde lagere prijs en meer kleinschaligheid worden gerealiseerd door meer gebruik te maken van de kleinschaliger varianten, die een lagere gemiddelde prijs hebben (KWE, maar ook opvang in gezinnen). Om te zorgen dat ook de kwaliteit een impuls krijgt, worden flankerend middelen ingezet voor maatwerk. Nidos verwacht dat meer diversificatie en hybride vormen kunnen zorgen voor een hogere kwaliteit. Een andere belangrijke wijziging in het opvangmodel dat Nidos voorstaat is om het financieren van opvangplekken te beëindigen om nog louter te werken met het bekostigen van bezette opvangplaatsen. Het is helder dat daarmee de financiering per bezette plek omhoog moet (ten opzichte van de financiering op capaciteit), omdat de verantwoordelijkheid in reactie op krimp/groei en snelle aanpassing aan de vraag veel meer komt te liggen bij de contractpartners. Het is ook een kans voor de uitvoerende partijen. Niet alleen wordt in feite meer betaald dan de kostprijs per bezette plek maar door maximaal mee te bewegen in het nieuwe model zullen jongeren ook het eerst in die voorzieningen geplaatst worden. Als basis voor de berekening van de prijs van een bezette opvangplaats worden de bezettingspercentages van de afgelopen periode genomen. Die prijs is exclusief leef en eetgelden en exclusief opzetkosten voor nieuwe KWE s. Aanbesteden Nidos heeft het voornemen om middels een meervoudig onderhandse aanbesteding bij deze zelfde vier partijen kleinschalige opvang in te kopen. De procedure van het COA heeft al aangetoond dat het om zulke specifieke expertise gaat dat niet te verwachten is dat andere partijen deze opvang zullen kunnen leveren. Dat heeft mede als voordeel dat de continuïteit van opvang voor jongeren gegarandeerd is. Zij zijn immers zeer gebaat bij: zo min mogelijk verhuisbewegingen, het in stand houden van het sociale netwerk, zo min mogelijk wisselingen van school voortzetten van ingezette begeleiding en de opgebouwde relatie met begeleiders Daarom zal Nidos deze vier partijen 2 uitnodigen een offerte in te dienen op basis van het programma van eisen. Op korte termijn worden betrokken partijen uitgenodigd om samen aan het programma van eisen te werken op basis van een voorzet van Nidos. De richting daarin is zoals hierboven omschreven. 2 Nidos zal zelf een kleine proeftuin opzetten met zo n veertig opvangplaatsen om te experimenteren met maatwerk in huisvesting en begeleiding. 5
Deze aanbesteding zou de basis moeten zijn om de komende jaren met elkaar samen te werken in innovatie van huisvesting en begeleiding die zo maximaal mogelijk aansluit op de behoeften van de jongeren en de Nederlandse samenleving. Nidos zal, mede met oog voor de bedrijfsvoering en belangen van de partners, opvang inkopen die past bij de jongere. Daarvoor zijn de overeenkomsten essentieel maar is een partnerschap gebaseerd op wederzijds vertrouwen minstens zo belangrijk. Nidos zal dan in de komende maand samen met deze vier partijen werken aan een programma van eisen in de beweging die Nidos voor zich ziet om te komen tot gedeelde kwaliteitsafspraken en indicatoren, en kwaliteitsmonitoring. Tijdpad Mei: Begin juni: Eind juni: Medio juli: Medio juli: gezamenlijk werken aan updaten van programma van eisen Programma van eisen klaar offertes binnen gunning met onderbouwing op criteria contracten sluiten. 6
7