Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x 9 + 1 = cijfer 63



Vergelijkbare documenten
Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming Diagn.Toets

Kostensoorten

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

Opgave 9.5 Variabele kosten per stuk: / = 3,75 Totale variabele kosten bij eenheden: ,75 =

v6mo2p oefentoets vwo M&O 2e periode blad 1 van 5

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet.

PDB. Antwoordenboek. berekeningen. Financiële administratie & Kostprijscalculatie

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN

Eindexamen m&o vwo 2008-I

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

Uitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Hoofdstuk 3: Resultaten

3 Voorcalculatie, nacalculatie en verschillenanalyse

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Samenvatting M&O De Industrie

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden (PDB)

Direct costing en break even analyse

Management & Organisatie Proeftoets SE 6 vwo 6

Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming

Cursus Bedrijfseconomie 2 IBK2BEC20. Tentamentraining

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Fabricage kosten Grondstoffen Machinekosten Loon productiepersoneel Hulpafdelingen (onderhoud/magazijn) Deze kosten zijn samen de fabricagekostprijs

Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt.

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

2 Constante en variabele kosten

2 Kostprijsberekening en opslagmethode

Hoofdstuk 24. Nettowinstopslagmethode

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN

BIJLAGE 9.A: OPGAVE a2 UIT DE TEST KENNIS VAN PROCEDURES (Omwille van de leesbaarheid is bij het omzetten naar PDF de gulden vervangen door de.

Deze uitwerkingen horen bij het boek Examentraining basiskennis Calculatie BKC van de uitgeverij OBCO, ISBN VERSIE 2 dd

* goed lezen! * let op terugrekenen!

Management & Organisatie Proeftoets SE 6 havo 5

b. Materiaal Loonkosten Opslag indirecte kosten: 125%

Hoofdstuk 21. De voorraad. Wat is de voorraad waard? Dat is afhankelijk van het product en het moment waarop het gekocht is!

M&O VWO 2011/

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009

Financieel economisch management Examennummer: Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Vraag Antwoord Scores. x 100% = 55%

Financieel Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Kostprijscalculatie (KP) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Uitwerkingen proefexamen I PDB kostencalculatie

TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC)

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

1.9.2 Verschil tussen direct costing en integrale kostencalculatie

Opgave 2 a. Met welke formule berekenen we de integrale kostprijs? b. Hoe noemen we integrale kostprijsberekening ook wel?

2 Constante en variabele kosten

De normale afzet van Verhoeven, uitgedrukt in ton/km per jaar, is als volgt verdeeld:

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN

Eindexamen m&o vwo 2005-I

6,4. Samenvatting door M woorden 23 januari keer beoordeeld. Waarom is het belangrijk om een voorraad te hebben?

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Kostencalculatie niveau 4 1 / 9

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

Basiskennis Calculatie (BKC ) Correctiemodel

Examen VWO. economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

UITWERKINGEN OPGAVEN

Omschrijf wat er verstaan wordt onder proportioneel variabele kosten.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Meerkeuzevragen: 5. Bereken voor dit jaar de totale constante kosten. A ,- B ,- C ,- D ,-

d. Contributiemarge: 160 ( 295 -/ /- 66) = Constante kosten /- Bedrijfsresultaat bij direct costing

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

2. Bepaal de omvang van de rationele overcapaciteit en splits deze uit naar de gebruikelijke oorzaken.

modellen m&o havo Modellen voor management en organisatie 1. Inleiding

9 Verschillenanalyse en budgettering

Heterogene productie (meerdere producten) De directe kosten hebben een rechtstreeks verband met de productie/verkoop van een product.

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Kostprijscalculatie

Bijlage VWO. management & organisatie. tijdvak 1. Bijlage b

Examen HAVO. Handelswetenschappen en recht (oude stijl)

Opgave 6.2. PDB Kostencalculatie Uitwerkingen hoofdstuk 6. Opgave 6.1

Examen HAVO en VHBO. Handelswetenschappen en recht

Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

Motiveer altijd uw antwoorden, ook als dat niet expliciet wordt gevraagd.

Het tentamen dien je te maken op het uitwerkingenpapier. Je doet dit als volgt!!

PROEFEXAMEN Moderne Bedrijfsadministratie (MBA)

Samenvatting M&O De eenmanszaak deel 2

Hoofdstuk 1. Oefenopgaven. Oefenopgave 1A. Bereken: ,37 25, , : 8,25 12, ,45.

EXAMEN Moderne Bedrijfsadministratie

6, Samenvatting door een scholier 2300 woorden 8 november keer beoordeeld. M&O eenmanszaak deel 2

Antwoordenbijlage Bedrijfscalculatie Uitbreidingsstof

Deze examenopgave bestaat uit 11 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 26 vragen.

1. Bereken het bedrag aan Deense kronen dat Van den Berg ontvangt.

Dit examen bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad en bestaat uit 3 opgaven met in totaal 18 vragen.

Hoofdstuk 3: Resultaten

7 Directe en indirecte kosten

Internetopgaven hoofdstuk 7

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 22 EN 23 JUNI 2010

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel JAARREKENING WOENSDAG 29 JUNI UUR

a. Indirecte kosten afhankelijk van de grondstofkosten: % = 40%

Transcriptie:

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo Hoofdstuk 17 tot en met 28 Normering Opgave 1 Opgave 1 Opgave 2 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 1: 2 punten 1: 2 punten a: 2 punten 1: 3 punten 1: 2 punten 1: 2 punten 1: 2 punten 2: 2 punten 2: 1 punt b: 3 punten 3: 1 punt 2: 1 punt 2: 2 punten 2: 1 punt 3: 2 punten 3: 2 punten c: 2 punten 3: 2 punten 3: 1 punt 3: 1 punt 3: 1 punt 4: 1 punt 4: 3 punten 4: 2 punten 4: 1 punt 4: 1 punt 5: 1 punt 5: 1 punt 5: 2 punten 5: 5 punten 5: 1 punt 6: 2 punten 6: 2 punten 6: 1 punt 6: 1 punt 7: 2 punten Aantal punten x 9 + 1 = cijfer 63

Opgave 1 De volgende tekst is ontleend aan een bericht in de Volkskrant. FORSE KORTING OP AUTO BIJ AANKOOP VAN EEN STOFZUIGER. Wie in Frankrijk voor de volle prijs een stofzuiger koopt van het merk Moulinex heeft recht op een forse korting bij de aanschaf van een auto naar keuze. Een strijkijzer, koffiezetapparaat of een magnetron is ook goed, als het maar gaat om een aanschaf van in totaal minstens 330 gulden. Voor Moulinex is het, afgezien van de gunstige invloed op de onmiddellijke verkoopresultaten, een manier om het merk te associëren met "kracht en snelheid". Moulinex is in zee gegaan met een importeur. Deze kan vijfentwintig merken leveren, met inbegrip van Renault en Peugeot, en twaalfhonderd modellen, die elders in Europa belastingvrij en vaak tegen een lagere fabrieksprijs worden ingeslagen. Wie een Moulinex fritespan of haardroger heeft gekocht, ontvangt een "paspoort voor de weg", op vertoon waarvan de importeur de auto met korting levert. De korting is mogelijk omdat de tussenhandel van het traditionele dealernet wordt uitgeschakeld. Moulinex geeft als fabrikant aan al haar huishoudelijke artikelen dezelfde merknaam. 1 Hoe wordt zo'n fabrikantenmerk genoemd? Producten hebben voor kopers materiele en immateriële eigenschappen. 2 Gaat het bij de actie van Moulinex om de materiële of om de immateriële eigenschappen van haar producten? Verklaar het antwoord. Renault en Peugeot passen blijkens het krantenbericht prijsdiscriminatie toe 3 Wat is prijsdiscriminatie? Opgave 2 Ajuga bv heeft per 1 januari 2013 een goederenvoorraad van 1.900 stuks à 4,70. In januari 2013 koopt zij in: op 13 januari 3.000 stuks à 5; op 26 januari 2.000 stuks à 5,10. Op 29 januari worden 2.500 stuks verkocht tegen de prijs van 7. Gevraagd 1 Bereken de brutowinst op deze verkoop volgens het fifo-systeem. 2 Bereken de balanswaarde van de goederenvoorraad op 9 februari wanneer het fifo-systeem wordt toegepast. 3 Bereken de brutowinst op deze verkoop volgens het lifo-systeem. 4 Bereken de balanswaarde van de goederenvoorraad op 9 februari wanneer het lifo-systeem wordt toegepast. 5 Noem een bezwaar tegen de balanswaardering van de goederenvoorraad volgens het lifosysteem.

Opgave 3 In deze opgave blijft de BTW buiten beschouwing. Op 1 januari 2013 heeft Verstegen B.V. een nieuwe productielijn in bedrijf genomen. De investering viel uiteen in een aankoopbedrag en bijkomende installatiekosten. Deze installatiekosten bedroegen 37.000,-. Verstegen B.V. heeft een voorzichtige schatting gemaakt van de levensduur en deze gesteld op 4 jaar. De investering wordt via jaarlijks gelijkblijvende bedragen afgeschreven tot een geschatte restwaarde aan het einde van deze levensduur van 9% van het oorspronkelijke investeringsbedrag. Op 1 januari 2015 bedraagt de boekwaarde van deze productielijn 299.750,-. 1 Leg uit dat een al te voorzichtige schatting van de levensduur ook nadelig voor Verstegen B.V. kan zijn. 2 Bereken het bedrag van de jaarlijkse afschrijving van deze productielijn. 3 Bereken het aankoopbedrag van de op 1 januari 2013 aangeschafte productielijn. Opgave 4 Een handelsonderneming verkoopt een product per doos van 50 stuks. Voor het jaar 2012 heeft zij de volgende gegevens verzameld: inkoop en afzet 25.000 dozen; opslag inkoopkosten 20%; opslag overheadkosten 24%; opslag nettowinst 25%; omzetbelasting 6%; verkoopprijs inclusief omzetbelasting per doos 29,57. Begin januari 2013 komen de volgende cijfers over 2012 ter beschikking: inkoop en afzet 25.000 dozen; inkoopprijs 15,50 per doos; werkelijke inkoopkosten 68.000; werkelijke overheadkosten 114.000; werkelijke verkoopprijs 28, exclusief omzetbelasting, per doos; omzetbelasting 6%. Gevraagd 1 Bereken voor 2012 de verwachte inkoopprijs per doos. 2 Bereken voor 2012 de verwachte nettowinst. 3 Bereken voor 2012 het gerealiseerde verkoopresultaat. 4 Bereken voor 2012 de gerealiseerde budgetresultaten. 5 Bereken voor 2012 de gerealiseerde nettowinst. 6 Geef een controleberekening van de gerealiseerde nettowinst door de omzet te verminderen met alle kosten.

Opgave 5 Gegeven Onderneming Dracuul nv verkoopt het artikel Mocuul voor de prijs van 54 per stuk. De inkoopprijs van Mocuul is 37. Beide prijzen zijn exclusief omzetbelasting. De overige variabele kosten per artikel bedragen 6,50. De constante kosten voor 2013 worden geschat op 155.925. Gevraagd 1 Bereken de dekkingsbijdrage per stuk. 2 Bereken de break-evenafzet. 3 Bereken de break-evenomzet. 4 Bepaal de break-evenafzet met behulp van een grafiek met daarin de constante kosten, totale kosten en totale opbrengsten (zie bijlage). 5 Dracuul nv wil over 2013 een nettowinst behalen van 54.075. Bereken de omzet die behaald moet worden om een winst van 54.075 te kunnen realiseren. Gegeven De afzet zal in 2013 volgens schattingen 16.000 artikelen zijn. Dracuul nv kan per 1 januari 2013 een verpakkingsmachine kopen. Als gevolg hiervan nemen de overige variabele kosten per artikel af met 1,50 en nemen de constante kosten per jaar toe met 42.075. Gevraagd 6 Is het verstandig voor Dracuul nv deze machine te kopen? Motiveer je antwoord.

Opgave 6 In een bedrijf van een industriële onderneming wordt een artikel in massaproductie vervaardigd. Voor de bepaling van de standaardkostprijs van dit artikel zijn de volgende gegevens beschikbaar: a. Normale productie 4.000 eenheden product per maand. b. Direct grondstoffenverbruik 1,4 kg per eenheid product. De prijs van de grondstoffen is 8,- per kg. c. Directe arbeid per eenheid product 1,5 uur. Standaarduurloon directe arbeid 24,-. d. De indirecte (constante) productiekosten zijn voor 2013 begroot op 624.000,- per jaar bij een normale productie van 48.000 eenheden per jaar. De productie is gelijkmatig over het jaar verdeeld. Gevraagd: 1 Bereken voor 2013 de standaardkostprijs per eenheid product. Het voor maart 2013 begrote onderbezettingsverlies is 3.510,- 2 Van welke verwachte (werkelijke) productie is hierbij uitgegaan? (zie formuleblad) Eind maart 2013 worden de volgende gegevens aan de boekhouding over de afgelopen maand ontleend: a. Aantal vervaardigde eenheden gereed product 3.800. b. Direct grondstoffenverbruik 5.325 kg à 8,04 = 42.813,- c. Aantal gewerkte uren directe arbeid 5.710, waarvoor betaald 136.800,- d. Indirecte productiekosten 51.740,- e. Verkocht en afgeleverd 3.800 stuks à 100,- = 380.000,-. Gevraagd: 3 Bereken het bedrijfsresultaat over maart 2013, als het verschil tussen omzet en totale werkelijk kosten. 4 Bereken het verkoopresultaat over maart 1998. 5 Bereken het budgetresultaat over 2013 gesplitst in prijsverschillen, efficiencyverschillen en het verschil op indirecte productiekosten (Zie formuleblad). 6 Bereken opnieuw het bedrijfsresultaat, nu met behulp van de antwoorden van vraag 4 en 5. 7 Hoe groot zou de afzet in de maand maart geweest moeten zijn wil er sprake zijn van winst noch verlies?

Opgave 7 Het machine uur tarief van een machine is 100,-, waarvan 60,- constante kosten en 40,- variabele kosten. De normale productie omvang is 500 uur per maand voor 1.500 eenheden product. Over de maand mei zijn de volgende gegevens bekend: aantal machine uren 520 voor 1590 eenheden product in totaal is aan machinekosten uitgegeven: constante machinekosten 32.240,- variabele machinekosten 20.280,- Gevraagd: 1 Bereken over de maand mei het budgetresultaat op machinekosten. 2 Bereken het efficiencyverschil op machine uren (zie formuleblad). 3 Bereken het prijsverschil op constante machine kosten (zie formuleblad). 4 Bereken het prijsverschil op variabele machine kosten (zie formuleblad). 5 Bereken het bezettingsresultaat (zie formuleblad). 6 Controleer met behulp van de uitkomsten 2 tot en met 5 de uitkomst van 1.

Bijlage opgave 5 Naam:..... Vraag d

Formule blad Bij opgave 6 en 7 kunnen de volgende formules worden gebruikt Prijsverschil: (Standaardprijs Werkelijke prijs) x Werkelijke hoeveelheid Efficiencyverschil: (Standaardhoeveelheid Werkelijke hoeveelheid) x Standaardprijs Bezettingsresultaat: (Werkelijke bezetting Normale bezetting) x Constante kosten Normale bezetting

Uitwerkingen Opgave 1 1 Familiemerk of paraplumerk. 2 Bij Moulinex gaat het om de immateriële eigenschappen. Zij wil haar merk associëren met "kracht en snelheid". 3 Prijsdiscriminatie vindt plaats als verschillende afnemers verschillende prijzen voor hetzelfde product betalen. Opgave 2 1 Omzet 2.500 à 7 = 17.500 Inkoopwaarde 11.930 Brutowinst 5.570 2 2.400 stuks à 5 = 12.000 2.000 stuks à 5,10 = 10.200 22.200 3 Omzet 2.500 à 7 = 17.500 Inkoopwaarde 12.700 Brutowinst 4.800 4 1.900 stuks à 4,70 = 8.930 2.500 stuks à 5 = 12.500 21.430 5 In een periode van prijsstijgingen komt het lifo-systeem tot een te lage waardering van de voorraad omdat deze is gebaseerd op (lage) historische prijzen. Opgave 3 1 Bij een te voorzichtige schatting wordt de levensduur te kort ingeschat en worden de jaarlijkse afschrijvingsbedragen hoger dan feitelijk nodig. Daarmee wordt de kostprijs en misschien de verkoopprijs te hoog vastgesteld. 2 Gedurende de totale levensduur wordt 100% 9% = 91% afgeschreven, per jaar 22,75%. Op 1 januari 2005 is er 2 keer afgeschreven, resteert nog 22,75% 2 + 9% = 54,5%. jaarlijkse afschrijving 299.750 / 0,545 0,2275 = 125.125,-. 3 aanvankelijke investering 299.750 / 0,545 = 550.000 1p aankoopbedrag 550.000 37.000 = 513.000,- 1p

Opgave 4

Opgave 5

Opgave 6 1. Grondstoffenverbruik 1,4 kg x 8,- = 11,20 Lonen 1,5 uur x 24,- = 36,- Indirecte kosten 624.000,- = 13,- 48.000 Standaardkostprijs 60,20 2. (? - 4.000) x 13 = 3.510,- nadelig? = 3.730 3. Omzet 380.000,- grondstoffenverbruik 42.813,- lonen 136.800,- indirecte productiekosten 51.740,- 231.353,- Bedrijfsresultaat 148.647,- 4. 39,80 x 3.800 = 151.240,- 5. Efficiencyverschil grondstoffen 40,- negatief Efficiencyverschil lonen 240,- negatief Verschil indirecte productiekosten 2.340,- negatief Prijsverschil grondstoffen 213,- negatief Prijsverschil lonen 240,- positief Budgetresultaat 2.593,- negatief 6. 151.240,- - 2.593,- = 148.647,- 7. 624.000,-/( 100,- - 47,20) = 11.818 producten Opgave 7 1 Toegestane machine kosten 1590/3 x 100,- = 53.000,- Werkelijke machine kosten 32.240,- + 20.280,- = 52.520,- 480,- voordelig 2 (SH - WH) x SP (530-520) x 100,- = 1.000,- voordelig 3 (SP - WP) x WH ( 60-64,48) x 500 uur = 2.240,- nadelig 4 (SP - WP) x WH ( 40-39,- ) x 520 uur = 520,- voordelig 5 (W - N) x C/N (520-500) x 60,- = 1.200,- voordelig 6 1.000,- - 2.240,- + 520,- + 1.200,- = 480,- voordelig Normering Opgave 1 Opgave 1 Opgave 2 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 1: 2 punten 1: 2 punten a: 2 punten 1: 3 punten 1: 2 punten 1: 2 punten 1: 2 punten 2: 2 punten 2: 1 punt b: 3 punten 3: 1 punt 2: 1 punt 2: 2 punten 2: 1 punt 3: 2 punten 3: 2 punten c: 2 punten 3: 2 punten 3: 1 punt 3: 1 punt 3: 1 punt 4: 1 punt 4: 3 punten 4: 2 punten 4: 1 punt 4: 1 punt 5: 1 punt 5: 1 punt 5: 2 punten 5: 5 punten 5: 1 punt 6: 2 punten 6: 2 punten 6: 1 punt 6: 1 punt 7: 2 punten Aantal punten x 9 + 1 = cijfer 63