Instelling Lydian Lawyers Employment, Pensions & Benefits www.lydian.be Onderwerp SWT (het vroegere brugpensioen), Canada Dry en Tijdskrediet: verhoogde werkgeversbijdragen, ook voor het verleden! Datum 11 april Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u geen recht verleend op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt geen advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch een van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. M&D Seminars M&D SEMINARS Eikelstraat 38 9840 De Pinte T 09 224 31 46 F 09 225 32 17 info@mdseminars.be www.mdseminars.be
SWT (HET VROEGERE BRUGPENSIOEN), CANADA DRY EN TIJDSKREDIET: VERHOOGDE WERKGEVERSBIJDRAGEN, OOK VOOR HET VERLEDEN! 1. Situering Sinds 1 april 2010 waren de werkgeversbijdragen op SWT (het vroegere brugpensioen) en pseudobrugpensioenen (door de werkgever betaalde aanvullingen bij volledige werkloosheid (canada dry) en bij tijdskrediet, loopbaanvermindering en verminderde arbeidsprestaties (hierna samengebracht onder de noemer tijdskrediet )) al fors gestegen door de zogenaamde Decava-wetgeving. Met de Programmawet stijgen de werkgeversbijdragen opnieuw. Opmerkelijk is dat de Programmawet ook gevolgen heeft voor in het verleden toegekende brugpensioenen en pseudo-brugpensioenen. De nieuwe regels treden in werking op 1 april, maar er worden nog aanpassingen verwacht. De sociale partners binnen de Nationale Arbeidsraad zitten niet op dezelfde lijn als de wetgever en krijgen de mogelijkheid om tegen 1 juli bepaalde aanpassingen te doen en alternatieven voor te stellen aan de regering, die deze dan eventueel kan aannemen met een Koninklijk Besluit. 2. Wat blijft bij het oude De werknemersinhoudingen veranderen (voorlopig) niet. Deze bedragen 6,5% (4,5% voor het vroegere halftijds brugpensioen) en worden berekend op de som van de sociale uitkeringen en de aanvullende vergoedingen. Er bestaan specifieke regels voor ondernemingen in herstructurering en moeilijkheden. Wij vermoeden dat deze regelgeving ook zal worden gewijzigd, maar hebben hier voorlopig geen informatie over. Bij het berekenen van de sociale zekerheidsbijdragen voor canada dry en tijdskrediet is het steeds belangrijk om voor ogen te houden dat er enkel bijdragen verschuldigd zijn nadat de werknemer 50 jaar is geworden en tot aan de leeftijd van 65 jaar. Dit wijzigt (voorlopig) niet. Bovendien zijn er geen sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd in het kader van canada dry of tijdskrediet in, onder meer, de volgende uitzonderingen, die (voorlopig) evenmin wijzigen: de werknemer genoot de aanvullende vergoeding al voor het eerst op het ogenblik dat hij de leeftijd van 45 jaar nog niet had bereikt; de werknemer genoot de aanvullende vergoeding al voor het eerst vóór 1 januari 2006; de werknemer werd ontslagen vóór 1 oktober 2005; de werknemer geniet een uitkering wegens ouderschapsverlof, palliatief verlof of verlof voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid; de werknemer geniet een uitkering wegens halftijds tijdskrediet voor werknemers ouder dan 50 jaar. Er worden momenteel evenmin wijzigingen doorgevoerd aan het systeem van sanctionering bij het schenden van de verplichtingen in het kader van werkhervatting (mogelijke verdubbeling van bijdragen).
3. Werkgeversbijdragen stijgen fors De werkgeversbijdragen worden berekend op het bedrag van de aanvullende vergoeding zelf, zonder rekening te houden met de sociale uitkeringen. Voortaan wordt er een onderscheid gemaakt tussen 3 tijdsvakken: oude stelsels: aanvang vóór 1 april 2010 of betekening ontslag of opzegging vóór 16 oktober 2009 tussenstelsels: aanvang vanaf 1 april 2010 en betekening van ontslag of opzegging na 15 oktober 2009 nieuwe stelsels: aanvang vanaf 1 april en betekening van ontslag of opzegging na 28 november 2011 De werkgeversbijdragen stijgen voor alle stelsels, dus ook voor de oude stelsels en tussenstelsels! Hieronder vindt u een schematisch overzicht van de wijzigingen. 1. Oude stelsels Voor SWT: verhoging met 10%. Deze werkgeversbijdragen zijn degressief en veranderen naarmate de betrokken werknemer ouder wordt. Leeftijd op einde maand Vroegere WG-bijdrage WG-bijdrage vanaf 1 april bijdrage verschuldigd < 52 jaar 30% 33% 52 jaar < 55 jaar 24% 26,40% 55 jaar < 58 jaar 18% 19,80% 58 jaar < 60 jaar 12% 13,20% 60 jaar en ouder 6% 6,60% Voor canada dry en tijdskrediet: verhoging van 32,25 naar 38,82%. Deze werkgeversbijdragen zijn vaste percentages. Leeftijd Vroegere WG-bijdrage WG-bijdrage vanaf 1 april 50 jaar of ouder 32,25% 38,82% 2. Tussenstelsels Voor SWT: verhoging met 10%. Het percentage is afhankelijk van de leeftijd waarop het SWT aanvangt (de instapleeftijd) en dus niet degressief.
Instapleeftijd Vroegere WG-bijdrage WG-bijdrage vanaf 1 april < 52 jaar 50% 55% 52 jaar < 55 jaar 40% 44% 55 jaar < 58 jaar 30% 33% 58 jaar < 60 jaar 20% 22% 60 jaar en ouder 10% 11% Voor canada dry: verhoging met 10%, met een absoluut minimum van 38,82%. Ook dit percentage is afhankelijk van de instapleeftijd en dus niet degressief. Instapleeftijd Vroegere WG-bijdrage WG-bijdrage vanaf 1 april 50 jaar < 52 jaar 50% 55% 52 jaar < 55 jaar 40% 44% 55 jaar < 58 jaar 30% 38,82% 58 jaar < 60 jaar 20% 38,82% 60 jaar en ouder 10% 38,82% Voor tijdskrediet: vast percentage verandert van 32,25 % naar 38,82% Leeftijd Vroegere WG-bijdrage WG-bijdrage vanaf 1 april 50 jaar of ouder 32,25% 38,82% 3. Nieuwe stelsels De percentages voor nieuwe SWT en canada dry verhogen zeer fors. Het percentage is afhankelijk van de instapleeftijd. Instapleeftijd SWT Canada Dry < 52 jaar 100% 100% 52 jaar < 55 jaar 95% 95% 55 jaar < 58 jaar 85% 85% 58 jaar < 60 jaar 55% 55% 60 jaar en ouder 25% 38,82%
Voor tijdskrediet: vast percentage van 38,82% Leeftijd WG-bijdrage vanaf 1 april 50 jaar of ouder 38,82% 4. Bedenkingen De nieuwe voorwaarden en de hoge werkgeversbijdragen zullen er toe leiden dat er aanzienlijk minder gebruik zal worden gemaakt van SWT en canada dry. Of daarmee nog de beoogde begrotingsdoelstelling (opbrengst van 14 miljoen EUR) wordt gehaald, is nog af te wachten. In ieder geval mogen de alternatieven die de NAR voorstelt niet tot gevolg hebben dat er een mindere opbrengst is. De NAR is voorstander om de percentages van de werkgeversbijdragen voor lopende regelingen of regelingen die volgen uit een vroeger collectief ontslag niet te wijzigen. Werkgevers die in het verleden een budget aanlegden voor een SWT, canada dry of tijdskrediet zouden plots geconfronteerd kunnen worden met een onvoldoende budget, met alle gevolgen vandien. Bij vele ondernemingen gaat dit om een aanzienlijk aantal werknemers, al dan niet in het kader van een sociaal plan bij een collectief ontslag. De wetgever laat weten dat de NAR wel nog aanpassingen mag voorstellen, maar dat de bijdragen betrekking moeten hebben op zowel de in het verleden als voor de toekomst aangegane brugpensioenperiodes. Hoe die twee periodes verdeeld worden, daarover kan de NAR wel zelf beslissen. Het is dus wel te verwachten dat ook de lopende regelingen getroffen zullen worden, al zijn verzachtingen aan de regeling niet uitgesloten. Ook rijst de vraag of het de bedoeling is dat alle (gedeeltelijk) gekapitaliseerde betalingen in het verleden opnieuw worden berekend en dat er een bijkomende storting gebeurt? Dit zou voor vele ondernemingen, om het zeer zacht uit te drukken, niet alleen praktisch een erg moeilijke oefening zijn, maar ook budgettair een regelrechte kaakslag zijn. Geen bijkomende storting vragen is wellicht ook niet mogelijk, want dat zou dan weer een onrechtvaardig voordeel betekenen ten opzichte van maandelijkse betalingen (tot aan de leeftijd van 65).