Instelling. Onderwerp. Datum

Transcriptie

1 Instelling My Lawyer Info Monard D Hulst Onderwerp De Wet op de Continuïteit van de Ondernemingen. Hoofdstuk 3. Het gerechtelijk minnelijk akkoord: het huwelijkscontract tussen schuldeiser en schuldenaar Datum 21 oktober 2011 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u geen recht verleend op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt geen advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch een van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. M&D Seminars 2011 M&D SEMINARS Eikelstraat De Pinte T F info@mdseminars.be

2 De Wet op de Continuïteit van de Ondernemingen Hoofdstuk 3 Het gerechtelijk minnelijk akkoord: het huwelijkscontract tussen schuldeiser en schuldenaar. 3.1 Inleiding In de vorige nieuwsbrieven werd een korte toelichting verschaft omtrent de doelstellingen van de wetgever, alsook de vaststelling dat de onderneming in moeilijkheden steeds voor zichzelf dient na te gaan in welke mate de WCO effectief iets voor haar kan betekenen. Er werd reeds aangehaald dat de wetgever in de WCO 3 verschillende gerechtelijke procedurele instrumenten heeft voorzien, meer bepaald een gerechtelijke reorganisatie via : 1. het gerechtelijk minnelijk akkoord; 2. het collectief akkoord met stemmingsvergadering voor de rechtbank; 3. de overdracht van onderneming of activiteit onder gerechtelijk gezag. Herinner u de doelstelling van de wetgever: verschillende procedures (zowel gerechtelijke als buitengerechtelijke) in het leven roepen om de onderneming in moeilijkheden diverse mogelijkheden te bieden om haar continuïteit te herstellen en te verzekeren. In deze nieuwsbrief wordt de eerste mogelijkheid binnen de gerechtelijke procedure behandeld : het minnelijk akkoord. Dit mag niet worden verward met een buitengerechtelijk minnelijk akkoord, dat met een zekere discretie kan worden toegepast (zie een voorgaande nieuwsbrief : Hoofdstuk 1 het buitengerechtelijk minnelijk akkoord : een akkoord met schuldeisers achter de schermen ). Niet alleen het standpunt van de onderneming in moeilijkheden zal worden aangekaart, maar ook dit van haar schuldeisers. 3.2 De positie van de schuldenaar (de onderneming in moeilijkheden) De wetgever heeft getracht om door middel van de verschillende gerechtelijke WCO-procedures een zekere ademruimte te creëren voor de onderneming in moeilijkheden. 1

3 Om dit te bereiken heeft de wetgever enkele belangrijke gevolgen verbonden aan de aanvraag (het verzoekschrift) die door de onderneming in moeilijkheden wordt ingediend bij de bevoegde rechtbank, en dit reeds vanaf het ogenblik dat zij deze aanvraag heeft goedgekeurd én, voor een langere termijn, van zodra de procedure officieel wordt geopend bij vonnis. (zie hiervoor de voorgaande nieuwsbrief: hoofdstuk 2 De gerechtelijke WCO-procedure in theorie en in de praktijk: een wereld van verschil?) Wat is er bijzonder aan de procedure tot gerechtelijke reorganisatie met het oog op het bekomen van een minnelijk akkoord? In geval van een gerechtelijk minnelijk akkoord, moet de onderneming in moeilijkheden een individueel akkoord bekomen met haar schuldeisers. Met hoeveel schuldeisers? Zoals voor een buitengerechtelijk minnelijk akkoord moet men zich verstaan met alle schuldeisers, of (minstens) met twee of meer onder hen. Het gerechtelijk minnelijk akkoord biedt de mogelijkheid om zulke akkoorden met schuldeisers na te streven, onder toezicht van een gedelegeerd rechter die de rechtbank benoemt, en eventueel ook met de hulp van een door de rechtbank aangestelde mandataris. De tussenkomst van zulke personen kan bijdragen tot vertrouwen en overtuigingskracht bij die schuldeisers die verzocht worden om een akkoord te willen toestaan. En (zeker kleinere) ondernemingen in moeilijkheden die de vereiste kennis of interne medewerker(s) missen, kunnen een meerwaarde putten uit de assistentie van zulke persoon/personen die aangesteld worden door de rechtbank. Deze toepassingsmogelijkheid maakt het de onderneming in moeilijkheden mogelijk om elke schuldeiser individueel te benaderen en onderhandelingen te voeren aangepast aan de specificiteit van haar relatie met haar schuldeisers, weliswaar onder toezicht van de bevoegde Rechtbank. Dit zou dan moeten resulteren in akkoorden, waarin de modaliteiten worden uitgedrukt, en waardoor de onderneming haar continuïteit zou moeten kunnen verzekeren. De Rechtbank zal, eenmaal de akkoorden werden bereikt, overgaan tot de vaststelling ervan en de procedure afsluiten. Dan komt het voor de onderneming in moeilijkheden erop aan het akkoord/de akkoorden te kunnen uitvoeren conform de overeengekomen modaliteiten! 2

4 3.3 De positie van de schuldeisers Vaak wordt gedacht dat eenmaal de gerechtelijke WCO-procedure wordt toegepast en toegekend de schuldeisers deze procedure zonder meer, passief, moeten ondergaan. Van de schuldeisers wordt verwacht dat zij hun steentje bijdragen tijdens en na de gerechtelijke WCOprocedures, voornamelijk door financiële toegevingen te doen ( bevriezing van de schulden, het verlenen van kwijtscheldingen, het toekennen van afbetalingsfaciliteiten die over 5 jaren kunnen worden gespreid), zo niet kan de onderneming in moeilijkheden zelfs niet hopen op een herstel. De toegevingen, de solidariteit die van de schuldeisers verwacht worden met de kritische bedenking dat deze schuldeisers zelf in moeilijkheden zouden kunnen komen zijn echter niet ongelimiteerd. Ten einde de schuldeisers een bescherming te verlenen voor hun eigen continuïteit in het kader van een minnelijk akkoord, wordt het toezicht van de Rechtbank vooropgesteld: enkel de Rechtbank kan overgaan tot het vaststellen van de akkoorden die bereikt werden. De akkoorden binden de partijen, tot zolang er geen einde aan gesteld is in toepassing van de mogelijkheden die het gewone verbintenissenrecht hieromtrent biedt. De WCO biedt in het kader van het gerechtelijk minnelijk akkoord de specifieke mogelijkheid aan de onderneming in moeilijkheden om aan de rechtbank gematigde termijnen te verlenen voor het kunnen betalen van welbepaalde schulden. De onderneming in moeilijkheden kan zich daartoe wenden tot de rechtbank, in het kader van een reorganisatieprocedure, en de rechtbank zal dan oordelen (en bepalen wat gematigd is). Wordt door de betrokken schuldeiser(s) vastgesteld dat een door de rechtbank vastgesteld akkoord, eventueel de bedoelde gematigde termijnen, niet wordt gerespecteerd en dus niet wordt uitgevoerd, dan kan door de schuldeiser(s) initiatief worden genomen om hieraan een einde te stellen, en de bescherming te ontnemen aan de onderneming in moeilijkheden. Dan is het weer mogelijk voor de schuldeiser(s) om beslag te leggen, om desgewenst een faillissement te vorderen. Zoals in het geval van een buitengerechtelijk minnelijk akkoord, biedt de WCO aan de schuldeiser die betrokken was in een door de rechtbank vastgesteld akkoord, een zekere bescherming, beperkt maar belangrijk, indien later de betrokken onderneming in moeilijkheden toch nog zou failliet verklaard worden. 3

5 (De curator wordt immers beperkt in zijn mogelijkheden om het bereikte akkoord na faillissement aan te vechten) Dit is een niet te verwaarlozen voordeel dat door een schuldeiser in overweging kan worden genomen om in te gaan op een voorstel tot akkoord. Met betrekking tot het buitengerechtelijk minnelijk akkoord kan er verwezen worden naar een voorgaande nieuwsbrief: Hoofdstuk 1 Het buitengerechtelijk minnelijk akkoord: een akkoord met schuldeisers achter de schermen. Auteur: Mr. Nadia Ouzoubair (i.s.m. Mr. Piet Carlier en mr. Matthias Gesquière) Voor een geïndividualiseerd advies, kan u ons steeds bereiken via onze contactgegevens zoals hieronder weergegeven. Piet Carlier Nadia Ouzoubair Matthias Gesquière piet.carlier@monard-dhulst.be nadia.ouzoubair@monard-dhulst.be matthias.gesquiere@monard-dhulst.be Monard-D'Hulst Antwerpen Brussel Gent Hasselt Kortrijk on the net: Berchemstadionstraat 78 bus1 Tervurenlaan 270 Baarledorpstraat 93 Gouverneur Roppesingel 131 Doorniksewijk Antwerpen 1150 Brussel 9031 Gent 3500 Hasselt 8500 Kortrijk Tel Tel Tel Tel Tel Fax Fax: Fax Fax Fax /10/2011- copyright 2011 Monard- D'Hulst 4