Toespraak van de Commandant der Strijdkrachten Generaal P van Uhm, ter gelegenheid van het symposium op 5 mei 2012 te Wageningen. Let op: Alleen gesproken woord geldt! Dames en heren, Ik sta hier vandaag met bijzonder gemoed. Binnenkort neem ik afscheid van een van de boeiendste functies binnen Defensie. Volgens welke definitie je het ook bekijkt, dan ben ik ook veteraan. Het zou dus, nu het einde van mijn carrière bij Defensie nadert, een mooie gelegenheid kunnen zijn om hier vandaag, samen met u, de balans op te maken. Dat zou kunnen, maar dat doe ik niet. 1
Niet in de laatste plaats omdat ik, tot mijn vertrek, de dagelijkse leiding heb over duizenden mannen en vrouwen. Mannen en vrouwen die zich dagelijks inzetten voor de belangen van ons land. Ver weg en dichtbij. Ik ben daar zeer trots op. Ik voel mij voor hen zeer verantwoordelijk. Tot mijn laatste dag als Commandant der Strijdkrachten. Pas dan maken we de balans op. Waarom ben ik trots? Ik ben trots leiding te mogen geven aan een organisatie waar alle medewerkers - militairen, burgers, hoog en laag - zich dagelijks inspannen voor een betere wereld. Een vreedzamere wereld. 2
Zich inspannen voor, zoals uw thema is, het exporteren van vrijheid. Want dat doen zij ook. Zij groeiden zelf op in een land waar vrede en veiligheid als vanzelfsprekend wordt ervaren, maar kiezen ervoor zich in te zetten in conflictgebieden, zoals Afghanistan en de Somalische Wateren. Ik begrijp natuurlijk als geen ander waarom zij de keuze voor het militaire vak maakten. Ik heb die keuze zelf ook ooit gemaakt. Wat maakt het militaire vak dan zo mooi? Waarom koos ik zelf voor het militaire beroep? Die vraag is veel eenvoudiger te beantwoorden dan het lijkt. 3
Militair word je omdat je je graag inzet voor anderen. Omdat je avontuurlijk bent ingesteld. En omdat je niet bang bent om tot het uiterste te gaan. Een militair wil het verschil maken, al is dat verschil soms maar klein. En onze militairen maken het verschil! Ze brengen vrede en veiligheid in landen die vaak al jaren worden geteisterd door oorlog en rampspoed. Vrijheid begint vaak bij hele eenvoudige basisprincipes. Kinderen die naar school kunnen, mensen die weer veilig over straat kunnen en een winkeltje kunnen beginnen. Een overheid die functioneert. 4
Laat ik Afghanistan als voorbeeld gebruiken en de provincie Uruzgan in het bijzonder. Defensie is in eerste instantie verantwoordelijk voor het brengen van veiligheid. Maar samen met Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking hebben wij meer gedaan. Er zijn wegen aangelegd, de handel is weer op gang gebracht, en er zijn scholen gebouwd voor meisjes. Iets dat onder het regime van de Taliban nog ondenkbaar was. Er is hard gewerkt aan het opbouwen van het rechtssysteem en het opleiden van officieren van justitie. 5
En nu met evenveel inzet en passie, helpen onze Nederlandse militairen de Afghaanse politie en justitie in Kunduz door het geven van opleidingen en trainingen en praktijkbegeleiding. Vrouwen in Kunduz worden opgeleid tot politieagent. Rechters en advocaten worden geschoold. Hierdoor kunnen economische ontwikkelingen zich ontplooien en doen zij het langzaam welvaart en rust hun intrede. Toen ik er een bezoek bracht zag ik kinderen vliegeren. Iets wat onder de Taliban verboden was. Onlangs zag ik op televisie een indrukwekkende reportage over een vrouw die vertelde dat ze al haar hele leven politievrouw wilde worden, maar daar eenvoudigweg geen kans voor kreeg. 6
Nu handhaaft diezelfde vrouw de orde in Kunduz-stad. Ik geef toe, Afghanistan gaat maar heel langzaam vooruit en helaas moeten we erkennen dat we af en toe één stap achteruit gaan en pas dan weer twee stappen vooruit. Het is een gegeven dat we moeten accepteren. Maar vooruit gaan we wel. Daar ben ik trots op. Dames en heren, Naast trots voel ik me ook verantwoordelijk. Ieder moment van de dag en tot de laatste dag. We zenden militairen uit voor soms uiterst moeilijke en gevaarlijke taken. Ze doen dat graag. Ze hebben tenslotte zoals ik zojuist zei bewust die keuze gemaakt. 7
Maar dat neemt niet weg dat wij - u en ik - regering, parlement en bevolking, hen daartoe in staat moeten stellen. Goed opgeleid, met goed materieel, met goede zorg. Dat belang steeds opnieuw onder de aandacht brengen, beschouw ik als één van mijn belangrijkste taken. Ik vind, als je militairen uitstuurt, dat je de verantwoordelijkheid hebt hen met zo goed mogelijk materieel op missie te sturen. Dat is hard nodig. Mijn mensen zijn professionals, en zij moeten ook professioneel hun werk kunnen doen. 8
Dames en heren, Waar brengen trots en verantwoordelijkheidsgevoel mij als we scherper kijken naar de vraagstelling die vandaag centraal staat. kun je vrijheid exporteren? Een simpele vraag zonder een simpel antwoord. Zoiets zal nooit snel en gemakkelijk gaan. Een land met een lange eigen geschiedenis en eigen tradities verander je niet even. Dat moet je niet verwachten. Dat moet je ook niet willen. Laten wij ons allereerst realiseren dat elke missie een politieke keuze is. Niet de militair, maar de politiek bepaalt. U bepaalt. 9
Wij Nederlanders bepalen waar onze militairen aan het werk gaan. Het gaat er hier ook om of je als land je internationale verantwoordelijkheid neemt. Neem je de verantwoordelijkheid die past bij de waarden die je uitdraagt? Bij de belangen die je hebt als land? Inderdaad, de dominee én de koopman. Daar is niets mis mee. Daarom bouwen we Afghanistan op en bestrijden we piraten. Dat doen we zoals gezegd met succes. Maar daarachter ligt een weloverwogen keuze. Een politieke keuze. Als die keuze wordt gemaakt kunnen we aan de slag. Kunnen we vrede exporteren. 10
Want daar geloof ik wel degelijk in. Natuurlijk, we kunnen een land in oorlog geen vrede opleggen. Wij kunnen een land in oorlog wel laten zien dat er een andere weg is. De weg van kansen. De weg van ontwikkeling. De weg van vooruitgang. De weg, die wij eigenlijk kunnen samenvatten met het woord Toekomst. Welke vader of moeder wil er geen betere toekomst voor zijn kinderen? Wanneer wij daar alleen al een kleine bijdrage aan kunnen leveren, dan kun je achteraf nooit zeggen dat je inspanningen voor niets zijn geweest. 11
Dames en Heren. Vrijheid kun je doorgeven, vrijheid kun je creëren, en ja, vrijheid kun je exporteren. Niet gemakkelijk, niet snel, niet vanzelfsprekend. Maar stapje bij stapje. Met vasthoudendheid. En dankzij onze militairen, die daar elke dag weer, heel hard aan werken. Dank voor uw aandacht. -0-0-0-12