Cochleaire implantatie bij volwassenen Sommige zeer ernstig slechthorende of dove mensen kunnen zelfs met krachtige hoortoestellen niet of nauwelijks spraakverstaan. Een cochleair implantaat (CI) kan ervoor zorgen dat deze mensen weer kunnen horen en spraak weer kunnen verstaan.
CI-team VUmc In het CI-team VUmc zijn diverse specialisten vertegenwoordigd, namelijk audiologen, KNO-artsen, logopedisten, een maatschappelijk werker, een taalkundige en een coördinator. Het CI-team VUmc begeleidt niet alleen mensen met een cochleair implantaat, maar doet ook wetenschappelijk onderzoek en verzorgt onderwijs. Het CI-team VUmc participeert in CI-ON, de landelijke koepel van CI-teams. Wat is een cochleair implantaat? Een cochleair implantaat bestaat uit een inwendig deel en een uitwendig deel. Het inwendige deel wordt tijdens een operatie geplaatst en bestaat uit de elektrodenbundel die in het binnenoor (cochlea) wordt geschoven en de ontvanger van het implantaat die in het bot van de schedel wordt geplaatst. Het uitwendige deel is de spraakprocessor, die bestaat uit een microfoon, een processor, een spoel en voeding voor het toestel. Dit deel wordt als een hoortoestel achter het oor gedragen. Geluid waarnemen via een cochleair implantaat gaat als volgt: de uitwendige spraakprocessor vangt het geluid op en analyseert en bewerkt het geluid. Het gecodeerde geluid wordt vervolgens via een spoel op het hoofd doorgegeven aan het inwendige deel. Dit deel zorgt ervoor dat de elektrode in het binnenoor de elektrische signalen doorgeeft aan de gehoorzenuw. Geluiden klinken heel anders Hoewel geluiden met een cochleair implantaat weer gehoord kunnen worden, klinken deze heel anders dan met een normaal gehoor of met hoortoestellen. De betekenis van geluiden en het onderscheid tussen spraakklanken en woorden moeten opnieuw geleerd worden; de eerste periode is spraak vaak nog moeilijk te verstaan. Dit proces verloopt niet voor iedereen even makkelijk en snel. Sommige mensen bereiken in dagen het resultaat waar andere mensen maanden voor nodig hebben. Het is van tevoren moeilijk in te schatten hoeveel tijd u nodig hebt om spraak weer te kunnen verstaan. 2
Wie komt er voor in aanmerking? Een cochleair implantaat kan uitkomst bieden aan mensen die met een regulier hoortoestel aan beide oren, spraak zeer beperkt kunnen verstaan. Dit kan het geval zijn bij volwassenen die al geruime tijd doof of ernstig slechthorend zijn. Een cochleair implantaat kan ook een meerwaarde hebben voor mensen die plotsdoof zijn geworden of waarbij het gehoor dusdanig achteruit is gegaan dat zelfs de krachtigste hoortoestellen niet meer voldoen. In het merendeel van de gevallen werkt een cochleair implantaat het beste bij volwassen die slechts een korte periode doof zijn en goed verstaanbaar hebben leren spreken. Minder positief zijn de resultaten bij volwassenen die volledig doof zijn geboren of doof zijn geworden voor het vijfde levensjaar en waar hoortoestellen nauwelijks of geen effect hebben. Voor deze groep is spraakverstaan door middel van een cochleair implantaat meestal niet haalbaar, daarom is men zeer terughoudend met het plaatsen van een cochleair implantaat. Om in aanmerking te komen voor een cochleair implantaat, dient u niet alleen ervaring te hebben met gesproken taal, maar moet u tevens een redelijke gezondheid hebben en dient het binnenoor goed doorgankelijk te zijn om de elektrodenbundel te kunnen inbrengen. Daarnaast moet u in staat zijn om een intensief trainingsprogramma te volgen. Patiënten van alle leeftijden komen voor een cochleair implantaat in aanmerking. Adviesprocedure De adviesprocedure bestaat uit een aantal onderzoeken om te bepalen of u in aanmerking komt voor een cochleair implantaat. Het is van tevoren moeilijk te voorspellen wat het resultaat is van cochleaire implantatie, aangezien er veel factoren zijn die het resultaat beïnvloeden. Om het aantal bezoeken aan het ziekenhuis te beperken, worden de verschillende afspraken zo veel mogelijk gecombineerd. Als u in aanmerking komt voor een cochleair implantaat, beslist u uiteraard zelf of deze daadwerkelijk wordt geplaatst. Bij plotselinge doofheid als gevolg van meningitis (hersenvliesontsteking) vindt een versnelde procedure plaats. Als u in het verleden doof bent geworden door meningitis, volgt een normale procedure. Het kan zijn dat er verbening van het slakkenhuis is opgetreden, waardoor de implantatie bemoeilijkt wordt. 3
Operatie De operatie duurt ongeveer drie uur en vindt plaats onder algehele narcose. De dag voor de operatie wordt u opgenomen op de afdeling Keel-, Neus- en Oorheelkunde, locatie 1C, zodat u kennis kunt maken met de verpleegkundigen en zij u nog enkele medische vragen kunnen stellen. De operatie wordt in de regel niet als zeer belastend ervaren. Sommige patiënten voelen zich direct na de operatie wat misselijk en/of duizelig. Vaak zijn zij een dag na de ingreep echter al behoorlijk opgeknapt en kunnen zij na maximaal drie dagen het ziekenhuis weer verlaten. Als u weer thuis bent, dient u gedurende een week inspanningen te vermijden. Meestal kunt u uw dagelijkse bezigheden na een week weer hervatten. Aan een cochleaire implantatie zijn niet meer risico s verbonden dan aan andere ooroperaties. Tijdens de gesprekken met de KNO-arts gedurende de vooronderzoeken, worden de risico s uitvoerig met u besproken. Revalidatie en nazorg Vier tot zes weken na de operatie volgt een intensieve revalidatieperiode van een jaar met afspraken voor de afregelingen van de spraakprocessor en hoortrainingen bij de logopedist. Naar behoefte heeft u ook gesprekken met de maatschappelijk werker. Daarnaast dient u de oefeningen die de logopedist tijdens de hoortrainingen aanbiedt, thuis dagelijks te herhalen. Hiervoor heeft u een oefenpartner nodig, die ook meekomt naar de sessies in het ziekenhuis. Deze oefenpartner zal tijdens de adviesprocedure minimaal één keer aanwezig moeten zijn bij een afspraak. Na een jaar wordt de revalidatie minder intensief en vinden er alleen nog jaarlijkse controles plaats. Tijdens deze controles wordt het spraakverstaan gemeten en worden de instellingen van uw spraakprocessor gecontroleerd. Zoals bij uw hoortoestellen, wordt de spraakprocessor na een aantal jaren vervangen. 4
Aanmelding Om uw mogelijkheden tot spraakverstaan in kaart te brengen en om in te schatten of een cochleair implantaat een meerwaarde kan betekenen, kunt u zich aanmelden bij het CI-team VUmc. Ook als u niet zeker weet of u in aanmerking komt, kunt u contact met ons opnemen. Aanmelding bij ons team kan op twee manieren: 1) Uw KNO-arts, uw huisarts of het audiologisch centrum verwijst u door. We verzoeken uw KNO-arts of het audiologisch centrum kopieën van recente én oude toon- en spraakaudiogrammen mee te sturen met de verwijsbrief. 2) U neemt zelf contact op met ons team. Dit is gebruikelijk indien u al vele jaren niet meer bij een KNO-arts of een audiologisch centrum geweest bent of als u vragen heeft over de aanmelding. U kunt hiervoor het bijgevoegde formulier invullen en opsturen. Als u in het bezit bent van recente en/of oude toon- en spraakaudiogrammen, verzoeken wij u deze mee te nemen naar de eerste afspraak. Meer informatie Voor meer informatie kunt u kijken op www.ci-vumc.nl. Indien u nog vragen heeft, kunt u contact opnemen via telefoonnummer (020) 444 0969 of e-mail ci@vumc.nl. 5
205022 VU medisch centrum maart 2013 www.vumc.nl 8