Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW)

Vergelijkbare documenten
Staatskanzlei Nordrhein-Westfalen. Landesplanungsbehörde. Vervolgevaluatie van de milieubeoordeling. bij het ontwerp voor het

Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen [deelstaatontwikkelingsplan NRW]

Uitwerking van het regionale Plan Münsterland

Manifeste lokale woningbehoefte. Vraag zoekt locatie

Economische scenario s West-Friesland

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie

Geplande wijzigingen in het LEP NRW (regionaal ontwikkelingsplan Noordrijn-Westfalen) (stand van het concept: 15 december 2017) Onderbouwing.

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

Ons kenmerk: Z / mevrouw M.A. de Jong, de heer H. de Rijk

Noordoost-Brabant, Agri Food capital Regionale detailhandelsfoto Felix Wigman 19 februari 2014

Links naar brondocumenten

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking

Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem

OPEN. 21 punten voor Nijkerk in

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

STAD & LAND in de ruimtelijke ordening

Ruimte voor de Economie van morgen

Werklocaties. Nota Bedrijfsruimte Rotterdam samengevat 19 juni 2019

1. Bevolkingsontwikkeling (demografie):

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

ABiodiversiteit en natuur & landschap in de samenleving

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland,

CHALLENGE LANDSCHAP Kwaliteit door ontwikkelen

Ruimte voor zorg Zorg voor ruimte

Bijlage B Provincie Fryslân Toepassing Bro, art , onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Gemeenschappelijke Intentieverklaring

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

Cao Metalektro: die deal doen we samen

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland

Actualisatie Bestemmingsplan Industrieterrein Heusden. Startnotitie

Archeologiebeleid en de Omgevingswet Heleen van Londen

Toekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop

Operationeel programma "Nederland-Duitsland"

Ladder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Bijlage F Demografische ontwikkelingen

SOCIAAL PERSPECTIEF. sociale structuurvisie Zaanstad

Bevolkingsprognose van Amersfoort Gemeente Amersfoort Marc van Acht en Ben van de Burgwal maart 2013

Een gemeentelijk dorpenbeleid. Plattelandsacademie Leuven, 28 april

VOORBLAD RAADSVOORSTEL. Jacqueline Verbeek publiek & dienstverlening :j Bestemmingsplan "Odijkerweg e.o."

Bestemmingsplan Partiële herziening 2 Negen Kernen Vastgesteld toelichting

VERZONDEN 20SEP.2Ö13. Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg Postbus LH TILBURG

Raadsvergadering. 8 maart

Bestemmingsplan Noorden, Woerdense Verlaat en Vrouwenakker, 1e herziening

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

Programma. Welkom Inleiding WLO Presentatie WLO Aanbieding rapport Reactie Minister van IenM Tijd voor vragen Afronding. #wlo

De begroting van de provincie Utrecht voor Een samenvatting

Michael Balmes Lüder Vollers Christian Vollers Matijs Brand

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte

Naar een duurzame inrichting van Aruba

Ruimtelijke ontwikkelingen in Duitsland: wat kan ik doen?

Onderwerp Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011

Wij danken allen die het mogelijk hebben gemaakt om deze Conferentie te houden.

Deeleconomie De FOD Economie in het midden van de puzzel

Toekomstverkenning naar het Landschap van Overijssel in 2050

Regionale economische prognoses 2016

1. Branding en voorzieningen in gehele subregio Cultuurhistorie benadrukken Toegankelijkheid zorg vergroten (sociaal, fysiek) Wie: overheid,

Regionale arbeidsmarktprognose

Zzp ers in de provincie Utrecht Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep

Artikelen. Huishoudensprognose : uitkomsten. Coen van Duin en Suzanne Loozen

Bestemmingsplan Supermarkt Gouden Leeuw Venray en omgevingsvergunning. Eindrapport zienswijzen

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud

Samen werken aan een toekomstbestendige sector. ishare-project.org

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding

Natuurlijk Heerde! Een bloeiende gemeente op de Veluwe. W ij wonen waar anderen op vakantie gaan. CONCEPT Geactualiseerde Toekomstvisie 2025

Centraal Bureau voor de Statistiek

Voorstel aan de Gemeenteraad

De groei voorbij. Jaap van Duijn september 2007

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5. Binnen het evenementenbeleid worden drie categorieën evenementen onderscheiden.

Wettelijk kader voor adaptatiemaatregelen

Arbeidsmarktprognoses Noord-Holland 2012

Begrenzing Bebouwde kom Wet Natuurbescherming, onderdeel Houtopstanden en 2 e wijziging APV, Hoofdstuk 4, afd. 3 Het bewaren van houtopstanden

Datum raadsvergadering 20 juli 2017

Starters zien door de wolken toch de zon

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Steenakker, herzieing diverse locaties Gageldonkseweg'

Stellingen Provinciale Staten

RUIMTELIJKE ORDENING planologisch kader

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Provinciaal Omgevingsplan Limburg

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

Migratie en pendel Twente. Special bij de Twente Index 2015

Dorpsportret Beuningen Dorpsplan Beuningen 2025 gemeente Losser

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

1-WAT IS PLANOLOGIE? PLANOLOGIE VAN STAD & LAND. Wie ben ik? Wat gaan we doen? BNB Huub Hooiveld Eikelhof, 2018 PLANNEN MAKEN IN NEDERLAND

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

VR DOC.0988/2

Bevolkingsprognose Purmerend

Beter worden in wat we samen zijn!

Digitale cultuur als continuüm

Transcriptie:

Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW)

Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW) II

Deelstaatontwikkelingsplan Noordrijn-Westfalen (LEP NRW) Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW) III

Verordening inzake het LEP NRW Krachtens 17 lid 1 zin 4 van het Landesplanungsgesetz (LPlG) [wet inzake de deelstaatplanning] zoals gepubliceerd op 3 mei 2005 (GV. NRW. pag. 430) [Gesetz- und Verordnungsblatt NRW publicatieblad wetten en verordeningen voor NRW], laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 mei 2016 (GV. NRW. pag. 259), wordt het volgende verordend: 1 Het Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW), dat als bijlage bij deze verordening wordt uitgevaardigd, is integraal onderdeel van deze verordening. Het LEP NRW bestaat uit tekstuele en cartografische bepalingen. 2 Het LEP NRW wordt bij de bevoegde instanties voor zowel de deelstaatplanning als de regioplanning [Landesplanungsbehörde resp. Regionalplanungsbehörden] ter inzage gelegd. 3 Onderhavige verordening treedt in werking op.. Tegelijkertijd worden het Sectorale deelplan inzake grootschalige detailhandel [Sachlicher Teilplan Großflächiger Einzelhandel], het sinds 1995 geldende LEP NRW 95 alsmede het LEP IV inzake bescherming tegen geluidsoverlast door vliegtuigen [Schutz vor Fluglärm] opgeheven. Düsseldorf (D),.. -.. - 2016 De deelstaatregering van Noordrijn-Westfalen: Minister van Onderwijs en Bijscholing Sylvia Löhrmann Minister van Financiën Norbert Walter-Borjans Minister van Economische Zaken, Energie, Industrie, Middenstand en Ambachten Garrelt Duin Minister voor Deelstaat- en Gemeentezaken Ralf Jäger Minister voor Arbeid, Integratie en Sociale Zaken Rainer Schmeltzer Minister van Justitie Thomas Kutschaty Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW) IV

Minister voor Klimaat, Milieu, Landbouw, Natuur- en Consumentenbescherming Johannes Remmel ` Minister voor Volkshuisvesting, Stadsontwikkeling en Verkeer Michael Groschek Minister voor Innovatie, Wetenschap en Onderzoek Svenja Schulze MdL Minister voor Gezinszaken, Jeugd, Cultuur en Sport Christina Kampmann Minister van Volksgezondheid, Emancipatie, Zorg en Ouderenzorg Barbara Steffens Minister voor Federale Zaken, Europa en Media alsmede Algemene Zaken [Staatskanzlei] Franz-Josef Lersch-Mense van de deelstaat Noordrijn-Westfalen Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW) V

Inhaltsverzeichnis Motivering... 1 1. Inleiding... 1 1.1 Nieuwe uitdagingen... 2 1.2 Afstemming op de demografische ontwikkelingen... 2 1.3 Duurzame economische ontwikkeling mogelijk maken... 4 1.4 Bescherming van natuur, duurzame hulpbronnen en klimaat... 7 2. Ruimtelijke structuur van de deelstaat... 10 3. Behoud en ontwikkeling van het cultuurlandschap... 15 4. Klimaatbescherming en klimaatadaptatie... 20 5. Regionale en grensoverschrijdende samenwerking... 23 6. Bebouwde ruimte... 26 6.1 bepalingen voor de gehele bebouwde ruimte... 26 6.2 Aanvullende bepalingen voor Algemene bebouwde gebieden... 37 6.3 Aanvullende bepalingen voor Bedrijven- en industrieterreinen... 39 6.4 Locaties voor deelstaatrelevante grootschalige initiatieven... 43 6.5 Grootschalige detailhandel... 45 6.6 Voorzieningen voor recreatie, sport, vrijetijdsbesteding en toerisme... 57 7. Open ruimte... 60 7.1 Waarborging van de open ruimte en bodembescherming... 60 7.2 Natuur en landschap... 65 7.3 Bossen en bosbouw... 69 7.4 Water... 72 7.5 Landbouw... 79 8. Verkeer en technische infrastructuur... 86 8.1 Verkeer en transport... 86 8.2 Transport via leidingen... 93 8.3 Afvalverwijdering... 98 9. Grondstofvoorziening... 100 9.1 Waarborging van vindplaatsen... 100 9.2 Niet-energetische grondstoffen... 101 9.3 Energetische grondstoffen... 104 10. Energievoorziening... 106 10.1 Energiestructuur... 106 10.2 Locaties voor de opwekking van duurzame energie... 108 Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW) VI

10.3 Locaties voor energiecentrales en fracking... 112 11. Juridische grondslagen en werking... 116 Bijlage 1: Centrale plaatsen in NRW... 119 Bijlage 2: Deelstaatrelevante cultuurlandschapsgebieden... 128 Bijlage: cartografische aanwijzingen Verzeichnis der Abbildungen Afbeelding 1: Centrale-plaatsenstructuur in NRW... 14 Afbeelding 2: Cultuurlandschappen en cultuurlandschapsgebieden in NRW... 19 Afbeelding 3: Ononderbroken en verkeersarme ruimte in NRW... 82 Afbeelding 4: Basisstructuur deelstaatbreed biotoopnetwerk in NRW... 83 Afbeelding 5: Bosgebieden in NRW... Fehler! Textmarke nicht definiert. Afbeelding 6: Begrippen inzake preventieve hoogwaterbescherming... 84 Afbeelding 7: Systeem van de ruimtelijke planning in NRW... 118 Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW) VII

Overzicht van doelstellinge, uitgangspunten en toelichtingen 2-1 Doelstelling Centrale-plaatsenstructuur... 10 2-2 Uitgangspunt Publieke basisvoorzieningen... 10 2-3 Doelstelling Bebouwde en open ruimte... 10 Ad 2-1 Centrale-plaatsenstructuur... 10 Ad 2-2 Publieke basisvoorzieningen... 11 Ad 2-3 Bebouwde en open ruimte... 12 3-1 Doelstelling 32 cultuurlandschappen... 15 3-2 Uitgangspunt Relevante cultuurlandschapsgebieden... 15 3-3 Uitgangspunt Historische stadscentra, monumenten en andere waardevolle cultuurlandschappelijke elementen... 15 3-4 Uitgangspunt Nieuw in te richten landschapsgebieden... 15 Ad 3-1 32 cultuurlandschappen... 15 Ad 3-2 Relevante cultuurlandschapsgebieden... 17 Ad 3-3 Historische stadscentra, monumenten en andere waardevolle cultuurlandschappelijke elementen... 18 Ad 3-4 Nieuw in te richten landschapsgebieden... 18 4-1 Uitgangspunt Klimaatbescherming... 20 4-2 Uitgangspunt Klimaataanpassing... 20 4-3 Uitgangspunt Klimaatplannen... 20 Ad 4-1 Klimaatbescherming... 21 Ad 4-2 Klimaatadaptatie... 21 Ad 4-3 Klimaatplannen... 22 5-1 Uitgangspunt Regionale concepten in de regioplanning... 23 5-2 Uitgangspunt Europese metropoolregio NRW... 23 5-3 Uitgangspunt Grensoverschrijdende en transnationale samenwerking... 23 Ad 5-1 Regionale concepten in de regioplanning... 23 Ad 5-2 Europese metropoolregio NRW... 24 Ad 5-3 Grensoverschrijdende en transnationale samenwerking... 24 6.1-1 Doelstelling 'Ruimtebesparende en behoefteconforme bebouwingsontwikkeling'... 26 6.1-2 Uitgangspunt Ontwikkelingsperspectief ruimtebesparende bebouwingsontwikkeling... 26 6.1-3 Uitgangspunt Ontwikkelingsperspectief decentrale concentratie... 26 6.1-4 Doelstelling Geen lintvormige of versnipperde bebouwing... 26 6.1-5 Uitgangspunt Ontwikkelingsperspectief duurzame Europese stad... 26 6.1-6 Uitgangspunt Voorrang voor inbreiding... 26 6.1-7 Uitgangspunt Energie-efficiënte en klimaatvriendelijke bebouwingsontwikkeling... 27 6.1-8 Uitgangspunt Hergebruik van braakliggende gebieden... 27 6.1-9 Uitgangspunt Analyse van toekomstige kosten en vervolgkosten voor infrastructuur... 27 Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW)

Ad 6.1-1 Ruimtebesparende en behoefteconforme bebouwingsontwikkeling... 30 Ad 6.1-2 Ontwikkelingsperspectief ruimtebesparende bebouwingsontwikkeling... 33 Ad 6.1-3 Ontwikkelingsperspectief decentrale concentratie... 34 Ad 6.1-4 Geen lintvormige of versnipperde bebouwing... 34 Ad 6.1-5 Ontwikkelingsperspectief duurzame Europese stad... 34 Ad 6.1-6 Voorrang voor inbreiding... 35 Ad 6.1-7 Energie-efficiënte en klimaatvriendelijke bebouwingsontwikkeling... 35 Ad 6.1-8 Hergebruik van braakliggend gebied... 36 Ad 6.1-9 Analyse van toekomstige kosten en vervolgkosten voor infrastructuur... 37 6.2-1 Uitgangspunt Afstemming op centraalplaatselijk relevante Algemene bebouwde gebieden... 37 6.2-2 Uitgangspunt Gebruik van openbaar vervoer per spoor... 37 6.2-3 Uitgangspunt Sturende terugneming van niet meer benodigde reserves aan bebouwd gebied... 37 Ad 6.2-1 Centraalplaatselijk relevante Algemene bebouwde gebieden... 37 Ad 6.2-2 Gebruik van openbaar vervoer per spoor... 38 Ad 6.2-3 Sturende terugneming van niet meer benodigde reserves aan bebouwd gebied... 39 6.3-1 Doelstelling Geschikt ruimteaanbod... 39 6.3-2 Uitgangspunt Bescherming van de omgeving... 39 6.3-3 Doelstelling Nieuwe Bedrijven- en industrieterreinen... 39 6.3-4 Uitgangspunt Intergemeentelijke samenwerking... 39 6.3-5 Uitgangspunt Verkeersaansluiting van nieuwe Bedrijven- en industrieterreinen... 40 Ad 6.3-1 Geschikt ruimteaanbod... 40 Ad 6.3-2 Bescherming van de omgeving... 41 Ad 6.3-3 Nieuwe Bedrijven- en industrieterreinen... 41 Ad 6.3-4 Intergemeentelijke samenwerking... 42 Ad 6.3-5 Verkeersaansluiting van nieuwe Bedrijven- en industrieterreinen... 42 6.4-1 Doelstelling Locaties voor deelstaatrelevante grootschalige initiatieven... 43 6.4-2 Doelstelling Gebruik van locaties voor deelstaatrelevante grootschalige initiatieven... 43 6.4-3 Uitgangspunt Ontwikkeling van locaties voor deelstaatrelevante grootschalige initiatieven 43 Ad 6.4-1 Locaties voor deelstaatrelevante grootschalige initiatieven... 43 Ad 6.4-2 Gebruik van locaties voor deelstaatrelevante grootschalige initiatieven... 44 Ad 6.4-3 Ontwikkeling van locaties voor deelstaatrelevante grootschalige initiatieven... 45 6.5-1. Doelstelling Locaties voor grootschalige detailhandel uitsluitend in Algemene bebouwde gebieden... 45 6.5-2 Doelstelling Locaties voor grootschalige detailhandel met centrumrelevante kernassortimenten uitsluitend in centrale voorzieningengebieden... 46 6.5-3 Doelstelling Verbod op aantasting van centrale voorzieningengebieden... 46 6.5-4 Uitgangspunt Niet-centrumrelevante kernassortimenten: verkoopvloeroppervlak... 46 Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW) IX

6.5-5 Doelstelling Niet-centrumrelevante kernassortimenten: locatie, relatief aandeel van centrumrelevante randassortimenten... 46 6.5-6 Uitgangspunt Niet-centrumrelevante kernassortimenten: verkoopvloeroppervlak van centrumrelevante randassortimenten... 46 6.5-7 Doelstelling Herbestemming van bestaande locaties met grootschalige detailhandel... 46 6.5-8 Doelstelling Detailhandelsagglomeraties... 47 6.5-9 Uitgangspunt Regionale detailhandelsplannen... 47 6.5-10 Doelstelling Bestemmingsplannen specifiek voor initiatieven conform 11 lid 3 BauNVO... 47 Ad 6.5-1 Locaties voor grootschalige detailhandel uitsluitend in Algemene bebouwde gebieden... 47 Ad 6.5-2 Locaties voor grootschalige detailhandel met een centrumrelevant kernassortiment uitsluitend in centrale voorzieningengebieden... 48 Ad 6.5-3 Verbod op aantasting van centrale voorzieningengebieden... 50 Ad 6.5-4 Niet-centrumrelevante kernassortimenten: verkoopvloeroppervlak... 52 Ad 6.5-5 Niet-centrumrelevante kernassortimenten: locatie, relatief aandeel van centrumrelevante randassortimenten... 52 Ad 6.5-6 Niet-centrumrelevante kernassortimenten: verkoopvloeroppervlak van centrumrelevante randassortimenten... 54 Ad 6.5-7 Herbestemming van bestaande locaties voor grootschalige detailhandel... 55 Ad 6.5-8 Detailhandelsagglomeraties... 56 Ad 6.5-9 Regionale detailhandelsconcepten... 57 Ad 6.5-10 Bestemmingsplannen specifiek voor initiatieven conform 11 lid 3 BauNVO... 57 6.6-1 Uitgangspunt Bebouwde gebieden voorzien van bewegingsruimte en voorzieningen voor recreatie, sport, vrijetijdsbesteding en toerisme... 57 6.6-2 Doelstelling Locatie-eisen... 58 Ad 6.6-1 Bebouwde gebieden voorzien van bewegingsruimte en voorzieningen voor recreatie, sport, vrijetijdsbesteding en toerisme... 58 Ad 6.6-2 Locatie-eisen... 58 7.1-1 Uitgangspunt Bescherming van de open ruimte... 60 7.1-2 Doelstelling Waarborging van open ruimte in de regioplanning... 60 7.1-3 Uitgangspunt Ononderbroken verkeersarme ruimte... 60 7.1-4 Uitgangspunt Bodembescherming... 60 7.1-5 Doelstelling Groene corridors... 60 7.1-6 Uitgangspunt Ecologische opwaardering van de open ruimte... 61 7.1-7 Uitgangspunt Gebruik van voormalige militaire terreinen... 61 7.1-8 Uitgangspunt Ruimte voor landschapsgerichte en natuurvriendelijke recreatie, sport en vrijetijdsbesteding... 61 Ad 7.1-1 Bescherming van de open ruimte... 61 Ad 7.1-2 Waarborging van de open ruimte in de regioplanning... 62 Ad 7.1-3 Ononderbroken verkeersarme ruimte... 62 Ad 7.1-4 Bodembescherming... 63 Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW) X

Ad 7.1-5 Groene corridors... 64 Ad 7.1-6 Ecologische opwaardering van de open ruimte... 64 Ad 7.1-7 Gebruik van voormalige militaire terreinen... 64 Ad 7.1-8 Ruimte voor landschapsgerichte en natuurvriendelijke recreatie, sport en vrijetijdsbesteding... 65 7.2-1 Doelstelling Deelstaatbreed biotoopnetwerk... 65 7.2-2 Doelstelling Natuurruimte... 65 7.2-3 Doelstelling Voorkomen van aantastingen... 65 7.2-4 Uitgangspunt Functies voor recreatie, sport en vrijetijdsbesteding in natuurruimte... 66 7.2-5 Uitgangspunt Landschapsbescherming en -beheer... 66 Ad 7.2-1 Deelstaatbreed biotoopnetwerk... 66 Ad 7.2-2 Natuurruimte... 67 Ad 7.2-3 Voorkomen van aantastingen... 68 Ad 7.2-4 Recreatie, sport en vrijetijdsbesteding in natuurruimte... 69 Ad 7.2-5 Landschapsbescherming en -beheer... 69 7.3-1 Doelstelling Behoud van en ruimtebeslag op bossen... 69 7.3-2 Uitgangspunt Duurzame en evenwichtige bosbouw... 69 7.3-3 Uitgangspunt Bosrijke en bosarme gebieden... 70 Ad 7.3-1 Behoud van en ruimtebeslag op bossen... 70 Ad 7.3-2 Duurzame en evenwichtige bosbouw... 71 Ad 7.3-3 Bosrijke en bosarme gebieden... 72 7.4-1 Doelstelling Kwaliteit en functies van waterlichamen... 72 7.4-2 Uitgangspunt Oppervlaktewateren... 72 7.4-3 Doelstelling Waarborging van drinkwatervoorraden... 72 7.4-4 Doelstelling Locaties stuwmeren voor drinkwatervoorziening... 74 7.4-5 Uitgangspunt Locaties stuwmeren voor de opwekking en opslag van energie... 74 7.4-6 Doelstelling 'Overloopgebieden'... 74 Ad 7.4-1 Kwaliteit en functies van waterlichamen... 74 Ad 7.4-2 Oppervlaktewateren... 75 Ad 7.4-3 Waarborging van drinkwatervoorraden... 76 Ad 7.4-4 Locaties stuwmeren voor drinkwatervoorziening... 76 Ad 7.4-5 Locaties stuwmeren voor de opwekking en opslag van energie... 77 Ad 7.4-6 Overloopgebieden... 77 Ad 7.4-7 Herstel van retentiegebied... 79 Ad 7.4-8 Inachtneming van potentiële overstromingsrisico s... 79 7.5-1 Uitgangspunt Ruimtelijke randvoorwaarden voor landbouw... 79 7.5-2 Uitgangspunt Behoud van landbouwgronden en -bedrijven... 79 Ad 7.5-1 Ruimtelijke randvoorwaarden voor landbouw... 80 Ad 7.5-2 Behoud van landbouwgronden en -bedrijven... 81 Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW) XI

8.1-1 Uitgangspunt Integratie van bebouwings- en verkeersplanning... 86 8.1-2 Doelstelling Nieuwe verkeersinfrastructuur in de open ruimte... 86 8.1-3 Uitgangspunt Verkeerstracés... 86 8.1-4 Uitgangspunt Trans-Europees verkeersnet... 86 8.1-5 Uitgangspunt Grensoverschrijdend verkeer... 86 8.1-6 Doelstelling Deelstaat- en regiorelevante luchthavens in NRW... 86 8.1-7 Doelstelling Bescherming tegen geluidsoverlast door vliegtuigen... 86 8.1-8 Uitgangspunt Bescherming tegen geluidsoverlast door vliegtuigen en bebouwingsontwikkeling... 87 8.1-9 Doelstelling Deelstaatrelevante havens en waterwegen... 87 8.1-10 Uitgangspunt Goederentransport over spoor en water... 87 8.1-11 Doelstelling Openbaar vervoer... 87 8.1-12 Doelstelling Bereikbaarheid... 88 Ad 8.1-1 Integratie van bebouwings- en verkeersplanning... 88 Ad 8.1-2 Nieuwe verkeersinfrastructuur in de open ruimte... 88 Ad 8.3-1 Verkeerstracés... 88 Ad 8.1-4 Trans-Europees verkeersnet... 89 Ad 8.1-5 Grensoverschrijdend verkeer... 89 Ad 8.1-6 Deelstaat- en regiorelevante luchthavens in NRW... 89 Ad 8.1-7 Bescherming tegen geluidsoverlast door vliegtuigen... 90 Ad 8.1-8 Bescherming tegen geluidsoverlast door vliegtuigen en bebouwingsontwikkeling... 91 Ad 8.1-9 Deelstaatrelevante havens en waterwegen... 91 Ad 8.1-10 Goederentransport over spoor en water... 91 Ad 8.1-11 Openbaar vervoer... 92 Ad 8.1-12 Bereikbaarheid... 92 8.2-1 Uitgangspunt Transportleidingen... 93 8.2-2 Uitgangspunt Hoogspanningsleidingen... 93 8.2-3 Uitgangspunt Bestaande bovengrondse extra-hoogspanningsleidingen... 93 8.2-4 Doelstelling Nieuwe bovengrondse extra-hoogspanningsleidingen... 93 8.2-5 Uitgangspunt Ondergrondse verkabeling van extra-hoogspanningsleidingen... 94 8.2-6 Uitgangspunt Regionale warmteleidingen... 94 Ad 8.2-1 Transportleidingen... 94 Ad 8.2-2 Hoogspanningsleidingen... 94 Ad 8.2-3 Bestaande bovengrondse extra-hoogspanningsleidingen... 95 Ad 8.2-4 Nieuwe bovengrondse extra-hoogspanningsleidingen... 95 Ad 8.2-5 Ondergrondse verkabeling van extra-hoogspanningsleidingen... 97 Ad 8.2-6 Regionale warmteleidingen... 97 8.3-1 Doelstelling Locaties voor vuilstortplaatsen... 98 8.3-2 Doelstelling Locaties voor afvalverwerkingsinstallaties... 98 Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW) XII

8.3-3 Doelstelling Aansluiting van locaties op het verkeersnet... 98 8.3-4 Uitgangspunt Afvalverwijdering dichtbij afvalproducenten'... 98 Ad 8.3-1 Locaties voor vuilstortplaatsen... 98 Ad 8.3-2 Locaties voor afvalverwerkingsinstallaties... 98 Ad 8.3-3 Aansluiting van locaties op het verkeersnet... 98 Ad 8.3-4 Afvalverwijdering dichtbij afvalproducenten'... 99 9.1-1 Uitgangspunt Grondstoffenvoorraden zijn locatiegebonden... 100 9.1-2 Uitgangspunt Substitutie van grondstoffen... 100 9.1-3 Uitgangspunt Ruimtebesparende grondstoffenwinning... 100 Ad 9.1-1 Grondstoffenvoorraden zijn locatiegebonden... 100 Ad 9.1-2 Substitutie... 100 Ad 9.1-3 Ruimtebesparende grondstoffenwinning... 101 9.2-1 Doelstelling Ruimtelijke aanwijzingen voor niet-energetische oppervlaktedelfstoffen... 101 9.2-2 Doelstelling Minimale voorzieningsperiodes... 101 9.2-3 Doelstelling Actualisering... 101 9.2-4 Doelstelling Herbestemming... 101 9.2-5 Uitgangspunt Locaties voor bovengrondse winningsfaciliteiten... 101 Ad 9.2-1 Ruimtelijke aanwijzingen voor niet-energetische oppervlaktedelfstoffen... 102 Ad 9.2-2 Minimale voorzieningsperiodes... 102 Ad 9.2-3 Actualisering... 103 Ad 9.2-4 Herbestemming... 103 Ad 9.2-5 Locaties voor bovengrondse winningsfaciliteiten... 104 9.3-1 Doelstelling Bruinkoolplannen... 104 9.3-2 Doelstelling Herbestemming van locaties voor steenkolenwinning... 104 Ad 9.3-1 Bruinkoolplannen... 104 Ad 9.3-2 Herbestemming van locaties voor steenkolenwinning... 105 10.1-1 Uitgangspunt Duurzame energievoorziening... 106 10.1-2 Uitgangspunt Ruimtelijke randvoorwaarden voor de energievoorziening... 106 10.1-3 Uitgangspunt Nieuwe locaties voor energieopwekking en -opslag'... 106 10.1-4 Doelstelling Warmte-krachtkoppeling... 106 Ad 10.1-1 Duurzame energievoorziening... 106 Ad 10.1-2 Uitgangspunt Ruimtelijke randvoorwaarden voor de energievoorziening... 107 Ad 10.1-3 Nieuwe locaties voor energieopwekking en -opslag... 107 Ad 10.1-4 Warmte-krachtkoppeling... 108 10.2-1 Doelstelling Steenbergen en vuilstortplaatsen als opwekkingslocaties voor duurzame energie... 108 10.2-2 Doelstelling Prioritaire gebieden voor de opwekking van windenergie... 108 10.2-3 Uitgangspunt Omvang van de gebiedsaanwijzingen voor de opwekking van windenergie... 108 Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW) XIII

10.2-4 Uitgangspunt Opwekking van windenergie door repowering... 108 10.2-5 Doelstelling Opwekking van zonne-energie... 109 Ad 10.2-1 Steenbergen en vuilstortplaatsen als opwekkingslocaties voor duurzame energie 109 Ad 10.2-2 Prioritaire gebieden voor de opwekking van windenergie... 109 Ad 10.2-3 Omvang van de gebiedsaanwijzingen voor de opwekking van windenergie... 111 Ad 10.2-4 Opwekking van windenergie door repowering... 111 Ad 10.2-5 Opwekking van zonne-energie... 112 10.3-1 Doelstelling Nieuwe locaties voor energiecentrales in het regioplan... 112 10.3-2 Uitgangspunt Eisen ten aanzien van nieuwe locaties in het regioplan... 112 10.3-3 Uitgangspunt Omgevingsbescherming voor locaties voor energiecentrales... 113 10.3-4 Doelstelling Uitsluiting van fracking in onconventionele vindplaatsen... 113 Ad 10.3-1 Nieuwe locaties voor energiecentrales in het regioplan... 113 Ad 10.3-2 Eisen ten aanzien van nieuwe locaties in het regioplan... 114 Ad 10.3-3 Omgevingsbescherming voor locaties voor energiecentrales... 114 Ad 10.3-4 Uitsluiting van fracking in onconventionele vindplaatsen... 114 Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW) XIV

Motivering Motivering Inhoud van het plan Onderhavig ontwerp voor een nieuw LEP dient het sinds 1995 geldende LEP NRW 95, het LEP IV inzake bescherming tegen geluidsoverlast door vliegtuigen alsmede het op 31 december 2011 geëindigde Landesentwicklungsprogramm (LEPro) [deelstaatontwikkelingsprogramma] te vervangen. Bovendien zijn de doelstellingen [Ziele], uitgangspunten [Grundsätze] en de bijbehorende toelichtingen van het apart uitgewerkte Sectorale deelplan inzake grootschalige detailhandel als par. 6.5 in het ontwerp van het nieuwe LEP NRW opgenomen. Dit laat onverlet dat de regelingen inzake grootschalige detailhandel in eerste instantie als sectoraal deelplan gelden en pas bij definitieve opstelling van het LEP NRW deel gaan uitmaken van de rechtskracht hiervan. Het LEP bevat ook doelstellingen en uitgangspunten inzake klimaatbescherming en -adaptatie. Doordat het Klimaschutzplan [plan inzake klimaatbescherming / klimaatplan] en het LEP parallel worden uitgewerkt, komen de desbetreffende bepalingen in het LEP overeen met de inmiddels identificeerbare ruimtelijke eisen op het vlak van klimaatbescherming resp. met de ruimtegerelateerde maatregelen uit het klimaatplan. Overkoepelende materiële richtlijnen inzake klimaatbescherming en -adaptatie worden in hoofdstuk 4 in samengevatte vorm uitsluitend als uitgangspunten vastgelegd; bepaalde aspecten hiervan zijn vervolgens in daaropvolgende hoofdstukken als doelstellingen en uitgangspunten inzake verschillende thema s opgenomen. Zodoende worden op deelstaatniveau alle doelstellingen inzake ruimtelijke ordening (RO) in één instrument geïntegreerd, waardoor tevens het systeem voor ruimtelijk planning in NRW vergaand wordt vereenvoudigd. Deze geïntegreerde aanpak komt ook overeen met de richtlijn uit 8 lid 1 Raumordnungsgesetz (ROG) [federale wet op de ruimtelijke ordening], volgens welke de deelstaten in de regel één RO-plan voor het gehele deelstaatgebied dienen op te stellen (deelstaatbreed RO-plan). Bepalingen in RO-plannen dienen krachtens 7 lid 1 ROG regelmatig voor een middellange periode te worden vastgelegd, en daarom moesten ook de tot dusver geldende LEP s worden herzien. Het ontwerp van het nieuwe LEP NRW houdt rekening met de gewijzigde randvoorwaarden voor de ruimtelijke ontwikkeling (in het bijzonder de demografische ontwikkelingen, de voortschrijdende globalisering van de economie en de verwachte klimaatverandering) alsook met de ontwikkelingsperspectieven voor de ruimtelijke ontwikkeling in Duitsland zoals vastgelegd door de conferentie van deelstaatministers voor ruimtelijke ordening. Dienovereenkomstig bevat het ontwerp onder meer nieuwe bepalingen inzake ruimtebesparende bebouwingsontwikkeling, klimaatbescherming, de opwekking van duurzame energie en de ontwikkeling van het cultuurlandschap. Bovendien dient het nieuwe LEP NRW rekening te houden met gewijzigde juridische grondslagen en eisen vanuit recente jurisprudentie: het dient onder meer de in het ROG geherformuleerde RO-principes in acht te nemen en te concretiseren, onderscheid tussen RO-doelstellingen en -uitgangspunten te maken en deze als zodanig aan te duiden, rekening te houden met nieuw gedefinieerde gebiedscategorieën (prioritaire, voorbehouden en geschikte gebieden) en te voorzien in cartografische weergaven met een schaal van maximaal 1:300.000. Motiveringen voor de bepalingen van het LEP evenals de afwegingen hierbij worden uiteengezet in de inleiding van het LEP, in het milieueffectenrapport (MER) en in de toelichtingen bij de verschillende doelstellingen en uitgangspunten. De afweging van uiteenlopende belangen vond ook bij de herziening van het LEP-ontwerp plaats op basis van de ingediende bezwaren en suggesties (vgl. in dit verband de samenvatting van ingediende suggesties evenals de beantwoording hiervan). Milieueffectbeoordeling Conform 12 lid 4 LPlG juncto 9 ROG is er voor onderhavig LEP-ontwerp een MER uitgewerkt. Kort samengevat komt het MER tot de conclusie dat het nieuwe LEP NRW voor de regioplannen [Regionalpläne] algemeen een uitgebreid en gedifferentieerd instrumentarium voor de bescherming en ontwikkeling van het milieu biedt, en op basis hiervan kunnen aanzienlijke positieve milieueffecten worden verwacht. Dit geldt echter met dien verstande dat bij de concretisering van nieuwe LEP-bepalingen op onderliggende planningsniveaus in afzonderlijke gevallen belastende milieueffecten kunnen optreden, waarmee in de betreffende plannen rekening dient te worden gehouden. In dit opzicht gaat bij de locatie voor grootschalige initiatieven 'Datteln-Waltrop' evenals bij enkele in het LEP optimaal gewaarborgde stuwmeerlocaties ook om effecten op Habitatrichtlijngebieden (vgl. MER par. 2.3.2 en 2.4). Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW) 1

Motivering Aanzienlijke milieueffecten die eventueel grensoverschrijdende invloed op aangrenzende deelstaten en buurlanden kunnen hebben, zijn voor de abstract-programmatisch vastgelegde doelstellingen en uitgangspunten van het nieuwe LEP NRW en voor de beoordeelde locatiespecifieke bepalingen op LEPniveau niet vastgesteld of geprognosticeerd; ook dit geldt met dien verstande dat bij de concretisering op onderliggende planningsniveaus niet kan worden uitgesloten dat in individuele gevallen ook aanzienlijke, belastende en grensoverschrijdende milieueffecten kunnen optreden. Bij de inachtneming van deze effecten dient men zich in het kader van de betreffende plannen te baseren op de daartoe strekkende juridische grondslagen (vgl. MER par. 2.3.3). Ten aanzien van de bepalingen die in het kader van de doorlopen participatieprocedure in het LEP-ontwerp zijn gewijzigd, zijn de milieueffecten alsnog getoetst in het kader van de milieueffectbeoordeling. Procedure De opstellingsprocedure voor het nieuwe LEP NRW is geregeld in 10 ROG juncto 13 en 17 LPlG. Krachtens 10 lid 1 ROG dienen het algemene publiek evenals de belanghebbende overheden te worden geïnformeerd over de opstelling van het RO-plan; zij dienen gelegenheid te krijgen om hun zienswijze aangaande het ontwerp en de motivering van het RO-plan in te dienen. Verder vindt er met de aan NRW grenzende deelstaten en buurlanden een grensoverschrijdende afstemming conform 7 lid 3 ROG plaats. De deelstaatregering heeft op 25 juni 2013 het ontwerp van dit nieuwe LEP goedgekeurd en de deelstaatplanningsinstantie de opdracht gegeven om op basis van dit ontwerp een brede participatieprocedure te organiseren. Dit planontwerp is in de periode van 30 augustus 2013 t/m 28 februari 2014 ter inzage gelegd. Bij deze participatieprocedure zijn er 751 institutionele en 650 particuliere zienswijzen met in totaal ca. 10.000 afzonderlijke bezwaren en suggesties ingediend. De hoofdpunten van de ontvangen zienswijzen evenals hun beoordeling door de deelstaatregering zijn opgenomen in een samenvattend overzicht. Voor details wordt verwezen naar de omvangrijke samenvatting van de eerste participatieprocedure. Na beoordeling van alle opmerkingen, suggesties en bezwaren die bij de eerste participatieprocedure zijn ingediend, heeft de deelstaatregering NRW op 28 april 2015, 23 juni 2015 en 22 september 2015 besloten om het ontwerp van het nieuwe LEP NRW op wezenlijke punten te wijzigen en een tweede participatieprocedure te organiseren. Het algemene publiek en de belanghebbende overheden kregen in het kader van de tweede participatieprocedure (lopende van medio oktober 2015 t/m 15 januari 2016) opnieuw gelegenheid om hun zienswijzen in te dienen ten aanzien van de gewijzigde punten in het herziene LEP-ontwerp (versie 22 september 2015) en de nabeoordeling in het MER. Ook gedurende de tweede participatieprocedure zijn alle relevante documenten gepubliceerd op de website van de Staatskanzlei NRW [deelstaatministerie van algemene zaken]. Ten aanzien van het herziene LEP-ontwerp zijn in totaal 685 zienswijzen ingediend, waarvan 319 door Kreise en Kommunen [districten resp. gemeenten] in NRW, 24 door overheden van de deelstaat NRW en de federale bond, 20 door overheden en instellingen uit aangrenzende deelstaten en buurlanden, 107 door verenigingen en burgerinitiatieven en 20 door bedrijven. Particulieren hebben 84 individuele zienswijzen ingediend. Verder hebben circa 1000 burgers uit het gebied Südwestfalen (Sauerland, Siegerland) gereageerd middels gestandaardiseerde zienswijzen aangaande de uitbreidingsplannen voor de opwekking van windenergie. Na deze participatieprocedure volgde wederom een beoordeling van de ontvangen zienswijzen. Op basis van de ontvangen zienswijzen is een gering aantal doelstellingen en uitgangspunten uit het LEP gewijzigd, vooral ter aanvulling en verheldering. Na afronding van de opstellingsprocedure zal de deelstaatregering conform 17 lid 1 LPlG het ontwerpplan inclusief een verslag over de opstellingsprocedure voorleggen aan het deelstaatparlement. Het LEP wordt vervolgens door de deelstaatregering met toestemming van het deelstaatparlement uitgevaardigd als wettelijke verordening ( 17 lid 2 LPlG). Daarna wordt het nieuwe LEP NRW in het publicatieblad voor wetten en verordeningen van NRW gepubliceerd, waarmee het rechtsgeldigheid verwerft. Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW) 2

1. Inleiding 1. Inleiding Conform 1 ROG moet het LEP NRW een samenvattend, bovenlokaal en sectoroverstijgend RO-plan voor de ontwikkeling, ordening en bescherming van het deelstaatgebied van NRW zijn. Daarbij dienen verschillende ruimteclaims onderling te worden afgestemd en dienen eventuele conflicten te worden opgelost. Rekening moet worden gehouden met uiteenlopende gebruiksfuncties van de ruimte. De ontwikkeling, ordening en bescherming van het deelstaatgebied dient te passen binnen de kaders en eisen die voor de gehele ruimte van de Bondsrepubliek Duitsland gelden, maar dient tevens rekening te houden met de kaders en eisen van de regionale en gemeentelijke plangebieden in NRW (tegenstroomprincipe). Bij het uitvoeren van deze taak dient men te streven naar een duurzame ruimtelijke ontwikkeling die de sociale en economische ruimteclaims afstemt op de ecologische functies ervan en tevens bijdraagt aan een duurzame evenwichtige ordening op grote schaal met gelijkwaardige levensomstandigheden in de deelgebieden van NRW. Het LEP legt voor de middellange en lange termijn de strategische doelstellingen vast voor de ruimtelijke ontwikkeling van NRW. Het plan bevat overkoepelende bepalingen (hfst. 2 t/m 5), bepalingen voor specifieke sectorgebieden (hfst. 6 t/m 10) evenals cartografische bepalingen; al deze bepalingen dienen bij de planning op regionaal [Regionalplanung], gemeentelijk [Bauleitplanung] en sectoraal niveau [Fachplanung] te worden nageleefd resp. in overweging te worden genomen. In omgekeerde richting geldt dat de onderliggende plannen worden betrokken bij de uitwerking van de RO-plannen op deelstaat- en regioniveau. Dit wettelijk voorgeschreven tegenstroomprincipe vormt tegelijk een voorwaarde én een stimulans voor een vruchtbare samenwerking in goed vertrouwen tussen de verschillende planningsniveaus. Op de schaal van het LEP kunnen slechts in beperkte mate ruimtelijk concreet afgegrensde bepalingen inzake gebruiks- en beschermingsfuncties worden gerealiseerd. Concrete uitwerkingen worden derhalve vergaand overgelaten aan de regionale en overige onderliggende planningsniveaus. Op deze niveaus dienen de in het LEP tekstueel vastgelegde doelstellingen en uitgangspunten te worden nageleefd resp. in overweging te worden genomen. Het getrapte systeem voor ruimtelijke planning heeft ten doel om middels kaderscheppende bepalingen op het niveau van de deelstaat- en regioplanning te voorkomen dat er in de daaropvolgende planningsprocedures veel tijd verloren gaat aan afstemming over ruimtelijke gebruiksfuncties. Voor zover mogelijk creëren LEP-bepalingen vroegtijdig plannings- en investeringszekerheid voor particulieren en bedrijven, en bovendien dragen zij bij aan het voorkomen van schade, bijvoorbeeld door het aanwijzen van overloopgebieden waar niet verder mag worden gebouwd. Met name op onderliggende planningsniveaus en in het kader van goedkeurings- en vergunningsprocedures dienen naast de ruimtegerelateerde bepalingen nog andere sectorale en maatschappelijke doelstellingen te worden gerealiseerd. Voor een consequente uitvoering van bijv. het uitgangspunt gender & disability mainstreaming is op de onderliggende niveaus een toetsing vereist van diverse effecten op seksegelijkheid en de maatschappelijke participatie van mensen met een beperking. De doelstellingen en uitgangspunten van het LEP zoals tekstueel vastgelegd in de hoofdstukken 2 t/m 10 met inbegrip van bijlage 1 en 2 en de cartografische bepalingen in de bijlage hebben rechtskracht conform 4 ROG (vgl. ook hfst. 11 Juridische grondslagen ). Ter aanvulling zijn in de tekst van het LEP bij alle doelstellingen en uitgangspunten toelichtingen geplaatst die bijpassende motiveringen en aanwijzingen voor de uitvoering bevatten. De cartografische weergaven bevatten naast bepalingen ook puur informatieve weergaven (d.w.z. zonder rechtskracht) met betrekking tot de opdeling van het deelstaatgrondgebied in bebouwde en open ruimte resp. ter ruimtelijke oriëntatie aan de hand van regionale plangebieden en gemeentegrenzen. In het kader van de actualisering van de regioplanning zullen de grenzen op de informatieve weergaven in het LEP nog gewijzigd worden, hetgeen in het LEP niet actueel kan worden bijgehouden. Tot dusver waren de doelstellingen en uitgangspunten van de deelstaatplanning in NRW in verschillende plannen geregeld, namelijk het op 31 december 2011 geëindigde LEPro, het LEP NRW uit 1995, het LEP IV inzake bescherming tegen geluidsoverlast door vliegtuigen en het Sectorale deelplan inzake grootschalige detailhandel. Doordat deze plannen in het nieuwe onderhavige LEP worden samengevoegd, worden alle regelingen in NRW aangaande de ruimtelijke ordening gestroomlijnd en in één kader geïntegreerd. Zodoende draagt het nieuwe LEP bij aan de vereenvoudiging van de relevante wet- en regelgeving. Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW) 1

1. Inleiding 1.1 Nieuwe uitdagingen NRW kent een hoge bebouwingsdichtheid, waardoor veel verschillende claims concurreren om een beperkte hoeveelheid ruimte; derhalve heeft NRW een groot belang bij een goede ruimtelijke ordening en kent dit beleid hier ook een lange traditie. NRW kent inmiddels een overvloed aan plannen, zodat het huidige LEP kan voortbouwen op eerdere LEP s en op de regioplannen die voor het gehele deelstaatgebied beschikbaar zijn. Sinds de opstelling van het voorgaande LEP in de negentiger jaren zijn de randvoorwaarden voor de ruimtelijke ontwikkeling danig veranderd, zodat aanpassing van de RO-doelstellingen en -uitgangspunten is noodzakelijk is. Vooral de volgende ontwikkelingen zijn van invloed: de voorziene demografische ontwikkelingen in NRW (o.a. vergrijzing en migratie) de voortschrijdende globalisering van de economie inclusief de ontwikkelingen op het gebied van detailhandel klimaatbescherming en -adaptatie Wezenlijk doel van de ruimtelijke ordening is om in het kader van een sectoroverstijgend en bovenlokaal totaalplan recht te doen aan uiteenlopende en soms conflicterende gebruiks- en beschermingsfuncties. Derhalve kunnen de aspecten die in het vervolg worden genoemd, niet los van elkaar worden beschouwd. Men moet rekening houden met de wisselwerkingen tussen deze factoren om een volledig overzicht te krijgen van de diverse eisen die aan de ruimtelijke ordening worden gesteld. Het LEP brengt deze eisen met elkaar in overeenstemming middels de in hoofdstuk 2 t/m 10 genoemde doelstellingen en uitgangspunten. 1.2 Afstemming op de demografische ontwikkelingen Uitgangssituatie: In 2014 woonden er in NRW ca. 17,6 miljoen mensen (9,0 miljoen vrouwen / 8,6 miljoen mannen). In de jaren negentig kende de deelstaat nog een bevolkingsgroei van ongeveer 0,9 miljoen mensen (0,4 miljoen vrouwen / 0,5 miljoen mannen). Deze trend zette echter niet door, want in het eerste decennium van deze eeuw stagneerde de bevolkingsgroei. Sinds 2011 neemt de bevolking van NRW echter weer toe, met name vanwege een hoog immigratieoverschot. De door IT.NRW in opdracht van de Staatskanzlei uitgevoerde bevolkingsprognose voor de (stads)districten in NRW voor de periode 2014 tot 2040/60 (hierna te noemen actuele bevolkingsprognose ) laat zien dat de bevolking in de komende periode van 2014 tot 2025 met nog eens ca. 0,9% zal groeien, dan tot 2035 weer tot het niveau van 2015 zal krimpen en vervolgens geleidelijk verder zal afnemen. Deze deelstaatbrede ontwikkeling zal in de verschillende deelgebieden van NRW echter zeer verschillend uitpakken. Zo blijkt uit de resultaten van de actuele bevolkingsprognose dat de steden Düsseldorf, Keulen, Bonn en Münster een bevolkingsgroei van meer dan 10% in de periode tot 2040 zullen vertonen. Anders dan alle andere (stads)districten hebben deze steden vanwege hun leeftijdsopbouw nog een geboorteoverschot. Groeicijfers tussen de 5 en 10% vertonen verder het stadsdistrict Leverkusen en de districten Rheinkreis Neuss, Rhein-Erft-Kreis en Rhein-Sieg-Kreis (vooral omdat deze in de directe omgeving van de eerdergenoemde steden gelegen zijn) alsook het stadsdistrict Dortmund. Voor het overige neemt de bevolking volgens de actuele prognose nog toe in de stadsdistricten Essen, Solingen, Wuppertal, Aachen en Bielefeld en in de districten Kleve, Gütersloh en Paderborn. De grootste krimp (meer dan 10%) in de periode tot 2040 zal volgens de actuele bevolkingsprognose plaatsvinden in de (stads)districten Remscheid (-12,8%), Lippe (-10,3%), Höxter (-16%), Olpe (-10,9%) Hochsauerlandkreis (-16%) en Märkischer Kreis (-19%). De actuele prognose laat zien dat op de lange termijn alleen de oudere leeftijdsgroepen vanaf 65 zullen groeien ten opzichte van het basisjaar 2014. Niettemin zullen in de periode tot 2030 ook jongere leeftijdsgroepen in omvang toenemen, aldus de prognose. De grootste groei vertoont de leeftijdsgroep van 25 tot 40 jaar met een toename van 10,3% tot en met 2025. De categorie 0 t/m 6 jaar zal in de periode tot 2025 met bijna 30.000 kinderen groeien, om vervolgens in de periode tot 2031 weer te krimpen tot het basisniveau van 2014. De groep van 6 t/m 10 jaar groeit langzamer. Deze groep bereikt zijn maximale omvang pas in het jaar 2030 met een toename van 1,7 procent ten opzichte van het basisjaar 2014. De actuele prognose voorziet dat het aandeel mensen ouder dan 65 jaar in 2040 maar liefst 28,9% zal zijn, terwijl hun huidige aandeel 20,6% bedraagt (in 2014). Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW) 2

1. Inleiding De basistendensen van de demografische ontwikkelingen blijven dus bestaan (met name ook het aspect dat krimp- en groeiregio s naast elkaar zullen bestaan), maar de effecten ervan treden pas later op dan tot dusver werd verwacht. Daarom wordt het ook steeds belangrijker dat de bebouwingsstructuur wordt afgestemd op een lokaal voorzieningenaanbod en een vrije toegankelijkheid van dienstverlening. Daardoor zal tevens de maatschappelijke participatie van mensen met een beperking worden verbeterd, hetgeen er ook voor zorgt dat de bijzondere eisen uit het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap in acht worden genomen. In de regio s met bevolkingsgroei zal er ook op middellange termijn een overeenkomstige vraag naar woonruimte ontstaan. Maar ook in regio s met een krimpende bevolking moet vanwege het groeiende aantal alleenstaanden en ouderen rekening worden gehouden met een toename van één- en tweepersoonshuishoudens. Vooral vanwege dit grotere aantal huishoudens zullen het gemiddelde woonoppervlakte per persoon evenals de totale vraag naar woonruimte verder toenemen. Met de verdere afname van de bevolkingsomvang zal op de lange termijn echter ook de vraag naar woonruimte afnemen, zij het per regio in verschillende mate. Ten tijde van de opstelling van het LEP kan nog niet worden vastgesteld hoe bovengenoemde uitgangssituatie zal veranderen door de huidige toestroom van vluchtelingen uit crisisgebieden. Ook voorzichtige scenario s veronderstellen echter niet dat er in NRW toekomstig enkel nog regio s met bevolkingsgroei zullen zijn, en derhalve is het hoogstwaarschijnlijk dat krimp- en groeiregio s naast elkaar zullen blijven bestaan. In dit verband is het belangrijk dat het onderhavige LEP dankzij zijn basisopzet effectief op veranderende bevolkingsontwikkelingen kan reageren. Vooral de richtlijn voor de regionale en gemeentelijke planningsniveaus om woongebieden en bedrijventerreinen behoefteconform [bedarfsgerecht] aan te wijzen, garandeert dat kan worden ingespeeld op de demografische veranderingen en de overige uitdagingen in de regio s van NRW. Inzake Afstemming op demografische ontwikkelingen bevat het LEP de volgende bepalingen: - Regionale diversiteit en identiteit ontwikkelen Beleid gericht op behoud en ontwikkeling van het cultuurlandschap dient de diversiteit en het cultuurlandschappelijke erfgoed in NRW te beschermen, zodat deze zich kunnen ontwikkelen tot ankerpunt voor de regionale identiteit. De inrichting van onze ruimtelijke omgeving dient een meer centrale rol te krijgen, zodat wij ons er thuis blijven voelen en we haar met trots aan volgende generaties kunnen doorgeven. Tegelijkertijd verbeteren we op deze manier de kwaliteit van de woon- en werkomgeving, hetgeen steeds belangrijker is in het kader van de concurrentie om de vestiging van nieuwe bewoners en bedrijven. - Centrale plaatsen en stadscentra versterken De verwachting is dat op de middellange termijn in grote delen van NRW de bevolking zal krimpen. Daardoor kunnen in die gebieden capaciteitsproblemen ontstaan vooral wat betreft de infrastructuren voor publieke basisvoorzieningen [Daseinsvorsorge]. Om dit te voorkomen en toch in het gehele deelstaatgebied basisvoorzieningen voor alle bevolkingsgroepen te waarborgen, dient de verdere bebouwingsontwikkeling nu al te worden geconcentreerd op locaties waar ook op lange termijn een aantrekkelijk aanbod van publieke en private voorzieningen en diensten kan bestaan. Op die manier wordt tevens de positie van stadscentra versterkt, wordt een versnipperde bebouwingsontwikkeling tegengegaan en kunnen de toekomstige vervolgkosten voor infrastructuur voor gemeenten worden teruggebracht. - Mobiliteit en bereikbaarheid garanderen Vooral de bereikbaarheid van aanbieders van publieke basisvoorzieningen zal gezien de demografische ontwikkelingen en de verplichtingen uit het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap een steeds belangrijker punt worden. Ten eerste zal in een vergrijzende maatschappij het mobiliteitsgedrag aanzienlijk veranderen. Ten tweede zullen vanwege de bevolkingskrimp en de bijbehorende concentratie van het publieke en private voorzieningen- en dienstenaanbod in veel deelgebieden ook de individueel af te leggen afstanden groter worden. Daarom is het noodzakelijk dat alle bebouwingslocaties worden aangesloten op een OV-net dat voor alle bevolkingsgroepen toegankelijk is. Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW) 3

1. Inleiding 1.3 Duurzame economische ontwikkeling mogelijk maken Uitgangssituatie: Conform 2 lid 2 nr. 4 ROG dient in het plangebied een economische structuur te worden gerealiseerd die langdurig concurrerend en ruimtelijk in evenwicht is, over een economisch relevante infrastructuur beschikt evenals een afdoende en divers aanbod van arbeids- en opleidingsplaatsen heeft. Net als de overige principes in 2 lid 2 ROG is dit principe gericht aan alle onderliggende planningsinstanties met de opdracht om deze principes door middel van concrete bepalingen in RO-plannen nader te concretiseren. Wanneer men NRW als zelfstandig land zou beschouwen, dan neemt het in de internationale ranglijst van economieën naar omvang de 18 e plaats in. De economie van NRW kenmerkt zich vergeleken met andere Duitse deelstaten door een hogere mate van internationalisering. Het gebied rond Rijn en Ruhr is met 11 miljoen inwoners de grootste agglomeratie van Europa en vormt zodoende een belangrijke afzetmarkt voor binnen- en buitenlandse investeerders. De economische kracht van industrie en bedrijven is in NRW gelijkmatig verdeeld over de dichtbevolkte gebieden en het platteland, waar van oudsher veel ondernemingen zijn gevestigd. Verder spelen in NRW ook de productie en verwerking van voedingsmiddelen een grote rol: ongeveer de helft van het deelstaatoppervlak heeft een landbouwfunctie. Er is sprake van een creatieve economie die leeft van de vruchtbare uitwisseling tussen uiteenlopende milieus die zich dwars op de bestaande indeling in deelgebieden hebben ontwikkeld. Voorwaarde voor de welvaart in NRW is een succesvolle en duurzame economische ontwikkeling in alle delen van de deelstaat. Innovatieve industrie vormt samen met industriële dienstverlening, handel en ambachten de basis voor de economische kracht van NRW. Hierbij moet men niet uit het oog verliezen dat de economie van NRW voor het overgrote deel uit mkb-bedrijven bestaat. Het gaat hier veelal om familiebedrijven die door de eigenaars zelf worden gerund, en deze ondernemingen hebben vaak een sterke binding met hun vestigingslocatie. Derhalve heeft de deelstaatregering zich ten doel gesteld om in NRW een op de economische behoefte afgestemd ruimteaanbod te creëren, waarbij tegelijk de randvoorwaarden in de betreffende deelgebieden in acht worden genomen. NRW bestaat voor een relatief groot deel uit bebouwing en verkeersruimte, maar heeft tegelijkertijd ook een zeer hoge productiviteit per km 2 (BBP per km 2 bebouwings- en verkeersruimte) vergeleken met veel andere deelstaten: Na de stadsdeelstaten (zoals Berlijn en Hamburg) en Baden-Württemberg neemt NRW met 77 miljoen euro per km 2 de vijfde plaats in. Dit toont aan dat ruimte in NRW erg efficiënt wordt benut. Deze op zich al hoge productiviteit per km 2 kan verder worden verhoogd, maar niet op elke willekeurige manier. Om tegelijkertijd het ruimtebeslag te minimaliseren, is er een innovatieve ruimtelijke ontwikkeling nodig die afgestemd is op en gebruik maakt van de dynamiek van de economie, die tegenwoordig vergaand door zogeheten megatrends wordt beïnvloed (bijv. digitalisering, globalisering, demografische ontwikkelingen, klimaatbescherming). Economische structuurveranderingen evenals de internationalisering van de markten hebben geleid tot een intensievere concurrentie tussen steden en regio s. Deze concurrentie neemt alleen maar verder toe, nu ondernemingen steeds minder locatieafhankelijk worden en de mobiliteit van werknemers groter wordt. Gemeenten krijgen steeds meer te maken met internationale vormen van concurrentie, waar zij vanwege hun relatief kleinschalige plannings- en besluitvormingsstructuren nauwelijks tegen zijn opgewassen. Tegelijkertijd zal als gevolg van de demografische ontwikkelingen de concurrentie om gekwalificeerde en gespecialiseerde werknemers toenemen. Omdat werknemers bij hun keuze voor een werk- en woonlocatie behalve de werkgelegenheid steeds vaker ook zachte factoren in aanmerking nemen, worden zaken als de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, de ontwikkeling van het cultuurlandschap alsmede een gezinsvriendelijke en toegankelijke infrastructuur steeds belangrijker in de concurrentie tussen regio s. Ruimtelijke ontwikkeling vereist vandaag de dag een gedifferentieerde analyse van de feitelijke situatie. Daarbij dient men onder meer rekening te houden met de uiteenlopende economische structuren in de deelregio s van de deelstaat, de verschillen tussen landelijke en dichtbevolkte gebieden en met topografische omstandigheden. Om informatie over de feitelijke ontwikkelingen en de ruimtebehoefte te verkrijgen, zijn er methoden nodig voor ruimtemeting en -registratie die deelstaatbreed en uniform toepasbaar zijn, maar tegelijkertijd op betrouwbare wijze recht doen aan de regionale bijzonderheden. Milieu- en klimaatbescherming stellen nieuwe eisen aan de ruimtelijke ontwikkeling, maar scheppen tegelijk ook economische kansen, zoals het actiepunt 'Zuinige omgang met hulpbronnen' laat zien. De Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW) 4

1. Inleiding themaspecifieke ruimtelijke ontwikkeling in samenwerking met verschillende gemeenten maakt win-winoplossingen mogelijk waarbij planningen behoefteconform en tegelijk ruimtebesparend zijn. Een duurzame economie vereist een ambitieuze bescherming van klimaat, milieu en hulpbronnen. Tegelijkertijd leveren bloeiende ondernemingen de middelen aan voor verdere vooruitgang als het gaat om de bescherming van milieu en hulpbronnen. Door de structuurverandering komen tegenwoordig groeisectoren en productieprocessen centraal te staan die andere eisen stellen aan de ruimte. In het verleden werd de relatie ecologie en economie als tegenstelling waargenomen, maar beide aspecten raken steeds meer vervlochten. Zo hebben zakelijke dienstverleners nu in de regel minder ruimte en hulpbronnen nodig. Een sector als de logistiek, die gestaag aan belang wint, heeft weliswaar een grote ruimtebehoefte, maar tegelijkertijd nemen hier de productiviteit per m 2 en dus de intensiteit van de waardecreatie alleen maar toe. Tegen deze achtergrond is het de taak van de ruimtelijke ordening om de ruimtelijke en infrastructurele voorwaarden te creëren voor een behoefteconforme ontwikkeling van aantrekkelijke vestigingslocaties voor bedrijven, industrieën en toerisme. Op die manier wordt een bijdrage geleverd aan de vestiging, instandhouding, uitbreiding of herstructurering van nieuwe resp. bestaande bedrijven, industrieën en toerismevoorzieningen. De chemische industrie is voor NRW en de hier gevestigde bredere industrie van bijzonder belang. Als grondstofintensieve sector is zij aangewezen op een betrouwbare en continue aanvoer van gasvormige en vloeibare grondstoffen en producten. Pijpleidingen over lange afstanden spelen als transportmiddel voor de veelal continu benodigde stoffen een belangrijke rol. Dit geldt ook voor de aansluiting van dergelijke leidingen op het netwerk in de buurlanden (zie Uitgangspunt 8.2-1 en de bijbehorende toelichtingen). Toerisme heeft een belangrijke compenserende functie als het gaat om ontspanning en actieve recreatiemogelijkheden. Tegelijkertijd is het toerisme van belang voor de economische ontwikkeling van NRW. De aantrekkingskracht van NRW als recreatie- en vakantiebestemming hangt nauw samen met de perceptie van de deelstaat als aantrekkelijke vestigingsplaats voor wonen, werken en investeren. Toerisme en recreatie dienen te worden bevorderd in die deelgebieden van NRW die over de vereiste natuurruimtelijke voorwaarden beschikken, zodat het toerisme als economische factor duurzaam kan worden ontwikkeld. De detailhandel in Duitsland is de afgelopen decennia veranderd. Oorzaken hiervoor zijn andere resp. nieuwe bedrijfstypen, concentratieprocessen en filiaalvorming aan de aanbodszijde en veranderd consumentengedrag aan de vraagzijde. Dit ging gepaard met een aanzienlijke toename van het verkoopvloeroppervlak: volgens de Duitse vereniging voor detailhandel groeide het totale verkoopvloeroppervlak in Duitsland tussen 1990 en 2011 van bijna 80 tot 120 miljoen vierkante meter. Tegelijkertijd was er de afgelopen jaren sprake van een stagnatie van detailhandelsbestedingen per hoofd van de bevolking. Gelet op het feit dat consumenten waarschijnlijk met stijgende kosten voor energie en (ouderen)zorg te maken krijgen, wordt ervan uitgegaan dat deze trend doorzet en dat de totale detailhandelsbestedingen in elk geval niet zullen toenemen. Vanwege deze ontwikkelingen ligt de productie per vierkante meter verkoopvloeroppervlak in Duitsland nu al lager dan in de meeste Europese landen. Hoe kleiner de productiviteit per m 2 verkoopvloeroppervlak, des te groter is de belangstelling voor goedkope detailhandelsruimte, die doorgaans niet in de stads- en dorpscentra te vinden is. Ook doet zich de trend voor dat detailhandelsbedrijven naast een kernassortiment met dagelijkse [nahversorgungsrelevante] of niet-centrumrelevante [nicht-zentrumrelevante] artikelen in toenemende mate deels ook centrumrelevante assortimenten aanbieden. Indien dergelijke ontwikkelingen zich op locaties buiten de stads- en dorpscentra voordoen, leidt dit tot verzwakking van de positie van de centra. Gezien de ontwikkelingen in andere Europese landen is het waarschijnlijk dat de vestiging van grote winkelcentra of het nu gaat om traditionele winkelcentra, factory-outlets of vergelijkbare concepten ook in Duitsland nog niet ten einde is. Hoewel bij de grote nieuwe winkelcentra een trend richting locaties binnen steden te zien is, blijft daarnaast de trend bestaan om ook buiten de centra in aanzienlijke omvang centrumrelevante assortimenten aan te bieden bijvoorbeeld als randassortiment bij grootschalige meubelwinkels of als kernassortiment van factory-outlets. Landesentwicklungsplan Nordrhein-Westfalen (LEP NRW) 5