OPDRACHTKAART PP-01-11-01 Basislijnraster Voorkennis: De vorige praktijkopdrachten afgerond. Intro: Als je goed naar bijvoorbeeld een krant kijkt, zie je dat de tekst in kolommen is gezet. Als je nog iets beter kijkt, zie je ook dat de regels van de kolommen allemaal op dezelfde hoogte staan. De tekst is dan op een basislijnraster gezet. Dit gebeurt omdat de tekst dan beter leesbaar is. Bovendien ziet de tekst er dan mooier uit. Het basislijnraster zorgt er ook voor dat de gedrukte regels van de Schoon- en Weerdruk aan beide kanten van het papier op dezelfde hoogte staan bij drukwerk dat aan twee kanten wordt gedrukt. Dit is nodig om zoveel mogelijk contrast tussen gedrukte tekst en blanco-papier te behouden. De tekst blijft dan beter leesbaar. In deze opdracht leer je om te gaan met het basislijnraster. Doelen: Als je deze opdracht hebt uitgevoerd kun je: Tekst op het basislijnraster zetten. De regelafstand van het basislijnraster veranderen. Activiteiten: 1. Maak praktijkopdracht 11: Basislijnrasters Tijd: Voor deze opdracht heb je 2 lesuren. Beoordeling: Is de opdracht gemaakt zoals het model en is het op de juiste manier opgeslagen (zie checklist)?
PRAKTIJKOPDRACHT PP-01-11-02 Basislijnraster Basislijnraster: Een basislijnraster is een raster van lijnen met een bepaalde regelafstand. Je kunt het basislijnraster, net als hulplijnen, weergeven en verbergen. Dat doe je als volgt: Ga naar de Menubalk, Weergave. Kies Basislijnraster weergeven. Je kunt tekst ook op het basislijnraster zetten. Dat doe je als volgt: Kies het tekstgereedschap. Selecteer de tekst. Ga naar het palet Alinea. Klik in het palet Alinea op Basislijnraster activeren. Om het basislijnraster weer uit te zetten, selecteer je de tekst en kies je de knop basislijnraster uitzetten. Je kunt de regelafstand van het basislijnraster ook veranderen. Dat doe je als volgt: Ga naar de Menubalk, Bewerken. Kies Voorkeuren. Kies in het menu Rasters. Geef bij toename bij elke een andere regelafstand in.
PRAKTIJKOPDRACHT PP-01-11-03 Wat heb je nodig: computer printer Tekstbestand tekst11.doc Map 11 floppydisk/zip Wat ga je doen: De opdracht stap voor stap uitvoeren: Start de computer op en log in. Kopieer het bestand tekst11.doc naar jouw map en plaats het in de map tekstdocumenten. Kopieer de map 11 naar jouw map en plaats hem in de map illustratiebestanden. Start het opmaakprogramma Adobe InDesign op. Open een nieuw document. In het dialoogvenster dat verschijnt vul je in: Pagina s naast elkaar uit, Stramientekstkader uit. Paginaformaat A4, 2 pagina s, Boven 8 mm, Links 8 mm, Onder 8 mm, Rechts 8 mm. Klik op OK. Maak op beide pagina s een illustratiekader in de zetspiegel. Geef de illustratiekaders een vulling van PMS 297, 25%. Maak op beide pagina s een tekstkader van 190 mm x 277 mm op X: 10 mm, Y: 10 mm. Plaats de tekst Tekst11.doc in het tekstkader op de eerste pagina. Link de tekstkaders aan elkaar. Zet de tekst in Helvetica, corps 14/16. Ga naar het menu Object, Opties, Tekstkader. Verander het aantal tekstkolommen op beide pagina s in 4 kolommen met een witruimte van 2 mm. Laat het basislijnraster zien door in de menubalk, Weergave, Basislijnraster weergeven te kiezen. Selecteer alle tekst en zet de tekst op het basislijnraster. Ga naar de menubalk en kies Bewerken, Voorkeuren, Rasters. Verander de Toename bij elke in 16 punten. Je kunt hier gewoon 16 pt intypen. Zet de tekst nu in corps 12/14. Verander daarbij ook de regelafstand van het basislijnraster naar 14 punten.
PRAKTIJKOPDRACHT PP-01-11-04 Ga naar pagina 1. Maak een illustratiekader van 93.5 mm x 70 mm. Zet het illustratiekader op X: 10 mm, Y: 10 mm. Geef het illustratiekader een lijn van 3 punten met de kleur PMS 116. Kopieer en plak het illustratiekader. Zet het illustratiekader op X: 10 mm, Y: 217 mm. Geef het illustratiekader een lijn van 3 punten met de kleur PMS 297. Maak een illustratiekader van 93.5 mm x 65 mm. Zet het illustratiekader op X: 106.5 mm, Y: 82 mm. Geef het illustratiekader een lijn van 3 punten met de kleur PMS 259. Maak een illustratiekader van 93.5 mm x 65 mm. Zet het illustratiekader op X: 106.5 mm, Y: 152 mm. Geef het illustratiekader een lijn van 3 punten met de drukkleur magenta. Ga naar pagina 2. Maak een illustratiekader van 93.5 mm x 70 mm. Zet het illustratiekader op X: 106.5 mm, Y: 10 mm. Geef het illustratiekader een lijn van 3 punten met de kleur PMS 259. Kopieer en plak het illustratiekader. Zet het illustratiekader op X: 106.5 mm, Y: 217 mm. Geef het illustratiekader een lijn van 3 punten met de kleur PMS 116. Maak een illustratiekader van 93.5 mm x 65 mm. Zet het illustratiekader op X: 10 mm, Y: 82 mm. Geef het illustratiekader een lijn van 3 punten met de kleur PMS 116. Maak een illustratiekader van 93.5 mm x 65 mm. Zet het illustratiekader op X: 10 mm, Y: 152 mm. Geef het illustratiekader een lijn van 3 punten met de kleur PMS 297. Maak nog een illustratiekader van 93.5 x 30 mm. Zet het illustratiekader op X: 106.5 mm, Y: 184 mm. Geef het illustratiekader een lijn van 3 punten met de drukkleur magenta. Plaats in elk van de illustratiekaders een afbeelding uit de map 11. Zet de afbeeldingen goed in de kaders.
PRAKTIJKOPDRACHT PP-01-11-05 Zet de kop van de tekst in de Helvetica Bold, 24 punten. Geef de kop de kleur PMS 259. Typ je naam en klas onder de opdracht. Print de opdracht. Bewaar de opdracht onder de naam: InDesign opdracht 11 (eigen initialen). Inleveren: Een uitdraai van de opdracht. Aantekeningen
MODEL a PP-01-11-06
MODEL b PP-01-11-07
Checklist PP-01-11-08 Leerling Docent Zijn de juiste gegevens ingevoerd in het programma? O O Zijn de maten juist? O O Zijn de bestanden juist geplaatst? O O Zijn de zetinstructies juist toegepast? O O Is de proefprint gemaakt en gecontroleerd? O O