Diabetes Mellitus (suikerziekte) belicht In Nederland is bij 740.000 mensen de diagnose diabetes gesteld. Elk jaar komen daar 71.000 nieuwe patiënten bij. In werkelijkheid is het aantal mensen dat diabetes heeft groter, omdat bij hen de diagnose nog niet is gesteld. Het gaat waarschijnlijk om in totaal ongeveer zo n miljoen mensen met diabetes. Naar schatting hebben in 2025 in Nederland 1,3 miljoen mensen de diagnose diabetes. De symptomen van diabetes zijn lang niet altijd duidelijk. Daardoor komt men deze ziekte vaak laat op het spoor. Er kunnen dan al problemen in het lichaam zijn ontstaan. Insuline spuiten. Vrijwel alle mensen met diabetes krijgen vroeg of laat te maken met minstens één diabetescomplicatie, zoals oog- en nierproblemen, vaatproblemen met als gevolg een hartinfarct, herseninfarct of afsluiting van andere slagaders. Soms is dát pas het moment dat diabetes wordt ontdekt. Daarom geldt: hoe eerder de diagnose is gesteld en de behandeling begint, hoe beter. NIBHV Veiligheid 43 2010 15
per ongeluk de insulinecellen vernietigd: het is een auto-immuunziekte. Deze vorm van diabetes ontstaat vooral bij kinderen en jongvolwassenen. Mensen met diabetes type 1 krijgen dat meestal als ze nog jong zijn. Er is nog weinig bekend over de oorzaken van het ontstaan van diabetes type 1. Diabetes 1 zit soms in de familie, maar meestal ontstaat het onver wachts. Omdat het lichaam bij diabetes type 1 zelf geen insuline aanmaakt, moet dit elke dag worden ingespoten. Daarnaast zijn een gezonde leefstijl en een gezond gewicht van belang bij de behandeling. Wat is diabetes? Het lichaam heeft glucose nodig als energiebron. Bij mensen met diabetes is er te veel glucose in het bloed aanwezig. Glucose komt in het bloed na omzetting van koolhydraten in de voeding (bijvoorbeeld in suiker, brood, aardappelen, rijst en pasta). Normaal gesproken regelt het hormoon insuline het bloedsuikergehalte ofwel de bloedglucose in het bloed. Insuline is een stof in het lichaam die gemaakt wordt in de alvleesklier. In de alvleesklier zitten cellen die de eilandjes van Langerhans heten. Deze cellen maken insuline. Insuline zorgt ervoor dat de glucose uit het bloed in het lichaam kan worden opgenomen, waardoor de bloedglucosespiegel weer zakt. Zonder insuline loopt het bloedglucosegehalte te hoog op. Bij diabetespatiënten werken de eilandjes van Langerhans niet goed. Ze maken te weinig of zelfs helemaal geen insuline. Daardoor blijven er te veel suikers in het bloed zitten. De bloedsuikerspiegel wordt dan te hoog. Een hoge bloedsuikerspiegel is op den duur schadelijk voor het hele lichaam, daarom is goede behandeling belangrijk. Dat betekent insuline spuiten of medicijnen slikken die de bloedsuiker verlagen. Diabetes is vaak goed te behandelen, maar gaat nooit meer over. Er zijn twee soorten diabetes: diabetes type 1 en diabetes type 2. Diabetes type 1 Bij diabetes type 1 maakt de alvlees klier nauwelijks of helemaal geen insuline. Dat komt, doordat de eilandjes van Langerhans niet meer werken. Bij diabetes type 1 heeft het eigen afweersysteem van het lichaam Diabetes type 2 Bij diabetes type 2 maakt het lichaam nog wel insuline, maar te weinig. De cellen in het lichaam zijn geleidelijk minder gevoelig voor insuline geworden. Daardoor wordt glucose niet meer goed uit het bloed gehaald. Het gevolg: een hoge bloedsuikerspiegel, dus hoge bloedglucosewaarden. Hoe diabetes type 2 precies ontstaat, is nog steeds niet helemaal duidelijk. Maar uit onderzoek is wel gebleken dat de kans groter wordt bij onder meer overgewicht, weinig bewegen, als één of meer familieleden diabetes hebben en als iemand tijdens de zwangerschap diabetes heeft gehad. Vroeger werd diabetes type 2 ouderdomssuikerziekte genoemd. Nu komt het ook voor bij jongere mensen, zelfs bij kinderen. In principe is diabetes type 2 niet te genezen, maar vaak wel goed onder controle te houden. Negen op de tien mensen met diabetes hebben diabetes type 2. Belangrijke pijlers van de behandeling zijn gezond leven, een gezond gewicht en medicijnen om het bloedglucosegehalte op een normaal peil te brengen. Vaak zijn ook medicijnen nodig om bloeddruk en cholesterolgehalte te reguleren. 16
Hoe eerder de diagnose is gesteld en de behandeling begint, hoe beter. Diabetes tijdens zwangerschap Mogelijke complicaties Vrouwen die zwanger zijn, kunnen ook Diabetes kan grote problemen in het hele diabetes krijgen. Zwangerschapshormonen lichaam geven. Iemand met diabetes leeft remmen de werking van insuline, maar gemiddeld tien jaar korter dan iemand die het lichaam reageert daar niet op met het geen diabetes heeft. Bijna iedereen met diabetes krijgt minimaal één ander probleem maken van extra insuline. Daardoor kan de glucose niet uit het bloed de lichaamscellen bij zijn ziekte (complicatie). Hoe langer in en loopt de bloedglucosespiegel te hoog iemand diabetes heeft, hoe meer kans hij op. Zwangerschapsdiabetes wordt behandeld heeft op zulke problemen. Deze problemen met medicijnen en een gezonde leefstijl. ontstaan meestal na een paar jaar. Diabetici Na de bevalling verdwijnt de diabetes snel. lopen extra kans op: Maar in dat geval is er wel een grotere kans ziekten aan hart en bloedvaten; om later definitief diabetes type 2 te krijgen. problemen met de ogen; problemen met de nieren; problemen met de voeten; Herkennen diabetes seksuele problemen; Mensen met diabetes kunnen de volgende problemen met het geheugen. klachten hebben: Zij hebben vaak veel dorst. Ze moeten Risicofactoren veel en vaak plassen. Dit komt doordat ze Er is nog maar weinig bekend over de oorzaak van diabetes type 1. Diabetes type 1 te veel suikers in hun bloed hebben. Het lichaam wil het teveel aan suikers afvoeren en dat gebeurt via de urine. type 1 in de familie voor komt dan is er een begint vaak op jonge leeftijd. Als diabetes Zij zijn vaak moe. Ze voelen zich zwak iets grotere kans op diabetes. Er kan nog en hebben weinig energie. Voor energie niet goed worden voorspeld wie wel en wie heeft het lichaam suikers nodig. Maar als geen diabetes krijgt. de suikers in het bloed zitten, kan het Bijna 80% van diabetes type 2 komt door lichaam ze niet gebruiken. overgewicht. Dikke mensen krijgen vaker Sommige mensen worden mager der, terwijl ze wel normaal eten. overgewicht bestaat, hoe groter de kans op diabetes dan dunne mensen. Hoe langer het Zij hebben vaak jeuk. Ook hebben ze diabetes. En hoe jonger iemand overgewicht vaker ont stekingen en infecties, zoals krijgt, hoe groter de kans op diabetes. Het steen puisten en blaasontsteking. Wondjes is ook belangrijk te kijken waar het vet zit. genezen vaak slecht. Vooral bij veel vet op de buik en rond het Niet iedereen met diabetes heeft al deze middel, stijgt de kans op diabetes. Maar er klachten. Daardoor merken mensen niet zijn ook dunne mensen die diabetes type altijd dat ze diabetes hebben. 2 krijgen. Andere factoren die van invloed Diabetes en werk Van alle werkende mensen in Nederland heeft één op de vijftig diabetes. De meesten kunnen met hun diabetes prima werken. Er zijn zelfs topsporters met diabetes. Voor anderen is werken met diabetes minder gemakkelijk. Het hangt ook af van het soort werk dat zij doen. Voor de meeste beroepen is het hebben van diabetes geen enkel bezwaar. Er zijn echter beroepen waarbij bijzondere eisen aan de medische geschiktheid worden gesteld. Het gaat dan om beroepen waarbij de gezondheid een risico kan vormen, voor de veiligheid van de werknemer zelf of de veiligheid van anderen. Denk bijvoorbeeld aan het werken met gevaarlijke machines of beroepen als machinist of bestuurder van een bus. Mensen met diabetes wegen zelf af wat ze wel en niet vertellen over hun ziekte. Sommige mensen vertellen het uitgebreid aan hun collega s of aan hun leidinggevende. Anderen kiezen ervoor om niets te vertellen. Er kunnen goede redenen zijn om niets te vertellen. Bijvoorbeeld als zij nauwelijks last van de diabetes hebben in het werk of als zij dit soort zaken liever voor zichzelf houden. Of als zij vermoeden dat de werkgever hen vanwege de diabetes achterstelt bij anderen. Als de behandeling van diabetes op het werk zichtbare gevolgen heeft, is het beter om wel iets over de diabetes te vertellen. Dat maakt het ook makkelijker om collega s of leidinggevende om hulp te vragen als dat nodig is. Behalve de naaste collega s en leidinggevende is het verstandig om de bedrijfshulpverlening te informeren over de diabetes en wat te doen bij een hypo. (Bron: Diabetesvereniging Nederland) NIBHV Veiligheid 43 2010 17
zijn op het ontstaan van diabetes type 2 zijn: weinig bewegen en problemen met cholesterol en bloeddruk. Bij diabetes type 2 speelt erfelijkheid eveneens een belangrijke rol. Vooral samen met andere factoren. De kans op diabetes type 2 stijgt als iemand ouder wordt. Diabetes in de zwangerschap komt vaker voor bij vrouwen die: ouder zijn dan 35 jaar; te zwaar zijn; één of meer familieleden met diabetes hebben; al eerder zwangerschapsdiabetes hebben gehad; bij een vorige zwangerschap een baby kregen van meer dan acht pond. Hypoglykemie (hypo) Diabetespatiënten die (nog) niet goed zijn ingesteld op de juiste medicatie kunnen last krijgen van een te lage of te hoge bloedsuikerspiegel. Een lage bloedsuiker spiegel heet hypoglykemie, of kort gezegd: hypo. De hypo is het meest voorkomende probleem bij de behandeling van diabetes. Dit probleem komt vooral voor bij de behandeling met insuline. Sommige diabetespatiënten krijgen ook een hypo als ze tabletten slikken. Een hypo ontstaat doordat de patiënt minder, later of anders heeft gegeten, alcohol heeft gedronken, te veel of verkeerd insuline heeft gespoten of meer beweging heeft gehad dan normaal. Door een van bovenstaande oorzaken daalt de hoeveelheid suiker (glucosegehalte) in het bloed. Het lichaam reageert daarop. De patiënt krijgt dan last van bijvoorbeeld trillen, hartkloppingen, zweten of een hongergevoel. Soms krijgen de cellen in de hersenen te weinig glucose. Dan krijgt men last van gapen, wis selende stemmingen, verlammingsverschijnselen (bepaalde delen van het lichaam doen het even niet meer) of last van duizeligheid. Een hypo kan worden gestopt door snel iets zoets te eten of te drinken. Dat is de reden dat patiënten altijd snelle suikers (druivensuiker of een drankje met suiker) Insuline pennen. bij zich hebben. Dat zijn suikers die snel worden opgenomen in het bloed. De meeste mensen voelen op tijd dat ze een te lage bloedsuikerspiegel hebben. Dan kunnen ze gericht maatregelen nemen. In ernstige gevallen kan de bloedsuikerspiegel te ver dalen (minder dan 4 mmol/l). Een patiënt kan dan bewus teloos worden of zelfs in coma raken. Dit heet een hypoglykemisch coma. Als dit gebeurt, moeten professionele hulpverleners via een injectie glucose in de ader spuiten. Hierna komt de patiënt heel snel weer bij bewustzijn. Als dat niet gebeurt, kan een arts of verpleegkundige als noodoplossing een injectie glucagon geven. Glucagon doet het tegenovergestelde van insuline. Het zorgt er dus voor, dat de bloedsuikerspiegel weer stijgt. bron: Novonordisk Hyperglykemie (hyper) Hyperglykemie of hyper, betekent een te hoge bloedsuikerspiegel. Er is dan een te hoog glucosegehalte (hoger dan 10 millimol glucose per liter in het bloed). Het lichaam heeft te weinig insuline om de suiker (glucose) in het lichaam te verwerken. Of het 18
lichaam is ongevoelig geworden voor insuline. Een hyper is moeilijk te herkennen. Alleen bij een erg hoge bloedsuikerspiegel zijn er klachten. Bijvoorbeeld veel dorst en vaak moeten plas sen. Patiënten voelen zich niet lekker, zijn moe en hebben geen honger meer. Mogelijke oorzaken van een hyper zijn stress, ziekte of te veel eten. Bij een flinke hyper hebben de lichaamscellen geen insuline meer. De cellen hebben dan geen toegang tot de glucose die ze nodig hebben om energie te krijgen. Als reactie daarop gaan de cellen eiwitten en vetten verbranden, waarbij er gevaarlijke afvalstoffen in het bloed terechtkomen. Als er niets gebeurt, kan een patiënt bewusteloos worden of zelfs in coma raken: het hyperglykemisch coma. Opvallend bij dit coma is de diepe ademhaling. Het lichaam probeert op die manier de afvalstoffen kwijt te raken. De uitge ademde lucht ruikt dan naar aceton. Een hyperglykemisch coma komt veel minder vaak voor bij diabetes type 2. Patiënten worden door hun arts of verpleegkundige geïnstrueerd over de te volgen handelwijze bij een hyper. Meetmateriaal: stripjes bij glucosemeter. Eerste Hulp bij hypo of hyper Wie een hypo heeft, trekt wit weg, gaat trillen en zal minder goed aanspreekbaar zijn. Geef de persoon in een dergelijke situatie snel iets te eten, bijvoorbeeld druivensuiker of suiker. Gaat een hypo niet snel genoeg over, bel dan 112! Als een persoon met een hyper niet meer normaal ademhaalt, moet worden gehandeld volgens de Eerste Hulp-benadering: dat wil zeggen 112 alarmeren en starten met reanimeren. De Diabetesvereniging Nederland adviseert diabetespatiënten om de naaste collega s en leidinggevende te informeren over de diabetes en over wat te doen bij een hypo en ze te vertellen wat diabetes in hun geval betekent. Ook de bedrijfshulpverlening moet ervan op de hoogte zijn. Het initiatief dient daarbij wel uit te gaan van degene met diabetes, zij zijn niet verplicht de BHV te informeren. (JdH) Met dank aan het Diabetesfonds en de Diabetesvereniging Nederland voor het beschikbaar stellen van informatie en fotomateriaal. Meer informatie over diabetes is te vinden op: www. diabetesfonds.nl, www.dvn.nl en www.diabeteszorgbeter.nl Insulinepomp met toebehoren. NIBHV Veiligheid 43 2010 19