Pagina. Besluit. Besluit Openbare versie. Ons kenmerk: ACM/DM/2016/ Zaaknummer: I. MELDING

Vergelijkbare documenten
Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Goedkeuring van de concentratie tussen Holland Pharma en FACO

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Goedkeuring van de concentratie tussen Euroma Holding B.V. en Clearwood Investment B.V.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld inartikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 lid 1 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Openbaar. Besluit. Datum : 30 juli Muzenstraat 41 www 2511 WB Den Haag ACM/UIT/497981

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm. NMa, Mededingingswet

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Pagina 1/10 BESLUIT. Besluit Openbare versie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Goedkeuring van de concentratie tussen Tzorg en HbH Amstelring

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Transcriptie:

Pagina 1/11 Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Postbus 16326 2500 BH Den Haag T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info @acm.nl www.acm.nl www.consuwijzer.nl Besluit Besluit Openbare versie Ons kenmerk: ACM/DM/2016/201885 Zaaknummer: 15.1276.22 I. MELDING 1. Op 29 december 2015 heeft de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Holland Pharma Exploitatie B.V. (hierna: Holland Pharma), onderdeel van de Mosadex Groep, voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet, over diverse activa van DA Retailgroep B.V. en Retail Shared Service Centre B.V., beide onderdeel van DA Holding B.V. 1 Deze activa worden hierna gezamenlijk aangeduid als DA. 2. Op gelijke datum hebben partijen een verzoek tot ontheffing als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Mededingingswet ingediend. Op 29 december 2015 is dit verzoek tot ontheffing toegewezen. 2 3. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 49425 van 31 december 2015. ACM heeft ambtshalve vragen gesteld aan verschillende marktpartijen. II. PARTIJEN 4. Holland Pharma is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij is onderdeel van de Mosadex Groep, die met name actief is op het gebied van groothandel voor geneesmiddelen en aanverwante artikelen in Nederland. Haar dochteronderneming Holland Pharma is actief op het gebied van de groothandel voor drogisterijartikelen, zelfzorgmedicatie, natuurgeneesmiddelen en alle aanverwante medische producten. 1 In antwoorden op aanvullende vragen van 18 januari 2016 hebben partijen aangegeven dat de verschillende activa waarop de transactie betrekking heeft, van meer dochterondernemingen van DA Holding B.V. worden verkregen dan in de melding was voorzien. Het gaat hierbij naast DA Retailgroep B.V. en Retail Shared Service Center B.V. om DA Totaal Retail B.V., DHMO B.V., en Drogistenunie B.V. De activa zelf zijn echter onveranderd gebleven. 2 Besluit van ACM van 29 december 2015 in zaak 15.1275.23

2/11 5. DA is actief op het gebied van de groothandel en detailhandel in drogisterijartikelen. DA levert goederen en diensten aan franchiseondernemers die in totaal circa 250 drogisterijen onder de namen DA en Fris, Gezond en Mooi exploiteren in Nederland. 3 Daarnaast levert zij drogisterijartikelen aan zelfstandige drogisterijen en supermarkten. III. DE GEMELDE OPERATIE 6. Holland Pharma heeft op 27 december 2015 een bod gedaan op DA. De definitieve koopovereenkomst is gesloten op 8 januari 2016. Uit de koopovereenkomst blijkt dat de transactie inhoudt dat Holland Pharma uitsluitende zeggenschap verkrijgt over de intellectuele eigendomsrechten, handelsnamen, voorraad, inventaris, auteursrechten en andere rechten op de franchiseformules van DA. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 7. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 6, omschreven transactie leidt ertoe dat Holland Pharma uitsluitende zeggenschap verkrijgt over DA. 8. Betrokken ondernemingen zijn Holland Pharma en DA (hierna gezamenlijk aangeduid als: partijen). 9. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. RELEVANTE MARKT Relevante productmarkt 10. De activiteiten van partijen overlappen op het gebied van de groothandel voor drogisterijartikelen. Partijen sluiten zich voor de afbakening van de productmarkt aan bij een eerder besluit van ACM, waarin wordt uitgegaan van een markt voor groothandel voor drogisterijartikelen. 4 In hetzelfde besluit gaat ACM uit van een assortiment van drogisterijartikelen dat bestaat uit de 3 DA Retailgroep B.V. had via haar dochteronderneming Dynasupport B.V. ook zeven drogisterijen in eigendom. Deze zeven drogisterijen maken geen onderdeel uit van deze transactie. 4 Zie het besluit van de NMa van 9 april 1998 in zaak 126/Internatio-Brocacef, punt 22.

3/11 segmenten gezondheid (Over The Counter geneesmiddelen, homeopathie-artikelen, vitaminepreparaten), populair verzorgend (luiers, babyvoeding, haar- en mondverzorging), en luxe (parfum en andere verzorgingsartikelen). 5 Op de markt voor groothandel voor drogisterijartikelen zijn zowel volgesorteerde groothandels actief, die alle drie hierboven genoemde segmenten binnen het drogisterijassortiment leveren, als groothandels die een deel van het assortiment kunnen leveren. Franchisenemers van DA zijn actief op de markt voor detailhandel voor drogisterijartikelen. 6 11. Uit het onderzoek van ACM in deze zaak komen geen redenen naar voren voor een andere marktafbakening dan hiervoor beschreven. Daarom gaat ACM in dit besluit uit van een markt voor de groothandel voor drogisterijartikelen. Relevante geografische markt 12. Voor de afbakening van de geografische markt sluiten partijen aan bij hetzelfde besluit van ACM, waarin is uitgegaan van een nationale geografische markt voor de groothandel voor drogisterijartikelen. 7 Uit het onderzoek onder marktpartijen van ACM komen geen redenen naar voren die wijzen op een andere afbakening van de geografische markt. ACM gaat in deze zaak dan ook net als in eerdere zaken uit van een nationale markt voor groothandel voor drogisterijartikelen. B. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE 13. In deze paragraaf beschrijft ACM haar beoordeling van de gevolgen van de voorgenomen concentratie op de nationale markt voor de groothandel voor drogisterijartikelen. Visie partijen en marktpartijen 14. Partijen stellen dat hun gezamenlijke marktaandeel na de voorgenomen concentratie op de markt voor groothandel voor drogisterijartikelen zeer beperkt (circa 6%) zou zijn. Bij het bepalen van de marktomvang hebben partijen ook de omzet van de verticaal geïntegreerde ondernemingen AS Watson (met winkelformules Kruidvat en Trekpleister) en Ahold (met winkelformule Etos) meegerekend en zijn zij uitgegaan van hun totale omzet, verkregen vanuit de verkoop van drogisterijartikelen aan zowel franchisenemers als derden, zoals supermarkten en apotheken. Zij geven aan dat na de voorgenomen concentratie er voor zelfstandige drogisterijen voldoende keuzemogelijkheden overblijven. Naast Holland Pharma en DA zijn er voldoende andere groothandelaren waar deze drogisterijen hun producten kunnen inkopen. 5 Zie het besluit van de NMa van 9 april 1998 in zaak 126/Internatio-Brocacef, punt 9. 6 Zie het besluit van de NMa van 9 april 1998, zaak 126, Internatio/ Brocacef; besluit van NMa van 23 oktober 2000, zaak 2114, Etos/ Boots Stores. 7 Zie het besluit van NMa van 9 april 1998 in zaak 126/ Internatio-Brocacef, punt 26.

4/11 15. Marktpartijen verwachten dat de combinatie Holland Pharma DA een groot gezamenlijk marktaandeel zal verkrijgen op de markt voor groothandel voor drogisterijartikelen. Enkele marktpartijen vrezen dat het evenwicht tussen de groothandels hierdoor verstoord zal worden. De Koninklijke Nederlandse Drogisten Bond (KNDB) is positief over de voorgenomen concentratie van Holland Pharma en DA, omdat deze de versnippering op de markt voor groothandel voor drogisterijartikelen tegengaat. Relevante marktomvang gebondenheid franchisenemers 16. Voor de beoordeling is het belangrijk om eerst te bepalen om welke afzet groothandels kunnen concurreren. Groothandelaren die alleen leveren aan de eigen winkelformule, zoals Ahold (Etos) en A.S. Watson (Kruidvat en Trekpleister) worden buiten de groothandelsmarkt gehouden omdat dit intra-concern leveringen zijn. Hetzelfde geldt voor leveringen aan franchisenemers die sterk gebonden zijn aan een franchisegever. Omdat deze franchisenemers verplicht zijn het overgrote deel van hun producten bij de franchisegever in te kopen, kunnen andere groothandels niet concurreren om deze omzet 17. Afhankelijk van de mate van gebondenheid tussen franchisegever en franchisenemer moet de omzet van de franchisenemer geheel, gedeeltelijk of niet worden meegenomen in de totale marktomvang. Marktpartijen bevestigen bovenstaand onderscheid. Zij beschouwen groothandelaren die enkel leveren aan de eigen winkelformule niet als concurrent op de groothandelsmarkt voor drogisterijartikelen. Groothandels die drogisterijartikelen leveren aan zelfstandige drogisterijen en groothandels die een franchiseformule toepassen, concurreren volgens marktpartijen wel met elkaar. 18. Om de gevolgen van de concentratie tussen Holland Pharma en DA te kunnen beoordelen, is het van belang om te bezien in welke mate de DA-franchisenemers zijn gebonden aan de groothandel. Om die reden gaat ACM eerst in op de franchiserelatie tussen DA en haar franchisenemers. Franchiseformule DA Visie partijen en marktpartijen 19. Partijen geven aan dat de franchisenemers van DA voorafgaand aan het faillissement sterk gebonden waren aan DA. De oude DA-franchisecontracten 8 zijn beëindigd na het faillissement van DA. 9 10 8 Voorheen hanteerde DA twee franchiseformules: de DA-formule (DA-formule) en de Fris, Gezond en Mooi -formule (FGM-formule). De voorwaarden in beide contracten verschillen op sommige punten van elkaar. De uiteindelijke

5/11 20. Uit het onderzoek van ACM onder marktpartijen blijkt dat zij de voormalige DAfranchiseformule als een gebonden formule zien, omdat de aangesloten drogisterijen sterk worden gestuurd door de franchisegever. Beoordeling 21. In het verleden hebben ACM en de Europese Commissie zich bij de beoordeling van concentraties vaker uitgelaten over de binding tussen de exploitant van een winkelformule en de daarbij aangesloten (zelfstandige) ondernemers. 11 Criteria die onder meer van belang zijn om de gebondenheid te kunnen bepalen, zijn de mogelijkheid om van franchisegever of formule te kunnen wisselen, het aandeel van de totale inkoop van de ondernemer bij de centrale en voor welke periode de binding met de exploitant van de formule wordt aangegaan. Daarnaast moet de gebondenheid van de franchisenemer aan het assortiment van de franchisegever in overweging worden genomen en de mate waarin de franchisenemers het schappenbeleid van de franchisegever dienen te volgen. Ten slotte zijn andere economische banden tussen de ondernemer en de exploitant van de formule van belang zoals leningen of verhuur door franchisegever van het pand waarin de franchisenemer is gevestigd door de franchisegever. Ook eventuele gebiedsbeschermingen en de herkenbaarheid voor consumenten van franchisenemers als zijnde aangesloten bij de franchisegever kunnen van belang zijn. 22. Als gevolg van het faillissement 12 van DA Retailgroep B.V. en Retail Shared Service Centre B.V. hebben DA en de franchisenemers de DA-franchisecontracten beëindigd. 13 23. Het uiteindelijke antwoord op de vraag of franchisenemers van DA wel of niet als gebonden moeten worden beschouwd kan in het midden blijven, omdat dit de beoordeling niet beïnvloedt. ACM gaat hieronder uit van twee scenario s voor de gebondenheid. In het eerste scenario worden de franchisenemers verondersteld in hoge mate gebonden te zijn en wordt de betreffende omzet niet beoordeling wordt niet door deze verschillen beïnvloed. Daarom spreekt ACM hierna zowel voor DA als voor FGM over de DA-franchiseformule, DA-franchisecontracten en DA-franchisenemers. 9 Zie voor een toelichting op het faillissement het besluit van ACM van 29 december 2015 in zaak 15.1275.23. 10 In deze openbare versie van het besluit zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om reden van vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante haken aangegeven In het geval van getallen of percentages kan de vervanging hebben plaatsgevonden in de vorm van vermelding van bandbreedtes. 11 Besluit van ACM van 23 juli 2015 in zaak 15.0484.22/ Brocacef Mediq; Besluit van de NMa van 22 februari 2000 in zaak 1710/ Schuitema - A&P; Besluit van de NMa van 15 juli 1998 in zaak 811/ Vendex Food Groep -De Boer Unigro; Beschikking van de Commissie van 20 november 1996 in zaak IV/M.784/ Kesko/Tuko. 12 Zie hiervoor ook het besluit van ACM van 29 december 2015 in zaak 15.1275.23. 13 ACM heeft de nieuwe contracten nog niet kunnen beoordelen.

6/11 meegenomen in de bepaling van de marktomvang en het marktaandeel van DA. In het tweede scenario worden de franchisenemers verondersteld niet gebonden te zijn en wordt de betreffende omzet wel meegenomen. a) Horizontale effecten Beoordeling ACM 24. Uit de beschrijving van de activiteiten van partijen blijkt dat Holland Pharma en DA beide actief zijn op de nationale markt voor groothandel voor drogisterijartikelen. DA levert voornamelijk aan DA-drogisterijen ( van haar omzet) en daarnaast aan een klein aantal zelfstandige drogisterijen. Holland Pharma levert drogisterijartikelen aan diverse afnemers, zoals zelfstandige en franchisedrogisterijen, gezondheidswinkels, webwinkels en apotheken. 25. Op de nationale markt voor groothandel voor drogisterijartikelen zijn er naast partijen nog andere spelers actief: Unipharma, FACO en Vriesia. Zij richten zich net als partijen, in elk geval voor een deel van hun activiteiten, op de levering van drogisterijartikelen aan zelfstandige drogisterijen en in meer of mindere mate gebonden franchiseketens. Zij worden daarom beschouwd als concurrenten van partijen op de markt voor groothandel voor drogisterijartikelen in Nederland. Scenario 1: gebondenheid 26. Van de totale omzet van DA in 2015 was circa afkomstig van leveringen aan DAfranchisenemers en afkomstig van overige leveringen. Het marktaandeel van DA op de nationale groothandelsmarkt voor drogisterijartikelen bestaat in dit scenario alleen uit de omzet behaald met leveringen aan zelfstandige drogisterijen en andere afzetkanalen, zoals supermarkten, apotheken en webwinkels. In onderstaande tabel zijn de marktaandelen van de verschillende spelers op de relevante markt weergegeven.

7/11 Tabel 1: marktaandelen uitgaande van scenario 1 (omzet 2015) Omzet (in mln EUR) Aandeel (%) Holland Pharma DA Retail Unipharma FACO Vriesia Overige en onbekend (o.a. Nedac Sorbo, Naproz) 30 40 0 10 0 10 Totaal 331 100% vertrouwelijk 27. Uit voorgaande tabel blijkt dat het gezamenlijke marktaandeel van partijen na de voorgenomen concentratie circa is op de nationale markt voor groothandel voor drogisterijartikelen, uitgaande van gebondenheid van DA-franchisenemers. Bovendien is de toevoeging van DA aan Holland Pharma gering. Na de concentratie zijn er naast partijen nog andere spelers actief op de nationale markt voor groothandel voor drogisterijartikelen die partijen kunnen disciplineren. 28. Gelet op het bovenstaande, concludeert ACM dat het niet aannemelijk is dat de concentratie de daadwerkelijke mededinging op de nationale markt voor groothandel voor drogisterijartikelen op een significante wijze zou kunnen belemmeren. 14 Scenario 2: ongebondenheid 14 Richtsnoeren voor de beoordeling van horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen (2004/C 31/03), punt 18.

8/11 29. Als ACM ervan uitgaat dat de DA-franchisenemers ongebonden zijn, rekent ACM de volledige omzet van DA mee bij het bepalen van de marktomvang. In dat geval stijgt het marktaandeel van DA op de nationale markt voor groothandel voor drogisterijartikelen op basis van de huidige omzetgegevens. De marktaandelen van partijen en van hun concurrenten zien er dan als volgt uit: Tabel 2: marktaandelen uitgaande van scenario 2 (omzet 2015) Holland Pharma DA Retail Unipharma FACO Vriesia Overige en onbekend (o.a. Nedac Sorbo, Naproz) Omzet (in mln EUR) Aandeel (%) 20 30 20 30 0 10 Totaal 400 100% vertrouwelijk 30. Partijen krijgen een gezamenlijk marktaandeel van. Na de concentratie blijven er drie concurrerende groothandelaren over, namelijk FACO, Unipharma en Vriesia. Alle drie concurrenten zijn in staat om het complete basisassortiment drogisterijartikelen te leveren. Unipharma en Vriesia hebben desgevraagd aangegeven dat zij over de capaciteit beschikken om meer te gaan leveren, als er na de concentratie sprake blijft van gezonde concurrentie op groothandelsniveau 31. Gelet op het bovenstaande, concludeert ACM dat het niet aannemelijk is dat de concentratie in dit scenario de daadwerkelijke mededinging op de nationale markt voor groothandel voor drogisterijartikelen op een significante wijze zou kunnen belemmeren. Conclusie Horizontale effecten

9/11 32. Gelet op het voorgaande is het niet aannemelijk dat de concentratie de daadwerkelijke mededinging op de nationale markt voor groothandel voor drogisterijartikelen op een significante wijze zou kunnen belemmeren. b) Verticale effecten Beoordeling ACM 33. Er bestaat een verticale relatie tussen de groothandelsactiviteiten van Holland Pharma en DA enerzijds en de detailhandelsactiviteiten door DA-franchisenemers en zelfstandige drogisterijen. Holland Pharma en DA leveren beide zowel aan DA-franchisenemers als aan zelfstandige drogisterijen en andere ondernemingen die drogisterijartikelen verkopen, zoals webwinkels en supermarkten. 34. Partijen stellen dat de voorgenomen concentratie, gezien de volgens hen zeer geringe gezamenlijke marktaandelen van partijen op alle mogelijke markten, geen significante effecten op de mededinging zal hebben en dus ook geen verticale effecten. Voor zelfstandige drogisterijen blijven er volgens hen voldoende keuzemogelijkheden over. 35. ACM heeft onderzocht of de voorgenomen concentratie leidt tot een beperking van de mededinging als gevolg van marktafscherming. Er is sprake van marktafscherming wanneer de toegang van daadwerkelijke of potentiële concurrenten tot voorzieningsbronnen of afzetmarkten door de overname wordt belemmerd of geblokkeerd, waardoor de mogelijkheid en/of prikkel van deze ondernemingen om te concurreren wordt verminderd. 15 Marktafscherming vormt slechts een bedreiging voor de daadwerkelijke mededinging, indien fuserende partijen beschikken over een aanzienlijke mate van marktmacht op ten minste een van de betrokken markten. De betrokken markten in deze zaak zijn de nationale markt voor groothandel voor drogisterijartikelen en de nationale markt voor detailhandel voor drogisterijartikelen. 36. Hierboven heeft ACM reeds vastgesteld dat er op de nationale markt voor groothandel voor drogisterijartikelen na de voorgenomen concentratie voldoende concurrerende groothandels overblijven waar zelfstandige drogisterijen en andere afnemers kunnen inkopen. Gebleken is dat deze groothandels de capaciteit hebben om extra drogisterijen te beleveren. Op de markt voor detailhandel voor drogisterijartikelen oefenen ketendrogisterijen (Kruidvat, Etos etc.) en andere zelfstandige drogisterijen voldoende concurrentiedruk uit op partijen. Derhalve acht ACM het niet 15 Richtsnoeren voor de beoordeling van niet-horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen (2008/C 265/07), punt 29.

10/11 aannemelijk dat na de concentratie marktafscherming een bedreiging vormt voor de daadwerkelijke mededinging. Conclusie Verticale effecten 37. Gelet op het bovenstaande is er geen reden om aan te nemen dat de verticale relatie tussen de groothandels- en detailhandelsactiviteiten van partijen als gevolg van de concentratie de daadwerkelijke mededinging op de nationale groothandelsmarkt en de nationale detailhandelsmarkt voor drogisterijartikelen op significante wijze zou kunnen belemmeren. VI. CONCLUSIE 38. Na onderzoek van deze melding is ACM tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Zij heeft geen reden om aan te nemen dat die concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou kunnen belemmeren. 39. Gelet op het bovenstaande deelt ACM mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. Datum: 1 april 2016 Autoriteit Consument en Markt, namens deze, w.g. dr. B.L.K. Vroomen Teammanager Directie Mededinging

Pagina 1/11 Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Postbus 16326 2500 BH Den Haag T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info @acm.nl www.acm.nl www.consuwijzer.nl Besluit Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de Rechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam. Autoriteit Consument en Markt, namens deze, dr. B.L.K. Vroomen Teammanager Mededinging