De conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen De conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen: een econometrische analyse (Herwerkte versie, 10 juni 2003) (Commentaar is welkom bij bert.brys@hogent.be) Fiscaal Spoor Hogeschool Gent Fiscaal Spoor Hogeschool Gent 1
Steunpunt beleidsrelevant onderzoek - bestuurlijke organisatie Vlaanderen DE CONJUNCTUURGEVOELIGHEID VAN DE REGISTRATIERECHTEN IN VLAANDEREN: EEN ECONOMETRISCHE ANALYSE 1. INLEIDING Deze econometrische analyse bestudeert de conjunctuurgevoeligheid van de Vlaamse ontvangsten van de registratierechten. De resultaten van de analyse voor de federale ontvangsten van de registratierechten worden gepresenteerd in bijlage A.. De hoogte van de ontvangsten wordt verklaard door een aantal verklarende variabelen, zoals de reële hypotheekrente, de inflatie, het algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen en het consumentenvertrouwen. Het geschatte verband wordt ook gebruikt om de belastingopbrengsten van 2002 te voorspellen. De voorspelde ontvangsten worden vervolgens vergeleken met de echte ontvangsten, waarna we concluderen of de ontvangsten na 31/12/01 gestegen of gedaald zijn. 2. DE DATASET De dataset bestaat uit maanddata voor de periode januari 1991 tot december 2001. Er zijn dus 132 observaties. De volgende variabelen worden gebruikt: Te verklaren variabele: De totale (100%) door de federale overheid ontvangen registratierechten van transacties in Vlaanderen. Slechts 41.4058% van deze registratierechten werd tot 2001 doorgestort naar Vlaanderen. Door de Lambermontakkoorden ontvangt Vlaanderen nu 100%. De te verklaren variabele is echter gebaseerd op 100% van de ontvangsten gedurende al de periodes (de Vlaamse ontvangsten tot 2001 werden dus gedeeld door 0.414058). De data is maandelijks, in miljoen EUR. Symbool: RR Verklarende variabelen: - Constante: constante waarde over de dataset Betekenis: de gemiddelde belastingontvangsten op het eerste tijdstip (eerste observatie: januari 1991) - Dummy d: Januari: waarde 1 in januari, 0 in al de andere maanden (d jan ) Maart waarde 1 in maart, 0 in al de andere maanden (d maart ) Mei waarde 1 in mei, 0 in al de andere maanden (d mei ) Juni waarde 1 in juni, 0 in al de andere maanden (d juni ) Juli waarde 1 in juli, 0 in al de andere maanden (d juli ) Augustus waarde 1 in augustus, 0 in al de andere maanden (d aug ) September waarde 1 in september, 0 in al de andere maanden (d sept ) Oktober waarde 1 in oktober, 0 in al de andere maanden (d okt ) November waarde 1 in november, 0 in al de andere maanden (d nov ) Betekenis: de dummy variabele van maart meet het verschil tussen de gemiddelde ontvangsten en de ontvangsten in de maand maart (over al de jaren). Een negatieve coëfficiënt betekent dat de ontvangsten in maart in 1991 2001 lager zijn dan de gemiddelde ontvangsten. 2
De conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen - Reële hypotheekrente, 6 maanden vertraagd r -6 Nominale hypothecaire rente bij de ASLK en FORTIS voor leningen afgesloten met schuldsaldoverzekering: semi-vaste rente, verminderd met de inflatie (zie verder). We hebben de gemiddelde rente per maand berekend (afhankelijk van hoeveel dagen een bepaald percentage van kracht is geweest). Bron: www.nbb.be/belgostat Betekenis: deze variabele meet of de belastingontvangsten afhankelijk zijn van de 6 maanden vertraagde reële hypotheekrente. Dit betekent dat we meten of de rente in januari de ontvangsten in juli (6 maanden later) beïnvloedt (en dit voor elke maand). - Inflatie, 6 maanden vertraagd infla -6 Inflatie op jaarbasis: indexcijfer der consumptieprijzen. Bron: ecodata, ministerie van economische zaken Betekenis: deze variabele meet of de belastingontvangsten afhankelijk zijn van de 6 maanden vertraagde prijsevolutie van de consumptiegoederen over de laatste 12 maanden. - algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen, 6 maanden vertraagd: indexinfla -6 1996 = 100, 6 maanden vertraagd Bron: ecodata, ministerie van economische zaken Betekenis: deze variabele meet of de belastingontvangsten afhankelijk zijn van het 6 maanden vertraagde algemene prijsniveau van de consumptiegoederen. - vertrouwen, 6 maanden vertraagd: vertro -6 Gezamenlijke indicator consumentenvertrouwen, maandelijkse data, in eenheden. Vertrouwen varieert van 30 tot +30. Bron: Belgostat. Betekenis: de variabele meet of een stijging van het vertrouwen (van 20 naar 19 of van +1 naar +2) aanleiding geeft tot een stijging/daling van de ontvangsten van de registratierechten (6 maanden later). 3. DE SCHATTINGSRESULTATEN RR = 13,425 + + 18,627 d jan 6,942 d maart + 4.422 d mei + 6,932 d juni + 13,016 d juli + 21,977 d aug 12,565 d sept + 5,213 d okt + 9,502 d nov 3,648 r 6 2,104 Infla 6 + 1,047 indexinfla 6 + 0, 313 vertro 6 Fiscaal Spoor Hogeschool Gent 3
Steunpunt beleidsrelevant onderzoek - bestuurlijke organisatie Vlaanderen Aantal vrijheidsgraden = aantal observaties aantal parameters = 132 12 = 120: OK (R 2 = 90,3%, Durbin-Watson=2.01). t-waarden (-1,9 > t-waarde > 1,9 impliceert een significant verband tussen de RR en de desbetreffende variabel): d jan 9,122 d maart -3,401 d mei 2,166 d juni 3,396 d juli 6,373 d aug 10,769 d sept -6,151 d okt 2,553 d nov 4,65 r -6-6,274 infla -6-2,675 indexinfla -6 5,712 vertro -6 5,3 Het 95% betrouwbaarheidsinterval voor de vertraagde reële rente, inflatie, indexcijfer van de consumptieprijzen en vertrouwen bedraagt (losjes geïnterpreteerd impliceert dit dat de mogelijke waarde van de parameters in dit interval zit vervat): -4,799 < r -6 < -2,496-3,661 < infla -6 < -0,546 0,684 < indexinfla -6 < 1,41 0,196 < vertro -6 < 0.43 Hoe kleiner het interval, hoe accurater de schatting. De verwachte waarde van de parameter wordt echter weergegeven door de parameters in het kader hierboven. 4. INTERPRETATIE VAN DE RESULTATEN - De analyse van de coëfficiënt van de dummy s leert ons dat er in maart en september minder ontvangsten zijn. In januari, mei, juni, juli, augustus, oktober en november zijn er meer ontvangsten. Het is vooral in de maanden augustus (+21,977) en januari (+18,627) dat de Vlaamse overheid extra registratierechten ontvangt. - Invloed reële hypotheekrente: Een stijging van de hypotheekrente met 1 % (bijvoorbeeld van 3% naar 4%) resulteert in 3,648 miljoen minder ontvangsten over 6 maanden. Een daling van de hypotheekrente met 1% impliceert dat de registratierechten die 6 maanden later worden ontvangen 3,648 miljoen hoger zullen zijn (in vergelijking met de waarde zonder de rentedaling). Hoe groter de verandering in de hypotheekrente, hoe groter het effect op de ontvangsten. Een daling van de hypotheekrente met 2% heeft een stijging van 2 * 3,648 miljoen euro tot gevolg. De hypotheek rente heeft dus geen direct invloed op de ontvangsten van de registratierechten, maar wel een vertraagde invloed. De vertraging is gelijk aan 6 maanden. 4
De conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen - Invloed van de inflatie Soortgelijke analyse. Een stijging van de inflatie met 1% vandaag zorgt binnen 6 maanden voor 2,104 miljoen minder ontvangsten. - Invloed algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen Een algemene prijsstijging van de consumptieprijzen met een eenheid leidt 6 maanden later tot een stijging van de ontvangsten met 1,047 miljoen euro (hoe hoger de waarde van onroerend goed, hoe hoger de belastingontvangsten). Dus: naast het algemene prijsniveau (positieve invloed op de ontvangsten) heeft ook de verandering van dit prijsniveau (=inflatie) een (negatieve) invloed op de ontvangsten van de registratierechten (er is geen multicollineariteitsprobleem: correlatiecoëfficiënt van 0,597). Dus op de langere termijn doet een stijging van het prijsniveau de ontvangsten stijgen. In periodes van hoge inflatie worden de aankopen echter uitgesteld. - Invloed vertrouwen: Een stijging van het consumentenvertrouwen (bijvoorbeeld, indicator van 6 naar 5 of van +4 naar +5) heeft een positief effect op de ontvangsten. Deze zullen 0,313 miljoen euro hoger zijn dan in het geval zonder de vertrouwensstijging. Een daling van het vertrouwen met 1 eenheid resulteert in 0,313 miljoen euro minder ontvangsten. Een stijging met 2 eenheden resulteert uiteraard in 2*0,313 miljoen extra ontvangsten. Ook het vertrouwen heeft geen direct invloed op de ontvangsten van de registratierechten, maar wel een vertraagde invloed. De vertraging is gelijk aan 6 maanden. 5. EEN VOORBEELD De geschatte ontvangsten in augustus 1997 bedraagt: - Constante: -13,425 - Dummy (extra stijging van de ontvangsten specifiek): 21,977-6 maanden vertraagde reële rente (de rente van februari 1997 beïnvloedt de ontvangsten in augustus 1997): waarde reële rente: 8,3625. Dus 3,648 * 8,3625-6 maanden vertraagde inflatievoet (de inflatie van februari 1997 beïnvloedt de ontvangsten in augustus 1997): waarde inflatie: 1,98. Dus 2,104*1,98-6 maanden vertraagde algemene prijsindex: waarde index: 101,44. Dus: +1,047 *101,44-6 maanden vertraagde vertrouwen. Waarde vertrouwen: -13. Dus: +0,313 * (-13) De geschatte ontvangsten = -13,425 + 21,977 3,648*8,3625 2,104*1,98 + 1,047*101,44 + 0,313*(-13) = 76.01836 De werkelijke ontvangsten = 86,33 6. VOORSPELLING VAN DE ONTVANGSTEN IN 2002 Gegeven het lineaire verband, gegeven de geschatte parameters en gegeven de waarden van de reële hypotheekrente, de inflatie, de prijsindex en het vertrouwen voor 2002, kunnen we een schatting maken van de ontvangsten per maand in 2002. Omdat we werken met 6 maanden vertraagde Fiscaal Spoor Hogeschool Gent 5
Steunpunt beleidsrelevant onderzoek - bestuurlijke organisatie Vlaanderen variabelen kunnen we ook een schatting maken van de Vlaamse ontvangsten gedurende de eerste 6 maanden van 2003. Belangrijk is op te merken dat deze schatting de ontvangsten weer geeft die de overheid zou ontvangen indien er geen belastinghervorming zou hebben plaatsgevonden (en indien er geen andere grote veranderingen zouden hebben plaatsgevonden). Om de belastinghervorming te evalueren met betrekking tot de ontvangsten moeten we de ontvangsten per maand of per jaar NIET vergelijken met de waarden in het vorige jaar (of jaren). Wel moeten we de werkelijke ontvangsten vergelijken met de ontvangsten die de overheid zou ontvangen indien de belastinghervorming niet had plaatsgevonden (gebruik makende van de waarde van de reële hypotheekrente, de inflatie, de prijsindex en de vertrouwensindicator gedurende 2002). Deze waarden worden dus weergegeven door de geschatte registratierechten in 2002. De geschatte ontvangsten in 2002 en de eerste 6 maanden van 2003 zijn: Geschatte RR werkelijke RR werkelijke RR geschatte RR 2002 1 98,79 78,21-20,58 2 79,11 63,55-15,56 3 70,79 77,39 6,6 4 73,29 76,20 2,91 5 77,99 82,76 4,77 6 83,91 89,65 5,74 7 93,98 92,87-1,11 8 103,34 105,24 1,9 9 69,48 60,96-8,52 10 85,34 74,79-10,55 11 89,37 93,09 3,72 12 78,54 72,32-6,22 2003 1 97,85 99,82 1,97 2 78,72 91,22 12,5 3 72,46 64,99-7,47 4 79,75 65,65-14,1 5 83,77?? 6 85,5?? Indien we de geschatte ontvangsten vergelijken met de werkelijke ontvangsten, dan constateren we dat: - De daling in de Vlaamse ontvangsten m.b.t. de registratierechten in 2002 bedraagt 36,9 miljoen euro (op basis van transacties gepland/beslist en uitgevoerd gedurende de laatste 6 maanden van 2001 en gedurende de eerste 6 maanden van 2002). Dus: de overheid heeft minder registratierechten ontvangen in 2002 dan dat het geval zou zijn geweest zonder belastinghervorming. De daling van de ontvangsten bedraagt: 36,9 miljoen euro (-16,12 miljoen euro in de eerste 6 maanden van 2002 en 20,78 miljoen euro in de laatste 6 maanden van 2002). 6
De conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen - Uit het louter vergelijken van de ontvangsten van 2002 met bijvoorbeeld 2001 en 2000 concluderen we dat de ontvangsten zijn gedaald. Deze daling is voornamelijk het gevolg van de drastische daling in het vertrouwen. In 2000 is het gemiddelde vertrouwen +7.9, in 2001 +10, maar in 2002 3.1. Dit verklaart de lagere opbrengst. Het is bijgevolg verleidelijk om te zeggen dat de daling van de ontvangsten van de registratierechten in 2002 toe te schrijven zijn aan de belastinghervorming. Dit is echter niet 100% correct. De daling van de ontvangsten had ook plaats gevonden zonder de belastinghervorming (door het effect van het vertrouwen). De belastinghervorming heeft de daling echter nog versterkt. - Deze trend observeren we ook in 2003 (op basis van transacties beslist gedurende de laatste 6 maanden van 2002). Na april staat de balans van de belastinghervorming op 7.1 miljoen euro. 7. CONCLUSIE Deze schattingsresultaten leren ons dat: - De registratierechten zijn conjunctuurgevoelig. i. Hoe hoger de reële hypothecaire rente, hoe lager de ontvangsten. Een rentestijging met 1% (van 5 naar 6%) kost de overheid 3,648 miljoen euro. ii. Hoe hoger de inflatie, hoe lager de ontvangsten. Een stijging van de inflatie met 1% kost de overheid 2,104 miljoen euro. iii. Een stijging van het algemene prijsniveau doet de ontvangsten wel stijgen. Een stijging van de index met 1 punt levert 1,047 miljoen extra ontvangsten op. iv. Hoe hoger het consumenten vertrouwen, hoe hoger de ontvangsten. Een stijging van het vertrouwen met één eenheid levert 0,313 miljoen extra ontvangsten op. De invloed van deze variabelen is 6 maanden vertraagd - In januari, mei, juni, juli, augustus, oktober en november zijn er meer ontvangsten. Het is vooral in de maanden augustus (+21,977) en januari (+18,627) dat de Vlaamse overheid extra registratierechten ontvangt. - De belastinghervorming doet de ontvangsten van de registratierechten DALEN. De daling in 2002 is in de orde van 36,9 miljoen euro. Fiscaal Spoor Hogeschool Gent 7
Steunpunt beleidsrelevant onderzoek - bestuurlijke organisatie Vlaanderen Bijlage A: de schattingsresultaten voor de federale overheid RR = 59,254 + 22,832 d febr 7,856 d maart + 18,247 d juni + 39,276 d juli 30,161 d aug + 9,438 d okt 10,964 d nov + 31,736 d dec 9,278 r 6 6,163. Infla 6 + 1,526 indexinfla + 0, 507 vertro 6 De dummy s verschillen omdat federale ontvangsten één maand later worden doorgestort naar de Vlaamse overheid. De coëfficiënten zijn ongeveer dubbel zo groot omdat de federale ontvangsten ongeveer dubbel zo hoog zijn als de Vlaamse ontvangsten. Een voorspelling voor 2002 leert ons dat er gedurende de eerste 6 maanden van 2002 er 87,98 miljoen extra ontvangsten zijn. Gedurende de volgende 6 maanden van 2002 heeft de belastinghervorming echter een daling van 4,83 miljoen euro ontvangsten tot gevolg. Document: De conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen: een econometrische analyse 10-06-2003 17:45 8