OPA-methode. Inhoud. 1. De OPA-methode maakt uw zinnen leesbaar 2. Zinnen bestaan uit zinsdelen 3



Vergelijkbare documenten
Slimme Samenvattingen

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Formuleren. Doelgroep Formuleren. Omschrijving Formuleren

Basisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica

Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica.

- De zin in een andere tijd zetten (tijdproef). - De zin vragend maken. - Van enkelvoud meervoud maken of andersom (getalproef).

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Handleiding bij het. Sjabloon Programmabegroting 2010

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Online cursus spelling en grammatica

2 Lesstof Formuleren

Leerlijn Spreken & luisteren groep 5

Eigen vaardigheid Taal

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Als je een setje van 4 kaarten hebt, roep je 'kwartet!' en leg je de vier bij elkaar horende kaarten voor je neer op tafel.

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden

LESSTOF. Formuleren 1F

Formuleren voor gevorderden

Z I N S O N T L E D I N G

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

D of T Bingo! Welke regels hebben jullie gehanteerd? Omdat hij werd gestoord, wendde hij zijn gezicht naar de deur.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Lesdoelen De kinderen kunnen aanhalingstekens gebruiken.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Kernwoord Uitleg Voorbeeld

Thema 10. We ruilen van plek

De waarde van een plaats in een getal.

1 Werkwoorden. Voor deze aanbieding geld: op = op!!!

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek

Loopt vader met moeder in het park?

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

LESSTOF. Formuleren 2F

De laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen.

instapkaarten taal verkennen

DE SAMENGESTELDE ZIN ONDERWERPSZIN. ( Wie niet sterk is ),( moet ) [ slim ] { zijn }.

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Samenvatting Nederlands formuleren

VOORWOORD. René van Royen

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8

Teksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven

Strategieles Verbanden (Relaties en verwijswoorden) niveau A

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde

GRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

i n h o u d Inhoud Inleiding

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

instapkaarten taal verkennen

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

LESSTOF. Basisgrammatica

Zoals beloofd eerst nog een herhaling van de theorie van de lijdende en de bedrijvende vorm:

Dit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen

Lesstof overzicht Station vanaf

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek

instapkaarten taal verkennen

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

Lezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen

Wij willen u vragen niet vooruit te gaan werken/oefenen. Er kan dan verwarring ontstaan bij het kind. Wij willen dit graag voorkomen!

Toetsenperiode juni 2018

Grammatica Zinsontleding - Uitgebreid. Ondersteunend materiaal - Uitlegkaarten Geschikt voor de groepen 7 en 8

Gebruiksvriendelijkheid: Gebruiksaanwijzing:

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Macramémethode. Inhoud. 1. Macramémethode 2. De kern van de paragraaf 3. Doorvragen 4. Drie soorten knopen 7. De paragraaf opbouwen 9 PREVIEW

Lesbrief groep 5/6. Beste ouders,

Persoonlijke ontwikkeling

Computervaardigheden training. Hoofdstuk 4 e-learning. CH4-v1.0. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

Solliciteren (2) Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? De sollicitatiebrief

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

LESSTOF. Werkwoordspelling op maat

LESSTOF. Grammatica op maat

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

LESSTOF. Grammatica op maat

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Zinnen. Zinsontleding VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote taalboek - oefenboek - Paragraaf 18 Zinsontleding.

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen.

Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma II

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Hoe te leren voor de UNIT toetsen

Transcriptie:

OPA-methode Inhoud 1. De OPA-methode maakt uw zinnen leesbaar 2 Zinnen bestaan uit zinsdelen 3 U kunt zinnen altijd in de vier OPA-volgordes schrijven 5 PP in taal 2001 versie april 2001 1

1. De OPA-methode maakt uw zinnen leesbaar Deze methode leert u de grammaticale structuur van uw zinnen zo te kiezen, dat zij optimaal leesbaar worden. Lezers kijken in zinnen eerst naar de relatie tussen onderwerp en persoonsvorm. Hoe beter die relatie in uw zinnen zichtbaar is, hoe makkelijker zij voor de lezer te verteren zijn. De eerste paragraaf frist uw grammaticale kennis op, en leidt u ongemerkt naar OPA in de tweede. De OPA-methode gebruikt de vragenstructuur en de argumentatiestructuur. Deze les resulteert in een romptekst voor uw dossier. PP in taal 2001 versie april 2001 2

Zinnen bestaan uit zinsdelen U leert de relaties tussen zinsdelen kennen U leert de relaties kennen tussen het onderwerp, de persoonsvorm en de andere zinsdelen. Meer hoeft u niet te weten om duidelijke zinnen te kunnen schrijven. Een lezer zoekt -onbewust- eerst de relatie tussen onderwerp en persoonsvorm. Daarna vult hij die relatie aan met informatie uit andere zinsdelen. Als onderwerp en persoonsvorm in uw zinnen herkenbaar zijn, en als de relatie tussen die twee direct zichtbaar is, is uw zin duidelijk. Voordat u zinsdelen kunt benoemen, moet u ze leren onderscheiden. Bovendien moet u samengestelde zinnen kunnen onderscheiden. Zinsdelen zijn groepen woorden Zinsdelen zijn groepen woorden die bij elkaar blijven als u de woordvolgorde van een zin probeert te veranderen. De binding tussen woorden in een zinsdeel is hechter dan die tussen woorden uit verschillende zinsdelen. Een zinsdeel kan uit één woord bestaan. U kunt de zinsdelen van een zin herkennen door zo veel mogelijk varianten op die zin te bedenken. De woorden die in dezelfde volgorde bij elkaar blijven, vormen een zinsdeel. U moet wel de betekenis van de zin handhaven. En u mag geen zinnen maken, die naar uw gevoel "fout" zijn. voorbeeld Een goede, klantgerichte brief voldoet aan alle eisen van PP. Voldoet een goede, klantgerichte brief aan alle eisen van PP? Aan alle eisen van PP voldoet een goede, klantgerichte brief. Voldoet aan alle eisen van PP een goede, klantgerichte brief? zinsdelen (een goede, klantgerichte brief) (voldoet) (aan alle eisen van PP) voorbeeld 1 Zinsdelen Maakt u nu de oefening zinsdelen op pagina Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.. PP in taal 2001 versie april 2001 3

Samengestelde zinnen bestaan uit zinnen Een zin is een zin als er een persoonsvorm in staat. Maar ook alles wat tussen hoofdletter en punt staat, is een zin. Als er twee of meer persoonsvormen tussen hoofdletter en punt staan, is het een samengestelde zin. De persoonsvorm verandert De persoonsvorm is het werkwoord in de zin dat verandert als u de zin van het enkelvoud in het meervoud zet, of andersom; en dat verandert als u de zin van de tegenwoordige in de verleden tijd zet, of andersom. De grens tussen de zinnen van een samengestelde zin ligt vaak bij woorden als die, dat, daarom, of bij een komma. Leg de grens waar uw gevoel zegt hem te leggen. [Ik zie aan je stijl] [dat je een cursus schrijven nodig hebt.] [Ik zag aan je stijl] [dat je een cursus schrijven nodig had.] [Wij zagen aan jullie stijl] [dat jullie een cursus schrijven nodig hadden.] voorbeeld 2 Persoonsvormen Maakt u nu de oefening Zinnen op pagina Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.. Het onderwerp hoort bij de persoonsvorm U hebt tussen neus en lippen door ook het onderwerp leren kennen. Het onderwerp is het zinsdeel dat bij de persoonsvorm hoort. Het is het zinsdeel dat met de persoonsvorm mee moet veranderen, wanneer u het getal van de zin verandert. Meestal is er per persoonsvorm één onderwerp, soms is er geen onderwerp. Ik (O) hoort bij zie (P), je (O) hoort bij hebt (P). Ik hoort bij zag, je hoort bij had. Wij hoort bij zagen, jullie hoort bij hadden. voorbeeld 3 Onderwerpen Maakt u nu de oefening Zinnen en zinsdelen op pagina Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.. PP in taal 2001 versie april 2001 4

U kunt zinnen altijd in de vier OPA-volgordes schrijven U kunt nu samengestelde zinnen in zinnen verdelen, en u kunt zinnen in zinsdelen verdelen. U herkent de belangrijkste zinsdelen: onderwerp en persoonsvorm. Alle andere zinsdelen noemen we voor het gemak "andere". De vier mogelijke OPA-volgordes Er zijn in het Nederlands vier volgordes tussen onderwerp, persoonsvorm en andere zinsdelen mogelijk: -OPA, de rechte volgorde: Wim bezuinigt al jaren. O P A -POA, de vragende volgorde: Bezuinigt Wim al jaren? P O A -APO, de omgekeerde volgorde: Al jaren bezuinigt Wim. A P O -OAP, de bijzinsvolgorde: Ik betreur dat Wim al jaren bezuinigt. O A P voorbeeld 4 Vier OPA-volgordes PP in taal 2001 versie april 2001 5