De prinses met de lange haren Meetkampioenen De kleuters krijgen van de prinses met de kroon linten van verschillende lengtes. Ze mogen in de klas op zoek gaan naar voorwerpen die dezelfde lengte hebben als hun lint. Wie iets gevonden heeft geeft een sein (rinkelen met bel) aan de prinses, zo kunnen we samen met haar op controle gaan. Domein meten: WIS MR 1 Twee dingen kwalitatief vergelijken volgens lengte en de vergelijking verwoorden met termen als: langer en kortst. kroontje prinses, belletje, linten van verschillende kleuren en lengtes Oei, ik groei! De kleuters mogen allemaal recht staan en kijken naar hoe groot ze al wel niet zijn. Is iedereen even groot? De kleuters vormen een rij van klein naar groot. Wie staat er in het midden? Wie is er het grootst en wie is er het kleinst? Hoe vaak gaat het kammetje van de prinses in de grootste of kleinste kleuter? Bevindingen worden geturfd. kwalitatieve vergelijking (bijv. voorwerpen rangschikken van zwaar naar licht). Kam, pen en papier Bij het kortste eind De prinses vraagt of de kleuters ook zo goed kunnen meten. Ze krijgen allemaal een lint en mogen deze vergelijken met elkaar. Wie zou er het langste of kortste lint hebben? Er moet een rijtje van kort naar lang gevormd worden op de grond. Als dit gelukt is springen we allemaal samen over de linten. paarse linten van verschillende lengtes
Haren meten De prinses heeft lange haren. Zijn er meisjes of jongens in de klas die ook lange haren hebben? De ko vraagt wie er de langste en kortste haren heeft. Er kan in een rij worden gestaan volgens lengte van de haren. De haren worden afgemeten met wol dat op de haarlengte van de kleuters wordt afgeknipt. Deze wollen draden worden van kort naar lang gelegd. Schaar en wol Springen als een kangoeroe Iets wat prinsessen ook goed kunnen is springen. Wie kan er zo ver springen als een kangoeroe? Er wordt gesprongen vanaf de tapelijn. De kleuters zetten een kruisje op de plaats waar ze geland zijn. De afstand van de kruisjes wordt met elkaar vergeleken. De kleuters kiezen zelf meetinstrumenten waarmee de afstand kan opgemeten worden. Variatie: met twee voeten samen springen/ met of zonder aanloop. Domein meten: WIS MR 14 Meten met zelfgemaakte meetinstrumenten en ze ijken (bijv. zelf gegradueerde recipiënten, meetrooster). Krijt en tape
Rupsentrein De prinses geeft de kleuters de opdracht om drie rijen te vormen volgens haarlengte. (Lang, halflang en kort.) De kleuters beslissen zelf in welke rij ze horen. De prinses controleert. Elke rups krijgt een verbale opdracht. Bijvoorbeeld: De rups met de lange haren mag naar voor kruipen. De rups met de korte haren mag naar achteren kruipen. De rups met de halflange haren mag rond de tafel kruipen. De rups met de lange haren mag naar de winkel kruipen. Enzovoort. Domein meten: WIS MR 2 Zelf strategieën ontdekken om dingen kwalitatief te vergelijken. WIS AD 3.a Dat houdt onder meer in: zélf de wiskundetaal actief gebruiken om met anderen te communiceren - zowel mondeling als schriftelijk - over wiskundige problemen, ideeën, oplossingswijzen. Geen materiaal Lint en touw, wat schud jij uit je mouw? De kleuters zitten in de kring en hebben een touw gekregen van de prinses. De kleuters mogen in groepjes met touwen iets maken op de grond. De prinses geeft opdrachten. De kleuters kunnen gezamenlijk een driehoek, hart, vierkant, rechthoek, cirkel, koffer of kroontje maken. Met alle groepjes samen kunnen de kleuters een grote taart, een kasteel en een bed voor de prinses maken. Domein ruimte: WIS MK 14 Meetkundige vormen onderzoeken en globaal herkennen door zich: te bewegen in de ruimte, te kijken naar en te handelen (bijv. beleggen, puzzelen, vouwen, rubriceren) met voorwerpen uit de omgeving (bijv. gebruiksvoorwerpen) en met vlakke figuren en daarbij termen gebruiken als: rond, driehoekig, vierhoekig. Lange dikke touwen
Lintenvriendjes De prinses deelt linten uit. Van elk lint is er een paar. De prinses vraagt wie er een vriendje kan vinden met een lint dat even lang is. Wie twee dezelfde linten heeft gevonden gaat samen neerzitten. Er wordt klassikaal gecontroleerd. Is het lint van je vriendje even lang dan worden de linten verzameld in de prinses haar tas. Domein meten: WIS MR 1 Twee dingen kwalitatief vergelijken volgens lengte en de vergelijking verwoorden met termen als: langer, kleiner, even groot, kortst, Paren linten volgens lengte Snelgroeishampoo In het midden van de kring legt de ko vier foto s van de prinses. De klas wordt in vier groepjes verdeeld. De prinsessen hebben hun haren met snelgroeishampoo gewassen. Welke prinses haar haren groeien het snelst? Om de beurt gooit een kleuter van elk groepje met de dobbelsteen. Deze kleuter telt het aantal ogen op de dobbelsteen en schakelt evenveel haarschakels aan het hoofd van hun prinses. De prinses die het snelst aan tien haarschakels geraakt is gewonnen. Domein getallen: WIS G 7 Hoeveelheden tot vijf onmiddellijk herkennen zonder te tellen. WIS G 4. a Een één-één-verbinding leggen tussen voorwerpen en de rij telwoorden (synchroon tellen) tot 5. Dobbelsteen met ogen tot drie, hoofden prinsessen, haarschakels.
Kort, kort, lang waar is de kam? De prinses is haar kam kwijtgespeeld. De kam moet terug gevonden worden volgens instructies van de kleuters. De kleuters moeten instructies geven aan de prinses (kleuter) om de kam te vinden. Ze mogen hierbij enkel de begrippen kort, ver of varianten hierop gebruiken. Domein ruimte: WIS AD 3.a Dat houdt onder meer in: zélf de wiskundetaal actief gebruiken om met anderen te communiceren - zowel mondeling als schriftelijk - over wiskundige problemen, ideeën, oplossingswijzen. WIS DO 9.b De communicatieve functie van wiskundige taal ervaren. Dat kan onder meer betekenen: wiskundige begrippen en termen begrijpen en correct gebruiken. Kam en kroontje Lintje trek De prinses heeft vijf linten in haar hand verstopt waar telkens een klein stukje van te zien is. Vijf kleuters mogen om de beurt een lint uit haar handen trekken. Wie er in slaagt om het langste lint te trekken, is gewonnen en krijgt een kus van de prinses. WIS MR 1 Twee dingen kwalitatief vergelijken volgens lengte en de vergelijking verwoorden met termen als: langer en kortst. Vijf groene linten van verschillende lengte