Beheerplan Wegen

Vergelijkbare documenten
Beheerplan wegen Gemeente Harlingen. e KOAC NPC Dukatenburg AE Nieuwegein

Versie: 24 mei Beheerplan Wegen Waterland

Beheerplan onderhoud wegen

In de programmabegroting 2015 is het beheerplan voor het wegonderhoud aangekondigd.

Herziening van de huidige definitie van de Maatregeltoets

*ZAAE2BF3F76* Adviesnota. Raad van : 2 juli 2015 Agendapunt : 7 Reg. nr. : Z / INT Onderwerp Vaststellen beheerplan wegen

1. Openbare ruimte en de kapitaalsgoederen in de openbare ruimte.

Wegenbeheerplan. Meerjarenplanning Gemeente Sint Anthonis

Raadsvoorstel Onderwerp: Wegenbeleidsplan Datum voorstel: 8 augustus 2017 Vergaderdatum: 19 september 2017 Registratienr.

Beheerplan wegen

Tijdsgebonden: Wanneer zijn we klaar? Nummer coalitieprogramma: Programmanaam: 07 Beheer Z / INT Wegbeheer

Beheerplan wegen Definitief 13 CZ

Vertaaltabellen om de resultaten van de bestaande inspectiemethodiek van wegen van CROW te vertalen naar de conditiescores van NEN 2767

Beheerplan wegen

Beheerplan wegen

Wegenbeheerplan Gemeente Boxmeer

Wegenbeheerplan Gemeente Boxmeer

Beheerplan wegen

Meerjaren onderhoudsplan wegen

Beheerplan wegen

Groot onderhoud Gemeente Eindhoven. Roel den Dikken en Antoinet Grips PG & RBT Maart 2015

Wegenbeheerplan en beeldkwaliteit wegen Drimmelen. planperiode Versie : D 1 Datum : 16 maart 2004 Samengesteld door : ing. J.P.A.

AAN: de raad van de gemeente Ferwerderadiel. Sector : lll Nr. : 10/27.14 Onderwerp : Vaststellen wegenbeheerplan Ferwert, 22 mei 2014

Afstudeeropdracht. Win - Win

Melkweg

WEGENBEHEERPLAN

Wegbeheerplan Gemeente Best 2016

Beheerplan wegen

Betreft vergadering Commissie Economie en Mobiliteit van 21 november Annemieke Lobik, ,

Rapport Beheerplan wegen

Wegbeheer in de gemeente Katwijk 10-jaren overzicht Nota Meerjarenplanning en -begroting

Beheerplan wegen. Gemeente Hof van Twente. Concept. Datum: 14 november 2013 Opdrachtgever: Gemeente Hof van Twente Opdrachtnemer: Proviel B.V.

Beleidskader Openbare Ruimte in nieuw perspectief

Beheerplan Wegen 2013

Beheerplan wegen

BEHEERKOSTEN WEGEN GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE. 14 november 2012 : - Concept, vertrouwelijk B

Managementsamenvatting Kwaliteit onderhoud openbare ruimte Vervolgmeting 2008

Raadsvoorstel Registratienr: Agendapunt: Onderwerp: Portefeuillehouder: Samenvatting: Aanleiding:

Onderbouwing en differentiatie onderhoudsniveaus wegverhardingen

Wegenbeheerplan

Beleidsadvies wegonderhoud Augustus 2017

Nota van B&W. onderwerp Actualisering Beheerkwaliteitplan Openbare Ruimte (BKP)

Risicoanalyse Wegen. Risicoanalyse inzake Integraal Wegenbeheerprogramma

Rapport: Hillegoms Verkeers- en Vervoerplan (HVVP)

Inleiding Wethouder van Tuijl. Presentatie / toelichting IBOR-systematiek

Beheerplan Wegen

Meerjarenprogramma Kunstwerken. Noordhollandsch Kanaal

Uw partner in groen. Beeldbestek volgens CROW catalogus

Beleidsplan Wegen Rapportage. Gemeente Hillegom. december 2014 Definitief

BEHEERPLAN WEGEN

Risico s van inspectie tot uitvoering onderhoudswerk

Raadsvoorstel. Samenvatting

Notitie Aanvullende uitwerking varianten

Bouw- & Infrapark te Harderwijk KIES*WIJZER*ONDERHOUD 2

Raadsvoorstel. 1. Aanleiding

Integraal werken. Door: Herman Wiss

Auteur(s) : R. de Rooij / J. Klok

11.3. Onderhoud kapitaalgoederen

Beleidsplan Onderhoud Wegen

Beleid- en beheerplan wegen

opzet quick scan civiele kunstwerken Lansingerland

Wegenbeleidsnotitie Levensduurbenadering. Opdrachtgever Gemeente Aalburg Postbus AA WIJK EN AALBURG

REKENKAMERONDERZOEK WEGENONDERHOUD LEIDERDORP

Line of sight proces vast onderhoud

Beleidsplan Wegen

STREKT TER VERVANGING

Provincie Utrecht Beleidsplan onderhoud wegverhardingen

Raadsvoorstel. Bevoegdheid Raad. Vergaderdatum: 18 oktober 2016 Registratienummer: 2016/55 Agendapunt nummer: 9

Wegenbeheerplan en Voorziening Wegen

Beleidsplan Wegen Op weg naar duurzaamheid. Versie : 1.0 Datum : Samengesteld door : ing. J.P.A. Ribbers

November Wegenbeheersplan Gemeente Opmeer

Gemeen- ; Reg. datum: 29" Ongescande bijlagen. Ontvangstbevestiging. Referentienummer T&M LvH/KAvaR

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014

WEGENBELEIDSPLAN

Gemeente Ede. Memo Inleiding

Beleidskader wegbeheer

Jade Beheer. Communicatieplan CO 2 Prestatieladder 3.C.1. 3.C.2 Invalshoek C: Transparantie Handboek CO2 Prestatieladder, versie 2.2 / 3.

Voortgangsrapportage Kwaliteit Openbare Ruimte april dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer afdeling Beheer Openbare Ruimte

Peter Roest raad december 2012

Ontwerpbesluit: Toekomstige beheerscenario s openbare ruimte

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 9. Voorstel tot het vaststellen van de fietsbeleidsnota Fiets, een natuurlijke concurrent.

Concept-Raadsvoorstel, gewijzigd.

Gedetailleerde visuele inspectie

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het boombeheerplan gemeente Boxmeer

Oriënterende notitie Beheerplan wegen

Uitvoeringsplan wegenonderhoud 2015

A.1.2 Wat wordt verstaan onder het schadebeeld kantopsluiting Bij kantopsluiting wordt de zijdelingse steun aan de rand van de verharding beoordeeld

Kwaliteit Openbare Ruimte Krimpen aan den IJssel 2008

Uitgangspunten beleid onderhoud Wegen en Bruggen

Beleidsnotitie Wegen. Kaders voor beheer

Beheerplan Wegen

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: beleids- en beheerplan kleine civiele kunstwerken. Gevraagde Beslissing:

$ # &' $ %( $ % ( $ ) * ' +,- ' % - ' ' % ' '. / ( %/ ( ( 0 ( 1

Actieplan Verkeer Gemeente Loon op Zand 2014/2015 me. Actieplan Wegen met een prognose

Beheerplan Speelvoorzieningen

Onderhoudsprogramma wegen 2014

Bijlage 3. Spoorboekje Planmatig Beheer en Onderhoud Verhardingen

Beheerplan wegen

Beheerplan Wegen Delft

Beheerkwaliteitsplan. Kwaliteitskader voor beheer en onderhoud

Transcriptie:

2016-2020 Beheerplan Wegen Gemeente Haarlemmermeer juni 2015

1

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doel beheerplan... 3 1.3 Uitgangspunten... 3 1.4 Leeswijzer... 4 2 Kaders en beleid... 5 2.1 Wettelijk kader... 5 2.2 CROW- wegbeheersystematiek... 6 2.3 Landelijk en regionaal beleid... 6 2.4 Gemeentelijk beleid... 7 2.5 Prioritering wegbeheer... 9 3 Areaal en kwaliteit... 11 3.1 Kwantitatieve areaalgegevens... 11 3.2 Kwalitatieve areaalgegevens... 12 4 Beheerstrategie... 17 4.1 Systematiek wegbeheer... 17 4.2 De uitvoering van het onderhoud... 19 4.3 Meerjarenonderhoudsplan... 21 4.4 Duurzaam en milieubewust beheer... 22 4.5 De beheerorganisatie... 22 4.6 Beheersysteem... 23 5 Middelen... 25 5.1 Beschikbaar budget... 25 5.2 Benodigd budget... 26 5.3 Scenario s... 28 6 Communicatie en afstemming... 31 7 Conclusies en aanbevelingen... 32 8 Bijlagen... 35 2

1 Inleiding 1.1 Aanleiding Wegen zijn een belangrijke factor voor de bereikbaarheid binnen de gemeente, maar wegen zorgen ook voor de toegang tot de omliggende gebieden. Het doel van de gemeente is om de wegen goed begaanbaar, schoon en veilig te houden. 1 Hiervoor is het van belang dat de staat van onderhoud van onze wegen op peil blijft, zodat zij veilig zijn voor de weggebruikers. Na een periode van groei van Haarlemmermeer komt de gemeente in een fase waarin het beheer van de bestaande fysieke leefomgeving meer van belang wordt. Goed onderhoud van het bestaande areaal zorgt voor de instandhouding hiervan. De aanleiding tot het opstellen van dit beheerplan Wegen is gelegen in het collegeprogramma 'Krachtig Samen Werken 2014-2018'. Hierin is een inventarisatie aangekondigd van het benodigde onderhoud van de gemeentelijke wegen. Het beheerplan is mede opgesteld door KOAC-NPC. 1.2 Doel beheerplan Het beheerplan is een plan op operationeel niveau, dat inzicht geeft in de bestuurlijke ambities en doelstellingen voor wegbeheer voor de korte en lange termijn. Het doel van het beheerplan Wegen is een actueel inzicht te geven in de kwantiteit en kwaliteit van de wegen en de benodigde financiën om dit areaal te onderhouden. Ook worden eventuele risico s of knelpunten hierbij inzichtelijk gemaakt. Het beheerplan Wegen geeft tevens inzicht in de wijze waarop binnen de gemeente Haarlemmermeer invulling wordt gegeven aan technisch en verantwoord wegbeheer. Dit alles in het licht van het wettelijk kader waarbinnen een wegbeheerder moet opereren. Meerjarenbeheerplannen vertalen het beleid naar de daadwerkelijke uitvoering en zijn een verbindende schakel tussen visie, beleid en uitvoering. Op basis van de beheerplannen kunnen het klein en groot onderhoud en de vervangingsinvesteringen voor de komende vijf jaar worden vastgesteld, waarmee het beheerplan gebruikt wordt als leidraad voor de uitvoering van het beheer en als basis voor het opstellen van de integrale meerjaren uitvoeringsplannen en jaarplannen. Voor wegen is het echter niet gebruikelijk om vijf jaar vooruit te plannen, maar is een termijn van twee jaar gebruikelijker. Daarom is voor een periode van vijf jaar een zogenaamde basisplanning gemaakt van theoretisch noodzakelijke maatregelen. Voor een periode van twee jaar (2016 en 2017) dient de basisplanning buiten getoetst te worden en te worden uitgewerkt tot een maatregelenpakket. Voor dit beheerplan zijn alleen de maatregelen voor het asfaltonderhoud voor de eerste twee jaar getoetst. Dit document is, naast het vastleggen van de beheerafspraken bedoeld voor communicatie met bestuurders, burgers en uitvoerders en dient tevens als toetsinstrument voor specifieke beheerkeuzes en onderhoudsactiviteiten. 1.3 Uitgangspunten Uitgangspunt voor dit beheerplan vormt het bestaande areaal. Ook het onderhoud van belijning valt eronder. Het plan is opgesteld in 2014 en met een geschatte geldigheidsduur van vijf jaar (2016-2020). De geldigheid is echter sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de kwaliteit van het areaal, de 1 Bron: Programmabegroting 2015-2018 gemeente Haarlemmermeer 3

beschikbare budgetten en de ontwikkeling van de organisatie. Het is daarom waarschijnlijk dat actualisatie van het beheerplan al eerder nodig is. 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 1 zijn beschreven: de aanleiding, doelstelling en opbouw van het beheerplan. Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van de wettelijke kaders en het gemeentelijk beleid. In hoofdstuk 3 wordt een beschrijving van het areaal en de kwaliteit hiervan gegeven. Hoofdstuk 4 beschrijft de beheerstrategie, met daarin de te treffen maatregelen. De financiën worden in hoofdstuk 5 weergeven. Hoofdstuk 6 gaat in op communicatie en in hoofdstuk 7 volgen tenslotte enkele conclusies en aanbevelingen. 4

2 Kaders en beleid Het wegbeheer in Nederland is georganiseerd in een aantal nationale en provinciale wetten en regels. De wet- en regelgeving is gericht op het voeren van verantwoord wegbeheer en het regelen van de aansprakelijkheid bij het ontstaan van schadeclaims. Daarnaast is de landelijke systematiek voor wegbeheer bepalend voor de optimale beheerstrategie. Tot slot heeft de gemeente zelf beleidsregels opgesteld, die van invloed zijn op het wegbeheer. 2.1 Wettelijk kader Wetgeving is een belangrijke factor in het wegbeheer. De wegbeheerder heeft bijvoorbeeld een wettelijk vastgestelde taak; de zorgplicht. 2.1.1 Wegenwet (landelijk) In de Wegenwet zijn alle verantwoordelijkheden van de openbare wegen in Nederland geregeld. Hierin staan globaal de volgende zaken vermeld: de toegankelijkheid en openbaarheid van wegen; de verantwoordelijkheid voor het onderhoud van wegen en het toezicht hierop; dat een weg in goede staat moet verkeren; de verplichting van gemeenten om een wegenlegger op te stellen; onteigening van gronden voor aanleg of verbetering van wegen; recht op tolheffing. Een gemeente is met name belast met artikel 16 van de Wegenwet, waarin wordt gesteld dat de gemeentelijke wegen in goede staat moeten verkeren. Wat onder goede staat verstaan moet worden, wordt niet nader gedefinieerd. Op de gemeente rust dus een algemene zorgplicht voor een veilige openbare ruimte. Die zorgplicht houdt mede in dat de gemeente actief moet zijn in het lokaliseren en verhelpen van gevaarlijke situaties op wegen. Vervolgens dienen er passende maatregelen getroffen te worden. Als deze achterwege blijven, dan kan de gemeente aansprakelijk worden gesteld. 2.1.2 Aansprakelijkheid Indien burgers schade ondervinden door gebreken aan de verharding, dan bestaat de kans dat de gemeente (wettelijk) aansprakelijk wordt gesteld. Risicoaansprakelijkheid Er is sprake van risicoaansprakelijkheid indien de schade het gevolg is van een gebrek aan de openbare weg. Dit laatste is het geval wanneer de weg niet voldoet aan de eisen die men er onder de gegeven omstandigheden aan mag stellen en indien hierdoor een gevaarlijke situatie ontstaat. Dit geldt ook wanneer de wegbeheerder niet op de hoogte is van het gebrek. Voorbeelden van gebreken zijn: gaten in de weg, losliggende stoeptegels, ondeugdelijk uitgevoerde drempels, etc. Het is van belang dat de wegbeheerder bij een gebrek aan de weg zo snel mogelijk actie onderneemt. Deze actie kan zijn; het herstellen van het gebrek of het waarschuwen van verkeersdeelnemers. Verder dient de wegbeheerder aan te tonen dat de weg regelmatig is gecontroleerd. Om persoonlijke vervolging te voorkomen is het belangrijk om aantoonbaar te maken dat alles in staat is gesteld om met de beschikbare middelen de wegen zo veilig mogelijk te houden. 5

Schuldaansprakelijkheid Indien de schade niet het gevolg is van een gebrek aan de weg zelf, maar van de aanwezigheid van losse voorwerpen of substanties op de weg, dan kan er sprake zijn van schuldaansprakelijkheid. In tegenstelling tot de risicoaansprakelijkheid geldt dat de wegbeheerder aan de aansprakelijkheid kan ontkomen door aan te tonen dat hij of zij niet op de hoogte was (of had kunnen zijn) van de desbetreffende situatie. Ook hier geldt dat de wegbeheerder moet aantonen dat de weg regelmatig is gecontroleerd en dat een doeltreffende maatregel is uitgevoerd, indien een afwijking is geconstateerd. Voor de wegbeheerder is het verder van belang dat hij zijn functie naar eer en geweten uitvoert met de middelen die hij ter beschikking heeft. Persoonlijke aansprakelijkheid wordt voorkomen door de besluitvorming door de juiste partij te laten nemen en de eventuele hieraan verbonden risico s aan te tonen. Dit beheerplan Wegen is hiervan een voorbeeld. 2.1.3 Wet milieubeheer (landelijk) De Wet milieubeheer (Wm) is een kaderwet waarin de uitgangspunten van het landelijke milieubeleid staan beschreven. De Wet milieubeheer is de belangrijkste milieuwet in Nederland. De wet bepaalt welke gereedschappen kunnen worden ingezet om het milieu te beschermen. De praktische uitwerking van de wet vindt plaats in zogenaamde Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB s) en/of een Ministeriële regeling met nadere richtlijnen. Voor de wegbeheerder zijn met name het Besluit asbestwegen milieubeheer en het Besluit bodemkwaliteit van belang. 2.1.4 Arbeidsomstandighedenwet (Arbo) Alle werkgevers zijn op grond van de Arbeidsomstandighedenwet verplicht tot het uitvoeren van arbeidsomstandighedenbeleid, het opstellen van een meerjarenplan daarvoor en het uitbrengen van een jaarverslag. Het beleid moet zijn gericht op zowel veiligheid, gezondheid als milieu. Daarnaast moet worden voldaan aan het Bouwprocesbesluit. Voor de wegbeheerder betekent dit in hoofdzaak dat er een inventarisatie van de projectrisico s moet plaatsvinden, dat bestekken moeten worden geanalyseerd en dat Veiligheids- en Gezondheidsplannen (V&G-plan) moeten worden opgesteld. Als laatste in dit kader is ook de CROW -publicatie 96B Werk in Uitvoering Pakket 2005 van toepassing. 2.2 CROW- wegbeheersystematiek In Nederland is de systematiek voor wegbeheer gestandaardiseerd door het CROW 2. ( De methode van het CROW is geschikt voor het vaststellen van de kwaliteit van het wegenareaal en het plannen en begroten van het noodzakelijk groot onderhoud. De systematiek biedt de wegbeheerder: inzicht in de huidige en toekomstige kwaliteit van zijn verhardingen; inzicht in de meerjarige onderhoudsbehoefte op netwerkniveau; een indicatie van de projecten welke op korte termijn aangepakt dienen te worden; de mogelijkheid om op gefundeerde basis prioriteiten te stellen. 2.3 Landelijk en regionaal beleid 2.3.1 Duurzaam Veilig Duurzaam Veilig is de laatste decennia een begrip geworden bij het ontwerp en inrichting van de openbare ruimte. Het is een initiatief van de verschillende Nederlandse overheden om 2 Het CROW is een onafhankelijke kennisorganisatie op het gebied van infrastructuur, openbare ruimte en verkeer en vervoer. 6

de verkeersveiligheid van het wegverkeer te vergroten. Het doel van een Duurzaam Veilig ontwerp is het voorkomen van ongelukken. 2.3.2 PVVP (regionaal) Regionaal is er sprake van een Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP). Di is een beleidsdocument waarin het verkeers- en vervoersbeleid van de provincie uiteen wordt gezet. De Planwet Verkeer en Vervoer verplicht de provincies om een dergelijk plan op te stellen, in samenspraak met het Rijk, de naastgelegen provincies en de gemeenten. Het PVVP is echter niet overkoepelend en bestrijkt uitsluitend de provinciale wegen. Voor de gemeentelijke wegen is een gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan (GVVP) nodig (zie hieronder). 2.4 Gemeentelijk beleid Binnen de gemeente Haarlemmermeer bestaat de behoefte om het onderhoud van wegen integraal te benaderen. Dat betekent dat beleidsthema s die raakvlakken hebben met wegbeheer actief bij het beheer en onderhoudsproces betrokken moeten worden. Hieronder staan de belangrijkste (overkoepelende) beleidsdocumenten die van belang zijn voor het wegbeheer. 2.4.1 Collegeprogramma 2014-2018 In het collegeprogramma 2014-2018 wordt het onderhoud aan wegen nadrukkelijk benoemd als aandachtspunt. Daarin wordt gesteld dat, voor zover deze niet in het Deltaplan Bereikbaarheid zijn opgenomen, het college een inventarisatie maakt van het benodigde onderhoud van de gemeentelijke wegen in Haarlemmermeer. Als dat nodig mocht blijken, dan haalt het college gepland grootschalig onderhoud aan wegen in de planning naar voren. Het gevolg kan zijn dat andere onderhoudswerkzaamheden later in de tijd worden geplaatst. Verder gaat het college onverkort door met de uitvoering van het Deltaplan Bereikbaarheid. Waar nodig zal het uitvoeringsplan worden uitgebreid, waarbij de fiets extra aandacht krijgt. De fietsveiligheid wordt waar nodig vergroot. Ook besteedt het college speciale aandacht aan fietsveilige schoolroutes. Schoon heel en veilig blijft het thema voor de openbare buitenruimte. Met betrekking tot duurzaamheid gaat het college de herinrichting van de openbare buitenruimte herijken aan de hand van het gebruik van duurzame materialen. Het is nadrukkelijk de bedoeling om de economie en de omgeving verder te verduurzamen. 2.4.2 GVVP (lokaal) Het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan (GVVP) is een beleidsdocument waarin het verkeers- en vervoersbeleid van de gemeente uiteen wordt gezet. Het provinciebestuur kan de gemeente volgens de kaders van de Planwet Verkeer en Vervoer verplichten een GVVP op te stellen. In het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan wordt onder andere de categorisering van wegen opgenomen. In de gemeente Haarlemmermeer vervullen het Deltaplan Bereikbaarheid en het Wegcategoriseringsplan 2011 de rol van het GVVP. 2.4.3 Deltaplan Bereikbaarheid Het Deltaplan Bereikbaarheid 2012 geeft de aanzet voor een duurzaam en toekomstvast mobiliteitssysteem. De belangrijkste uitgangspunten voor verkeersveiligheid zijn een verkeersveiliger Haarlemmermeer, een veilige inrichting en een veilige infrastructuur. Daarnaast wordt ingezet op kwaliteitsverbetering van het fietsnetwerk en het inrichten van woonwijken volgens de principes van 7

Duurzaam Veilig. Hiertoe worden in de periode tot 2027 alle wegen Duurzaam Veilig ingericht. Waar het kan zoveel mogelijk in combinatie met vervangingsonderhoud en groot onderhoud, waar nodig wordt de verkeersveilige inrichting eerder uitgevoerd. 2.4.4 Wegcategoriseringsplan 2011 Het Wegcategoriseringsplan 2011 is een beleidskader bij de (her)inrichting en het beheren van wegen. Deze herinrichting kan plaatsvinden bij vervangingsonderhoud, bij nieuwe infrastructuurprojecten en bij gebiedsontwikkeling. Daarbij is het toepassen van de landelijke veiligheidsprincipes één van de uitgangspunten voor het wegcategoriseringsplan. De belangrijkste basis hiervoor zijn de principes van Duurzaam Veilig. Eén van de belangrijke uitgangspunten voor de verkeersveiligheid is dat de functie, het gebruik en de inrichting van de weg op elkaar afgestemd zijn. Dat betekent dat de inrichting van de weg moet aansluiten bij de gekozen wegcategorie. Het categoriseringsplan deelt het wegennet in naar drie soorten wegcategorieën: stroomwegen, gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen. Op de erftoegangswegen staan de leefbaarheid en verkeersveiligheid centraal. Het plan vormt de basis voor het instellen van bijvoorbeeld de 30 km/uur zones en het instellen van 60 km/uur wegen binnen het grondgebied van de gemeente. 2.4.5 Actieplan geluid In 2013 is het actieplan geluid vastgesteld waarin een zevental wegen worden genoemd als probleemlocaties. In het plan wordt er vanuit gegaan dat op deze locaties op een gegeven moment werkzaamheden gaan plaatsvinden en er dan tegelijkertijd maatregelen worden getroffen welke de geluidsbelasting omlaag brengen. Een mogelijkheid hiertoe is het aanbrengen van bijvoorbeeld geluid reducerend asfalt. De kosten van deze optie zijn circa 3,5 keer zo duur is als de kosten van het toepassen van regulier asfalt. Daarom wordt per locatie naar de meest optimale maatregel gezocht. 2.4.6 Wegenlegger (lokaal) Een wegenlegger is een document waarin vermeld staat wie verantwoordelijk is voor het onderhoud van openbare wegen in het buitengebied en wegen naar het station. De Wegenwet bepaalt dat elke Nederlandse gemeente verplicht is om een wegenlegger op te stellen. De wegenlegger geeft onder andere juridische duidelijkheid over de openbaarheid van de weg. Medio 2015 wordt voor de gemeente Haarlemmermeer een nieuwe wegenlegger voltooid. 2.4.7 Integraal Beheerkwaliteitplan Openbare Ruimte Eind 2009 is het Integraal Beheerkwaliteitplan Openbare Ruimte (BKP) vastgesteld (BW/2009.0019558). De gemeenteraad heeft in 2009 de keuze gemaakt om de openbare buitenruimte op beheerniveau Basis te gaan onderhouden en enkele onderdelen (centrumgebieden, speelvoorzieningen, meubilair in woongebieden, kantoor- en bedrijventerreinen en recreatiegebieden, gras (speelweiden in recreatiegebieden) op niveau Basis+). In 2010 is gestart met het onderhoud van groen, begraafplaatsen, parkmanagement en straatreiniging op beeld uit te voeren. Bij deze onderdelen wordt gewerkt met kwaliteitsniveaus die aan de hand van beeldmeetlatten worden gemeten. Het hoogste kwaliteitsbeeld is aangeduid met A+, het laagste met een D. 2.4.8 Leidraad Duurzame Inrichting Openbare Ruimte (DIOR) Begin 2014 is de DIOR (Leidraad Duurzame Inrichting Openbare Ruimte) vastgesteld door de gemeenteraad. In de DIOR zijn voorschriften opgenomen voor een duurzame en beheerbare openbare ruimte, zodat het spanningsveld tussen planvorming en (duurzaam) beheer gedicht wordt. 8

Daarbij zijn gebiedsgerichte invullingen en kwaliteitsverschillen mogelijk. Door het vastleggen van processtappen, inrichtingsprincipes en eisen in de DIOR, wordt voorkomen dat na de oplevering van de openbare ruimte technische, contractuele of financiële problemen ontstaan bij het beheer en onderhoud. 2.4.9 Vernieuwing Openbare Ruimte (VOR) De Vernieuwing Openbare Ruimte (VOR) is het vervangingsprogramma van de gemeente Haarlemmermeer voor de meest urgente vervangingen op het gebied van verhardingen, kunstwerken, groen en bomen, openbare verlichting, verkeersregelinstallaties en beschoeiing. De VOR is in drie fasen verdeeld. Tijdens de eerste fase (2004 2012) zijn met name verhardingen vernieuwd die wat betreft de functionaliteit niet meer aan de eisen van de huidige maatstaven voldeden. Het ging hierbij met name om polderwegen buiten de bebouwde kom. Tussentijds is na weginspecties geconstateerd dat ook wegen binnen de bebouwde kom aan vervanging toe waren. In 2008 t/m 2010 is daarom een bedrag van 4.4 mln. euro vanuit de VOR ingezet voor de meest urgente wegvakken. In de huidige fase van de VOR (VOR II, 2013-2017) ligt de nadruk voor verhardingen met name op de kwaliteit en veiligheid van alle wegen die bij de gemeente in beheer zijn, zowel binnen als buiten de bebouwde kom. Wegen die worden vernieuwd, worden tevens aangepast aan de eisen van functionaliteit, de eisen van een Duurzaam Veilige inrichting en de eisen in het Wegcategoriseringsplan. Denk hierbij aan verbreding, aanleg drempels en fietsstroken. 2.5 Prioritering wegbeheer De mogelijkheden van wegbeheer zijn begrensd door de beperkte budgetten die beschikbaar zijn voor het uitvoeren van het noodzakelijk onderhoud. Deze begrenzing dwingt tot het stellen van prioriteiten. Op basis van de bestuurlijke doelstellingen voor de kwaliteit, leefbaarheid en veiligheid van de leefomgeving en de richtlijnen van de CROW wegbeheersystematiek, zijn de prioriteiten voor het onderhoud van de wegen opgesteld. Prioritering op wegcategorie De wegen in de gemeente Haarlemmermeer zijn ingedeeld in zogenaamde wegcategorieën. Deze categorisering is dezelfde als de CROW Wegbeheersystematiek hanteert. De wegcategorisering is voorzien van een prioritering (figuur 2.1). Prioriteit Wegcategorie Wegfunctie 1. Gemiddeld belaste weg Stadsontsluitingsweg 2. Fietspaden Vrij liggend fietspad 3. Licht belaste weg Wijkontsluitingsweg 4. Weg in verblijfsgebied Winkelplein, plein, voetpad, speelplaats, schoolplein 5. Weg in woongebied Woonstraat, woonerf, parkeerterrein, voetpad Figuur 2.1: Prioritering op wegcategorie De gemiddeld belaste wegen hebben de hoogste prioriteit. De functie van deze wegen is het ontsluiten van de stad. De gemiddeld belaste wegen bestaan grotendeels uit asfalt. Prioritering op asfalt betekent dat kapitaalvernietiging wordt voorkomen. Dit sluit aan bij de bestuurlijke ambitie om het beheer onderhoud van de openbare ruimte te verduurzamen. 9

De fietspaden hebben de op één na hoogste prioriteit. Met betrekking tot fietspaden wordt in dit beheerplan nadrukkelijk aangesloten bij de gemeentebrede ambitie om fietsverkeer te bevorderen door te investeren in de veiligheid en de kwaliteit van de fietsverbindingen. Prioritering op beleidsthema Naast het sturen op de wegcategorie wordt ook gestuurd op beleidsthema s. Ook hierbij wordt aangehaakt bij de landelijke CROW systematiek voor wegbeheer. Het CROW hanteert vier beleidsthema s waarop geprioriteerd kan worden (figuur 2.2). Deze beleidsthema s zijn gerelateerd aan schadebeelden die men kan aantreffen. Zo wordt duurzaamheid voornamelijk bepaald door het schadebeeld scheurvorming in asfalt. Veiligheid wordt met name beïnvloed door oneffenheden en vervormingen van het wegdek. Een voetganger zal namelijk niet snel struikelen over een scheurtje in het asfalt, terwijl dit wel een behoorlijke impact heeft op de levensduur van de verharding. Een omhoog gedrukte afsluitband kan daarentegen veel struikelgevaar opleveren, terwijl het geen invloed heeft op de levensduur van de verharding. Prioriteit Beleidsthema Omschrijving 1 Veiligheid 2 Duurzaamheid 3 Comfort 4 Aanzien Wordt met name bepaald door ernstige oneffenheden en het schadebeeld dwarsonvlakheid. Duurzaamheid heeft betrekking op de technische instandhouding van de verharding. Het schadebeeld scheurvorming op asfalt is hierop van invloed. Wordt bepaald door de mate waarin de weggebruiker hinder ondervindt van de onderhoudstoestand van de weg. Met name vlakheid heeft invloed op het comfort. Wordt in hoge mate bepaald door de algehele onderhoudstoestand van een weg. Met name scheurvorming, oneffenheden en randschade geven een minder aantrekkelijk aanzien. Figuur 2.2: Prioritering beleidsthema s Veiligheid krijgt de hoogste prioriteit bij het onderhoud aan wegen. Volgens de Wegenwet is het de taak van de wegbeheerder om de wegen in een goede en veilige conditie te houden. De nadruk op de veiligheid sluit aan bij de gemeentebrede visie op het beheer- en onderhoud van de openbare ruimte. Duurzaamheid krijgt de op één na hoogste prioriteit. Met name duurzaamheid op asfaltverhardingen is van belang om kapitaalvernietiging te voorkomen. Kapitaalvernietiging treedt op als noodzakelijk onderhoud op asfalt niet of te laat wordt uitgevoerd. De uiteindelijke onderhoudsmaatregel wordt dan groter en duurder. De prioritering op duurzaamheid sluit ook aan op prioritering op de gemiddeld belaste wegen. Door deze duurzaam te onderhouden wordt de overlast door onderhoud verminderd en worden de bereikbaarheid en doorstroming verbeterd. 10

3 Areaal en kwaliteit Het wegenareaal in Haarlemmermeer is voortdurend in beweging. Dat geldt de kwantiteit. Door de jaren heen worden wegen afgestoten, maar voornamelijk toegevoegd. Denk hierbij aan de komst van nieuwbouwwijken of herinrichtingen van de openbare ruimte. Functies worden aangepast en verhardingen worden vernieuwd of zelfs geheel vervangen. Maar ook de kwaliteit is voortdurend in beweging. Doordat het verkeer intensief gebruik maakt van de wegen, slijten de verharding en de fundering in een behoorlijk hoog tempo. Om het wegenareaal door de jaren heen te kunnen monitoren zijn in dit hoofdstuk de belangrijkste gegevens gepresenteerd, waarbij onderscheid wordt gemaakt in kwantitatieve en kwalitatieve areaalgegevens. 3.1 Kwantitatieve areaalgegevens De gemeente Haarlemmermeer heeft ruim 8 miljoen m² verhardingen in beheer. Dat is circa 56 m² per inwoner. Het areaal kan bestaan uit drie typen verhardingen, namelijk: asfalt, elementen of cementbeton (figuur 3.1). De halfverhardingen zijn wel opgenomen in het beheersysteem maar vallen buiten het grootschalig wegenonderhoud. Het percentage halfverhardingen is ook zeer gering (1%). De elementenverhardingen vormen het grootste aandeel met circa 54% van het totaal gevolgd door de asfaltverhardingen (circa 41%). 60 54 50 40 41 30 20 10 0 1 1 Asfalt Elementen Cementebeton Halfverharding Onbekend 3 Figuur 3.1: Oppervlakte areaal naar verhardingstype (%) Binnen de CROW Wegbeheersystematiek is een Wegcategorisering vastgesteld. Het wegenareaal van Haarlemmermeer is aan deze categorisering gekoppeld (figuur 3.2). Hieruit blijkt dat het grootste deel van de verhardingen in de categorie Weg in woongebied valt (59%). Onder deze categorie vallen de woonstraten, woonerven en parkeerterreinen. 11

Het kleinste aandeel zijn de wegen in verblijfsgebieden. Slechts 2% van het areaal valt onder deze categorie. Bij de categorie Weg in verblijfsgebied kan men denken aan de wijkparken, vrijliggende voetpaden en winkelerven. 100 90 80 70 60 59 50 40 30 20 10 0 11 Gemiddeld belaste weg 23 Licht belaste weg Weg in woongebied 2 Weg in verblijfsgebied 5 Fietspaden Figuur 3.2: Oppervlakte areaal naar wegencategorie (%) 3.2 Kwalitatieve areaalgegevens Het verhardingsareaal in de gemeente Haarlemmermeer heeft een bepaalde kwaliteit. De CROW Wegbeheersystematiek biedt de mogelijkheid om met de inspectieresultaten en het wegbeheersysteem de kwaliteit van het verhardingsareaal te bepalen en te monitoren. De kwaliteit wordt uitgedrukt in de technische kwaliteit. Om communicatie met het bestuur, andere beheerdisciplines en inwoners makkelijker te maken, wordt de technische kwaliteit vertaald naar de beeldkwaliteit. 3.2.1 Technische kwaliteit Bij inspecties en rapportages wordt door de gemeente Haarlemmermeer gebruik gemaakt van de technische kwaliteit op basis van de CROW Wegbeheersystematiek (CROW publicatie 147). De CROW Wegbeheersystematiek hanteert een zogenaamde waarschuwingsgrenzen en richtlijnen om het juiste onderhoudsmoment te bepalen. De waarschuwingsgrens geeft aan dat op middellange termijn (3-5 jaar) onderhoud uitgevoerd moet worden. De waarschuwingsgrens is in feite een seintje aan de wegbeheerder dat er onderhoudskosten aan zitten te komen. De richtlijn is de onderkant van verantwoord wegbeheer. Als een wegvakonderdeel de richtlijn heeft overschreden, dan voldoet deze niet meer aan de eisen die het CROW hieraan stelt. Er moet dan binnen 1 tot 2 jaar onderhoud worden uitgevoerd. In figuur 3.3 zijn de waarschuwings-grenzen en richtlijnen gevisualiseerd. De oranje lijn is de waarschuwingsgrens. De rode lijn is de richtlijn. 12

Technisch kwaliteitsniveau Voldoende Matig Onvoldoende Achterstallig Waarschuwingsgrens Richtlijn Figuur 3.3: Waarschuwingsgrens en richtlijn Op basis van technische inspecties blijkt dat ongeveer 10% van het areaal in Haarlemmermeer de classificatie onvoldoende krijgt (figuur 3.4). Dat betekent dat voor circa 800.000 m² verharding de richtlijn is overschreden. Ongeveer 8% van deze 10% is bovendien achterstallig. Dat betekent dat onderhoud al eerder uitgevoerd had moeten worden en de verharding geen restlevensduur meer bezit. Ongeveer 2% van de 10% is nog niet achterstallig. Dat betekent dat op deze wegvakonderdelen binnen 1 tot 2 jaar onderhoud uitgevoerd moet worden. Uitgedrukt in oppervlakte is dit ongeveer 160.000 m². Ongeveer 5% heeft een matige kwaliteit. Dat betekent dat deze wegvakonderdelen binnen 3 tot 5 jaar aan onderhoud toe zijn. Als dit onderhoud niet tijdig wordt uitgevoerd, vervallen de wegvakonderdelen tot het niveau onvoldoende en in een later stadium tot het niveau achterstallig. Ongeveer 85% van het areaal is van voldoende kwaliteit. Dat betekent dat voorlopig nog geen onderhoud noodzakelijk is. Figuur 3.4: Technische kwaliteit verhardingsareaal De technische kwaliteit is ook bepaald voor de verhardingstypen asfalt en elementen (figuur 3.5). Hieruit blijkt dat de elementen gemiddeld genomen van betere kwaliteit zijn. 9% van de elementenverhardingen scoren onvoldoende tegen 14% van de asfaltverhardingen. 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 87 79 Elementen Asfalt 14 5 7 9 Voldoende Matig Onvoldoende Figuur 3.5: Technische kwaliteit asfalt- en elementenverhardingen 13

De technische kwaliteit is tevens uitgezet tegenover de Wegcategorisering. De kwaliteit van de categorieën met de hoogste prioriteit zijn gevisualiseerd in figuur 3.6. Hieruit blijkt dat de gemiddeld belaste wegen, 100 gemiddeld een betere kwaliteit hebben dan 90 87 78 de fietspaden. Gem. belaste weg 80 Ongeveer 7% van de 70 Fietspaden gemiddeld belaste 60 wegen scoort een onvoldoende tegenover 12% van 50 40 de fietspaden. 30 Fietspaden hebben 20 echter slechts een 10 12 klein aandeel in het 10 6 7 totale 0 verhardingsareaal (circa 5%). Voldoende Matig Onvoldoende Figuur 3.6: Technische kwaliteit gemiddeld belaste wegen en fietspaden Tenslotte is voor de beleidsthema s Duurzaamheid en Veiligheid de technische kwaliteit bepaald (figuur 3.7). Hieruit blijkt dat beide beleidsthema s relatief goed scoren ten opzichte van de algemene kwaliteit. De beleidsthema s Duurzaamheid en Veiligheid hebben respectievelijk 5% en 6% onvoldoende ten opzichte van 10% onvoldoende voor het hele areaal (figuur 3.4). 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 94 93 Duurzaamheid Veiligheid 5 6 1 2 Voldoende Matig Onvoldoende Figuur 3.7: Technische kwaliteit beleidsthema s Duurzaamheid en Veiligheid 3.2.2 Beeldkwaliteit De CROW Wegbeheersystematiek heeft een vrij technische invalshoek. Daardoor is de systematiek minder goed bruikbaar voor de communicatie tussen het bestuur en de (technische) wegbeheerder. 14

Het CROW heeft mede daarom in 2007 de Beeldkwaliteit-systematiek vastgesteld (CROW publicatie 323). De beeldkwaliteit wordt uitgedrukt in vijf kwaliteitsniveaus, variërend van zeer goed (A+) tot slecht (D) (figuur 3.8). In tegenstelling tot de technische kwaliteit is de beeldkwaliteit gedefinieerd voor alle aspecten in de openbare ruimte (wegen, groen, straatmeubilair etc.). Dit maakt een kwaliteitsvergelijking tussen objecten in de openbare ruimte eenvoudiger. De technische kwaliteit en de beeldkwaliteit zijn 1 op 1 met elkaar te vergelijken. In figuur 3.8 zijn beide meetmethoden naast elkaar gezet. Technische kwaliteit Voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Achterstallig Beeldkwaliteit A+ (zeer goed) A (goed) B (voldoende) C (matig) D (te slecht) Figuur 3.8: Technische kwaliteit versus Beeldkwaliteit In Haarlemmermeer is het ambitieniveau, het gewenste kwaliteitsniveau of beheerniveau, voor de fysieke leefomgeving vastgelegd in het integraal Beheerkwaliteitplan (BKP). Voor de beheercategorie verhardingen is gekozen voor het beheerniveau basis+ voor de centrumgebieden en het beheerniveau basis voor de overige gebieden. De beheerinspanningen die worden gepleegd moeten ervoor zorgen dat het gekozen beheerniveau wordt gehaald. In bijlage 1 zijn de beeldmeetlatten voor Verhardingen weergegeven. De beheerniveaus basis en basis+ zijn middelen om te communiceren op beleidsniveau. Er wordt voor wegbeheer niet gestuurd op beeld. Dit wordt slechts gebruikt als communicatiemiddel. Uit figuur 3.9 is direct zichtbaar dat 8% van het verhardingsareaal de classificatie D krijgt (oftewel achterstallig). Figuur 3.9: Beeldkwaliteit verhardingsareaal 3.2.3 Beheerniveau versus Beeldkwaliteit In figuur 3.10 is de opbouw in beeld gebracht van de door de gemeente Haarlemmermeer vastgestelde beheerniveaus. Deze beheerniveaus corresponderen met het beeldkwaliteitsniveau van het CROW (publicatie 323). 15

Basis Basis+ 75% B 25% C 75% A 25% B 10% A 80% B 10% C 10% B 80% C 10% D 10% A+ 80% A 10% B 10% A 80% B 10% C Figuur 3.10: De opbouw van het beheerniveau Basis en Basis+ gebieden Het beheerniveau basis komt overeen met 75% beeldkwaliteitsniveau B en 25% beeldkwaliteitsniveau C. Het percentage C kan weer verder opgedeeld worden. Van de 25% C mag 10% het beeldkwaliteitsniveau D hebben. De beeldkwaliteit is 1 op 1 te vertalen naar de technische kwaliteit die de gemeente Haarlemmermeer hanteert bij het wegbeheer (zie figuur 3.10). Vertaald naar de technische kwaliteit betekent dit dus dat circa 25% van de wegen uit beheerniveau 'basis van onvoldoende kwaliteit mogen zijn, waarvan 10% achterstallig. Hiermee wordt afgeweken van de landelijke systematiek voor verantwoord wegbeheer van het CROW. Het CROW hanteert een percentage van 0% onvoldoende. 3.2.4 Praktijk Het accepteren van achterstallig onderhoud is in de praktijk niet wenselijk, omdat daarmee de structurele restlevensduur ernstig wordt verkort en de kans op onveilige situaties sterk toeneemt. De kosten voor onderhoud nemen hierdoor toe, waardoor er sprake is van kapitaalvernietiging. Het streven naar het beheerniveau basis is daarom geen solide uitgangspunt voor het plannen van onderhoud aan wegen. Bovendien wordt hiermee afgeweken van de CROW wegbeheersystematiek en de CROW beeldkwaliteitssystematiek (publicatie 323). In de praktijk wordt daarom bij het uitvoeren van het onderhoud de CROW-richtlijn als uitgangspunt genomen. Het doel is om achterstallig onderhoud zoveel mogelijk te voorkomen en bestaand achterstallig onderhoud weg te werken. De richtlijn voor verantwoord wegbeheer wordt gezien als de onderkant van verantwoord wegbeheer. 3.2.5 Leeftijdsopbouw areaal Gegevens over leeftijdsopbouw van het areaal verhardingen in het huidige beheersysteem zijn niet betrouwbaar en/of onvolledig. Het nieuwe beheersysteem zal hierin verbetering brengen. (zie paragraaf 4.6) 3.2.6 Belijning Belijning is een onderdeel van dit beheerplan. Jaarlijks is een budget beschikbaar voor het onderhoud. De omvang en kwaliteit van het areaal zijn echter niet bekend. 16

4 Beheerstrategie De gemeente Haarlemmermeer heeft de zorgplicht voor de gehele openbare ruimte en dus ook voor het wegbeheer. Het is daarom van belang om inzicht te geven in de organisatieprocessen die verantwoordelijk zijn voor deze zorgplicht. In dit hoofdstuk staat kort beschreven hoe het beheer en onderhoud van de verhardingen in de gemeente Haarlemmermeer is georganiseerd en ingericht. Onder het beheer vallen tevens organisatorische werkzaamheden die samenhangen met het beheer, zoals de registratie van objecten. 4.1 Systematiek wegbeheer De gemeente Haarlemmermeer werkt conform de CROW Wegbeheersystematiek. Een verkorte visualisatie van deze werkwijze staat schematisch weergegeven in figuur 4.1. De stappen worden in de volgende subparagrafen toegelicht. Figuur 4.1: CROW Wegbeheer in de gemeente Haarlemmermeer 4.1.1 Globale visuele inspectie De belangrijkste component van de CROW Wegbeheersystematiek is de jaarlijkse globale visuele inspectie. Deze inspectiemethode is door het CROW ontwikkeld om wegverhardingen visueel te kunnen inspecteren. In Haarlemmermeer wordt jaarlijks een globale visuele inspectie uitgevoerd, waarbij wegverhardingen per wegvakonderdeel worden beoordeeld op aanwezige schade in ernst (licht, matig, ernstig) en omvang (gering, enig, groot). Deze variabele gegevens worden vervolgens verwerkt in het wegbeheersysteem. 17

4.1.2 Wegbeheersysteem Eén van de functies van de CROW Wegbeheersystematiek is het beheren van gegevens. Hiervoor maakt de gemeente Haarlemmermeer gebruik van een CROW gecertificeerd wegbeheersysteem. Hierin worden alle relevante gegevens van de gemeentelijke wegen ingevoerd, gemuteerd en bijgehouden, waarbij onderscheid wordt gemaakt in vaste gegevens (lengtes, oppervlaktes, hoeveelheden etc.) en variabele gegevens (inspectieresultaten). Met behulp van deze gegevens wordt de basisplanning opgesteld. 4.1.3 Basisplanning Nadat de benodigde vaste- en variabele gegevens zijn verzameld, biedt de systematiek de mogelijkheid om een basisplanning op te stellen. Een basisplanning geeft op hoofdlijnen inzicht welke wegvakonderdelen aan onderhoud toe zijn in de komende vijf jaar en welke kosten hier aan verbonden zijn. De basisplanning geeft ook inzicht in het achterstallig onderhoud. De basisplanning vormt de basis voor het opstellen van de definitieve onderhoudslijst en begroting. 4.1.4 Kwaliteit Op basis van de vaste en variabele gegevens in het wegbeheersysteem en de resultaten van de basisplanning, kan de kwaliteit van de verharding worden vastgesteld. Voor wegbeheer wordt hier de term technische kwaliteit gebruikt. Bij de technische kwaliteit worden de volgende drie kwaliteitsniveaus onderscheiden: Voldoende (restlevensduur > 5 jaar), Matig (restlevensduur ca. 3-5 jaar) en Onvoldoende (restlevensduur 0-2 jaar). Daarnaast is er in feite nog een vierde kwaliteitsniveau, namelijk achterstallig. Verhardingen die in de categorie achterstallig vallen, hebben geen restlevensduur meer. Dat betekent dat het noodzakelijke onderhoud al uitgevoerd had moeten worden. Er is dus een achterstand. 4.1.5 De maatregeltoets Na het vaststellen van de basisplanning en de technische kwaliteit bepaalt de CROW systematiek dat de wegbeheerder de maatregelen voor de korte termijn (2 jaar) controleert met de zogenoemde maatregeltoets. De maatregeltoets is een controle, zowel op kantoor als op locatie, waarbij de wegbeheerder of adviseur het planjaar, de maatregel en de omvang van de maatregel kan wijzigingen. De maatregeltoets is de laatste stap in het vastleggen van de definitieve onderhoudslijst en begroting. 4.1.6 Onderhoudslijst & begroting Nadat de maatregeltoets is uitgevoerd, wordt een definitieve onderhoudslijst opgesteld voor de eerste twee planjaren. De onderhoudslijst is een overzicht van alle wegen die op korte termijn onderhoud nodig hebben. De lijst bevat tenminste een uitvoeringsjaar of uitvoeringsperiode, een maatregel en een overzicht van de kosten voor het uitvoeren van het onderhoud. Op basis van de onderhoudslijst en de resultaten uit de basisplanning wordt een definitieve begroting voor de komende vijf jaar vastgesteld. 18

4.2 De uitvoering van het onderhoud Wegbeheer is een activiteit die continu en cyclisch van aard is. Continu, omdat de gegevens voortdurend onderhevig zijn aan veranderingen. Cyclisch, omdat de verschillende onderdelen elk jaar in een bepaalde volgorde worden doorlopen. Hierdoor is het beheer en onderhoud aan verhardingen goed te voorspellen. Deze benadering van het wegbeheer zorgt voor een planmatig beheerproces. De CROW wegbeheersystematiek stelt dit planmatig beheerproces centraal in haar methode. De gemeente Haarlemmermeer conformeert zich aan deze landelijke geaccepteerde systematiek en gebruikt de beschikbare tools als hulpmiddel om het cyclisch onderhoud op de wegen uit te voeren. Hierdoor worden de beschikbare middelen zo doelmatig mogelijk ingezet en het risico op gevaarlijke situaties geminimaliseerd. Door het volgen van deze systematiek geeft de gemeente Haarlemmermeer invulling aan het rationele en systematische beheerproces. Het beheer en onderhoud aan wegen splitsen we in klein onderhoud, klein onderhoud asfalt, groot onderhoud en reconstructies. Daarnaast is het onderhoud aan belijning een onderdeel van het wegbeheer. Ook komen aan de orde: achterstallig onderhoud, kapitaalvernietiging en reparaties en calamiteitenonderhoud. 4.2.1 Klein onderhoud Klein onderhoud omvat alle schades die ernstig zijn, maar waarvan de omvang te gering is om als schade te noteren en die niet door middel van een groot onderhoudsmaatregel zijn te herstellen. Veelal zijn deze schades het gevolg van een verouderde deklaag die het einde van de levensduur nadert. Bij elementverharding gaat het veelal om losliggende tegels, gaten en boomwortelopdruk. Met het uitvoeren van klein onderhoud wordt geprobeerd om het groot onderhoud of volledige reconstructie uit te stellen en potentieel gevaarlijke situaties weg te nemen. 4.2.2 Klein onderhoud asfalt Klein onderhoud aan asfalt krijgt speciale aandacht, omdat schades in asfalt invloed hebben op de (rest)levensduur van de verharding. Onder klein onderhoud aan asfalt wordt verstaan de reparatie van vakken met asfalt tot doorgaans 5 m 2 en het vullen van scheuren met bitumen. Er zijn echter situaties waar er veel gaten bij elkaar zitten. In dat geval is het economisch voordeliger hier één groot vak van te maken. Voor het klein onderhoud aan asfalt is een meerjarig contract afgesloten welke openbaar is aanbesteed. 4.2.3 Groot onderhoud Voor het planmatig groot onderhoud wordt grofweg onderscheid gemaakt in twee verhardingstypen: asfaltverharding en elementverharding. Planning van onderhoud op asfaltverharding is naast behoud van veiligheid vooral gebaseerd op behoud van structurele waarde. Als onderhoud op asfalt niet tijdig uitgevoerd wordt, zullen de onderhoudskosten namelijk stijgen, waardoor kapitaalvernietiging ontstaat. Bij elementverhardingen vertaalt uitgesteld onderhoud zich alleen in een grotere omvang van de maatregel. Dus de maatregel op zich wordt niet zwaarder en dus ook niet duurder. Voorbeelden van groot onderhoud maatregelen zijn herstraten en deklaag vervangen. 4.2.4 Reconstructies Bij een reconstructie is de levensduur van de verharding ten einde en wordt de verharding inclusief fundering in zijn geheel vernieuwd. Er is in feite sprake van een nieuwe weg. In het beheersysteem wordt het jaar van aanleg van het desbetreffende wegvakonderdeel aangepast. Bij een reconstructie 19

wordt het wegprofiel niet aangepast. Indien sprake is van een herprofilering of het toepassen van een ander verhardingsmateriaal dan wordt gesproken over herinrichting. 4.2.5 Belijningen Belijningen op de wegen, zoals kantstrepen en haaientanden, worden doorgaans aangebracht met wegenwerf of thermoplast. Belijningen van wegenverf of thermoplast zijn aan slijtage onderhevig vanwege de verkeersbelasting en weersinvloeden. De belijningen van wegenverf worden daarom periodiek overgespoten. Belijningen van thermoplast moeten opnieuw worden aangebracht. De kwaliteit wordt gemonitord door de wegbeheerder. Jaarlijks wordt vastgesteld waar onderhoud op belijning noodzakelijk is. Hiervoor is een apart budget beschikbaar. 4.2.6 Achterstallig onderhoud De term achterstallig onderhoud is afkomstig uit de CROW-wegbeheersystematiek. Als een wegvakonderdeel de CROW-richtlijn is gepasseerd, dan valt het desbetreffende wegvakonderdeel in de kwaliteitscategorisering onvoldoende. Dat betekent dat het wegvakonderdeel niet meer voldoet aan de CROW eisen voor verantwoord wegbeheer en dat binnen 1 tot 2 jaar onderhoud noodzakelijk is. Als dit noodzakelijk onderhoud niet binnen twee jaar wordt uitgevoerd, dan vermindert de kwaliteit naar achterstallig. Dit betekent in feite dat noodzakelijk onderhoud niet is uitgevoerd en de verharding het laagste kwaliteitsniveau heeft bereikt. De verharding heeft geen restlevensduur meer. 4.2.7 Kapitaalvernietiging Planning van onderhoud op asfaltverharding is naast behoud van veiligheid vooral gebaseerd op behoud van structurele waarde. Als onderhoud op asfalt niet tijdig uitgevoerd wordt, dan zal deze de classificatie achterstallig onderhoud krijgen. Dat betekent onder andere dat de onderhoudskosten zullen stijgen. Bij uitgesteld onderhoud op asfalt wordt de noodzakelijke maatregel namelijk zwaarder en duurder. Het verschil tussen de kosten van uitgesteld onderhoud en de kosten van tijdig onderhoud wordt kapitaalvernietiging genoemd. Kapitaalvernietiging kan alleen optreden bij asfaltverhardingen. Bij elementverhardingen vertaalt uitgesteld onderhoud zich alleen in een grotere omvang van de maatregel. Dus de maatregel op zich wordt niet zwaarder en dus ook niet duurder. Het beleid is er daarom op gericht om kapitaalvernietiging op asfalt zoveel mogelijk te voorkomen. 4.2.8 Reparaties / calamiteitenonderhoud Gevaarlijke situaties Gevaarlijke situaties worden veelal veroorzaakt door een bepaald type schade, zoals oneffenheden. Bij oneffenheden kan men denken aan boomwortelopdruk, ontbrekende tegels, gaten of opbolling. Deze schades kunnen in verschillende omvang voorkomen, maar worden vaak opgelost door middel van klein onderhoudsmaatregelen. In Haarlemmermeer worden schades die een risico hebben met betrekking tot de veiligheid, direct verholpen. Indien dit niet mogelijk is, dan worden alternatieve maatregelen genomen zoals het plaatsen van waarschuwingsborden of het afzetten van de weg. Vorstschade Vorstschade is een typisch schadebeeld dat zich met name manifesteert na een strenge en natte winter en vooral voorkomt op asfaltverhardingen die al een matige of slechte kwaliteit hebben. Vorstschade ontstaat doordat water in de poreuze verharding is gelopen en later bevriest. Hierdoor zet het water uit en komen er stukken asfalt los. Omdat de vorstschade een gelijksoortig beeld heeft als de klein onderhoud schades worden deze gelijktijdig aangepakt. 20

Boomwortelopdruk Tijdens de maatregeltoets is bij de fiets- en voetpaden ook veel boomwortelopdruk waargenomen. Aanbevolen wordt om na te gaan welke combinatie van bomen en verhardingen wenselijk is om deze problemen in de toekomst zoveel mogelijk te voorkomen. Hierbij kan zowel in de keuze van de boom (sommige bomen wortelen hoger dan andere) als in de keuze van de verharding (open funderingen onder fiets en voetpaden) geoptimaliseerd worden. 4.3 Meerjarenonderhoudsplan Op basis van de CROW-systematiek is een basisplanning opgesteld. Voor alle asfaltverhardingen uit de planjaren 2016 en 2017 is de maatregeltoets uitgevoerd. De termijn van twee jaar is gebruikelijk binnen de CROW-systematiek. Bij verhardingen is het niet gebruikelijk om vijf jaar vooruit te plannen. Met de maatregeltoets zijn de in deze jaren voorgestelde maatregelen vanuit het beheersysteem getoetst op basis van de zichtbare schadebeelden. Alleen de asfaltverhardingen zijn getoetst omdat uit voorgaande jaren blijkt dat met name de asfaltverhardingen in de uitvoering een zwaardere maatregel krijgen. Het doel van de maatregeltoets is om de initiële maatregel uit de basisplanning door middel van een schouw en wegenbouwkundig onderzoek te toetsen en waar nodig aan te passen. Dit kan ertoe leiden dat het benodigd budget hoger of lager uitvalt. De keuze van de definitieve maatregel in dit beheerplan is tot stand gekomen op basis van de maatregeltoets, laboratoriumonderzoeken en VGDmetingen. De definitieve maatregelen en maatregelprijzen voor de planjaren 2016 en 2017 zijn vastgelegd in de onderhoudslijst 2016-2017 (bijlage 2). De onderhoudsmaatregel uit de onderhoudslijst is bepaald voor een levensduur van 10 jaar. Hierbij is zowel naar de structurele als de functionele staat van de weg gekeken. Functionele maatregelen kunnen worden toegepast bij wegvakken waar geen versterking noodzakelijk is. Dit zijn de wegvakken met een restlevensduur van circa 10 jaar en meer. Als de structurele restlevensduur minder dan 10 jaar is, dan dient de verhardingsconstructie te worden versterkt. Er is onderscheid gemaakt tussen de volgende typen versterkingsmaatregelen: aanbrengen van een overlaag; aanbrengen van een inlage; gedeeltelijke of gehele reconstructie. Naar aanleiding van de maatregeltoets zijn enkele opmerkelijke verschillen waargenomen tussen de maatregelen uit het beheerprogramma en de maatregelen n.a.v. de maatregeltoets. Ten eerste gaat het beheerprogramma vrijwel altijd uit van de maatregel conserveren (overlaging bestaande verharding). Dit blijkt in veel gevallen niet mogelijk (i.v.m. kolken / putten en versmalling profiel etc.) of wenselijk (te lichte maatregel). Ten tweede worden in het beheerprogramma weinig tot geen rehabilitaties voorgeschreven. Uit de basisplanning kwamen slechts 3 reconstructies naar voren terwijl na toetsing en wegenbouwkundig onderzoek circa 122 wegvakonderdelen een reconstructiemaatregel krijgen. Dat is ruim 20% van alle wegvakonderdelen in de planjaren 2016 en 2017. 4.3.1 Meerjaren vervangingsplan Het vervangen van verhardingen is opgenomen in de tweede fase van de Vernieuwing Openbare Ruimte (2013 t/m 2017). De te vervangen wegen zijn opgenomen in de Onderhoudslijst 2016-2017 (zie bijlage 2). 21

4.4 Duurzaam en milieubewust beheer Bij het onderhoud van verhardingen wordt gebruik gemaakt van raamcontracten. Bij de aanbesteding van deze meerjarige contracten is de CO 2 prestatieladder van toepassing. Dit is een initiatief van de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen. De CO 2 prestatieladder is een instrument dat bedrijven en overheden helpt bij het reduceren van hun CO 2 uitstoot, het behalen van energiebesparing en het efficiënt gebruik maken van materialen en duurzame energie. Bij het beoordelen van de CO 2 -prestatie wordt per niveau beoordeeld hoe het bedrijf scoort. Daarbij wordt steeds vanuit vier invalshoeken gekeken, namelijk: A. Inzicht (in de eigen CO 2 -uitstoot) B. CO2-reductie (de ambitie van het bedrijf en de maatregelen die het bedrijf neemt) C. Transparantie (hoe communiceert men daarover intern en extern D. Samenwerking en innovatie Op basis van de totaalbeoordeling wordt het bedrijf gecertificeerd voor een bepaalde trede op de ladder. Deze certificering gebeurt op basis van het certificeringschema van de CO 2 -Prestatieladder. Een hogere score op de ladder wordt beloond met een concreet voordeel in het aanbestedingsproces, in de vorm van een -fictieve- korting op de inschrijfprijs, bij de beoordeling van de volgorde van gunning. 4.5 De beheerorganisatie De gemeente Haarlemmermeer kent diverse spelers in het proces van wegbeheer. De belangrijkste zijn het bestuur, de clusters, de afdelingen en de inwoners. Het college is verantwoordelijk voor de voorbereiding en het uitvoering van het onderhoud van kapitaalgoederen, waaronder de openbare ruimte. Dit complexe kader vraagt om een duidelijke verdeling van de verantwoordelijkheden. 4.5.1 Beheer en Onderhoud (B&O) De cluster Beheer en Onderhoud (B&O) is de belangrijkste cluster als het gaat om het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Op hoofdlijnen formuleert het bestuur de beleidsdoelstellingen voor de lange termijn en B&O vertaalt deze naar concrete richtlijnen voor uitvoering. De wegbeheerder valt onder B&O en is onder andere verantwoordelijk voor het vaststellen en uitvoeren van het dagelijks- en planmatig onderhoud aan de asfaltverhardingen en het planmatig onderhoud aan de elementverhardingen. De lijsten voor het klein onderhoud aan asfalt worden opgesteld door de gebiedstoezichthouders (B&O), gecontroleerd door de specialist verhardingen (B&O) en in uitvoering gebracht door het gemeentelijk Ingenieursbureau (IB). Bij de contracten voor het onderhoud van wegen wordt rekening gehouden met social return. 4.5.2 Integrale afstemming De organisatie van het wegbeheer in de gemeente Haarlemmermeer is een interactief en integraal proces dat zich niet beperkt tot de cluster B&O. Afstemming tussen de diverse afdelingen en clusters wordt daarom essentieel geacht voor een goed beheerproces. De cluster B&O is momenteel bezig om een regisseursrol te versterken in dit proces. Een onderdeel van de regisseursrol is het opstellen van zogenaamde gebiedskaarten waarmee alle werkzaamheden in de openbare ruimte integraal afgestemd kunnen worden. De uiteindelijke onderhoudslijst en begroting voor wegbeheer worden daarom niet alleen vastgesteld op basis van de CROW-wegbeheersystematiek en signalen uit de buurt, maar mede door de werkplannen van andere afdelingen en beheerdisciplines. Hierbij wordt het principe van werk-metwerk-maken gehanteerd. Het doel van deze werkwijze is minder hinder voor de burger, een 22