Bijlage 2 Aanvullend overzicht Europese en nationale activiteiten Europese activiteiten

Vergelijkbare documenten
Bijlage 2 Aanvullend overzicht Europese en nationale activiteiten

RUIMTEVAART: QUO VADIS?

Bijlage 2 rapportage

Status Roadmap Nico van Putten / Luc Boumans

Satelliet communicatie voor onbemande vliegtuigen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

KONINKLIJKE NEDERLANDSE BOND van FILATELISTENVERENIGINGEN. RICHTLIJNEN ASTROFILATELIE Pag. 1

Status Roadmap Nico van Putten

Delfstoffen uit de ruimte

De Nederlandse bijdrage aan ENVISAT Arno Landewers, 13 januari 2010

Ruimtevaart voor ons allen NASA EN NEDERLAND

Heb je wifi in de ruimte?

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Netherlands Space Office Postbus AC Den Haag t e info@spaceoffice.nl w

Werkstuk ANW Ruimtevaart-projecten

Kleine satellieten made in Belgium

Fiche 4: Mededeling ruimtevaartstrategie ten dienste van de burger

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 27 februari 2009

De mens verovert de ruimte

BEO Basis - Oefeningen ter inleiding tot de teledetectie. Aardobservatie d.m.v. satellieten

Introductie Ruimtemissie Rosetta

Huidige en Toekomstige Mogelijkheden van Ruimtevaarttechnologie. Jack Bosma ESA Inspector General Kooy Symposium Amsterdam 14 April 2010

De mens verovert de ruimte!

De Nederlandse Soyuz missie DELTA

Ruimtetoerisme Binnenkort realiteit? Lore De Brabander

Tweede Kamer der Staten-Generaal

COMMERCIËLE RESULTATEN 1 e HALFJAAR 2015

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE

WERELDWIJDE COMMERCIËLE RESULTATEN 2014

NSO presentatie Big Science Industry Day 16 oktober 2013 Joost Carpay Netherlands Space

Eindexamen vmbo gl/tl Nederlands I

We proberen dit alles ( en nog veel meer) te onderzoeken aan de hand van een onderzoeksvraag, die luidt:;

Nederlands Instituut voor Navigatie, 6 oktober Netherlands Space Office 1

Canon Ruimtevaart Nederland

Slide 1. Slide 2. Slide 3. Slide 4

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TO BOLDLY GO WHERE NO ONE HAS GONE BEFORE... EEN NIEUWE KOERS IN HET WETENSCHAPPELIJK RUIMTEONDERZOEK

Kenmerkend voor ruimtevaart is de succesvolle samenwerking van bedrijfsleven, universiteiten & kennisinstituten en overheid: de gouden driehoek.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2009) 589 definitief.

Nota Ruimtevaartbeleid

Inhoud. 1. Algemenen weetjes 2. Reizen naar Mars 3. Ruimtestations 4. Satellieten 5. Ruimtesondes 6. Waarom een werkstuk over ruimtevaart?

Korte beschrijving van het project Inhoud van dit document Contactinformatie Team: Telefoon: Persinformatie

2017, WISER Consultancy. Duurzaamheid financieren

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen. Heleen de Coninck, 13 september 2011

Gravitatiegolven & Technology Transfer

Staten Generaal 2013 Kennisintro

COMMERCIËLE RESULTATEN WERELD 2009*

Oog voor detail. ozone monitoring instrument

HET FWO IN BEELD Een overzicht van de bestedingen in

Ruimteonderzoek in Nederland

IEDEREEN AANBOORD! HET RUIMTESTATION GAAT WERELDWIJD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 november 2005 (OR. fr) 13953/05 COSDP 737 PESC 940 COAFR 187 EUSEC-RDC 26 OC 775

Een toekomst voor nationale kleine satellietmissies: van droom naar werkelijkheid

Nederland en Ruimtevaart

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De ABS EffeX serie De eerste afvalwaterpompen ter wereld die aangedreven worden door een premium-efficiency motor.

Rosetta: De uitdagingen van een gedurfd project. Fred Jansen Rosetta Mission Manager KNAW minisymposium 27 Mei 2014

the state of renewable energies in europe

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-I

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Nederland en Ruimtevaart

WAAROM IS FRANKRIJK AANTREKKELIJK VOOR NEDERLANDSE INVESTEERDERS?

Space Auction, 3 Nov 2013 at Space Expo, Keplerlaan 3, Noordwijk Versie 31 okt Afbeelding

NVR Secretarieel Jaarverslag 2008

Bijlage 1: Gekozen regio s en hun sterke kanten. Meest innovatieve regio s

Nationaal Programma Gebruikersondersteuning Ruimteonderzoek

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Zon, aarde en maan. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Datum 06 december 2012 Betreft Ruimtevaartbeleid/Verslag ESA Ministersconferentie te Napels op 20 en 21 november 2012

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Energie Management Actieplan

PERSCONFERENTIE. Technologische industrie blijft groeien

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland

Inhoud. Waar vind je ons? Contacteer Ons. Wie zijn we? Onze Referenties. Hoe werken we?

Dutch Soyuz Mission DELTA Operationele aspecten

Wereldwijd arbeidsmarktonderzoek bekendheid Eindhoven & Brainport Eindhoven Region

15396/14 dau/jel/sv 1 DG G C 3

Kom van 3 tot 5 maart naar Brussel om de toepassingen van het Europese satellietnavigatiesysteem Galileo te ontdekken en te beléven!

Secundaire Scholen De Wedstrijd

t Ruimtekabinet De Vlaamse podcast over ruimtevaart en ruimtewetenschappen Aflevering 1: interview met Astronaut Dirk Frimout transcript

5776/17 dau/gar/ln 1 DG G 3 C

Digital human measurement technology

100 miljard sterrenstelsels... ons zonnestelsel Planeten bij andere sterren. In een spiraal-arm van de Melkweg. De zon is maar een gewone ster...

Initiatiefvoorstel Haagse VVD

Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030

Onderzoek Internationaal Ondernemen

NIVR Klanttevredenheidsonderzoek (2008)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Samenvatting Aardrijkskunde Remote Sensing

Internationale vorderingen Nederlandse banken onder druk

Aardobservatie. Vegetatie: PROBA-V is klaar om de fakkel over te nemen. Christian Du Brulle

RES GESTA PAR EXCELLENTIAM

Internationale handel visproducten

Datum 28 november 2016 Uitvoering motie Bruins/Duisenberg: monitor omvang alfa-, bèta-, gamma-, en technische wetenschappen

864 ( ) Nr juli 2016 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

Compensatie en assistentie. Bij instapweigering, annulering of vertraging van vluchten vertrekkend uit EU-landen

Transcriptie:

Bijlage 2 Aanvullend overzicht Europese en nationale activiteiten Europese activiteiten ESA Science programme Nederland is in belangrijke mate betrokken bij veel ruimteonderzoeksatellieten, zoals de succesvolle infrarood onderzoekmissie ISO (ESA) en de al jaren operationele satellieten XMM-Newton (ESA) en Chandra (NASA), beide gericht op röntgenonderzoek van het heelal. SRON is primair verantwoordelijk voor de levering van de HIFI-infrarood spectrometer, één van de 3 grote instrumenten van ESA s Herschel-satelliet die naar verwachting in 2007 (of 2008) wordt gelanceerd; HIFI gaat onderzoeken hoe sterrenstelsels zich vormen en tevens zoeken naar water in interstellaire gaswolken en op planeten. SRON geeft hiertoe leiding aan een consortium van 23 instituten uit 12 verschillende landen. Onderdelen van het vluchtmodel zijn in 2005 uitvoerig getest. HIFI wordt naar verwachting in 2006 bij ESA afgeleverd. Ook wordt in Nederland (door een consortium onder leiding van NOVA) gewerkt aan een belangrijke bijdrage voor ESA s MIRI-infraroodcamera/spectrograaf. MIRI is één van de 3 grote instrumenten op NASA s JWST-satelliet (opvolger van de bekende Hubble telescoop), dat zich richt op het vormingsproces van planeten, sterren en sterrenstelsels. Momenteel wordt bestudeerd wat de Nederlandse bijdrage kan zijn aan toekomstige ESAmissies als LISA (meten van zwaartekrachtgolven zoals voorspeld door Einstein), GAIA (zeer nauwkeurig meten van sterafstanden en snelheden), XEUS (röntgenmissie voor het onderzoeken van grote zwarte gaten, donkere materie en neutronensterren) en Darwin (zoeken naar planeten buiten ons zonnestelsel). Voor een belangrijke bijdrage in de wetenschappelijke instrumenten is Nederland goed gepositioneerd; voorbeelden zijn de röntgendetector en de elektronicatechnologie voor XEUS en dataconversie technieken voor LISA Pathfinder, LISA en Darwin en voor de laatste ook voor het optische deel. De Nederlandse industrie levert voor veel wetenschappelijke missies belangrijke bijdragen in de vorm van de zonnepanelen, standregel- en warmtehuishoudingsystemen, testapparatuur, etc. Aardobservatieprogramma s SCIAMACHY Het Nederlands/Duits/Belgische ozonmeetinstrument SCIAMACHY is in 2002 gelanceerd als onderdeel van de grote ESA milieusatelliet ENVISAT. Het instrument levert sinds 2004 waardevolle gegevens, met onder andere gedetailleerde informatie over NO 2 -concentraties in de atmosfeer. De eerste resultaten over de mondiale luchtverontreiniging, waarbij de Randstad als één van de meest vervuilde plekken op aarde naar voren kwam, trekken sinds 2004 veel aandacht. Ook de meting van de hoeveelheid methaan in de atmosfeer (methaan is een belangrijk broeikasgas), waaruit bleek dat de tropen veel meer methaan uitstoten dan tot nu toe werd aangenomen, betekende een belangrijke stap vooruit in onze kennis over de aardse atmosfeer. Uit een analyse van ESA komt SCIAMACHY naar voren als één van de beste instrumenten aan boord van ENVISAT. Om de operationele (dag tot dag) gegevens van SCIAMACHY verder te verbeteren hebben begin 2006 de partners in SCIAMACHY een plan opgesteld. SCIAMACHY zal zeker nog tot 2010 gegevens leveren. De huidige verwachting is dat rond die tijd ENVISAT zal uitvallen omdat de brandstof die nodig is voor stabilisatie van de satelliet dan opraakt.

OMI Het Nederlands/Finse Ozon Monitoring Instrument (OMI) is complementair aan SCIAMACHY. OMI werd in 2004 gelanceerd op de Amerikaanse EOS-Aura satelliet die zich richt op het meten van de atmosfeersamenstelling. In november 2004 zijn de eerste meetresultaten aan mij en Staatssecretaris Van Geel gepresenteerd van het uitstekend werkend OMI instrument. De verwachting is dat op korte termijn gevalideerde data van optimale kwaliteit vrijgegeven gaan worden aan de internationale gemeenschap. Met OMI, SCIAMACHY en de bijdragen aan de GOME reeks heeft Nederland een unieke wetenschappelijke en technologische positie verworven in het internationale atmosfeeronderzoek. Dit bleek onder meer op een internationale wetenschappelijk symposium dat eind 2005 in en door Nederland werd georganiseerd en waar de wetenschappelijke teams van EOS-Aura en ENVISAT voor het eerst samen kwamen om elkaars resultaten te bespreken en mogelijkheden tot verdergaande samenwerking te onderzoeken. Inmiddels heeft OMI de eerste gevalideerde gegevens over de dikte van de ozonlaag geleverd aan de internationale commissie (IPCC) die de ozonlaag en klimaatverandering bewaakt. Daarmee levert OMI een belangrijke internationale bijdrage aan de bewaking van de toestand van de aarde en kan het team de komende jaren aan een van de voornaamste doelstellingen van het project voldoen. GOCE Voor deze ESA-missie ter bepaling van het Aardse zwaartekrachtveld, zijn in Nederland diverse onderdelen in ontwikkeling; voorbeelden zijn de zonnepanelen en belangrijke onderdelen van het standregelsysteem en van het grondsegment voor de dataverwerking. Na de lancering in 2007 zal de satelliet vanuit een lage omloopbaan de omvang en richting van de zwaartekracht met grote nauwkeurigheid in kaart brengen. Zo kunnen bijvoorbeeld stromingen in de oceanen, die invloed hebben op ons klimaat, beter worden gevolgd. METEOSAT EUMETSAT bedrijft sinds 1988 een systeem van operationele meteorologische satellieten die 24 uur per dag informatie leveren met betrekking tot de toestand van de aardse atmosfeer. Deze satellieten bevinden zich op de zogeheten geostationaire positie op 36 000 kilometer boven de evenaar. Op die positie staan die satellieten boven een vast punt op het aardoppervlak. Hun informatie wordt door meteorologen gebruikt voor het interpreteren van het actuele weerbeeld en het z.g. nowcasten (weersverwachtingen op de zeer korte termijn van enkele uren) en voor het maken van de weersverwachting op de korte (enkele dagen) en middellange termijn (10-15 dagen). Dagelijks zijn deze satellietbeelden op de televisie te zien. De eerste generatie METEOSAT heeft een serie van 7 satellieten opgeleverd die vanaf 1977 operationeel zijn. Om gebruik te kunnen maken van de zich verder ontwikkelende technologie is een tweede generatie METEOSAT ontworpen, met meer en betere sensoren dan zijn voorgangers, waarvan de eerste (uit een serie van 4 satellieten) in 2002 is gelanceerd en de tweede in december 2005. EUMETSAT Polar System ESA ontwikkelt en bouwt voor EUMETSAT het eerste Europese Polaire Systeem (EPS) in een serie van drie satellieten. Deze satelliet voor meteorologie en klimatologie gaat samen met de door het Amerikaanse NOAA beheerde serie polaire satellieten een netwerk vormen dat nauwkeurige satellietinformatie op regionale schaal gaat leveren. NOAA onderhoudt al meer dan 25 jaar een polair satellietennetwerk en conform een overeenkomst tussen EUMETSAT en NOAA zal Europa daar vanaf 2006 (lancering METOP- A) aan gaan bijdragen.

De geostationaire en polaire satellietsystemen vullen elkaar aan. Een polaire satelliet volgt een baan over de polen op een hoogte van ongeveer 800 km en kan daardoor met grotere precisie atmosfeerinformatie leveren dan de bovengenoemde METEOSAT satellieten. Wel observeren die de helft van de aarde in één keer (iedere 15-30 minuten), terwijl de polaire satelliet op elk moment maar een klein gedeelte van de aarde kan zien. Verwacht wordt dat EPS tot ver na 2015 operationeel zal blijven. JASON Vanwege het belang van de oceanen voor weer en klimaat, heeft EUMETSAT (samen met de VS en het Franse CNES) ook een programma met oceanografische satellieten in een lage aardbaan (in dit geval op 1300 km hoogte). De gegevens van deze JASON geheten satellieten worden zowel in de maritieme meteorologie als bij klimaat- en oceaanonderzoek gebruikt. De lancering van JASON-2, de eerstvolgende satelliet in deze serie, is voorzien voor midden 2008. ESA Navigatieprogramma In juni 2005 heeft Minister Peijs officieel bekend gemaakt dat Nederland zich kandidaat stelt voor de zetel van het Galileo EU-agentschap, de Galileo Supervisory Authority (GSA). De GSA zal namens de publieke sector het contract sluiten met de private sector voor het lanceren en bedienen van het Galileo systeem. In januari 2006 zijn de formele onderhandelingen gestart die naar verwachting zullen duren tot en met het eerste kwartaal 2007. De GSA is ook verantwoordelijk voor beheer van frequenties, certificatie en veiligheidszaken. Het is zeer waarschijnlijk dat de locatie van de GSA tot 2009 in Brussel zal blijven. Desondanks willen veel lidstaten van de EU, waaronder Nederland, een spoedig besluit over de definitieve locatie. Het deelcontract voor de ontwikkeling en validatie van Galileo met Galileo Industries liep in 2005 ten einde en ESA had onvoldoende budget om het overige deel van het contract te financieren (totaal 950 miljoen Euro). Om financiering daarvan toch mogelijk te maken moesten de ESA- en EU-lidstaten de al eerder goedgekeurde meerkosten financieren. Tussen de vijf grote aan het ESA-deel van Galileo deelnemende landen (Duitsland, Frankrijk, Italië, VK en Spanje) is naast een constructie voor de financiering van de meerkosten ook de verdeling van de verschillende zetels van Galileo op het grondgebied van de grote lidstaten betrokken: Frankrijk krijgt de zetel van de Galileo concessionair (GOC). Het Verenigd Koninkrijk zal het hoofdkwartier herbergen van de Galileo Operations Company. In Spanje zal het Galileo Operations and Service Mission Centre voor pre-galileo diensten (EGNOS) èn nooddiensten (Safety of Life) komen. Duitsland krijgt via het TeleOp consortium een zetel in de board van de consessionair. Duitsland en Italië krijgen ieder een Galileo Satelliet Control Centre op hun grondgebied. De vestigingsplaats van de GSA is bij dit compromis buiten beschouwing gelaten omdat GSA een EU-agentschap is. Daarmee is het een besluit van de EU-lidstaten en niet van ESA. Ook zal in 2006 meer zekerheid worden verkregen over de EU financiering die gerelateerd is aan de EU begroting 2007-2013 (Financiële Perspectieven). Het Nederlandse belang in de Galileo infrastructuur is dat industriële en technologische participatie van Nederland aansluit bij de prioriteiten in de ruimtevaart. Voor Galileo heeft Nederland twee topprioriteiten, Zonnepanelen en Verificatie- en validatie activiteiten. Verder heeft Nederland naast het belang van vestiging van de GSA in Noordwijk vier additionele belangen waaronder een grondstation in Curaçao.

Bij diensten- en applicatieontwikkeling is de inzet om de voordelen die Galileo voor Nederland biedt te maximaliseren, zowel sociaal als economisch. Voor Nederland is de verwachting dat de te ontwikkelen toepassingen door serviceverleners vooral gericht zijn op vervoersketens en logistiek. Zo kan Galileo mogelijk een bijdrage leveren aan het beprijzen van mobiliteit, in dit kader heeft VCNL een ESA-studie lopen. Ook Security (en Safety) is voor Nederland een essentieel toepassingsgebied van navigatie, onder meer in verband met de veiligheid van de mainports en andere vitale onderdelen van de Nederlandse infrastructuur. Ook wordt nationaal samengewerkt om onder andere vraag en aanbod beter bij elkaar te brengen, bijvoorbeeld door het instellen van een eindgebruikerpodium. In 2005 heeft de Europese Commissie vorderingen gemaakt op het gebied van de internationale samenwerking met betrekking tot Galileo. Onderhandelingen zijn gestart met Zuid-Korea, Noorwegen en Argentinië. Overeenkomsten zijn gesloten met Marokko en Oekraïne). Na het National Remote Sensing Centre of China (NRSCC) is nu ook het Israëlische MATIMOP op 6 september 2005 lid geworden van de Galileo Joint Undertaking. Met de opening van het Galileo-informatiecentrum voor Latijns Amerika zijn nu drie centra operationeel (de andere zijn gevestigd in China en in het Middellandse-Zeegebied). ESA Telecommunicatieprogramma Bij ESA is voor nieuwe toepassingen van telecommunicatiesatellieten contact gezocht met verschillende groepen eindgebruikers. Gezamenlijk worden de mogelijkheden onderzocht voor de ontwikkeling en het gebruik van nieuwe (satelliet telecommunicatie) toepassingen. Deze activiteiten sluiten goed aan bij de Nederlandse ambities en prioriteiten. Het zal voor Nederland mogelijk moeten zijn een wezenlijke bijdrage te leveren hieraan. Het Nederlandse initiatief om operationele (telecommunicatie)satellieten een langere levensduur te geven met een speciale structuur, ConeXpress genaamd, is een volgende fase ingegaan. De technische haalbaarheid van het concept is aangetoond en er zijn onderhandelingen gaande met EUTELSAT (de Europese exploitant van communicatiesatellieten). De financiering van dit project blijft problematisch als gevolg van de grootte van zowel de benodigde publieke fondsen als de private investering. De belangstelling vanuit de andere lidstaten om samen te werken is nog steeds aanwezig. De enige operationele telecommunicatiesatelliet van ESA, Artemis, die wordt ingezet voor het doorgeven van data afkomstig van ENVISAT en het Internationale Ruimtestation (zie hierna) werkt uitstekend. De daarin verwerkte innovatieve technologieën hebben ook bewezen toepasbaar te zijn. Daarmee is Artemis een buitengewoon geslaagd project. De ontwikkeling van de Europese grote telecommunicatie satelliet Alphabus is in 2005 goed op gang gekomen. De Nederlandse industrie heeft een klein maar prominent aandeel verworven in de basisversie met hightech componenten en zonnesensoren. Daarmee is er een grote kans dat ook voor de andere modellijnen deze componenten geleverd kunnen gaan worden. Voor de doorontwikkeling van Alphasat is de Nederlandse industrie zich aan het positioneren met nieuwe dunne film zonnepaneel technologie en een pomp voor het systeem van de warmtehuishouding. Eind 2005 is ESA begonnen met het zoeken naar een klant voor het eerste model, Alphasat. Internationaal Ruimtestation & microgewicht onderzoek Het Internationaal Ruimtestation (ISS) is een wereldwijd samenwerkingsproject en sinds eind 2000 is permanent bemanning aan boord. Door de voortdurende problemen met de Amerikaanse Space Shuttle is de afronding van de bouw in de ruimte verder vertraagd; de Europese module Columbus wordt nu in 2007 gelanceerd en de grotendeels door Nederland

ontwikkelde robotarm ERA pas eind 2007 of in 2008. In oktober 2005 hebben ESA en Dutch Space (hoofdaannemer consortium) het contract ondertekend voor de lanceervoorbereiding van ERA. In 2006 volgt naar verwachting het eerste langdurige verblijf van een Europeaan in ISS waarbij ook meer Europese experimenten kunnen worden uitgevoerd (ook uit Nederland). Geheel succesvol in 2005 verliep een twee weken durende vlucht van de onbemande Russische Foton-M2 capsule met ca. 40 experimenten aan boord, waarvan 2 uit Nederland (voor onderzoek aan koolwaterstofmoleculen en aantasting van materialen door bacteriën). Helaas mislukte in 2005 deels de vlucht van de onbemande Maser-10 sondeerraket met diverse experimenten aan boord (waaronder twee Nederlandse, o.a. voor reuma onderzoek). De meeste experimenten krijgen waarschijnlijk een herkansing op de Maser-11 raket in 2007. Eerste resultaten Delta -missie In april 2004 bezocht de Nederlandse astronaut André Kuipers het ISS voor de uitvoering van een groot aantal experimenten. Momenteel wordt nog hard gewerkt aan de uitwerking van de gegevens van de ca. 20 experimenten. Enkele opvallende resultaten zijn: Arges: Dankzij dit experiment van de TU Eindhoven boekt Philips grote vooruitgang in de ontwikkeling van een nieuwe generatie plasmalampen. Arges toonde aan dat de instabiliteit van deze lampen uitsluitend wordt veroorzaakt door convectiekrachten. In de ruimte heb je die niet en kon de lamp dus ongestoord bestudeerd worden. Als de verbeterde lamp eenmaal op de markt is, zal er zoveel energie bespaard worden dat alle ontwikkelingskosten van Arges zeer snel zijn terugverdiend. Muscle: Hierbij werd gezocht naar oorzaken en remedies voor lage rugpijn, een verschijnsel dat zich bij veel mensen voordoet (ook bij astronauten in de ruimte); er werd een medisch model opgesteld dat ook voor aardse toepassing kan worden gebruikt, waarbij een rechte (zit)houding cruciaal is. OLP: Bij dit experiment voor oogonderzoek deed Kuipers een serie metingen met het 'Eye Tracking Device', dat in staat is oogbewegingen rond drie assen waar te nemen. Uit de eerste gegevens blijkt dat niet alleen het vestibulaire systeem in het binnenoor, maar ook het visuele systeem de zwaartekracht als referentie gebruikt. Heart: Bij dit grondexperiment werd het bloeddruksysteem van astronauten onderzocht. Bloeddruk is oorzaak van veel medische klachten. Om die bloeddruk goed te regelen heeft het menselijke lichaam uitgebreide terugkoppelingsmechanismen, die onmiddellijk in werking treden zodra er een verandering optreedt. Door het ontwikkelen van een computermodel dat de menselijke bloedsomloop beschrijft, kan de bloeddrukregeling beter worden begrepen. Voor de door technische mankementen mislukte 4 biologische experimenten heeft ESA overigens een hervlucht geregeld. Ook in educatief opzicht was de DELTA-missie zeer succesvol. Zo waren 2 experimenten ontwikkeld door studenten en voerden ruim 70.000 basisscholieren gelijktijdig met Kuipers het experiment Seeds in Space uit, waarbij zij de groei van slaplantjes op aarde vergeleken met die in de ruimte. De ruimtevlucht heeft een impuls gegeven aan verschillende projecten om jongeren door middel van ruimtevaart te interesseren voor wetenschap en technologie, ook door Kuipers zelf door bijv. vele lagere en middelbare scholen te bezoeken om over zijn vlucht te vertellen. Technologie De grotendeels Nederlandse satelliet Sloshsat FLEVO werd in samenwerking met België en Israël ontwikkeld en is in 2005 met succes door ESA gelanceerd. De ontwikkeling werd

gefinancierd door Nederland, ESA en ISA. De vluchtgegevens worden gebruikt ter bestudering van de interactie van satelliet en bewegende vloeistof in tanks ( klotsen ). Er wordt ook gekeken maar spin-off voor aardse toepassingen. Lanceerprogramma s De commerciële lanceerders in Europa, Rusland, de VS, China, Japan en India hebben in 2005 in totaal 55 lanceringen verzorgd (gemiddeld over de afgelopen 5 jaar was dat 59); 18 lanceringen waren commercieel (in internationale competitie verworven). Figuur 6 geeft de verdeling van de door de lanceerders gemaakte omzet. Omzet commerciele lanceringen 1800 1600 1400 1200 Omzet [M ] 1000 800 Multinationaal Verenigde Staten Rusland Europa 600 400 200 0 2001 2002 2003 2004 2005 Figuur 6:Omzetverdeling lanceerders Met de succesvolle tweede testlancering van de nieuwe Ariane-5 (ECA) op 12 februari 2005 was de Ariane-5 weer volledig gekwalificeerd voor de commerciële markt en liep de lanceerfrequentie in 2005 op naar 5 lanceringen. Onderstaande tabel 1 geeft een overzicht van de lanceerdata en gelanceerde payloads. Van de 10 satellieten waren er 6 commercieel: 28 % van de wereldwijde commerciële markt. De gerelateerde commerciële omzet bedroeg ongeveer M 400. Lanceerdatum Type payload / naam februari Communicatie satelliet XTAR EUR Dummy payloads MaqSat B2 en SloshSat-FLEVO augustus Commerciële communicatie satelliet Thaicom 4 (IPstar) oktober Franse militaire satelliet Syracuse 3A Commerciële communicatie satelliet Galaxy 15 november Commerciële communicatie satelliet Spaceway 2 Telkom 2 december Commerciële communicatie satelliet Insat 4A Meteorologische satelliet MSG 2 Tabel 1: : Commerciële lanceringen met Ariane 5 ECA in 2005 Het Ariane-programma vormt voor Europa de basis voor een gegarandeerde toegang tot de ruimte. Nederlandse bedrijven als Dutch Space, Stork Aerospace en APP leveren belangrijke elementen voor deze raketten aan zoals motorframes, gasgeneratoren en ontstekers. Dit vertegenwoordigt jaarlijkse een commerciële omzet van meer dan M 10. Naast deze commerciële opdrachten zijn in de afgelopen twee jaar belangrijke contracten van ESA voor Ariane 5 verkregen om verbeteringen in motorframes aan te brengen.

In 2005 zijn verschillende Nederlandse bedrijven gestart met onderzoek in het kader van het programma voor toekomstige lanceerders (FLPP) naar nieuwe herbruikbare lanceerders voor na 2010. Hierbij werden contracten verkregen voor nieuwe motorconstructies en nieuwe geavanceerde herstartbare ontstekers voor nieuwe motoren. Nederland neemt ook deel aan de ontwikkeling van de Europese VEGA raket, een kleine lanceerder. De Nederlandse activiteiten voor VEGA, interface structuren en ontstekers, verliepen in 2005 voorspoedig. De eerste lancering van VEGA staat gepland voor 2008.