Duurzaam thema: Organisatie Lokale partner Doelstelling Eerlijke handel Oxfam Novib Farmers Development Union (Fadu) Eerlijke cacao in Nigeria, in de deelstaat Osun NAAR EERLIJKE, WINSTGEVENDE CACAO IN NIGERIA RESULTATEN 2013 VAN HET KOKODALA PROGRAMMA Cacao is na aardolie het belangrijkste exportproduct van Nigeria. De inkomsten zijn goed voor het land en goed voor de boeren1. De Nigeriaanse overheid beseft dat de landbouwsector na tientallen jaren van verwaarlozing een nieuwe impuls nodig heeft. Zij heeft de sector een prominente plaats gegeven in haar Veranderingsagenda voor het platteland. Cacao moet weer een bloeiende sector worden. De overheid, bedrijven, NGO s en boerenorganisaties moeten nauw samenwerken om dat te bewerkstelligen. Verjonging en certificering noodzakelijk De mondiale cacaoindustrie is sterk in beweging. Er is een groeiende kloof tussen de wereldwijde vraag naar goede cacao en het aanbod. Iedereen beseft dat er flink geïnvesteerd moet worden om opbrengst en kwaliteit te verhogen. Als de cacaoteelt niet aantrekkelijk blijft voor de boeren, stoppen ze ermee. De gemiddelde leeftijd van de cacaoboeren is hoog, rond de vijftig jaar. Hun cacaobomen zijn vaak even oud of ouder. Verjonging van bomen en boeren is dus hard nodig. Daarnaast groeit het besef dat veel Westerse consumenten geen cacao meer willen consumeren die geteeld is met behulp van kinderarbeid of onder slechte milieuomstandigheden. Steeds meer bedrijven werken volgens internationale standaarden en keurmerken. Duurzame cacao heeft in de laatste vijf tot tien jaar een hoge vlucht genomen. Het Kokodala Programma Het Kokodola Programma in de Nigeriaanse staat Osun sluit aan bij deze wereldwijde trend. In de Yoruba-taal betekent Kokodola : cacao die dollars oplevert. Kokodola is een samenwerking tussen drie internationale bedrijven (Continaf, Petrafoods en Ferrero), twee internationale NGO s (Oxfam Novib en Solidaridad) en een Nigeriaanse NGO (FADU, de Farmers Development Union). Kokodola wordt mede gefinancierd door het IDH (Initiatief Duurzame Handel). Doel van het Kokodola Programma is de duurzame, professionele en efficiënte cacaosector in Nigeria bevorderen. Tussen 2012 en 2015 ondersteunt het programma 7500 boe1 Er zijn veel vrouwelijke cacaoboeren. Als we spreken over boeren, bedoelen we ook de cacaoboerinnen. 1
ren om de opbrengsten per hectare te verhogen en de kwaliteit van cacaobonen te verbeteren. Halverwege dit vierjarige programma kan de tussenbalans worden opgemaakt. De meeste doelen liggen op schema. Er is behoorlijke voortgang geboekt. Het aantal deelnemende boeren is sterk toegenomen. Zij zijn tevreden over de landbouwtechnieken die ze hebben geleerd, en er zijn aanwijzingen dat de opbrengsten omhooggaan. Ook de kwaliteit van de geoogste, gefermenteerde en gedroogde bonen is sterk verbeterd. Er zijn nu meer dan 3820 boeren gecertificeerd volgens de Utz-standaard. IMPACT Wat is er veranderd na twee jaar programma? Zijn de boeren in het programma er beter aan toe dan daarvoor? Tot nu toe is het volgende duidelijk: Het aantal deelnemers is in twee jaar sterk gestegen, terwijl de uitval met 10% acceptabel bleef. Er is dus grote belangstelling voor het programma. Boeren zijn tevreden met de cursussen en zeggen dat de informatie nuttig is. De deelname aan de opleidingen is goed. Er zijn voldoende aanwijzingen dat de oogst per hectare toeneemt. Dit komt vooral door beter snoeien, betere ziektebestrijding en in het algemeen meer aandacht voor sanitatie en verzorging van bomen en velden. Boeren gebruiken minder bestrijdingsmiddelen en sparen zo geld en milieu. Boeren zijn begonnen met de aanplant van nieuwe soorten die op termijn een hogere opbrengst kunnen geven. Dit is essentieel voor de toekomst van de cacaosector in Nigeria. De kwaliteit van de gefermenteerde en gedroogde cacao die aangeleverd wordt bij de opslagplaatsen van Continaf, is omhoog gegaan. In mei 2013 organiseerde het programma een Farmers Field Day. Op deze dag werd de Utz-premie uitgereikt aan de boeren die geleverd hadden aan Continaf. Ook werden er chocoladerepen van het Kokodala-programma uitgedeeld. Voor veel boeren was dat de eeste keer dat ze chocolade proefden die gemaakt was van hun eigen bonen. In januari 2014 werd de nieuwe lichting van boeren gecertificeerd. 2
BELANGRIJKSTE ACTIVITEITEN EN RESULTATEN IN 2013 Uitbreiding van het programma Het programma is in 2013 flink opgeschaald. Eind 2012 waren er 1660 gecertificeerde deelnemers. In de loop van 2013 vielen er 260 deelnemers uit, maar we kwamen ruim 2400 nieuwe deelnemers bij. Eind 2013 deden er ongeveer 3800 boeren mee. Zij zijn geselecteerd in nauwe samenwerking met FADU. Deze boeren moeten zich committeren om op een professionelere manier aan de slag te gaan met hun cacaobomen. Ze gaan naar een veldschool en moeten zich houden aan de duurzaamheidsbeginselen volgens de certificeringsstandaard. Zo mogen ze geen verboden pesticiden en geen kinderarbeid gebruiken. Er zijn ook regels over bodembehoud, schaduwbomen, snoeien en het schoonhouden van de velden. Deelnemers die zich hier niet aan houden, worden uit het programma gezet. Het aantal deelnemende boerinnen nam toe van 23% in 2012 tot 26% in 2013. Dat is nog onder het doel van 30%. Deelname van vrouwen blijft dus een belangrijk aandachtspunt (zie verderop in dit rapport). Het aantal jongere boeren blijft achter: het zijn er nu circa 10%, terwijl de doelstelling op 30% ligt. Er zijn talloze redenen waarom jongeren geen heil (meer) zien in de landbouw. Zo is er gebrek aan land in het dicht bevolkte zuidwesten. Landbouw is een riskant, arbeidsintensief vak. Veel jongeren proberen het liever proberen in de stad of in de handel. Opleiding In 2013 werden er 2420 nieuwe boeren en boerinnen opgeleid op 63 veldscholen. Zij volgen het lesprogramma Certification Capacity Enhancement (CCE). Dit geeft toegang tot certificering door de verschillende internationale cacaostandaarden (Utz, Rainforest en Fair Trade). De 1660 boeren en boerinnen uit jaar 1 kregen een opfriscursus. De opleiding bestaat uit een reeks lessen van enkele uren eens in de twee weken. Onderwerpen die aan de orde komen zijn goede landbouw- en milieu praktijken: snoeien, voorkomen van ziekten, bodembehoud, behoud van schaduwbomen, juist gebruik van bestrijdingsmiddelen, juiste manier van fermenteren en drogen. Daarnaast komen sociale aspecten aan bod (arbeidsnormen, positie van vrouwen, kinderarbeid) en zakendoen (bijhouden van kosten en baten). Veel van het onderwijs is aanschouwelijk. De deelnemers waarderen de opleiding zeer. De opkomst is hoog. Veel boeren gingen in het tweede jaar vrijwillig opnieuw op cursus. Ze vertelden dat ze veel baat hadden bij de kennis over snoeien, ziektepreventie en het juiste (gereduceerde) gebruik van pesticiden. Ze hadden al een duidelijk verschil gezien in opbrengst. Ook konden ze met minder pesticiden toe dan het jaar ervoor. Veel boeren weten nu ook hoe ze bonen op de juiste manier kunnen fermenteren. Het blijft wel een probleem om bonen goed te drogen. De meeste boeren drogen de bonen op 3
de grond in plaats van op een platform dat zorgt voor ventilatie. Hier wordt in 2014 meer op gelet. Wellicht komen er tien zonnedrogers (solar dryers) als voorbeeld. UTZ Certificering Utz is het snelst groeiende mondiale keurmerk voor koffie, thee en cacao. De Utz Code of Conduct bevat veel controlepunten, waaraan de deelnemende boeren moeten voldoen. Deze gaan vooral over verstandig gebruik van pesticiden en goede landbouw- en milieupraktijken, maar ook over de positie van vrouwen en kinderarbeid. In het eerste jaar werden er 1660 boeren gecertificeerd: zij mogen nu hun cacao verkopen onder de naam Utz certified aan een houder van het Utzcertificaat, in dit geval Continaf. Als ze hun cacao aan andere partijen verkopen, is deze niet traceerbaar en verliest het predicaat certified. Het heeft even geduurd voordat de leden van FADU, die de cacao van hun medeboeren kopen, en Continaf aan elkaar gewend waren. Maar nu neemt het aantal boeren dat aan Continaf levert toe. De grote tussenhandelaren worden zo uit de toeleveringsketen verwijderd. Een ander probleem bij de opkoop is de ontoegankelijkheid van afgelegen dorpen. Dit geldt vooral in de regentijd, als de wegen er slecht aan toe zijn. Er wordt gezocht naar oplossingen, bijvoorbeeld om sommige groepen boeren te voorzien van een kleine vrachtauto Verjonging cacaovelden De huidige cacaobomen zijn vaak ver over hun productieve leeftijd heen. Nieuwe aanplant op grote schaal is daarom essentieel voor de toekomst van de cacaoteelt, bij voorkeur met nieuwe snelgroeiende, productieve soorten. Er is nu een soort beschikbaar die snel volwassen wordt, een hoge opbrengst kan leveren, en beter resistent is tegen ziektes. Het programma helpt om boerengroepen een kwekerij te beginnen en de jonge planten goed te verzorgen voordat ze overgebracht worden naar het veld. In 2013 werden er meer dan 150.000 zaailingen gekweekt en overgeplant op 142 hectare. Distributie van (bestrijdings)middelen Het is voor boeren lastig om aan middelen te komen die betrouwbaar zijn en door de overheid zijn goedgekeurd. Dit betreft vooral middelen om ziekten en schimmels in de cacao te bestrijden. Er zijn veel namaakmiddelen in omloop en veel gesmokkelde en nietgoedkeurde producten. Ook zijn de goede producten niet in de omgeving van de boeren te koop. Het Kokodala Programma leert boeren minder en effectiever te spuiten. Het leert ze ziekten tegen te gaan zonder gebruik van bestrijdingsmiddelen, bijvoorbeeld door zieke cacaovruchten op tijd weg te halen. Ook is er een plan om dorpswinkels op te zetten waar de boeren goede middelen en klein gereedschap kunnen kopen. 4
Kinderarbeid Vanwege tegenslag duurde het langer dan gepland voordat er een ervaren lokale programmamedewerker kwam om de sociale issues, waaronder kinderarbeid, aan te pakken. Dit probleem speelt niet of nauwelijks doordat in de Yoruba cultuur veel waarde wordt gehecht aan onderwijs. In Osun lager onderwijs gratis en verplicht, wat lang niet overal in Nigeria het geval is. Ook werkt FADU al lang aan bewustwording over dit onderwerp. In de twee jaar van het programma waren er geen aanwijzingen dat er kinderarbeid voorkomt. Wel blijkt dat veel deelnemende boeren te weinig weten wat kinderen wel en niet mogen. Zo vinden sommige dat kinderen zware zakken mogen dragen en met machetes werken. De lessen hierover in de veldschool waren dus niet goed overgekomen. Het is goed om hier aandacht aan te blijven geven. Deelname van vrouwen De deelname van vrouwen in het Programma is licht toegenomen van 23% in 2012 tot 26% eind 2013. De doelstelling ligt op 30%. De programmastaf moet voortdurend aandacht besteden aan het betrekken en opvolgen van de boerinnen. De veldopzichters weten dat ze vrouwen moeten aanmoedigen om mee te doen, bijvoorbeeld door met vrouwen en hun echtgenoten te spreken over de hindernissen die vrouwen ervaren om mee te doen. Het programma blijft vrouwen stimuleren om zich op te geven als voorbeeldboer of opkoper. Ook onderzoekt het de mogelijkheid om speciale activiteiten te ontwikkelen voor vrouwen die in de cacao actief zijn, mogelijk in samenwerking met WEMAN in Nigeria. 5