Beoordelingsmodel voorbeeldexamen Maatschappelijk Informeel

Vergelijkbare documenten
Beoordelingsmodel voorbeeldexamen Maatschappelijk Informeel

Beoordelingsmodel voorbeeldexamen Maatschappelijk Formeel DEEL A

Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2

Voorbeeldexamen Maatschappelijk Informeel. Deel B: Schriftelijk gedeelte

Taak minuten Cadeau kopen

Schrijven tekstkenmerken productief A1 A2 B1 B2 C1 C2. Bereik van de woordenschat

Maatschappelijk Formeel (FORM)- B1

Kan-beschrijvingen ERK A2

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2

Indien hier B toegekend wordt, neemt de beoordelaar contact op met de examemnverantwoordelijke in verband met de verdere beoordeling.

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

Spreken tekstkenmerken A1 A2 B1 B2 C1 C2. Bereik van woordenschat

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

Lees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden.

Beoordelingsmodellen PPT Profiel Professionele Taalvaardigheid Voorbeeldexamen 1

Lees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden.

Lees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden.

Beoordelingsmodellen PTIT Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid Voorbeeldexamen 2

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu?

SLO Leerdoelenkaart Frans: streefniveaus onderbouw voortgezet onderwijs voor gedifferentieerd onderwijs

SLO Leerdoelenkaart Duits: streefniveaus onderbouw voortgezet onderwijs voor gedifferentieerd onderwijs

Beoordelingsmodel. Educatief Professioneel. Voorbeeldexamen. Educatief Professioneel 1 Voorbeeldexamen Beoordelingsmodel

Beschikt over voldoende woordenschat om alledaagse handelingen uit te voeren die betrekking hebben op vertrouwde situaties en onderwerpen (A2+).

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

Beoordelingsmodel. Educatief Startbekwaam. Voorbeeldexamen

Beoordelingsmodellen PMT. Profiel Maatschappelijke Taalvaardigheid. Voorbeeldexamen 2

De leerlingen gaan in groepen een krant schrijven met als doel dat ze beter worden in het schrijven van boodschappen en notities in het Engels.

A1 A2 B1 B2 C1 C2. Ondubbelzinnige standaardtaal. Binnen eigen vaken/of. interessegebied wordt ook complexer taalgebruik begrepen

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Lees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden.

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

Beoordelingsmodel PROF Deel A Taak 1 - Bewegen op het werk

Profiel Maatschappelijke Taalvaardigheid Voorbeeldexamen 3. Beoordelingsmodellen

Beoordelingsmodellen PAT Profiel Academische Taalvaardigheid Voorbeeldexamen 2

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

Beoordelingsmodellen PPT Profiel Professionele Taalvaardigheid Voorbeeldexamen 2

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Hoe maak ik een instellingsexamen Nederlands? s-hertogenbosch, 27 november 2018 Charlotte Jacobs

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN VWO/HAVO STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

$% & ' & , -., /.., 0 )+ # ""1 2 # ""! 3 & &&- $# 4$"4# ""! & /

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven

Beoordelingsmodellen PTHO Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs Voorbeeldexamen

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Samenspraak Examen Nederlands Spreken en Gesprekken voeren 3F

Beoordelingsmodel voorbeeldexamen Maatschappelijk Formeel

2002/2003 SCHRIJVEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands. als tweede taal

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA

tabel 1: percentage studenten dat een bepaald soort maandelijkse inkomsten heeft

ENGELS GESPREKKEN A2 IE 002

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

A1 A2 B1 B2 C1 C2. Het gaat om ondubbelzinnige standaardtaal. Binnen het eigen vak- en/ of interessegebied wordt complexer taalgebruik wel begrepen

Oefenexamen. Beoordelingsvoorschriften Spreken II (vb 2012) NT2. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Stex-11SP1VB 1

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

TOETSTAAK 8: DAT IS LANG GELEDEN!

TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG

Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften Schrijven I NT2. Staatsexamen Nederlands als tweede taal

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

TOETSTAAK 18: WANNEER IS DE WINKEL OPEN?

Zelfbeoordelingsinstrument Toetsing Tolken

Oefenexamen. Beoordelingsvoorschriften Schrijven I NT2. Staatsexamen Nederlands als tweede taal

Profiel Academische Taalvaardigheid

2018 Oefenexamen NT2. Beoordelingsvoorschriften Spreken II. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Stex-16SP2VB 1

2002/2003 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands. als tweede taal

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd

VOORBLAD BIJ BIJLAGE 2 PROFIELPRODUCT

Antwoorden Thema 5 Vrije tijd

2003/2004 S C H R I J V E N E X A M E N I. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands. als tweede taal

2003/2004 SPREKEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2

Inhoud. Voorwoord 6. Inleiding 7

TOETSTAAK 16: REIZEN MET DE TREIN

Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften Schrijven I NT2. Staatsexamen Nederlands als tweede taal

2001/2002 SCHRIJVEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands. als tweede taal

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

3.4. De profielbeschrijvingen Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Ik beschik over voldoende woorden om me te redden in veel voorkomende dagelijkse situaties.

2003/2004 SPREKEN EXAMEN II. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

2002/2003 SCHRIJVEN EXAMEN II. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands. als tweede taal

Wat heb je gisteren gedaan?

Gespreksstramien (Toetsafnemer: T Cursist: C)

samenhang Kan een reeks kortere, op zichzelf staande eenvoudige elementen verbinden tot een samenhangende lineaire opeenvolging van punten.

Naam: Voornaam: Beginletter andere voornamen: Geboortedatum: Naam van de instelling waar het examen plaatsheeft:

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD

2001/2002 SCHRIJVEN EXAMEN II. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Maatschappelijk Informeel. Instructies voor de examinator. Voorbeeldexamen

Oefenexamen. Beoordelingsvoorschriften Schrijven II NT2. Staatsexamen Nederlands als tweede taal

Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk)

Flitsbijeenkomst Steunpunt Taal en Rekenen (10 februari 2012) Handreiking Referentiekader mvt. Van Raamwerk tot Handreiking

Spreekoefeningen. Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen. (voor het inburgeringsexamen - spreken)

2003/2004 S C H R I J V E N E X A M E N I I. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2

Weduwnaar Jochem Myjer

Transcriptie:

Beoordelingsmodel voorbeeldexamen Maatschappelijk Informeel DEEL A Taak : Voor het vertrek Item Tekening Advies nr Deuren op slot (gordijnen dicht) 2 Poppetje voor de supermarkt Geen advies 3 Afval weggooien 4 4 Auto laten nakijken 5 5 Dieren laten verzorgen (door buurman) 3 6 Verwarming uit 2 7 Bagage & hond in koffer van auto 6 8 Brievenbus laten legen (door buurman) 7 Taak 2: Feest De woorden mogen verkeerd geschreven zijn, maar moeten wel herkenbaar zijn. Menu : kippensoep....... 2 (zwaard)vis met rijst..... 3 chocoladetaart...... Feest : 4. Waarom?. Oma is jarig / Oma wordt 8 jaar.... 5. Waar?.. Buurthuis... 6. Adres?. Nieuwstraat 56. 7. Wanneer?. (zondag) 9 september.... Voorbereiding: 8. Waar?. bij Ilse (thuis).... 9. Hoe laat?. uur s ochtends. Niet vergeten:. Wat?. het menu in grote letters.... Waarom?. oma ziet slecht / heeft moeite met lezen.... maximaal punten te behalen Maatschappelijk Informeel Beoordelingsmodel

DEEL B Taak : Cadeau kopen De woorden mogen verkeerd gespeld zijn, maar moeten wel herkenbaar zijn. Item: Tip Pers Stamper 2 Tip 2 Mosterd Duo of Dressing Driekleur 3 Tip 3 Fontein Sprankelend 4 Tip 4 Beugelpot Vierkant 5 Welke van onze producten is gemaakt van hout en Etagère Belle Modelle steen? 6 Welke van onze producten is vooral populair bij Fontein Sprankelend kinderen? 7 Welke van onze producten heeft de smaak van drie Dressing Driekleur fruitsoorten? 8 In welke van onze producten kun je eten goed bewaren? Beugelpot Vierkant Taak 2: Een uitstapje De woorden mogen verkeerd gespeld zijn, maar moeten wel herkenbaar zijn. 2 3 4 5 6 7 8 9 2 3 Welk onderwerp heeft het avonturenpark? (Contact met) de natuur... Koen houdt van water. Van welke activiteiten zal hij dan het meest houden? - Parcours Pantanal... - Expeditie Zambesi... Koen is 2 jaar. Welke activiteiten mag hij niet doen? - Speleoparcours Voronja... - Klimconstructie Blue Diamond... Ik hou niet van water, hoogte of nauwe ruimtes. Welke activiteiten passen dan het best? - Bigfoot pad... - Sneukeltocht... Waar mogen we het eten dat we zelf meebrengen opeten? buiten in het park / niet in het restaurant Waar kunnen we iets gaan eten of drinken in het park? in het restaurant... Hoeveel kosten Bigfoot pad en Speleoparcours Voronja samen? 2 euro... Hoeveel kosten Sneukeltocht en Klimconstructie Blue Diamond samen? 3 euro / Blue Diamond kan niet gecombineerd worden met een andere activiteit... Welke kleren moeten we aandoen? kleren (en schoenen) die nat en vuil mogen worden... Op welke dagen is het park open in mei? zaterdag en zondag... Maatschappelijk Informeel 2 Beoordelingsmodel

4 5 Tot hoe laat is het park open in mei? tot 7 uur... Koen is jarig op 3 maart. Kan ik op zijn verjaardag naar het park? Ja, als ik het park eerst contacteer Taak 3: Vrije tijd PRECONDITIE De prestatie is een adequate reactie op/uitwerking van de taak. De prestatie is niet herkenbaar als uitwerking van de taak (er is bijvoorbeeld geen prestatie, de prestatie is niet-nederlands of de prestatie is niet adequaat). Indien hier B toegekend worden, neemt de beoordelaar contact op met de examenverantwoordelijke in verband met de verdere beoordeling. A B. INHOUD De kandidaat vertelt welke activiteit hij graag doet in het weekend EN waarom. Bijv. Ik loop graag, want ik wil gezond blijven. 2 De kandidaat vertelt over een andere hobby EN waar EN wanneer hij die doet. Bijv. Ik lees veel. Ik lees meestal in de trein als ik naar de universiteit ga. 3 De kandidaat zegt wat hij zeker nog wil doen in zijn vrije tijd EN waarom. Bijv. Ik zou graag leren duiken, omdat ik mooie vissen wil zien. 4 De kandidaat beschrijft waar hij op vakantie wil gaan EN waarom. Bijv. Ik zou graag op vakantie gaan naar Noorwegen, omdat de natuur daar heel mooi is. 5 De kandidaat vertelt iets over zijn favoriete restaurant EN wat hij graag eet. Bijv. Mijn favoriete restaurant is De Brabander. Ik eet graag biefstuk. 6 De kandidaat vertelt iets over een feest waar hij is geweest. Bijv. Het huwelijk van mijn zus was vorig jaar. Ze is in het buitenland getrouwd. 7 De kandidaat vertelt wat hij niet zo graag doet in het weekend EN waarom niet. Bijv. Ik ga niet graag winkelen. Er zijn dan heel veel mensen in de winkels. 2. VORM Als de kandidaat minder dan 8 woorden gebruikt, wordt de kandidaat niet verder beoordeeld. Op het beoordelingsformulier wordt bij alle vormelijke items een ingevuld. Maatschappelijk Informeel 3 Beoordelingsmodel

WO: woordenschat GR: grammatica SA: samenhang SP: spelling zie bijlage Maatschappelijk Informeel 4 Beoordelingsmodel

DEEL C Taak : Voor het vertrek PRECONDITIE De prestatie is een adequate reactie op/uitwerking van de taak. De prestatie is niet herkenbaar als uitwerking van de taak (er is bijvoorbeeld geen prestatie, de prestatie is niet-nederlands of de prestatie is niet adequaat). Indien hier B toegekend worden, neemt de beoordelaar contact op met de examenverantwoordelijke in verband met de verdere beoordeling. A B A. ANALYTISCHE BEOORDELING. INHOUD Indien kandidaat een andere plausibele interpretatie geeft aan de tekeningen: ook -score De kandidaat vertelt dat hij (op weg naar het station) straatmuzikanten/mensen die op straat muziek hebben gemaakt, heeft gezien. 2 De kandidaat vertelt dat hij in de trein moest blijven staan (omdat het zo druk was) / dat de trein zo vol dat was hij er niet meer bij kon en op de volgende trein moest wachten./... 3 De kandidaat vertelt dat (het goed weer was en) hij een rondvaart in de haven heeft gedaan/met een boot is gevaren. /foto s van het water heeft gemaakt/... 4 De kandidaat vertelt dat hij een ijsje heeft gegeten bij de Erasmusbrug/bij een brug / naar het water heeft gekeken/... 5 De kandidaat vertelt dat hij op de terugweg in de trein voldoende ruimte had/in de trein kon zitten/er minder mensen in de trein waren/... 6 De kandidaat vertelt dat hij op de terugweg (in Gouda) op de fiets helemaal nat is geworden/het op de terugweg (in Gouda) hard heeft geregend (en hij nat is geworden). 7 De kandidaat geeft een adequaat antwoord op de eerste vraag van de examinator: Reis je in je eigen land ook vaak met de trein? Waarom wel/niet? 8 De kandidaat geeft een adequaat antwoord op de derde vraag van de examinator: Wil je graag nog een stad bezoeken? Welke dan en waarom? Maatschappelijk Informeel 5 Beoordelingsmodel

9 De kandidaat geeft een adequaat antwoord op de vierde vraag van de examinator. Steden zijn heel interessant maar ik ga ook graag naar het platte land. Wat vind jij van een vakantie in de natuur? De kandidaat geeft een adequaat antwoord op de vierde vraag van de examinator. Morgen ben ik vrij. We zouden samen iets kunnen doen. Wat wil je morgen graag gaan doen? 2. VORM WO: woordenschat GR: grammatica SA: samenhang UI: uitspraak VL: vloeiendheid zie bijlage Maatschappelijk Informeel 6 Beoordelingsmodel

Taak 2: Familiefeest PRECONDITIE De prestatie is een adequate reactie op/uitwerking van de taak. De prestatie is niet herkenbaar als uitwerking van de taak (er is bijvoorbeeld geen prestatie, de prestatie is niet-nederlands of de prestatie is niet adequaat). Indien hier B toegekend worden, neemt de beoordelaar contact op met de examenverantwoordelijke in verband met de verdere beoordeling. A B. INHOUD De kandidaat vertelt wie er was op het familiefeest. - Ik was er met mijn broer en zus. - De hele familie was op het feest. 2 De kandidaat vertelt iets met betrekking tot het onderwerp eten. - We hebben heel lekker gegeten. - Er was heel veel eten. - We eten altijd couscous op een feest. 3 De kandidaat vertelt iets met betrekking tot het onderwerp muziek of dans. - Er was muziek en we hebben gedanst. - Er was geen muziek, want mijn familie houdt niet van muziek. - De jonge mensen hebben gedanst. 4 De kandidaat vertelt iets met betrekking tot het onderwerp kleren. - Iedereen was heel mooi gekleed. - Ik had een zwarte jurk aan. - In mijn cultuur dragen we een lang kleed met lange mouwen. 5 De kandidaat vertelt iets met betrekking tot het onderwerp cadeau. - Iedereen had leuke cadeautjes mee. - We geven meestal een fles wijn of een doos bonbons. - Ik heb een lekker dessertje meegenomen. 6 De kandidaat vertelt waarom er een feest was. - Mijn tante was jarig. - We vieren het einde van de vasten altijd samen. Maatschappelijk Informeel 7 Beoordelingsmodel

- Het was een huwelijk. 7 De kandidaat vertelt welke muziek hij het leukst vindt EN waarom hij dat vindt. - Ik hoor graag muziek om op te dansen, want ik dans graag. - Ik luister het liefst naar muziek van mijn land. Ik hou van mijn taal. - Ik luister altijd naar rustige muziek. Van harde muziek wordt ik gestrest. 8 De kandidaat vertelt welk cadeau hij zelf zou willen krijgen EN waarom. - Ik krijg graag geld. Dan kan ik zelf kiezen wat ik koop. - Ik zou graag een boek krijgen. Ik lees graag en veel boeken. - 2. VORM WO: woordenschat GR: grammatica SA: samenhang UI: uitspraak VL: vloeiendheid zie bijlage Maatschappelijk Informeel 8 Beoordelingsmodel

Bijlage: Vormelijke beoordelinscriteria WO: Woordenschat Woordenschat verwijst naar de variatie in woordgebruik (=herhaling vermijden) en het accurate gebruik van woorden -(= de juiste woorden) en woordcombinaties (bijv. voorzetsel en werkwoord). Beschikt over voldoende woorden om primaire levensbehoeften te vervullen. Beschikt over een beperkt repertoire om te voorzien in concrete alledaagse situaties in een informele context. Heeft niet meer dan een elementaire woordenschat, die voornamelijk bestaat uit woordcombinaties / standaardzinnetjes met betrekking tot concrete situaties. Gebruikt ook regelmatig niet-nederlandse woorden die duidelijk niet begrijpelijk zijn voor moedertaalsprekers. GR: Grammatica Onder grammatica valt alles wat te maken heeft met woordstructuur, zinsstructuur en de onderlinge verhoudingen tussen de verschillende elementen in een zin. Gebruikt eenvoudige constructies correct, maar maakt stelselmatig elementaire fouten. Toont slechts beperkte beheersing van enkele eenvoudige grammaticale constructies en zinspatronen in een geleerd repertoire. Het is af en toe niet duidelijk wat er bedoeld wordt. SP: Spelling Er wordt alleen naar spelling gekeken. Er wordt niet gekeken naar leestekengebruik en alineagebruik. Schrijft fonetisch redelijk correct (maar niet noodzakelijkerwijs helemaal in de standaardspelling). Het is over het algemeen duidelijk wat er bedoeld wordt. Kan alleen vertrouwde woorden en korte woordcombinaties en regelmatig gebruikte standaardzinnetjes overschrijven. Kan niet meer dan zijn of haar adres, nationaliteit, en andere persoonlijke gegevens spellen. Dit criterium heeft betrekking op zowel de vormelijke als de inhoudelijke samenhang van een tekst. Vertelt een verhaal ook al is het een simpele opsomming van punten; maar niet noodzakelijkerwijs verbonden door verwijswoorden, voegwoorden of rangtelwoorden. De zinnen vormen over het algemeen geen inhoudelijk geheel; zelfs wanneer woorden of woordgroepen met elkaar worden verbonden met heel elementaire lineaire verbindingswoorden (bijv. en, ook, toen). Maatschappelijk Informeel 9 Beoordelingsmodel

UI: Uitspraak Dit criterium verwijst naar uitspraak en buitenlands accent. De uitspraak is over het algemeen voldoende helder om te worden verstaan ondanks een merkbaar buitenlands accent (maar gesprekspartners zullen af en toe om herhaling moeten vragen). De uitspraak van woordcombinaties en standaardzinnetjes is slechts met enige inspanning verstaanbaar voor moedertaalsprekers die gewend zijn om te gaan met sprekers uit hun taalgroep. VL: Vloeiendheid Dit criterium heeft betrekking op tempo, aarzelingen, pauzes en herformuleringen. Formuleert stukjes zin over concrete, alledaagse onderwerpen met voldoende gemak in korte interacties. Er zijn regelmatig duidelijke aarzelingen, pauzes en valse starts. Hanteert voornamelijk zeer korte, geïsoleerde, voorgekauwde uitingen/ standaardzinnetjes, met veel onderbrekingen om naar uitdrukkingen te zoeken, minder vertrouwde woorden uit te spreken en de communicatie te herstellen. Maatschappelijk Informeel Beoordelingsmodel