Reader Bedrijfsadministratief medewerker, leerjaar 2 theorieboek
Reader Bedrijfsadministratief medewerker, leerjaar 2 theorieboek Peter H. C. Hintzen Jo L. M. Coenen Brinkman Uitgeverij Amsterdam 2014
Omslagontwerp: Proforma, Barcelona Zetwerk: Fritschy opmaak & redactie, Leiden isbn 978 90 5752 291 8 2014 Brinkman Uitgeverij, Amsterdam Gehele of gedeeltelijke overneming of reproductie van de inhoud van deze uitgave, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende is verboden, behoudens de beperkingen bij de wet gesteld. Het verbod betreft ook gehele of gedeeltelijke bewerking. De uitgever is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door de derden verschuldigde vergoedingen voor kopiëren, als bedoeld in artikel 17 Auteurswet 1912 en in het kb van 20 juni 1974 (Stb. 351, 1974) ex artikel 16b Auteurswet 1912, te innen en/of daartoe in of buiten rechte op te treden. Correspondentie inzake overneming of reproductie richten aan: Brinkman Uitgeverij, Postbus 59686, 1040 ld Amsterdam
Inhoud Hoofdstuk 6 De kolommenbalans 109 6.1 De proefbalans 110 6.2 De saldibalans 117 6.3 De winst- en verliesrekening en de eindbalans 118 6.4 Het afsluiten van de grootboekrekeningen 123 6.5 De cirkel is rond 128 Samenvatting 129 Hoofdstuk 7 BTW-boekingen 131 7.1 Het berekenen van de BTW 132 7.1.1 Het berekenen van de BTW aan de hand van de inkoopprijs 132 7.1.2 Het berekenen van de BTW aan de hand van de verkoopprijs exclusief BTW 133 7.1.3 Het berekenen van de BTW aan de hand van de verkoopprijs inclusief BTW 134 7.2 De rekeningen van de BTW 135 7.3 Inkopen en de grootboekrekening Crediteuren 136 7.3.1 Voorraadinkoopfacturen 136 7.3.2 Kosteninkoopfacturen 138 7.3.3 Ontvangst creditnota 139 7.4 Verkopen en de grootboekrekening Debiteuren 141 7.4.1 De verkoopfactuur 142 7.4.2 Het verzenden van een creditnota 144 7.5 Betalingskortingen 146 7.5.1 Rabatten 146 7.5.2 Korting bij contante betaling 147 7.5.3 Kredietbeperkingstoeslag 149 7.6 Berekening en verwerking van de BTW-afdracht 150 7.6.1 Het berekenen van de verschuldigde BTW 151 7.6.2 De grootboekrekening Af te dragen BTW 153 7.7 BTW en privégebruik 155 Samenvatting 158 5
Hoofdstuk 8 Kastransacties 161 8.1 De kasstaat 162 8.2 Geld onderweg 166 8.3 Ontvangsten per bank door pinnen, chippen of creditcard 171 8.3.1 Inleiding 171 8.3.2 De betaalmiddelen 172 8.3.3 De boekhoudkundige verwerking van de ontvangsten 173 8.4 Internetbankieren 176 Samenvatting 179 Hoofdstuk 10 Subadministraties 209 10.1 Crediteurenadministratie 210 10.2 Debiteurenadministratie 218 10.3 De voorraadadministratie 225 Samenvatting 228 Hoofdstuk 2 Boekingen in verband met duurzame productiemiddelen 33 2.1 Aankoop en financiering van duurzame productiemiddelen 33 2.1.1 De aankoop van een bedrijfsauto 33 2.1.2 De aankoop en financiering van een pand 34 2.2 De betaling van interest en aflossing van een hypotheek 37 2.3 Afschrijven op duurzame productiemiddelen 40 2.4 Het boeken van de kosten van afschrijving op duurzame productiemiddelen 43 2.4.1 De grootboekrekening Afschrijvingskosten 44 2.4.2 Een aparte afschrijvingsrekening in rubriek 0 46 2.4.3 De permanentie toegepast op de afschrijvingen 50 2.4.4 Afschrijven over delen van een jaar 51 2.5 Buitengebruikstelling, verkoop en inruil van duurzame productiemiddelen 53 Samenvatting 61 6 Elementaire kennis Bedrijfsadministratie
Hoofdstuk 5 Het boeken van loonkosten 97 5.1 Het stelsel van sociale zekerheid 97 5.2 Werknemersverzekeringen 98 5.3 Volksverzekeringen 99 5.4 Te betalen premies en andere afdrachten 100 5.5 Loon, loonkosten en loonheffingen 101 5.6 Het boeken van uitbetalingen en inhoudingen 105 5.7 Het boeken van de sociale lasten 106 5.8 Het boeken van de betalingen 108 Samenvatting 112 7
Hoofdstuk 6 De kolommenbalans De cirkel is bijna rond. In hoofdstuk 1 zijn we gestart met het opstellen van een openingsbalans. Vervolgens hebben we financiële feiten leren verwerken via het stappenplan dat later werd gevolgd door het journaal. In hoofdstuk 3 hebben we de gegevens van het journaal overgenomen op de diverse grootboekrekeningen. In dit hoofdstuk gaan we de cirkel geheel rond maken door vanuit het grootboek de proef- en saldibalans op te stellen en ten slotte de winst- en verliesrekening en de eindbalans op te maken. Deze eindbalans mondt weer uit in een nieuwe beginbalans voor de volgende periode. In de inmiddels bekende cirkel kun je zien dat we ons in dit hoofdstuk, in chronologische volgorde, gaan bezighouden met het samenstellen van: Hoofdstuk 6 De kolommenbalans 109
de proefbalans; de saldibalans; de winst- en verliesrekening; de eindbalans. Deze vier onderdelen worden opgenomen in één staat, de kolommenbalans. Als de kolommenbalans gereed is kunnen we als laatste de grootboekrekeningen afsluiten. Na het afsluiten zal elke rekening weer opnieuw geopend moeten worden voor de nieuwe periode. Op deze manier zijn alle grootboekrekeningen die op de openingsbalans voorkomen, weer geopend voor de nieuwe periode, en kan de cirkel weer opnieuw worden doorlopen. 6.1 De proefbalans De proefbalans komt tot stand door van alle grootboekrekeningen de tellingen van de debet- en de creditzijde in een overzicht te noteren. In het volgende voorbeeld gaan we voor de heer Thoolen de kolommenbalans samenstellen voor de periode mei. We starten met een openingsbalans en het journaal waarin alle financiële feiten van de betreffende periode (de maand mei) zijn opgenomen. Vervolgens stellen we met behulp van het journaal het grootboek samen. Ten slotte tellen we de debetzijde en de creditzijde van elke grootboekrekening op en noteren we deze bedragen op de proefbalans. De debettelling van elke grootboekrekening wordt uiteraard vermeld in de debetkolom van de proefbalans en de credittelling in de creditkolom. De grootboekrekeningen worden in volgorde van de rekeningnummers opgenomen. De openingsbalans van de heer B. Thoolen, eigenaar van kaasspeciaalzaak Katho, ziet er op 1 mei 2013 als volgt uit: Debet Balans van kaasspeciaalzaak Katho per 1 mei 2013 Credit Gebouwen 150.000, Eigen vermogen 140.000, Inventaris 50.000, 5% Hypothecaire lening o/g 135.000, Auto s 41.000, Lening o/g 18.000, Voorraad goederen 36.000, Crediteuren 23.000, Debiteuren 12.000, Rabobank 25.000, Kas 2.000, 316.000, 316.000, 110 Elementaire kennis Bedrijfsadministratie
In de maand mei hebben verschillende mutaties plaatsgevonden. De mutaties hebben we verwerkt in onderstaand journaal. Journaal van kaasspeciaalzaak Katho mei 2013 Datum Boeknr. Grootboekrekening Debet Credit 01-05 Balanstelling 316.000, 316.000, 02-05 K88 100 Kas 1.500, aan 850 Opbrengst verkopen 1.500, 800 Inkoopprijs verkopen 1.000, aan 700 Voorraad goederen 1.000, 03-05 K89 055 Privé 500, aan 100 Kas 500, 04-05 IF56 700 Voorraad goederen 2.000, aan 140 Crediteuren 2.000, 05-05 VF156 130 Debiteuren 3.500, aan 850 Opbrengst verkopen 3.500, 800 Inkoopprijs verkopen 2.000, aan 700 Voorraad goederen 2.000, 06-05 RB097 110 Rabobank 1.000, aan 130 Debiteuren 1.000, 08-05 K90 420 Autokosten 500, aan 100 Kas 500, 08-05 RB098 410 Huisvestingskosten 600, aan 110 Rabobank 600, 11-05 VF157 130 Debiteuren 20.000, aan 850 Opbrengst verkopen 20.000, 800 Inkoopprijs verkopen 14.000, aan 700 Voorraad goederen 14.000, 12-05 RB099 110 Rabobank 2.000, aan 130 Debiteuren 2.000, 14-05 RB100 460 Interestkosten 200, aan 110 Rabobank 200, Hoofdstuk 6 De kolommenbalans 111
Datum Boeknr. Grootboekrekening Debet Credit 15-05 K91 055 Privé 700, aan 100 Kas 700, 18-05 VF158 130 Debiteuren 1.000, aan 850 Opbrengst verkopen 1.000, 800 Inkoopprijs verkopen 700, aan 700 Voorraad goederen 700, 20-05 RB101 140 Crediteuren 600, aan 110 Rabobank 600, 23-05 K92 430 Verkoopkosten 300, aan 100 Kas 300, 27-05 RB102 411 Energiekosten 400, 055 Privé 200, aan 110 Rabobank 600, 31-05 M009 470 Afschrijvingskosten 1.000, aan 010 Gebouwen 600, aan 020 Inventaris 200, aan 040 Auto s 200, 369.700, 369.700, We gaan nu met behulp van de openingsbalans en het journaal het grootboek samenstellen. 010 Gebouwen 01-05 Van balans 150.000, 31-05 M009 Afschrijving mei 2013 600, 020 Inventaris 01-05 Van balans 50.000, 31-05 M009 Afschrijving mei 2013 200, 040 Auto s 01-05 Van balans 41.000, 31-05 M009 Afschrijving mei 2013 200, 112 Elementaire kennis Bedrijfsadministratie
050 Eigen vermogen 01-05 Van balans 140.000, 055 Privé 03-05 K89 Kas 500, 15-05 K91 Kas 700, 27-05 RB102 Rabobank/energiekosten 200, 060 5% Hypothecaire lening o/g 01-05 Van balans 135.000, 061 Lening o/g 01-05 Van balans 18.000, 100 Kas 01-05 Van balans 2.000, 02-05 K88 Verkoop 1.500, 03-05 K89 Privé 500, 08-05 K90 Autokosten 500, 15-05 K91 Privé 700, 24-05 K92 Verkoopkosten 300, 110 Rabobank 01-05 Van balans 25.000, 06-05 RB097 Debiteuren 1.000, 08-05 RB098 Huisvestingskosten 600, 12-05 RB099 Debiteuren 2.000, 14-05 RB100 Interestkosten 200, 20-05 RB101 Crediteuren 600, 27-05 RB102 Energiekosten 600, Hoofdstuk 6 De kolommenbalans 113
130 Debiteuren 01-05 Van balans 12.000, 05-05 VF156 Verkoop 3.500, 06-05 RB097 Rabobank 1.000, 11-05 VF157 Verkoop 20.000, 12-05 RB099 Rabobank 2.000, 18-05 VF158 Verkoop 1.000, 140 Crediteuren 01-05 Van balans 23.000, 04-05 IF56 Inkoop 2.000, 20-05 RB101 Rabobank 600, 700 Voorraad goederen 01-05 Van balans 36.000, 02-05 K88 Contante verkoop 1.000, 04-05 IF56 Inkoop 2.000, 05-05 VF156 Verkoop 2.000, 11-05 VF157 Verkoop 14.000, 18-05 VF158 Verkoop 700, 410 Huisvestingskosten 08-05 RB098 Rabobank 600, 411 Energiekosten 27-05 RB102 Rabobank 400, 420 Autokosten 08-05 K90 Kas 500, 430 Verkoopkosten 24-05 K92 Kas 300, 114 Elementaire kennis Bedrijfsadministratie
460 Interestkosten 14-05 RB100 Rabobank 200, 470 Afschrijvingskosten 31-05 M009 Mei 2013 1.000, 800 Inkoopprijs verkopen 02-05 K88 Contante verkoop 1.000, 05-05 VF156 Verkoop op rekening 2.000, 11-05 VF157 Verkoop op rekening 14.000, 18-05 VF158 Verkoop op rekening 700, 850 Opbrengst verkopen 02-05 K88 Contante verkoop 1.500, 05-05 VF156 Verkoop op rekening 3.500, 11-05 VF157 Verkoop op rekening 20.000, 18-05 VF158 Verkoop op rekening 1.000, Aan de hand van het grootboek gaan we nu de proefbalans samenstellen. De proefbalans komt tot stand door van alle grootboekrekeningen de tellingen van debet- en creditzijde in een overzicht te noteren. De debettelling en de credit telling van de totale proefbalans moeten aan elkaar gelijk zijn. Is dit niet het geval dan hebben we ergens een fout gemaakt, die we moeten zien te achterhalen. De boekhouding moet in balans zijn. De openingsbalans en het journaal waren immers ook in evenwicht. We gaan nu van elke afzonderlijke grootboekrekening de bedragen vermeld aan de debetzijde en de bedragen vermeld aan de creditzijde, optellen. Vervolgens noteren we de codes en namen van de betreffende grootboekrekeningen onder elkaar in een staat, en noteren de debet- en de credittelling van elke grootboekrekening aan respectievelijk de debet- en de creditzijde van de proefbalans. Hoofdstuk 6 De kolommenbalans 115