Modelterugkoppeling: Het Cytochroom P450 systeem, polymorfisme en interacties

Vergelijkbare documenten
CYTOCHROOM P450 SYSTEEM

Farmacogenetica - workshop RCH -

8 e Post O.N.S. Meeting. Unraveling the mystery of the CYP450 pathway. Sophie Bunskoek, Verpleegkundig specialist, Medische oncologie, UMCG

Farmacokinetiek en dynamiek

Interacties met Psychofarmaca. Drs. G. Nap, Ziekenhuisapotheker MHA Apotheek Parnassia Groep 14 november 2016

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers -- Commissie Analyse en Toxicologie

Een lichaam vol medicatie: hoe verwerk je het?


Kan ik farmacogenetica al toepassen?

GFO. Farmacogenetica. Madelon Butterhoff Ziekenhuisapotheker Klinisch farmacoloog i.o

Bewaking op bijwerkingen in de (ziekenhuis)apotheek. Jean Conemans

Biotransformatie en toxiciteit van

Farmacogenetica is bloedstollend

SAMEN ME VAT A T T I T N I G

Alert levels. KKGT Discussiedag 12 april Dr. Jan van der Weide, Klinisch Chemicus Drs. Jochem G. Gregoor, AGIKO

Bijlage III. Wijzigingen in relevante rubrieken van de productinformatie

GIDS VOOR DE VOORSCHRIJVER

Basisbegrippen in de farmacokinetiek die iedere arts zou moeten kennen

Publicatieprijs 1997 voor arts-assistenten

NHG-Standpunt Farmacogenetisch onderzoek in de huisartsenpraktijk

BIJLAGE III RELEVANTE RUBRIEKEN VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN BIJSLUITER. geldig ten tijde van het besluit van het Commissie.

Ervaring: het in RCTs geïncludeerde aantal oude patiënten is met <50 zeer klein.

HANDLEIDING VOOR DE VOORSCHRIJVER

Algemene achtergrondtekst Farmacogenetica Thiopurine S-methyltransferase (TPMT)

METHADON ALS PIJNSTILLER IN DE PALLIATIEVE ZORG

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Cardene IV, 1 mg/ml oplossing voor infusie. nicardipinehydrochloride

Nederlandse samenvatting

Bijlage III. Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

Barnidipine C08CA12, december Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie.

THERAPEUTIC DRUG MONITORING

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 3.1 Hoofdstuk 3.2

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Medicijncombinatie kan kankerpatiënt schaden Kankerpatiënt slikt vaak riskante mix van medicijnen

Suppletie bij medicatie; met kennis adviseren. Omzetting door het lichaam (metabolisatie) Verdeling in het lichaam (distributie)

Farmacogenetica bij de KNMP. Mandy van Rhenen BO3 bijeenkomst 8 maart 2016

SAMENVATTING EN CONCLUSIES

Compliance en interactie door co-medicatie. Maja de Jonge Erasmus MC Kanker Instituut Rotterdam

middel erger dan de kwaal...

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Focuzine, filmomhulde tabletten

Farmacologie en interacties van geneesmiddelen in de hemato-oncologie. Dr. Nicole Hunfeld, ziekenhuisapotheker 20 maart 2014

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

Chapter 9. Nederlandse samenvatting Curriculum vitae List of publications

Cytomel 25 microgram, tabletten Cytomel 12,5 microgram, tabletten Cytomel 5 microgram, tabletten

Genetic factors: variations in drug receptors variations in drug transport proteins variations in drug metabolizing enzymes

Paracetamol bij de patiënt met leverfunctiestoornissen. Mirjam Wikkerink, ANIOS IC

Inhoud van deze bijsluiter

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA

Glucophage 850 bijsluiter blz. 1 / 6

EPILEPSIE EN THERAPEUTIC DRUG MONITORING. A.CP. Mathot. In de meeste laboratoria van ziekenhuisapotheken. hebben of in een diepe slaap geraken.

Farmacogenetica en bijwerkingen Personalised medicine: een huisartsen visie op farmacogenetica

Fysiologische respons op hypothermie II

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

De interactie tussen een molecuul metoprolol en de beta-receptor is een voorbeeld van een farmacokinetisch principe. Waar.

Farmacodynamiek en Farmacokinetiek

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum: 8 april : Bijsluiter Bladzijde: 1

doelgroepen: kinderen, volwassenen grote buis stolbloed; bepaling in serum uur na laatste inname Klinisch Farmaceutisch laboratorium

Glucophage 500 bijsluiter blz. 1 / 6

MDMA-doden bij het NFI. Dr. Klaas Lusthof Forensisch Toxicoloog NFI

SAMENVATTING Technische mengsels van vetoplosbare polychloorbifenylen (PCBs) zijn gebruikt als vloeistof in transformatoren, condensatoren en als

LAXEERSTROOP TEVA 667 mg/ml, stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 9 februari : Productinformatie Bladzijde : 1

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Antabus dispergetten bevatten per bruistablet 200 mg of 400 mg disulfiram.

Algemene Samenvatting

VALDOXAN (agomelatine) Informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg. Aanbevelingen met betrekking tot:

INLEIDING IN DE PSYCHOFARMACOLOGIE. Eerstejaars referaat Leonie van der Meer Mohr

Personalised medicine

THERAPEUTIC DRUG MONITORING

Reumatologie. Patiënteninformatie. Leflunomide. Bij reumatische aandoeningen. Slingeland Ziekenhuis

VITAMINE C TEVA 250 MG VITAMINE C TEVA 100 MG. VITAMINE C TEVA 500 MG tabletten

Etnische farmacogenetica

Overdracht van CYP2D6 genotyperingsuitslagen voor psychiatrische patiënten naar huisarts en openbare apotheek

BIJSLUITER INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Werkzaam bestanddeel: Droogextract van van Hypericum perforatum L. [Sintjanskruid]

Samenvatting Hoofdstuk 1 Farmacotherapie op maat

Bijlage III. Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Nimotop 30 mg, filmomhulde tabletten nimodipine

Clozapine en selectieve serotonineheropnameremmers: risico s op toxiciteit

Hulpstoffen met bekend effect: Ethanol 96%, propyleenglycol, sucrose, methyl- en propylparahydroxybenzoaten, sorbitol (zie rubriek 4.4).

Omeprazol (als magnesium) Sandoz OTC 20 mg, maagsapresistente tabletten. Elke maagsapresistente tablet bevat 20 mg omeprazol (als omeprazol magnesium)

PYRIDOXINI HYDROCHLORIDUM oplossing voor injectie. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 18 januari : Bijsluiter Bladzijde : 1

Wetenschappelijke conclusies

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Domperidone EG 10 mg tabletten. Domperidone maleaat

Samenstelling: serum: baclofen 2443 µg/l, diazepam 1634 µg/l, desmethyldiazepam 1460 µg/l, oxazepam 79 µg/l, temazepam 158 µg/l.

Interactiemeldingen: wegklikken of niet? Kees Kramers, internist, Klinisch Farmacoloog UMC St. Radboud Afd. Farmacologie-Toxicologie.

Aanvulling College aantekeningen farmacologie

Bijsluiter NL versie PRILACTONE NEXT 10 MG BIJSLUITER

Farmacologie en interacties van oncolytica

hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

BIJSLUITER. METHADON HCL 2 mg tablet

Farmacogenetica en diabetes.

CODEINOFORM QUALIPHAR, 10 mg / 15 ml, siroop Codeïne

Voriconazol en ritmestoornissen

Metformine HCl Jelfa 1000 mg, filmomhulde tabletten (Version 04)

Risico-minimalisatiemateriaal betreffende Tasigna (nilotinib) voor voorschrijvers en apothekers

Dosering: geen dosisaanpassing op basis van leeftijd. Een startdosering van 5 mg wordt geadviseerd.

PATIËNTENBIJSLUITER. CRESTOR (rosuvastatine) Lees deze bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel.

RVG Version 2010_11 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. ACETYLSALICYLZUUR APOTEX NEURO 30 MG Acetylsalicylzuur

Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische

Transcriptie:

Modelterugkoppeling: Het Cytochroom P450 systeem, polymorfisme en interacties Metabolisme van geneesmiddelen Voordat een geneesmiddel uit het lichaam uitgescheiden kan worden moet het vaak eerst gemetaboliseerd worden. Het metabolisme van geneesmiddelen vindt plaats in twee fasen: fase I, waarin functionaliseringsreacties plaatsvinden en fase II, waarin conjugatiereacties plaatsvinden. Het doel van de reactie in de eerste fase is om het molecuul gereed te maken voor een fase II reactie. Dit gebeurt door introductie van een chemisch functionele groep door bijvoorbeeld oxidatie, reductie of hydrolyse. In fase II wordt één endogene stof gekoppeld aan het geneesmiddel, bijvoorbeeld door glucuronidering, acetylering of methylering. Hierdoor worden de wateroplosbaarheid en polariteit hoger en kan het molecuul via de nieren of de gal uitgescheiden worden. Metabolisme van geneesmiddelen vindt hoofdzakelijk plaats in de lever, maar ook andere organen zoals huid, maag-darmsysteem, longen, bloed, hersenen en nieren kunnen erbij betrokken zijn [1]. Het cytochroom P450 systeem Cytochroom P450, CYP450, is een enzymgroep welke uit circa vijftig verschillende enzymen bestaat. De enzymen zijn belangrijk bij het metabolisme van geneesmiddelen en andere xenobiotica, maar spelen ook een rol in fysiologische processen zoals oxidatie van vetzuren, prostaglandinen en vitamine D, in de steroïd- en cholesterolbiosynthese en in het onderhouden van de calciumhomeostase [1,2]. De enzymen bevinden zich in het endoplasmatisch reticulum van vele cellen (vooral lever-, nier-, long- en darmcellen) en zijn betrokken bij 75% van alle fase I reacties die geneesmiddelen ondergaan. De enzymen zijn ingedeeld in families en subfamilies op basis van hun aminozuurstructuur. De nomenclatuur bij de naamgeving is als volgt: voor het enzym CYP3A4 beschrijft de 3 de familie, A de subfamilie en 4 het individuele gen. De CYP450 enzymen CYP1A2, CYP2C9, CYP2C19, CYP2D6, CYP2E1 en CYP3A4 zijn de belangrijkste enzymen in het metabolisme van geneesmiddelen. CYP3A4 speelt de belangrijkste rol, omdat het ca. 40-50% van alle geneesmiddelen afbreekt [1-4]. Polymorfisme De genen die voor een bepaald CYP450-enzym coderen, kunnen variëren. Als een bepaalde variatie bij meer dan 1% van de normale populatie voorkomt, is er sprake van een genetisch polymorfisme [5]. Een polymorfisme kan leiden tot een minder werkzaam of zelfs inactief enzym of juist een enzym met hogere activiteit. Dit kan belangrijke gevolgen hebben, zoals een verlengd farmacologisch effect, bijwerkingen, afwezigheid van pro-drug activatie en metabolisme via andere routes die soms schadelijk kunnen zijn [6].

Enzymen waarbij polymorfisme een rol kan spelen, in het bijzonder CYP2C9, CYP2C19 and CYP2D6, zijn verantwoordelijk voor een groot deel van het geneesmiddelenmetabolisme dat via het CYP450 systeem loopt [7]. Hieronder worden de enzymen kort besproken met voorbeelden van mogelijke complicaties die kunnen ontstaan ten gevolge van polymorfisme. CYP2D6 Circa 20-25% van de geneesmiddelen die op de markt zijn, worden door CYP2D6 gemetaboliseerd. Polymorfisme van dit enzym resulteert in zogenaamde poor (geen enzymactiviteit), intermediate (gereduceerde activteit), efficient (normale activiteit) of ultrarapid (verhoogde activiteit) metabolisers [8]. 75-85% van de mensen in een populatie zijn efficient metabolisers, 10-15% zijn intermediate metabolisers, 5-10% zijn poor metabolisers en 1-10% zijn ultrarapid metabolisers. Er zijn inter-etnische variaties in het aantal mensen die bij de verschillende groepen horen. In de Kaukasische populatie is het aantal poor metabolisers 5-10%, in Japan is minder dan 1% langzame (slechte) metaboliseerder [5,8]. Klinische voorbeelden Ongeveer 90% van de patiënten die met nortriptyline behandeld worden, hebben een dagelijkse dosis van 75-150 mg nodig om therapeutische plasmaspiegels van 200-600 mmol/l te bereiken. Patienten die nortriptyline slecht kunnen metaboliseren (poor metabolisers) hebben maar 10-20 mg nortriptyline per dag nodig om dezelfde concentraties te bereiken. Vaak krijgen langzame metaboliseerder bijwerkingen als ze de normale dosis nortriptyline ontvangen. Voor ultrarapid metabolisers is een dosis nortriptyline van 300-500 mg per dag noodzakelijk om therapeutische plasmaspiegels te kunnen bereiken. Een normale dosis van nortriptyline heeft bij de snelle metaboliseerder geen effect [5]. Polymorfisme is ook van belang bij de transformatie van codeïne in morfine. Codeïne wordt door CYP2D6 in zijn actieve metaboliet morfine omgezet. Poor metabolisers van CYP2D6 hebben dus geen of weinig pijnstillend effect van codeïne, omdat er geen codeïne in morfine wordt omgezet [7]. Vele geneesmiddelen die tot de groepen antidepressiva, neuroleptica, bètablokkers en anti-arrhythmica horen, zijn substraten van CYP2D6. Voor een meer volledig overzicht zie: http://medicine.iupui.edu/flockhart/table.htm CYP2C9 Circa 10-20% van alle geneesmiddelen worden door CYP2C9 gemetaboliseerd. Van dit enzym zijn diverse genetische varianten bekend, welke een verminderde activiteit tonen. Circa 1-3% van de Kaukasische populatie is poor metaboliser. Het aantal poor metabolisers is lager in Afrikaanse en Aziatische populaties [9].

Vele geneesmiddelen met een smalle therapeutische breedte, zoals de coumarinederivaten warfarine, acenocoumarol en fenprocoumon en het antiepilepticum fenytoïne worden door dit enzym gemetaboliseerd. Mensen met een deficiëntie in hun CYP2C9 metabolisme lopen een groter risico op overdosering van deze middelen, waardoor bijwerkingen en kunnen optreden. Behalve de coumarinederivaten en fenytoïne zijn onder andere orale bloedsuikerverlagende middelen, NSAID s en de angiotensine-iireceptorantagonisten losartan en irbesartan CYP2C9 substraten. Voor een meer volledig overzicht zie http://medicine.iupui.edu/flockhart/table.htm CYP2C19 Polymorfisme van dit enzym resulteert in poor (geen enzymactiviteit), intermediate (gereduceerde activiteit) en rapid extensive (verhoogde activiteit) metabolisers. CYP2C19 polymorfisme kent een interetnische variatie: 2-3% van de Kaukasische bevolking is poor metaboliser en in Zuidost-Azië is 10-25% langzame metaboliseerder. De farmacokinetiek en -dynamiek van protonpompremmers is afhankelijk van het CYP2C19 genotype van de patiënt. Rapid extensive metabolisers hebben weinig effect van een normale dosis protonpompremmer en poor metabolisers krijgen (te)veel effect, met het risico van dosisafhankelijke bijwerkingen [10]. Behalve de protonpompremmers worden onder andere vele antidepressiva, proguanil en diazepam door CYP2C19 gemetaboliseerd. Voor een meer volledig overzicht zie http://medicine.iupui.edu/flockhart/table.htm Interacties Niet alleen polymorfisme van de CYP-enzymen kan de plasmaspiegels van geneesmiddelen beïnvloeden. Ook interacties zijn van groot belang. Hier spreken we van inhibitie of inductie van het metaboliserend vermogen van het enzym. Het belangrijkste enzym, als het om interacties gaat, is CYP3A4 dat verantwoordelijk is voor ongeveer 40-50% van het CYP-gemedieerde geneesmiddelmetabolisme [11]. Inhibitie Sommige stoffen kunnen de activiteit van het CYP-enzym remmen, waardoor de plasmaspiegels van geneesmiddelen die via dit enzym gemetaboliseerd worden stijgen. CYP-remming kan in drie categorieën worden verdeeld: reversibel, quasireversibel en irreversibel. Reversibele remming ontstaat als twee geneesmiddelen concurreren om de bindingsplaats op het enzym. De effecten van reversibele inhibitie worden vrij snel gezien en ze verdwijnen binnen twee tot drie dagen na staken van het concurrerende geneesmiddel.

Sommige inhibitoren binden echter irreversibel aan het CYP-enzym (quasiirreversibel en irreversibel) en maken het enzym inactief of kapot. In dit geval moet eerst nieuw enzym gesynthetiseerd worden voordat normalisatie van de plasmaspiegels ontstaat [11,12]. Klinisch voorbeeld Simvastatine en atorvastatine worden voornamelijk door CYP3A4 afgebroken. Als een remmer van dit enzym, zoals azitromycine, erytromycine of claritromycine, gelijktijdig gegeven wordt, stijgt de plasmaspiegel van de statine en neemt het risico op bijwerkingen, zoals spierklachten, toe [13,14]. Inductie Sommige geneesmiddelen, onder andere rifamycinen, sommige anti-convulsants, anti-hiv middelen en Sint Jans kruid kunnen CYP-enzymen induceren, waardoor de normale dosis van een geneesmiddel ineffectief wordt. In het bijzonder zijn de enzymen die bij CYP1A, CYP2B, CYP2C/H, CYP3A horen gevoelig voor inductie. Het effect van inductie wordt niet direct zichtbaar, eerst moeten nieuwe enzymen aangemaakt worden, wat twee tot drie weken kan duren. Na staken van het inducerende geneesmiddel duurt het enkele weken voordat normalisatie van de CYP-capaciteit optreedt [11]. Klinisch voorbeeld Aripiprazole, een nieuw atypisch antipsychoticum, wordt door CYP3A4 en CYP2D6 gemetaboliseerd. Stoffen die deze enzymen induceren, zoals bijvoorbeeld carbamazepine, kunnen bij gelijktijdig gebruik de aripiprazolespiegels met maximaal 70% verlagen. Daarom wordt aanbevolen om de dosis aripiprazole te verdubbelen bij gelijktijdig gebruik van carbamazepine [15]. Een overzicht van substraten, inhibitoren en inductoren van de CYP-enzymen is te vinden op http://medicine.iupui.edu/flockhart/table.htm Andere interacties Felodipine en grapefruitsap De calciumkanaalblokker felodipine is een substraat van CYP3A4. Felodipine wordt eerst door CYP3A4 in de darm gemetaboliseerd, waarna ongeveer 30% van een ingenomen dosis de lever bereikt. In de lever wordt felodipine verder gemetaboliseerd en uiteindelijk bereikt slechts 15% van de dosis de systemische circulatie. Het drinken van één glas (250 ml) grapefruitsap kan leiden tot inhibitie van CYP3A4 gedurende 24 tot 48 uur. Er worden dan hogere plasmaspiegels van felodipine gemeten, wat zich uit in een verlaging van de bloeddruk, een versnelde hartslag en versterkte vasodilaterende effecten, zoals hoofdpijn en flushing [11]. Orale anticonceptie en Sint-Janskruid

Pillen die estradiol en/of progesteron bevatten, kunnen minder betrouwbaar worden bij gelijktijdig gebruik van preparaten die Sint-Janskruid bevatten. Estradiol en progesteron worden door CYP3A4 gemetaboliseerd. Sint-Janskruid kan dit enzym induceren, waardoor estradiol en progesteron sneller uit het lichaam uitgescheiden worden. Dit kan leiden tot doorbraakbloedingen en een verminderde betrouwbaarheid van de pil. Het duurt een aantal weken voordat de inductie maximaal is en na het stoppen met Sint-Janskruid kunnen de inducerende effecten tot twee weken aanhouden [11,16]. Roken en clozapine Clozapine, een atypisch antipsychoticum, wordt voornamelijk via CYP1A2 gemetaboliseerd. CYP1A2 wordt door het roken van sigaretten geïnduceerd. Bij rokers worden lagere spiegels van clozapine gezien dan bij niet-rokers. Dit is van belang als een patiënt die goed is ingesteld op clozapine, besluit om te stoppen met roken. Als de clozapinedosis niet verlaagd wordt, kunnen verschijnselen van toxiciteit zoals sedatie en delier optreden. Deze interactie is ook van belang als de patiënt opgenomen wordt in een ziekenhuis waar niet gerookt mag worden [17].

Referenties 1. G.Gordon Gibson; Paul Skett. Introduction to Drug Metabolism. 2nd ed. Blackie Academic & Professional; 1994. 2. McKinnon R.A. Cytochrome P450 Multiplicity and Function. Australian Journal of Hospital Pharmacy 2000;30:54-6. 3. Oscarson M. Pharmacogenetics of drug metabolising enzymes: importance for personalised medicine. Clin Chem.Lab Med 2003;41(4):573-80. 4. Pirmohamed M, Park BK. Cytochrome P450 enzyme polymorphisms and adverse drug reactions. Toxicology 2003;192(1):23-32. 5. Meyer UA. Pharmacogenetics and adverse drug reactions. Lancet 2000;356(9242):1667-71. 6. Wolf CR, Smith G, Smith RL. Science, medicine, and the future: Pharmacogenetics. BMJ 2000;320:987-90. 7. Ingelman-Sundberg M. Pharmacogenetics of cytochrome P450 and its applications in drug therapy: the past, present and future. Trends Pharmacol Sci 2004;25(4):193-200. 8. Ingelman-Sundberg M. Genetic polymorphisms of cytochrome P450 2D6 (CYP2D6): clinical consequences, evolutionary aspects and functional diversity. Pharmacogenomics.J 2005;5(1):6-13. 9. Kirchheiner J, Brockmoller J. Clinical consequences of cytochrome P450 2C9 polymorphisms. Clin Pharmacol Ther 2005;77(1):1-16. 10. Furuta T, Shirai N, Sugimoto M, Nakamura A, Hishida A, Ishizaki T. Influence of CYP2C19 pharmacogenetic polymorphism on proton pump inhibitor-based therapies. Drug Metab Pharmacokinet. 2005;20(3):153-67. 11. Wilkinson GR. Drug metabolism and variability among patients in drug response. N.Engl.J Med 2005;352(21):2211-21. 12. Lin JH, Lu AY. Inhibition and induction of cytochrome P450 and the clinical implications. Clin Pharmacokinet. 1998;35(5):361-90. 13. Dutch SPC Zocor. (version date 5-1-2005) http://www.cbgmeb.nl/nl/prodinfo/index.htm. 14. Dutch SPC Lipitor. (version date 7-12-2004) http://www.cbgmeb.nl/nl/prodinfo/index.htm. 15. European SPC Abilify. (version date 22-12-2005) http://www.emea.eu.int/humandocs/humans/epar/abilify/abilify.htm.

16. Dutch SPC Microgynon 30. (version date 31-7-2002) http://www.cbgmeb.nl/ib-teksten/08204.pdf. 17. Bondolfi G, Morel F, Crettol S, Rachid F, Baumann P, Eap CB. Increased clozapine plasma concentrations and side effects induced by smoking cessation in 2 CYP1A2 genotyped patients. Ther Drug Monit. 2005;27(4):539-43.