Les Luisteren Lezen Gesprekken voeren Spreken Schrijven

Vergelijkbare documenten
Luisteren 1 hv 2 hv 3hv

Luisteren 1 gt/h 2 gt 3/4 vmbo

aan anderen vragen hoe het met hen gaat. U kunt uzelf voorstellen en begrijpen wanneer een ander zich voorstelt en vraagt hoe u het maakt.

ERK - Europees Referentiekader. luisteren. pers. prof. educ.

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Wat kan ik na het 1 ste jaar? SPREKEN SCHRIJVEN LUISTEREN

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

Doorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid

Getting Integrated Functioneel ontwerp webbased leerobjecten Engels December 2007

Common European Framework of Reference (CEFR)

Niveaus Europees Referentie Kader

Doorlopende leerlijn vaardigheden Engels ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Europees Referentiekader

Gesprekken voeren Spreken Schrijven. Luisteren Lezen Gesprekken voeren Spreken Schrijven

Nederlands leren... hoe ver sta je? Naam:

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

Moderne vreemde talen vmbo Leerlijnen landelijke kaders

taal portfolio Checklist B1

Niveaubepaling Nederlandse taal

Je beschrijving was vrij kort en niet echt interessant. Je neemt voor de hand liggende voorbeelden.

Moderne vreemde talen havo/vwo Leerlijnen landelijke kaders

Wat kan ik na het 1 ste jaar?

1. De juridisch medewerker is in staat om op adequate wijze cliënten algemene informatie te verstrekken en hen zo nodig door te verwijzen.

SLO Leerdoelenkaart Engels: streefniveaus onderbouw voortgezet onderwijs voor gedifferentieerd onderwijs

Kernen Subkernen Contexten Taalvaardigheidsniveau kern Taalvaardigheidsniveau keuze Kerndoel per niveau Kerndoel nummer.

'Can do'-descriptoren en voorbeelden

Kan ik het wel of kan ik het niet?

Algemeen Kan gesprekken voeren over alledaagse en niet alledaagse onderwerpen uit dagelijks leven en werk.

Beschikt over voldoende woordenschat om alledaagse handelingen uit te voeren die betrekking hebben op vertrouwde situaties en onderwerpen (A2+).

Kan het onderwerp bepalen van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek

ISK Leerlijn. Alfabetisering. Functioneel Lezen Alfa A

TAALPROFIEL MODERNE VREEMDE TALEN KWALIFICATIEPROFIEL MEDEWERKER MARKETING EN COMMUNICATIE

Vaardigheid: Schrijven

TAALPROFIEL MODERNE VREEMDE TALEN KWALIFICATIEPROFIEL MEDEWERKER INFORMATIEDIENSTVERLENING

STREEFDOELEN NT2 Route 1, jaar praktijkonderwijs, vso

VOORBLAD BIJ BIJLAGE 2 PROFIELPRODUCT

STREEFDOELEN NT2 Route 2, jaar vmbo basis

Leerlijn Nederlands Manager Ondernemer Horeca. Leerjaar 1

Naam leerlingen. Groep BBL1 Engels. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

Ik beschik over voldoende woorden om me te redden in veel voorkomende dagelijkse situaties.

samenhang Kan een reeks kortere, op zichzelf staande eenvoudige elementen verbinden tot een samenhangende lineaire opeenvolging van punten.

Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2

VSO leerlijn Engels (uitstroom arbeid)

Gesprekken voeren A2 'Can do'-descriptoren en voorbeelden

Leerlijn domein mondelinge taalvaardigheid

Taaltaken (globale descriptoren) Luisteren Lezen Gesprekken voeren Spreken Schrijven 1. Gesprekken tussen

Taaltaken (globale descriptoren) Luisteren Lezen Gesprekken voeren Spreken Schrijven 1. Gesprekken tussen

TAALPROFIEL MODERNE VREEMDE TALEN KWALIFICATIEPROFIEL APPLICATIEONTWIKKELAAR

Streefniveaus NT2 Voorbeelden, kenmerken en inkijkjes in de les

TAALPROFIEL MODERNE VREEMDE TALEN KWALIFICATIEPROFIEL MEDEWERKER BEHEER ICT

Talenpaspoort Checklist

Beschrijving van de taalniveaus van A1 tot C1

TAALPROFIEL MODERNE VREEMDE TALEN KWALIFICATIEPROFIEL COMMERCIEEL MEDEWERKER BANK- EN VERZEKERINGSWEZEN

Maatschappelijk Formeel (FORM)- B1

Streefniveaus NT2 Voorbeelden, kenmerken en inkijkjes in de les Route 1, jaar praktijkschool vso

Toelichting. Leerdoelenoverzicht niveau 3c

2F TAKEN SPECIFICATIE EN KENMERKEN week 1 week 2 week 3 week 4 week 5 week 6 week 7 week 8 week 9 week 10 Neemt deel aan discussie en overleg

Streefniveaus NT2 Voorbeelden, kenmerken en inkijkjes in de les Route 1, 16+ (begeleid) werk, inburgering

STREEFDOELEN NT2 Route 3, jaar vmbo kader/gl/tl

STREEFDOELEN NT2 Route 1, 16+ (begeleid) werken, inburgering

Leerjaar 3: Engels voor leerroute A, B en C

Inhoud. 1. Introductie Nederlands... 3

Duits A1/A2 in het beroepsonderwijs

3.4. De profielbeschrijvingen Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid

1. De beveiliger is in staat om op adequate wijze toegangs- en uitgangscontroles en visitaties uit te voeren

Streefniveaus NT2 Voorbeelden, kenmerken en inkijkjes in de les Route 2, jaar vmbo basis

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Kan-beschrijvingen ERK A2

T-TOOL WERKVLOER/ STAGE. Mondelinge interactie STERKE SCHAKELS. Naam jongere:... Naam beoordelaar:...

Onderwerpen. Kennismaken met verschillende manieren van solliciteren. Zich voorbereiden op een sollicitatie. Wat kun je meenemen?

Module BE NT2 01 Data Operationalisering contacturen Operationalisering projectwerk. Module BE NT2 02 LUISTEREN 1

werkbladen thema 5 werk

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu?

Examenplan 1.Overzicht

Behaal je diploma secundair onderwijs

Toelichting. Leerdoelenoverzicht - niveau 2a

Taaltaken (globale descriptoren) Luisteren Lezen Gesprekken voeren Spreken Schrijven 1. Gesprekken tussen

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken.

1. Waarom wilt u beter Nederlands leren? Welke dag is het vandaag? - - [dag] [maand] [jaar] Beste deelnemer,

Wat kan ik voor u doen?

Engels in de beroepscontext A2

Taal(deel)vaardigheden per project

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

Overzicht taalvaardigheden Connect

Eindtermen. Basis Politieopleiding (BPO)

Aansluiting Student Company op de generieke onderdelen

Toelichting. Leerdoelenoverzicht niveau 2b

Toelichting. Leerdoelenoverzicht - niveau 3a

T-TOOL BEROEPSGERICHTE VORMING. Mondelinge interactie STERKE SCHAKELS. Naam jongere:... Naam beoordelaar:...

INTERNATIONAAL ERKENDE TAALNIVEAUS

Toelichting. Leerdoelenoverzicht niveau 3c

Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk)

Thema Op zoek naar werk

examenprogramm moderne vreemde talen vmbo gl/tl

Transcriptie:

New outlook New outlook deel 1 Les Luisteren Lezen Gesprekken voeren Spreken Schrijven 1 U kunt in korte, duidelijk U kunt in korte informatieve U kunt zichzelf en anderen gesproken teksten, namen en bekende woorden verstaan bijvoorbeeld in een omgeroepen bericht op een station uw eigen naam herkennen. teksten informatie over personen en plaatsen begrijpen zoals bij een foto-onderschrift in een populair tijdschrift de leeftijd, de woonplaats en de herkomst van de geportretteerde persoon begrijpen. voorstellen en reageren als iemand voorgesteld wordt. U kunt een aantal getallen uitspreken en verstaan, bijvoorbeeld de leeftijd. U kunt eenvoudige informatie U kunt een eenvoudig over uzelf geven, bijvoorbeeld formulier invullen zoals waar u woont, wat voor een persoonlijke gegevens bij het werk u doet en hoe oud u aanmelden in een hotel of op bent. de camping. U kunt een eenvoudige lijst met vragen over uzelf invullen over uw woonplaats, werk, leeftijd en herkomst. 2 U kunt in korte, duidelijk gesproken teksten namen, getallen en bekende woorden verstaan bijvoorbeeld sportuitslagen op tv en radio van bekende sporters of clubs. U kunt in vertrouwde situaties, korte duidelijke instructies begrijpen zoals tijdens een talencursus begrijpen welke bladzijde en oefening opgezocht moeten worden. U kunt instructies van een talencursus op de computer begrijpen zoals: luister eerst, zeg dan na. U kunt in korte informatieve teksten informatie over personen en plaatsen begrijpen zoals gezinsamenstelling, adres telefoonnummer. U kunt eenvoudige en korte instructies begrijpen zoals bij het lesmateriaal: vul in, kruis aan. U kunt uzelf en anderen voorstellen en reageren als iemand wordt voorgesteld bijvoorbeeld tijdens een verblijf op een buitenlandse camping. U kunt een aantal getallen verstaan en uitspreken bijvoorbeeld een telefoonnummer. U kunt een kort en eenvoudig gesprek voeren over uw eigen gezin. U kunt gegevens vragen en verstrekken (naam, adres, woonplaats, telefoonnummer). U kunt eenvoudige informatie over uzelf geven. U kunt in losse woorden en simpele, korte zinnen iets of iemand beschrijven, bijvoorbeeld gezinsleden. U kunt een paar eenvoudige zinnen opschrijven over uzelf of over andere personen bijvoorbeeld bij het maken van een klassenportret kunt u iets opschrijven over uzelf, waar u woont, over de samenstelling van uw gezin. pag. 1 2006 Wolters-Noordhoff Groningen / Houten Niveau A1 Niveau A1 begin maken met niveau A2 Niveau A2 Niveau A2 begin maken met niveau B1 Niveau B1

3 U kunt in vertrouwde situaties U kunt in korte informatieve korte, duidelijke instructies teksten informatie over begrijpen zoals een uitleg over personen en plaatsen hoe u op een bepaalde plek begrijpen zoals locatie, komt: rechtdoor, de trap op, grootte en prijs van een eerste deur links. huis op de website van een makelaar. U kunt eenvoudige en korte instructies begrijpen zoals een zeer korte routebeschrijving: rechtdoor en dan linksaf. U kunt eenvoudige informatie U kunt in losse en simpele, U kunt een korte, eenvoudige over vertrouwde, concrete onderwerpen vragen en geven, zoals bijvoorbeeld over de indeling van uw (nieuwe) huis. korte zinnen iets of iemand beschrijven zoals uw eigen huis en hoe de indeling van uw huis is. e-mail schrijven aan een correspondentievriend(in) over de inrichting van uw huis. U kunt een eenvoudige lijst met vragen over uzelf invullen zoals bijvoorbeeld uw woonomstandigheden 4 U kunt uitleggen hoe iemand U kunt de hoofdlijn begrijpen U kunt op eenvoudige wijze op een bepaalde plek kan komen zoals rechtdoor, trap op, eerste deur links. van eenvoudige teksten in een tijdschrift, krant of op een website over de inrichting van een huis. voorkeur en mening uitdrukken over vertrouwde alledaagse onderwerpen, zoals over de inrichting van een huis. U kunt eenvoudige aanwijzingen en instructies geven en opvolgen over bijvoorbeeld waar iets zich in huis bevindt. U kunt beperkte informatie uitwisselen over eenvoudige, concrete zaken zoals of iemand iets in zijn bezit heeft. U kunt een kort, vooraf U kunt in korte, eenvoudige ingeoefend praatje houden zinnen vertrouwde zaken zoals voor een groep over een uw uw huis beschrijven. vertrouwd onderwerp zoals U kunt een eenvoudig bijvoorbeeld uw eigen huis en persoonlijk briefje schrijven de inrichting van uw huis. met vragen over een inrichting van een huis. 5 U kunt korte, duidelijke instructies begrijpen, bijvoorbeeld wat u moet doen bij het inchecken bij een hotel: vul naam, plaats, adres in. U kunt korte, eenvoudige waarschu-wingen begrijpen zoals of iets wel of niet mag. U kunt eenvoudige en korte U kunt op eenvoudige manier instructies begrijpen zoals groeten en afscheid nemen. instructies bij het invullen van U kunt om dingen vragen een formulier in het hotel: bijvoorbeeld of iets wel of niet naam, adres, woonplaats. mag. U kunt eenvoudige informatie geven over uzelf bijvoorbeeld waar u woont, waar u vandaan komt, welke plaatsen u gaat bezoeken tijdens de vakantie. U kunt eenvoudige informatie over uzelf geven, bijvoorbeeld tijdens het inchecken bij een hotel. U kunt in losse woorden en simpele, korte zinnen iets of iemand beschrijven. U kunt een eenvoudig formulier invullen, zoals persoonlijke gegevens bij het inchecken bij een hotel, een bon om iets aan te vragen. U kunt een eenvoudige lijst met vragen over uzelf invullen. pag. 2 2006 Wolters-Noordhoff Groningen / Houten Niveau A1 Niveau A1 begin maken met niveau A2 Niveau A2 Niveau A2 begin maken met niveau B1 Niveau B1

6 U kunt in een mededeling U kunt dingen in een begrijpen hoe en wanneer iets lijst opzoeken zoals de plaatsvindt en hoeveel het openingstijden van een winkel kost. of instelling. U kunt korte en eenvoudige instructies begrijpen over waar, wanneer, op welke dag en hoe laat iets plaatsvindt. U kunt korte mededelingen begrijpen zoals een fax of e-mail met de bevestiging van de aankomsttijd van buitenlandse gasten. U kunt zaken regelen zoals een reis met het vliegtuig boeken, een kaartje voor het openbaar vervoer kopen. U kunt de digitale tijd begrijpen en vertellen hoe laat het is. U kunt vertrouwde zaken op eenvoudige manier beschrijven, bijvoorbeeld beschrijven waar u met het vliegtuig heen wilt, waarom u ergens heen gaat, hoe laat u er moet zijn en hoe laat u weer terug wilt zijn. U kunt een korte e-mail schrijven om een afspraak te bevestigen: datum, tijd en plaats. U kunt eenvoudige aantekeningen maken over de datum, plaats en tijd van een reis. 7 U kunt korte instructies U kunt eenvoudige begrijpen zoals een uitleg over en korte instructies hoe men op een bepaalde plek begrijpen, bijvoorbeeld de komt. bewegwijzering in een groot gebouw. U kunt dingen opzoeken in of kiezen uit een lijst, bijvoorbeeld een afdeling van een warenhuis op een informatiebord. U kunt om een bepaald product vragen. U kunt een uitleg begrijpen en iemand bedanken voor de gegeven uitleg. U kunt vragen waar een bepaald product zich in de winkel bevindt en of men een bepaald product verkoopt. U kunt iemand de weg vragen en wijzen naar een winkelafdeling. U kunt vertrouwde zaken op eenvoudige manier beschrijven, bijvoorbeeld de weg naar een winkel-afdeling. U kunt eenvoudige aantekeningen maken over op welke afdeling een bepaald product zich bevindt. 8 U kunt het onderwerp bepalen van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek over hoe het met iemand gaat, wat iemand aan het doen is, wat voor een werk iemand doet. U kunt prijzen van bekende U kunt met een kort en U kunt in een serie korte artikelen opzoeken en met elkaar vergelijken. eenvoudig antwoord reageren op korte, eenvoudige vragen over uzelf en andere mensen, zoals vertellen/ vragen wat u/iemand aan het doen bent/is, praten over het werk, vertellen/ vragen hoe het met iemand gaat. uzelf en anderen, bijvoorbeeld over het werk dat u doet, over hoe het met een bepaalde persoon gaat, vertellen wat u aan het doen bent. U kunt een korte, eenvoudige (vakantie) groet sturen aan een vriend of kennis met een beschrijving van wat u aan het doen bent. U kunt een e-mail schrijven met de beschrijving van het werk dat u doet. U kunt een kort sms-je schrijven om te vragen hoe het met iemand gaat. pag. 3 2006 Wolters-Noordhoff Groningen / Houten Niveau A1 Niveau A1 begin maken met niveau A2 Niveau A2 Niveau A2 begin maken met niveau B1 Niveau B1

9 U kunt een gesprek tussen moedertaal-sprekers verstaan wanneer men langzaam en duidelijk praat, bijvoorbeeld wanneer men het heeft over de verjaardag van zoon/ dochter. U kunt een korte uitleg begrijpen over waar en wanneer iemand zijn/haar verjaardag viert. U kunt voorgedrukte kaarten begrijpen met een standaard boodschap zoals op een verjaardagskaart. U kunt eenvoudige informatie op een mededelingenbord lezen, bijvoorbeeld plaats en tijd van een feest op de camping. U kunt uzelf en anderen voorstellen en reageren als iemand voorgesteld wordt. U kunt iemand iets aanbieden. U kunt om dingen vragen zoals wanneer iemand zijn/haar verjaardag viert. U kunt vertellen wat u aan het doen bent. U kunt in een serie korte uzelf en over anderen, zoals bijvoorbeeld vertellen wat u in het dagelijks leven doet. U kunt zichzelf en anderen voorstellen. U kunt in eenvoudige, korte zinnen iets vertellen over het (kinder)feest van uw dochter/zoon. U kunt een eenvoudige briefkaart schrijven, bijvoorbeeld een felicitatiekaart. U kunt in een e-mail/ fax beschrijven wat u aan het doen bent, u kunt vragen wanneer iemand zijn/haar verjaardag viert. 10 U kunt het onderwerp van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek bepalen, bijvoorbeeld over gezinssituaties, of iemand getrouwd/ gescheiden is, waar iemand een bepaalde tijd was, wat voor een werk iemand doet. U kunt zich een idee vormen van de inhoud van een korte tekst, in het bijzonder als die visueel ondersteund wordt, bijvoorbeeld over gezin en familie. U kunt in korte informatieve teksten informatie over personen en plaatsen begrijpen zoals wat iemand voor een werk doet, waar iemand op een bepaalde tijd was. U kunt op eenvoudige manier afscheid nemen. U kunt reageren op korte, eenvoudige vragen over uzelf en andere mensen en zelf vragen stellen zoals of iemand getrouwd is, waar iemand is, hoe het werk van iemand is. U kunt zeggen/ vragen hoe laat het is. U kunt vertrouwde zaken en personen op eenvoudige manier beschrijven, bijvoorbeeld vertellen over uw werk, waar iemand een bepaalde tijd was. U kunt vertellen of iemand getrouwd of gescheiden is. U kunt in een paar eenvoudige zinnen iets over uzelf en over andere mensen schrijven bijvoorbeeld bij het maken van een klassenportret waar u woont, of u getrouwd bent, of u broers of zussen heeft, wat voor een werk u doet. 11 U kunt het onderwerp bepalen van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek over wat iemand in zijn/haar vrije tijd graag doet, wat iemand wel/ niet leuk vindt om te doen. U kunt de hoofdlijn begrijpen van een eenvoudige tekst in een tijdschrift, krant of op een website over hobby of vrije tijdsbesteding. U kunt in eenvoudige bewoordingen zeggen wat u wel en niet leuk vindt en vragen wat anderen wel en niet leuk vinden, bijvoorbeeld zeggen/ vragen welke sport u leuk vindt en welke niet. U kunt reageren op korte en eenvoudige vragen over uzelf en anderen mensen bijvoorbeeld wat voor een hobby u heeft. U kunt in een serie korte uzelf en anderen, bijvoorbeeld in een spreekbeurt iets vertellen over uw favoriete hobby of sport. U kunt zeggen wat u gewend bent om te doen en wat niet. U kunt aangeven wat u leuk vindt om te doen en wat niet. U kunt aan een eenvoudige chatsessie deelnemen over bijvoorbeeld hobby s en favoriete sport. U kunt in korte, eenvoudige zinnen vertrouwde zaken beschrijven zoals wat u wel/ niet leuk vindt om te doen, vertellen wat u gewend bent om te doen, naar iemands voorkeur vragen. pag. 4 2006 Wolters-Noordhoff Groningen / Houten Niveau A1 Niveau A1 begin maken met niveau A2 Niveau A2 Niveau A2 begin maken met niveau B1 Niveau B1

12 U kunt een eenvoudig gesprek volgen over hobby s en vrije tijdsbesteding. U kunt een korte, eenvoudige brief, e-mail of fax begrijpen zoals een mededeling over het weer. U kunt de hoofdlijn begrijpen van een eenvoudige tekst over hobby en/of vrije tijdsbesteding. U kunt op eenvoudige wijze uw afkeur voor iets laten blijken. U kunt voorstellen om iets te gaan doen. U kunt informatie van persoonlijke aard vragen en geven over bijvoorbeeld activiteiten in de vrije tijd, sport en hobby s. U kunt in een serie korte uzelf en anderen, zoals in een spreekbeurt iets vertellen over uw favoriete hobby. U kunt vertrouwde zaken en personen op eenvoudige manier beschrijven, bijvoorbeeld een slecht humeur van iemand. U kunt een eenvoudig briefje of e-mail schrijven om iets te vertellen over dagelijkse bezigheden, over het weer. U kunt een eenvoudig briefje schrijven om te verontschuldigen voor uw slechte humeur. U kunt in korte, eenvoudige zinnen vertrouwde zaken beschrijven zoals het vergelijken van verschillende hobby s. 13 U kunt een korte uitleg begrijpen over wat er die dag/ week gedaan moet worden en wat u op dat moment moet doen. U kunt de hoofdlijn begrijpen van een eenvoudige tekst in een tijdschrift over dagelijkse werkzaamheden, over toekomstplannen. U kunt in beperkte mate meedoen aan eenvoudige gesprekken over alledaagse, bekende onderwerpen zoals over wat u in het weekend gedaan heeft of gaat doen, over wat uw toekomstplannen zijn. U kunt kleuren uitspreken en verstaan. U kunt tijdens een gesprek verbazing uitdrukken en irritatie laten blijken. U kunt in een serie korte uzelf en anderen zoals iets vertellen over uw toekomstplannen. U kunt vertrouwde zaken en personen op een eenvoudige manier beschrijven, zoals uw dagelijkse bezigheden. U kunt op eenvoudige manier vertellen welke werkzaamheden gedaan moeten worden. U kunt een eenvoudig persoonlijk briefje of e-mail schrijven over uw dagelijks leven. U kunt in een korte brief schrijven wat u aan het doen bent. U kunt in korte, eenvoudige zinnen vertrouwde zaken beschrijven zoals bijvoorbeeld uw werk of uw toekomstplannen. 14 U kunt de hoofdpunten herkennen van nieuwsberichten op tv, als er een duidelijke visuele ondersteuning is zoals bijvoorbeeld bij een bericht over een ramp, een ongeluk of een diefstal. U kunt een korte uitleg begrijpen over het uiterlijk van iemand. U kunt het onderwerp bepalen van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek over bijvoorbeeld toekomstplannen. U kunt korte, beschrijvende teksten over vertrouwde onderwerpen begrijpen zoals bijvoorbeeld over toekomstplannen. U kunt specifieke informatie begrijpen in een eenvoudige tekst, zoals bijvoorbeeld de omschrijving van het uiterlijk van een popster. U kunt in alledaagse situaties op eenvoudige manier uzelf bij (on)bekenden verontschuldigen. U kunt beperkte informatie uitwisselen over concrete zaken, zoals bij een aangifte bij de politie het uiterlijk van iemand beschrijven. U kunt vertrouwde zaken en personen op een eenvoudige manier beschrijven zoals bij een aangifte bij de politie. U kunt in een serie korte uw toekomstplannen. U kunt standaardformulieren invullen bij het aangifte doen bij de politie. U kunt een beschrijving geven over het uiterlijk van personen. U kunt in korte, eenvoudige zinnen vertrouwde zaken beschrijven zoals uw toekomstplannen. pag. 5 2006 Wolters-Noordhoff Groningen / Houten Niveau A1 Niveau A1 begin maken met niveau A2 Niveau A2 Niveau A2 begin maken met niveau B1 Niveau B1

15 U kunt een korte uitleg begrijpen over waar een product in de winkel staat, hoe duur het product is. U kunt specifieke informatie begrijpen in eenvoudige teksten zoals productinformatie op etiketten van levensmiddelen of medicijnen. U kunt in een winkel aangeven dat u een product wel/ niet wilt kopen. U kunt de prijs van een product vragen/ zeggen. U kunt aangeven hoeveel u van iets wilt hebben. U kunt vragen/ zeggen waar een bepaald product staat. U kunt in eenvoudige, korte zinnen iets vertellen over ervaringen bijvoorbeeld vertellen over een bezoek aan een supermarkt. U kunt een uitleg geven voor een groep toeristen over hoe men op een bepaalde plek komt. U kunt eenvoudige notities en aantekeningen maken voor uzelf, zoals bijvoorbeeld een boodschappenlijstje. U kunt korte, eenvoudige berichten schrijven over zaken van direct belang zoals een routebeschrijving naar een bepaalde plek. 16 U kunt in vertrouwde situaties eenvoudige feitelijke informatie begrijpen zoals een standaardbestelling in een restaurant of café opnemen. U kunt gerechten op een eenvoudige menukaart lezen. U kunt korte, beschrijvende teksten over vertrouwde onderwerpen begrijpen, zoals een kort verslag van een avondje uit. U kunt in alledaagse situaties op eenvoudige manier bekenden en onbekenden aanspreken zoals de bediening aanroepen en iets vragen. U kunt iets bestellen of ergens naar vragen bijvoorbeeld in een restaurant de rekening. U kunt uw voorkeur laten blijken voor een bepaald gerecht en vragen wat de voorkeur van de anderen is. U kunt op een eenvoudige manier vertellen hoe u een gerecht klaarmaakt. U kunt kort en eenvoudig een gebeurtenis beschrijven zoals een avondje uit. U kunt een eenvoudig persoonlijk briefje of e-mail schrijven om te reageren op een bedankje. 17 U kunt korte, duidelijke berichten van telefonische computers en antwoordapparaten begrijpen zoals een bericht van een bedrijf of instelling over hun openingstijden, een bericht van een buitenlandse logee op uw antwoordapparaat dat hij/zij een half uurtje later komt. U kunt een korte, eenvoudige brief, e-mail of fax begrijpen zoals een verzoek om iets toe te sturen, het maken, bevestigen of verzetten van een afspraak. U kunt specifieke informatie begrijpen in eenvoudige teksten zoals een berichtje op een prikbord waarin iemand iets vraagt of aankondigt. U kunt in beperkte mate meedoen aan eenvoudige gesprekken over alledaagse, bekende onderwerpen zoals wat u gedaan heeft, wat u van plan was te doen, wat een ander nog moet doen. U kunt op eenvoudige manier vertellen welke werkzaamheden gedaan moeten worden. U kunt in eenvoudige, korte zinnen vertellen over wat u gedaan heeft, wat u nog moet doen en wat anderen moeten doen. U kunt eenvoudige notities en aantekeningen maken voor anderen zoals bijvoorbeeld briefjes op het prikbord van een camping maken om te vragen of iemand iets gevonden heeft, een bericht achterlaten voor collega of huisgenoot om te zeggen dat u om X uur weer terug bent, een telefonisch doorgegeven boodschap in trefwoorden noteren voor collega of huisgenoot. pag. 6 2006 Wolters-Noordhoff Groningen / Houten Niveau A1 Niveau A1 begin maken met niveau A2 Niveau A2 Niveau A2 begin maken met niveau B1 Niveau B1

18 U kunt het onderwerp bepalen van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek over bijvoorbeeld een korte vakantie, over wat iemand heeft gedaan of van plan was te doen. U kunt een korte, eenvoudige brief begrijpen over het welbevinden van een correspondentievriend(in). U kunt korte, beschrijvende teksten over vertrouwde onderwerpen begrijpen zoals een kort verslag over de vakantie. U kunt in alledaagse situaties op eenvoudige manier bekenden en onbekenden aanspreken, bijvoorbeeld om de weg te vragen. U kunt informatie van persoonlijke aard vragen en geven bijvoorbeeld vragen/ vertellen wat iemand/ u heeft gedaan. U kunt in een serie korte uzelf en anderen, bijvoorbeeld vertellen wat u die dag gedaan heeft of van plan was te doen. U kunt in eenvoudige zinnen vertellen over gebeurtenissen, bijvoorbeeld hoe een reis is verlopen. U kunt een eenvoudig persoonlijk briefje of e-mail schrijven om bijvoorbeeld uzelf te verontschuldigen voor iets. U kunt kort en eenvoudig een gebeurtenis of een ervaring beschrijven zoals een bijzondere gebeurtenis op vakantie. 19 U kunt relevante informatie uit korte, voorspelbare luisterteksten begrijpen zoals een gesprek over de herkomst van een persoon, over opvoeding, huwelijk, beroep, wat men in het verleden deed. U kunt de hoofdlijn begrijpen van eenvoudige teksten in een tijdschrift, krant of op een website over het leven van een persoon, het huwelijk, de carrière, de opvoeding, zijn/haar verleden. U kunt informatie van persoonlijke aard vragen en geven, zoals een eenvoudig gesprek voeren over uw familie, over uw werk. U kunt informatie uitwisselen over eenvoudige, concrete zaken zoals vragen en zeggen van wie iets is, wat u op een bepaald moment aan het doen was, wat u in het verleden gewend was om te doen. U kunt in een serie korte uzelf en anderen, bijvoorbeeld over uw verleden, carrière, opvoeding, huwelijk. U kunt vertrouwde zaken en personen op eenvoudige manier beschrijven bijvoorbeeld zeggen wat u in het verleden gewend was om te doen. U kunt in korte, eenvoudige zinnen een persoon beschrijven bijvoorbeeld biografische gegevens van een familielid, van een vriend of van uzelf. U kunt in korte, eenvoudige zinnen vertrouwde zaken beschrijven zoals: uw eigen familie, uw carrière, uw beroep, uw opvoeding, uw verleden, uw huwelijk. 20 U kunt het onderwerp bepalen van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek over wat u die dag gedaan heeft. U kunt de hoofdpunten herkennen van nieuwsberichten op tv, als er een duidelijke visuele ondersteuning is, bijvoorbeeld over plaatsen waar u net op vakantie bent geweest. U kunt specifieke informatie vinden en begrijpen zoals in een toeristische folder een activiteit of bezienswaardigheid uitzoeken. U kunt korte, beschrijvende teksten over vertrouwde onderwerpen begrijpen zoals een kort verslag over een vakantie. U kunt in beperkte mate meedoen aan eenvoudige gesprekken over alledaagse, bekende onderwerpen, bijvoorbeeld over wat u op een bepaald moment aan het doen was, over het verloop van uw dag, u kunt vragen/ zeggen of iets de moeite waard was. U kunt in eenvoudige, korte zinnen vertellen hoe een reis verloopt/ verlopen is. U kunt een kort, eenvoudig, vooraf ingeoefend praatje houden voor een groep over een vertrouwd onderwerp zoals een vakantie. U kunt een kort en eenvoudig verslag over een reis schrijven of over een vakantieverblijf. U kunt een gebeurtenis of ervaring beschrijven bijvoorbeeld of een uitstapje de moeite waard is. pag. 7 2006 Wolters-Noordhoff Groningen / Houten Niveau A1 Niveau A1 begin maken met niveau A2 Niveau A2 Niveau A2 begin maken met niveau B1 Niveau B1

21 U kunt relevante informatie uit korte, voorspelbare luisterteksten begrijpen zoals bijvoorbeeld een bericht over een ongeluk op de autoweg. U kunt een korte uitleg begrijpen zoals aanwijzingen van de verkeerspolitie over omrijden bij een wegstremming. U kunt de hoofdlijn begrijpen van eenvoudige teksten in een krant zoals een kort artikeltje over een auto-ongeluk. U kunt alledaagse borden en mededelingen begrijpen zoals route-aanwijzingen bij een verkeersomleiding. U kunt beperkte informatie uitwisselen over eenvoudige, concrete zaken zoals bijvoorbeeld vragen/ vertellen wat er gebeurd is. U kunt iemand op zijn/haar gemak stellen, u kunt medelijden tonen en voorvallen relativeren. U kunt in eenvoudige, korte zinnen vertellen over gebeurtenissen, bijvoorbeeld over een auto-ongeluk. U kunt standaardformulieren invullen bijvoorbeeld een schadeformulier bij een auto-ongeluk. U kunt kort en eenvoudig een gebeurtenis beschrijven bijvoorbeeld een ongeluk op de snelweg. 22 U kunt het onderwerp bepalen van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek over bijvoorbeeld het weer. U kunt relevante informatie uit korte, voorspelbare luisterteksten begrijpen zoals uit het weerbericht op de radio opmaken of u de volgende dag naar het strand kunt gaan. U kunt een korte, eenvoudige brief, e-mail of fax begrijpen met mededelingen over bijvoorbeeld het weer. U kunt een korte beschrijvende tekst begrijpen zoals een verslag over regen tijdens een uitstapje. U kunt iemand uitnodigen en op een uitnodiging ingaan of afslaan, bijvoorbeeld om samen met iemand op vakantie te gaan. U kunt op eenvoudige wijze voorkeur en mening uitdrukken over vertrouwde alledaagse onderwerpen bijvoorbeeld over het weer. U kunt in eenvoudige, korte zinnen vertellen over een activiteit die u wilde ondernemen maar door de regen niet door kon gaan. U kunt voor een groep iets aankondigen of meedelen bijvoorbeeld over de weersomstandigheden. U kunt een eenvoudig persoonlijk briefje of e-mail schrijven om aan een ander duidelijk te maken dat u blij bent voor hem/haar, om iets te vertellen over bijvoorbeeld de weersomstandigheden. 23 U kunt herkennen wat de hoofdpunten zijn van tv-programma s als er een duidelijke visuele ondersteuning is. U kunt in vertrouwde situaties eenvoudige feitelijke informatie begrijpen bijvoorbeeld over wanneer een bepaald programma begint. U kunt in een tv-gids specifieke informatie over een tv-programma vinden. U kunt de hoofdlijn begrijpen van eenvoudige teksten in een tijdschrift, krant of op een website over de kwaliteit van verschillende tv-programma s. U kunt tijdens een groepsgesprek een mening geven over bepaalde tvprogramma s wanneer u bij het verwoorden van u w mening geholpen wordt. U kunt op eenvoudige wijze uw voorkeur uitdrukken voor bepaalde programma s en zeggen of u het ergens wel of niet mee eens bent. U kunt eenvoudige vragen stellen over bepaalde tvprogramma s. U kunt een kort, eenvoudig vooraf ingeoefend praatje houden voor een groep zoals een korte spreekbeurt houden over de kwaliteit van tvprogramma s. U kunt aangeven waarom u voor bepaalde programma s een voorkeur of afkeur heeft. U kunt in korte en eenvoudige zinnen beschrijven wat u van bepaalde tv-programma s vindt. U kunt een eenvoudig persoonlijk briefje schrijven met vragen over tvprogramma s. pag. 8 2006 Wolters-Noordhoff Groningen / Houten Niveau A1 Niveau A1 begin maken met niveau A2 Niveau A2 Niveau A2 begin maken met niveau B1 Niveau B1

24 U kunt relevante informatie uit korte, voorspelbare, luisterteksten begrijpen zoals een bericht over het uiterlijk en het karakter van bepaald persoon. U kunt het onderwerp bepalen van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek over bijvoorbeeld de nabije toekomst. U kunt de hoofdlijn begrijpen van eenvoudige teksten in een tijdschrift, bijvoorbeeld een interview met een popidool over zijn/haar karakter en uiterlijk en plannen voor de toekomst. U kunt informatie van persoonlijke aard vragen en geven over bijvoorbeeld het karakter van iemand, het uiterlijk. U kunt beperkte informatie uitwisselen over eenvoudige, concrete zaken bijvoorbeeld over uw plannen in de nabije toekomst. U kunt in een serie korte uzelf en anderen, bijvoorbeeld over uw uiterlijk, karakter, toekomstplannen. U kunt in korte, eenvoudige zinnen een persoon beschrijven, bijvoorbeeld het uiterlijk en biografische gegevens van een filmster, idool uit de popmuziek, een familielid of van uzelf. U kunt in korte, eenvoudige zinnen vertrouwde zaken beschrijven zoals bijvoorbeeld uw plannen voor de nabije toekomst. pag. 9 2006 Wolters-Noordhoff Groningen / Houten Niveau A1 Niveau A1 begin maken met niveau A2 Niveau A2 Niveau A2 begin maken met niveau B1 Niveau B1

New outlook deel 2 Les Luisteren Lezen Gesprekken voeren Spreken Schrijven 1 U kunt een korte uitleg begrijpen zoals de instructies van een arts over het innemen van medicijnen, het afmaken van een kuur. U kunt het onderwerp bepalen van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek over wat iemand mankeert. U kunt specifieke informatie begrijpen in eenvoudige teksten bijvoorbeeld productinformatie op etiketten van medicijnen. U kunt eenvoudige, goed gestructureerde instructies begrijpen, zoals instructies van een arts over wat men moet doen bij bepaalde ziektes. U kunt een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om een afspraak bij de dokter te maken. U kunt beperkte informatie uitwisselen over eenvoudige concrete zaken zoals wat u/ iemand mankeert en hoe u/ iemand zich voelt. U kunt vertrouwde zaken op eenvoudige manier beschrijven zoals de aard van een klacht bij een dokter. U kunt een korte bevestiging schrijven van gemaakte afspraken bijvoorbeeld bij de dokter. U kunt eenvoudige noitities en aantekeningen maken voor uzelf bijvoorbeeld tijdens een gesprek bij de dokter over wat u moet doen. U kunt korte eenvoudige berichten schrijven over zaken van direct belang zoals het verzetten van een afspraak met uitleg waarom de afspraak verzet moet worden. U kunt in korte eenvoudige zinnen vertrouwde zaken beschrijven bijvoorbeeld uw eigen gezondheid. 2 U kunt in vertrouwde situaties eenvoudige feitelijke informatie begrijpen zoals wat u mankeert. U kunt een korte uitleg begrijpen over wat u het beste in bepaalde situaties kunt doen. U kunt specifieke informatie vinden en begrijpen in eenvoudig, alledaags materiaal zoals bij een bijsluiter van een medicijn. U kunt eenvoudige, goed gestructureerde schriftelijke instructies begrijpen over wat u moet doen bij bepaalde ziekteverschijnselen. U kunt beperkte informatie uitwisselen over eenvoudige, concrete zaken zoals hoe een bezoek aan een dokter verlopen is. U kunt informatie van persoonlijke aard vragen en geven zoals hoe u/ men zich voelt, wat u/men mankeert, u kunt advies vragen/ geven aan iemand. U kunt in eenvoudige zinnen vertellen over een gebeurtenis, bijvoorbeeld een bezoek aan de dokter. U kunt in een serie korte uzelf en anderen bijvoorbeeld over wat u mankeert, hoe u zich voelt. U kunt op eenvoudige wijze iemand advies geven. U kunt een eenvoudige persoonlijke brief aan een correspondentievriend(in) schrijven over uw bezoek aan de dokter of over uw klachten. U kunt een eenvoudige brief schrijven om iemand een voorstel te doen. U kunt in eenvoudige zinnen zeggen hoe u zich voelt en wat u mankeert. pag. 10 2006 Wolters-Noordhoff Groningen / Houten Niveau A1 Niveau A1 begin maken met niveau A2 Niveau A2 Niveau A2 begin maken met niveau B1 Niveau B1

3 U kunt een korte uitleg begrijpen zoals hoe u op een bepaalde plek kunt komen,wat er kapot is aan uw auto. U kunt in overzichtenspecifieke informatie vinden over garagebedrijven. U kunt een kort verslag begrijpen over wat er aan de auto gerepareerd moet worden. U kunt ergens naar vragen en de uitleg begrijpen, bijvoorbeeld naar de weg, naar hoe lang het duurt voordat uw auto gerepareerd is, naar wat uw auto mankeert. U kunt afspraken maken bijvoorbeeld over wanneer u uw auto bij de garage kunt ophalen. U kunt eenvoudige instructies en aanwijzingen geven en opvolgen bijvoorbeeld op het postkantoor. U kunt vertrouwde zaken op een eenvoudige manier beschrijven, bijvoorbeeld wat er mankeert aan de auto. U kunt aan een groep toeristen in korte, vooraf ingeoefende zinnen iets aankondigen of meedelen bijvoorbeeld de weg naar een garage/ hotel/ school. U kunt korte en eenvoudige ervaringen beschrijven zoals bijvoorbeeld de handelingen die u op het postkantoor heeft uitgevoerd. U kunt standaardformulieren invullen bijvoorbeeld bij een garagebedrijf. U kunt in eenvoudige berichten schrijven over zaken van direct belang zoals wat er aan uw auto gerepareerd moet worden. 4 U kunt de hoofdpunten van nieuwsberichten op tv herkennen als er een duidelijke visuele ondersteuning is, zoals een politiebericht over diefstal. U kunt het onderwerp bepalen van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek over de gebeurtenissen van die dag. U kunt korte, beschrijvende teksten over vertrouwde onderwerpen begrijpen zoals een verslag over diefstal. U kunt in lijsten, overzichten en formulieren specifieke informatie vinden en begrijpen, bijvoorbeeld tijdens het lezen van enquêteformulieren. U kunt gevoelens uiten en op gevoelens van anderen reageren zoals boosheid uitdrukken bij diefstal van uw auto. U kunt een klacht uiten, aannemen, doorgeven over bijvoorbeeld een diefstal. U kunt in gesprekken informatie uitwisselen over vertrouwde onderwerpen zoals over de gebeurtenissen van die dag, aangifte bij de politie. U kunt vertrouwde zaken en personen op een eenvoudige manier beschrijven zoals verloren of gestolen voorwerpen bij aangifte bij de politie. U kunt in eenvoudige, korte zinnen vertellen over gebeurte-nissen van die dag. U kunt een eenvoudige klachtenbrief schrijven. U kunt een standaardformulier invullen op het politiebureau bij het doen van aangifte. U kunt in korte, eenvoudige zinnen een gebeurtenis zoals een diefstal beschrijven. 5 U kunt een korte uitleg begrijpen over hoe u op een bepaalde plek kunt komen. U kunt in een toeristische folder een bezienswaardigheid uit-zoeken voor een dagje uit. U kunt een verslag over een reis/ excursie begrijpen. U kunt de weg vragen en uitleggen. U kunt een route uitleggen met behulp van een kaart. U kunt informatie vragen en geven over bepaalde plaatsen. U kunt een beschrijving geven van een bepaalde plek/streek. U kunt vertellen hoe uw reis verlopen is. U kunt de weg uitleggen. U kunt een kort en eenvoudig verslag over een reis of een vakantieverblijf schrijven. pag. 11 2006 Wolters-Noordhoff Groningen / Houten Niveau A1 Niveau A1 begin maken met niveau A2 Niveau A2 Niveau A2 begin maken met niveau B1 Niveau B1

6 U kunt de hoofdpunten volgen van een gesprek tussen reizigers over een voor u interessant onderwerp zoals reizen, werk, verleden. U kunt belangrijke details begrijpen in eenvoudige, langzaam en duidelijk gesproken berichten, zoals verkeersinformatie met aanwijzingen over bijvoorbeeld een gate wijziging op het vliegveld. U kunt in lijsten, overzichten en formulieren specifieke informatie vinden en begrijpen over bijvoorbeeld vertreken aankomsttijden van vliegtuigen. U kunt eenvoudige, goed gestructureerde instructies begrijpen met betrekking tot de veiligheidsvoorschriften in een vliegtuig. U kunt gevoelens uiten en op gevoelens van anderen reageren bijvoorbeeld boosheid uitdrukken bij vertragingen op het vliegveld. U kunt persoonlijke standpunten geven over onderwerpen binnen de eigen belevingssfeer zoals de voor- en nadelen bespreken van reizen per vliegtuig. U kunt in gesprekken informatie uitwisselen over vertrouwde onderwerpen zoals werk/ opleiding beschrijven en anderen naar hun werk/ opleiding vragen. U kunt een eenvoudige beschrijving geven van vertrouwde zaken binnen het eigen vakterrein of interessegebied zoals vertellen over uw werk-ervaringen. U kunt zaken uitleggen en toelichten zoals de reis die u aan het maken bent, wat u op dat moment aan het doen bent. U kunt verslag doen van ervaringen en daarbij gevoelens en reacties op gebeurtenissen beschrijven zoals een persoonlijk reisverslag schrijven, een verslag over vertragingen op het vliegveld schrijven. U kunt in korte, eenvoudige zinnen zaken zoals uw werk/ gevolgde opleidingen beschrijven 7 U kunt de hoofdpunten volgen van gesprekken over een voor u interessant onderwerp zoals een gesprek tussen collega s over uitgevoerde werkzaamheden. U kunt algemene zaken en de belangrijkste informatie begrijpen in korte praatjes zoals een uiteenzetting van een collega over zijn/haar loopbaan. U kunt persoonlijke brieven en e-mails voldoende begrijpen om met iemand te kunnen corresponderen bijvoorbeeld over wat de correspondentievriend(in) vindt van zijn/haar werk of opleiding. U kunt het hoofdthema en de belangrijkste argumenten begrijpen in eenvoudige teksten in tijdschriften, kranten of op internet bijvoorbeeld een artikel over werksituaties en opleidingen. U kunt persoonlijke standpunten, commentaar en meningen geven over onderwerpen binnen de eigen belevingssfeer zoals het vergelijken van de leef- en werksituatie met die van anderen. U kunt in gesprekken informatie uitwisselen over school en schoolvakken, over ervaringen uit het verleden. U kunt met enig detail verslag doen van ervaringen uit het verleden, bijvoorbeeld over uw opleiding, uw schoolvakken, uw loopbaan. U kunt eenvoudige, gedetailleerde beschrijvingen geven van bekende onderwerpen binnen het eigen interessegebied zoals een verslag waarin u uw werkplek beschrijft, waarin u gevolgde opleidingen beschrijft. U kunt een eenvoudig opstel schrijven over een onderwerp dat u interesseert zoals over ervaringen uit het verleden met betrekking tot school, schoolvakken het werk. pag. 12 2006 Wolters-Noordhoff Groningen / Houten Niveau A1 Niveau A1 begin maken met niveau A2 Niveau A2 Niveau A2 begin maken met niveau B1 Niveau B1

8 U kunt eenvoudige, duidelijke informatie begrijpen over wat u moet doen om voor een sollicitatie gesprek in aanmerking te komen. U kunt een beschrijving begrijpen van iets dat u persoonlijk interesseert bijvoorbeeld de beschrijving van een vacature. U kunt een eenvoudig zakelijk bericht voldoende begrijpen om adequaat te kunnen reageren, bijvoorbeeld bij het lezen van een vacature. U kunt duidelijk geschreven, ondubbelzinnige instructies begrijpen zoals instructies bij het invullen van een sollicitatie formulier. U kunt eenvoudige, feitelijke informatie achterhalen over vacatures. U kunt een eenvoudig sollicitatiegesprek voeren. U kunt in gesprekken informatie uitwisselen over vertrouwde onderwerpen zoals over uw huidige baan. U kunt vertellen over uw verwachtingen en ambities zoals in een sollicitatiegesprek uitleggen wat u wilt bereiken in uw nieuwe baan. U kunt met enig detail verslag doen van uw werkervaringen. U kunt eenvoudige brieven schrijven aan instanties en zakelijke contacten zoals bijvoorbeeld een eenvoudige sollicitatiebrief met beknopt cv. U kunt op advertenties reageren zoals meer specifieke informatie aanvragen over bijvoorbeeld een baan. U kunt formulieren waarin wat meer informatie gevraagd wordt, gedetailleerd invullen zoals bij een sollicitatieformulier. U kunt telefonische boodschappen opschrijven en doorgeven bijvoorbeeld een uitleg over wat u moet om voor een sollicitatiegesprek in aamerking te komen. 9 U kunt de hoofdpunten een gesprek volgen over een voor u interessant onderwerp zoals een gesprek tussen medereizigers over verschillen tussen vakantielanden. U kunt algemene zaken en de belangrijkste informatie begrijpen in korte praatjes zoals een gesprek tussen twee personen over hun reiservaringen. U kunt het hoofdthema en de belangrijkste argumenten begrijpen in eenvoudige teksten in tijdschriften, kranten of op internet zoals bijvoorbeeld een artikel over reizen in het buitenland en reiservaringen. U kunt eenvoudige teksten lezen voor uw plezier zoals een reisverslag. U kunt gevoelens uiten en op gevoelens van anderen reageren zoals ergens wel of niet enthousiast op reageren. U kunt in gesprekken informatie uitwisselen over vertrouwde onderwerpen bijvoorbeeld over reiservaringen. U kunt met enig detail verslag doen van bijvoorbeeld uw reiservaringen. U kunt echte of verzonnen gebeurtenissen beschrijven zoals vertellen over een familielid dat naar een bepaald land geëmigreerd is. U kunt eenvoudige, gedetailleerde beschrijvingen geven van bekende onderwerpen binnen het eigen interessegebied zoals een verslag over een reis; U kunt brieven of e-mails schrijven over persoonlijke zaken, zoals ervaringen met betrekking tot reizen die u heeft gemaakt. pag. 13 2006 Wolters-Noordhoff Groningen / Houten Niveau A1 Niveau A1 begin maken met niveau A2 Niveau A2 Niveau A2 begin maken met niveau B1 Niveau B1

10 U kunt de hoofdpunten volgen van gesprekken over een voor u interessant onderwerp zoals een gesprek over reiservaringen. U kunt eenvoudige, duidelijke informatie begrijpen over verschillende gewoontes in verschillende landen. U kunt hoofdpunten begrijpen in tv- programma s over vertrouwde onderwerpen als er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt zoals een eenvoudige documentaire over reizen. U kunt relevante informatie vinden en begrijpen in bijvoorbeeld een reisbrochure over een vakantieland. U kunt het hoofdthema en de belangrijkste argumenten begrijpen in eenvoudige teksten, bijvoorbeeld op websites over reizen. U kunt persoonlijke standpunten en meningen geven over onderwerpen binnen de eigen belevingssfeer zoals bijvoorbeeld zeggen dat u denkt dat iemand (on) gelijk heeft, zeggen dat u ergens absoluut zeker van bent. U kunt uw woon-, leef-, en werksituatie vergelijken met die van anderen. U kunt meer gedetailleerde informatie achterhalen over bijvoorbeeld een reisbestemming. U kunt een eenvoudige presentatie houden over bijvoorbeeld uw reiservaringen. U kunt met enig detail verslag doen van verschillen tussen gewoontes in uw eigen land en in uw vakantieland. U kunt in een nieuwsgroep uw mening geven over uw vakantieland en reageren op de mening van anderen. U kunt zeggen dat u denkt dat iemand (on)gelijk heeft en dat u ergens zeker van bent. U kunt een verslag/ opstel schrijven over uw reiservaringen en daarbij uw gevoelens en reacties op gebeurtenissen beschrijven. 11 U kunt eenvoudige, duidelijke informatie begrijpen, zoals het programma van een reis. U kunt belangrijke details begrijpen in een eenvoudig, langzaam en duidelijk gesproken bericht bijvoorbeeld over een bepaalde reis die niet door kan gaan. U kunt relevante informatie vinden en begrijpen in bijvoorbeeld reisbrochures en folders waarin voorzieningen van een camping of een hotel worden beschreven. U kunt gevoelens uiten en op gevoelens van anderen reageren zoals spijt betuigen bij een misverstand. U kunt iemand geruststellen. U kunt een klacht uiten, aannemen en doorgeven zoals bijvoorbeeld kritiek geven en op kritiek reageren. U kunt persoonlijke standpunten en meningen geven over onderwerpen binnen de eigen belevingssfeer bijvoorbeeld over het veranderen van een vakantiebestemming. U kunt voorstellen doen met betrekking tot het oplossen van problemen en het nemen van praktische beslissingen zoals het aandragen van alternatieven wanneer een bepaalde reis niet door kan gaan. U kunt een echte of verzonnen gebeurtenis beschrijven over een fantastische droomreis die u heeft gemaakt/ wilt maken. U kunt zaken uitleggen en toelichten bijvoorbeeld waarom een bepaalde reis niet door kan gaan en welke andere mogelijkheden er zijn. U kunt verschillende accommodaties beschrijven. U kunt feitelijke informatie met enig zelfvertrouwen samenvatten en becommentariëren, zoals een voorstel doen voor een excursieprogramma op grond van toeristische informatie. U kunt een kort, eenvoudig verslag schrijven over verschillende accommodaties op vakantiebestemmingen. pag. 14 2006 Wolters-Noordhoff Groningen / Houten Niveau A1 Niveau A1 begin maken met niveau A2 Niveau A2 Niveau A2 begin maken met niveau B1 Niveau B1

12 U kunt de hoofdpunten volgen van een gesprek over een voor u interessant onderwerp zoals een gesprek tussen reizigers over het meenemen/ vergeten van baggage en u begrijpt wanneer iemand zich verontschuldigt voor iets. U kunt persoonlijke brieven en e-mails voldoende begrijpen om met iemand te kunnen corresponderen, zoals het lezen van een brief over de reis van uw correspondentievriend(in) waarin kritiek wordt geuit op de reis. U kunt overweg met voorspelbare situaties die zich kunnen voordoen tijdens een reis zoals het vergeten van uw baggage. U kunt kritiek geven op iemand die zijn/haar baggage is vergeten, u kunt reageren op kritiek en u kunt zich voor iets verontschuldigen. U kunt met enig detail verslag doen van een gebeurtenis bijvoorbeeld over de vergeten baggage op vakantie. U kunt verslag doen van ervaringen en daarbij gevoelens en reacties op gebeurtenissen beschrijven zoals een persoonlijk reisverslag schrijven waarin u kritiek op iemand uit en/of reageert op kritiek. 13 U kunt de hoofdpunten volgen van gesprekken over een voor u interessant onderwerp zoals een gesprek tussen vrienden over een bepaalde gebeurtenis waarin men kritiek uit en waarin men zijn/haar goede voornemens vertelt. U kunt het hoofdthema en de belangrijkste argumenten begrijpen in eenvoudige teksten in tijdschriften, kranten of op internet zoals een artikel over een bepaalde gebeurtenis, bijvoorbeeld over een toekomstvoorspelling, over waarzeggers, over goede voornemens, over de toekomst. U kunt persoonlijke standpunten en meningen geven over onderwerpen binnen de eigen belevingssfeer zoals over een gebracht bezoek aan een toekomstvoorspeller/ waarzegger. U kunt gevoelens uiten en op gevoelens van anderen reageren zoals uw verontschuldigingen aanbieden, kritiek geven en reageren op kritiek. U kunt echte of verzonnen gebeurtenissen beschrijven zoals een bezoek aan een toekomstvoorspellerof waarzegger. U kunt een eenvoudig opstel schrijven over een onderwerp dat u interesseert, zoals een bezoek aan een toekomstvoorspeller/ waarzegger. U kunt verslag doen van ervaringen en daarbij gevoelens en reacties op gebeurtenissen beschrijven zoals een bezoek aan een toekomst-voorspeller/ waarzegger en u kunt hierop kritiek geven. 14 U kunt de hoofdpunten begrijpen in tv-programma s als er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt, zoals een documentaire over de technologie en over toekomstverwachtingen. U kunt algemene zaken en de belangrijkste informatie begrijpen in korte praatjes zoals een uiteenzetting van student over het gebruik van moderne technologie in huis. U kunt duidelijk geschreven instructies lezen en begrijpen. U kunt het hoofdthema en de belangrijkste argumenten begrijpen in eenvoudige teksten in tijdschriften, kranten of op internet zoals een tekst over de toekomst, over verwachtingen enz. U kunt uw mening geven en voorstellen doen met betrekking tot het oplossen van problemen en het nemen van beslissingen zoals advies aan mensen geven om minder gebruik te maken van moderne elektrische apparatuur. U kunt uw mening geven over onderwerpen binnen de eigen belevingssfeer zoals over uw toekomstverwachtingen. U kunt een eenvoudige presentatie houden over het gebruik van de moderne technologie en de gevolgen ervan in de toekomst. U kunt feitelijke informatie met enig zelfvertrouwen samenvatten en becommentariëren zoals het samenvatten van een eenvoudig artikel over moderne technologie. U kunt brieven of e-mails schrijven over persoonlijke zaken zoals over waarom u geen/ weinig gebruik maakt van elektrische apparaten in huis. pag. 15 2006 Wolters-Noordhoff Groningen / Houten Niveau A1 Niveau A1 begin maken met niveau A2 Niveau A2 Niveau A2 begin maken met niveau B1 Niveau B1

15 U kunt de hoofdpunten begrijpen in een eenvoudige documentaire of informatief programma over het milieu. U kunt belangrijke feitelijke informatie begrijpen in korte verslagen en artikelen, zoals informatie over het milieu, over milieu-activisme. U kunt beschrijving van gevoelens en wensen begrijpen zoals onzekerheid, hoop, angst, zorg. U kunt instructies lezen over bijvoorbeeld hoe u afval kunt verminderen. U kunt uw gevoelens uiten en op gevoelens van anderen reageren, zoals onzekerheid uitdrukken, hoop, zorg, angst, vertrouwen. U kunt uw mening geven en voorstellen doen met betrekking tot het oplossen van problemen en het nemen van praktische beslissingen zoals advies geven over hoe men kan meewerken aan een schoner milieu. U kunt zaken uitleggen en toelichten bijvoorbeeld vertellen waaruit de milieuproblematiek van de laatste jaren bestaat en wat men eraan kan doen. U kunt eenvoudige brieven schrijven aan instanties en zakelijke contacten bijvoorbeeld informatie aanvragen bij de plaatselijke overheid omtrent milieuproblematiek. U kunt verslag doen van ervaringen en daarbij gevoelens en reacties op gebeurtenissen beschrijven, bijvoorbeeld een verslag schrijven over wat men kan doen om de omgeving en het milieu schoon te houden en daarbij vertrouwen uitspreken, zorg, hoop, angst en onzekerheid. 16 U kunt belangrijke details begrijpen in eenvoudige, langzaam en duidelijk gesproken radio-programma s zoals een milieuactivist die vertelt over projecten, over verantwoordelijkheden, over dierenmishandeling. U kunt eenvoudige, duidelijke informatie begrijpen over bijvoorbeeld de activiteiten van milieuactivisten zoals Greenpeace. U kunt feitelijke informatie in korte verslagen of artikelen begrijpen over milieurampen, verantwoordelijkheden, dierenmishandeling. U kunt in langere teksten over thema s binnen het eigen interesse-gebied informatie zoeken, bijvoorbeeld over de activiteiten van Greenpeace. U kunt een standpunt duidelijk overbrengen zoals uitdrukken dat u het ergens (niet) mee eens bent. U kunt klachten uiten, aannemen en doorgeven zoals iemand ergens van beschuldigen, iemand op zijn/haar verantwoordelijkheden wijzen. U kunt met enig detail uw mening geven over bijvoorbeeld dierenmishandeling, over verantwoordelijkheden. U kunt echte of verzonnen gebeurtenissen beschrijven zoals over gevoerde acties van Greenpeace. U kunt verslag doen van ervaringen en daarbij gevoelens en reacties op gebeurtenissen beschrijven, zoals een actie van Greenpeace beschrijven, uitdrukken of u het er wel/ niet mee eens bent, iemand ergens van beschuldigen en u kunt iemand op zijn/haar verantwoordelijkheden wijzen. U kunt een eenvoudig opstel schrijven over een onderwerp dat u interesseert, bijvoorbeeld over milieuzaken, dierenmishandeling enz. pag. 16 2006 Wolters-Noordhoff Groningen / Houten Niveau A1 Niveau A1 begin maken met niveau A2 Niveau A2 Niveau A2 begin maken met niveau B1 Niveau B1

17 U kunt van discussies over actuele en vertrouwde thema s de hoofdlijnen volgen zoals een discussie over criminaliteit. U kunt verschillende meningen van elkaar onderscheiden. U kunt de hoofdpunten begrijpen in een tv-programma als er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt zoals in een actualiteitenprogramma over bijvoorbeeld criminaliteit. U kunt in langere teksten over thema s binnen het eigen interessegebied informatie zoeken zoals bijvoorbeeld informatie over verantwoordelijkheden bij criminaliteit. U kunt het hoofdthema en de belangrijkste argumenten begrijpen in eenvoudige teksten in tijdschriften, kranten of op internet zoals een artikel over criminaliteit. U kunt uw persoonlijke mening geven in een gesprek over bijvoorbeeld criminaliteit en u kunt ergens een voorbeeld van geven. U kunt in gesprekken informatie uitwisselen over vertrouwde onderwerpen bijvoorbeeld over criminaliteit. U kunt met enig detail uw mening geven over criminaliteit en ergens een voorbeeld van geven. U kunt deelnemen aan discussies op internet over bekende thema s zoals in een nieuwsgroep uw mening geven over criminaliteit en reageren op meningen van anderen. U kunt feitelijke informatie met enig zelfvertrouwen samenvatten en becommentariëren, zoals een verslag schrijven over criminaliteit en hierbij uw eigen mening weergeven. 18 U kunt de hoofdpunten begrijpen in tv-programma s als er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt zoals bijvoorbeeld in praatprogramma s, in soaps waar men over iemands karakter praat. U kunt concrete aanwijzingen en opdrachten begrijpen zoals wat u wanneer moet doen. U kunt het hoofdthema begrijpen en de belangrijkste argumenten in een eenvoudige tekst over bijvoorbeeld iemands karakter, over de thuissituatie van iemand. U kunt de ondertiteling bij een tv-programma begrijpen. U kunt eenvoudige teksten lezen voor uw plezier zoals een niet al te moeilijk geschreven kort verhaal over een aansprekend onderwerp. U kunt gevoelens uiten en op gevoelens van anderen reageren zoals bijvoorbeeld medeleven betuigen. U kunt een klacht uiten, aannemen en uw mening geven. U kunt in gesprekken informatie uitwisselen over vertrouwde onderwerpen zoals over bijvoorbeeld het karakter van bepaalde familieleden. U kunt persoonlijke standpunten en meningen geven over onderwerpen binnen de eigen belevingssfeer bijvoorbeeld over de woon-, leef- en werksituatie van iemand. U kunt met enig detail verslag doen van ervaringen en meningen beschrijven, zoals vertellen over uw thuissituatie; U kunt een eenvoudige beschrijving geven over het karakter van een familielid. U kunt brieven of e-mails schrijven over persoonlijke zaken zoals een brief aan een vriend(in) over het karakter van een familielid, over uw thuissituatie. U kunt verslag doen van ervaringen en daarbij gevoelens en reacties op gebeurtenissen beschrijven, zoals uw medeleven betuigen en uw mening over iets geven. pag. 17 2006 Wolters-Noordhoff Groningen / Houten Niveau A1 Niveau A1 begin maken met niveau A2 Niveau A2 Niveau A2 begin maken met niveau B1 Niveau B1