Van pepperspray tot lasergun. Militaire technologie en de menselijke maat



Vergelijkbare documenten
Mondiale politieke en strategische ontwikkelingen na de Koude Oorlog

Veranderende dreigingen in de 21 e eeuw

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

Militaire oplossingen bestaan niet meer

TRANSATLANTIC TRENDS - NETHERLANDS

Macht en waarden in de wereldpolitiek

Oorlog en vrede. Pleidooi voor actief vredesbeleid

Inhoud. Woord vooraf 11. Inleiding 15 DEEL I: THEORIE

CBRN-DREIGING: DE NIEUWE UITDAGINGEN. CBRN-dag. 3 oktober 2017 Maj. O. ROUSSEAU

Come home or go global, stupid

Rik Coolsaet Peter Debaere, Goedele De Keersmaeker, Jennnifer Kesteleyn, Dries Lesage, Skander Nasra, Thijs Van de Graaf, Mattias Vermeiren

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0058/1. Amendement. Sabine Lösing, Tania González Peñas namens de GUE/NGL-Fractie

Op de vlucht. 1) Waarom vlucht men eigenlijk? Er zijn vele redenen; politieke vervolging, marteling, oorlog of burgeroorlog zijn enkele voorbeelden!

Wat is inter - nationaal recht?

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie:

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus BA Amsterdam

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Werkstuk Aardrijkskunde Irak conflict

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Wat is internationaal recht?

Buitenlandse handel. Europese Schoolagenda De volgende pagina s zijn afkomstig uit de Europese Schoolagenda 2009/2010.

De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. Twee grote processen

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

3 september Onderzoek: Internationale spanningen en conflicten

Toespraak bij de lancering van het Defensie Cyber Commando door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 25 september 2014 te Den Haag.

Ank Bijleveld-Schouten

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-14-1-b

Thinking War in the 21st Century. Introducing Non-State Actors in Just War Theory H.A. Noorda

Opgave 4 Conflict Noord-Korea en Zuid-Korea

Verwerking data nulmeting toets filosofische vragen

A. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 3 Onderwerp: De Eerste en Tweede Wereldoorlog (H1 en 2) Kerndoel(en):

uitreiking van de herinneringsmedaille Vredesoperaties. Berckmoes-Duindam, Tweede Kamer.

Historische evolutie van de internationale regelgeving betreffende de middelen van oorlogvoering

1. WAT VOORAFGING HET CONGRES VAN WENEN BESLISSINGEN GEVOLGEN BELANG VAN HET CONGRES VAN WENEN...

rust zetten. rust gezet) Commandant der Strijdkrachten.

Communicatie en strategie van de Afghaanse Taliban, vanuit het perspectief van het leiderschap

Naam KIDS FOR WARCHILD Oorlog en vrede in de wereld

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje b

Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst)

Tijdvak I. 31 oktober : 30-10:00.

Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Brainstorm. Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus februari 2017

De Iraanse revolutie (1979) en zijn gevolgen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

CHINA NU Tekst: Maaike Okano-Heijmans en Frans-Paul van der Putten. Economie

Oorlog in Syrië en de internationale context

Opstel Aardrijkskunde Conflicten in Syrie

De tijd van: Wereldoorlogen

Datum 8 mei 2018 Betreft Beantwoording vragen van het lid Karabulut over het uitzetten van twee Russische inlichtingenmedewerkers

- een bijgewerkte lijst van landen die onderworpen zijn aan een EU-embargo op de uitvoer van wapens (bijlage I);

ONGERUBRICEERD/ALLEEN VOOR OFFICIEEL GEBRUIK. SBIR-pitch: Defensieverkenningen. cyberspace

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

De aanname van een verbodsverdrag inzake nucleaire wapens een historisch antwoord op onmetelijke humanitaire gevolgen

Welkom op dit symposium met de pakkende titel Cybercrime, de digitale vijand voor ons allen.

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK.

Zittingsdocument B8-0109/2014 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Europese Raad en de Commissie

12897/15 rts/sl 1 DG C 2B

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Samenvatting Geschiedenis De Tweede Wereldoorlog

7 november Onderzoek: Wapenindustrie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0230/1. Amendement. Jonathan Bullock, Aymeric Chauprade namens de EFDD-Fractie

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-I

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

een zee van tijd een zee van tijd Er worden heel veel kinderen geboren. Werkblad 22 Ω Na 1945 Ω Les 1: Dertig jaar verschil Naam:

WELKOM BIJ HET KVNRO-SYMPOSIUM VAN KLASSIEKE RAMPENBESTRIJDING NAAR MODERNE CRISISBEHEERSING

De antwoorden van het antiglobalisme

Zittingsdocument B7-0493/2011 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie

Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus april 2016.

Hoofdstuk 5: Koude Oorlog en Dekolonisatie

Lijst van figuren. Inleiding. Deel 1. De jaren 90: de postbipolaire transitie 1

Solidariteitsactie. voor. vluchtelingen. in Syrië. Zondag 22 februari GC De Wildeman Schoolstraat 15, Herent. Koerdische Maaltijd

filosofie havo 2017-II

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

ARUP studie Groningen 2013

De koude oorlog Jesse Klever Groep 7

Het is met veel emotie dat ik u welkom heet in de Belgische Senaat.

Nationale crisisbeheersing en CIMIC. Prof. dr. Rob de Wijk Directeur HCSS en HSD Hoogleraar IB Leiden

Wat gaat er goed en wat kan er beter?

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU

Straaljagers en politici; geen gelukkige combinatie. Hans Heerkens Faculteit Management & Bestuur

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005

De verklaring van Bratislava

De toekomst van energie

A. Begrip en aard van het Internationaal Publiekrecht

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL V VAN HET EU-VERDRAG

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

NAVO hv123. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Herdenking van de atoomaanvallen op Hiroshima & Nagasaki, 72 jaar geleden Zondag 6 augustus 2017, vanaf 21u45 Korenlei, Gent

HET FENOMEEN TERRORISME

Exemplaren zijn rechtstreeks te bestellen via internet: en bij iedere boekhandel.

Mijn land van veel en vol

Hoofdstuk 7: De Vietnam Oorlog ( )

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Soms denk je wel eens dat gerechtigheid in deze wereld misschien helemaal niet meer bestaat.

WAAR WIJ VOOR STAAN. Socialisten & Democraten in het Europees Parlement. Fractie van de Progressieve Alliantie van

Transcriptie:

Van pepperspray tot lasergun Militaire technologie en de menselijke maat 1

Rathenau Instituut, Den Haag, 2005 Rathenau Instituut Koninginnegracht 56 Correspondentieadres: Postbus 85525 2508 CE Den Haag Telefoon 070-342 15 42 Telefax 070-363 34 88 E-mail info@rathenau.nl Website www.rathenau.nl Uitgever: Rathenau Instituut Eindredactie: Dirk van Harten Basisvormgeving: Hennie van der Zande, Amsterdam Opmaak: Henny Scholten, Amsterdam Grafische productie: Herbschleb & Slebos, Monnickendam Pre-press en druk: Meboprint, Amsterdam Bindwerk: Meeuwis, Amsterdam Vertaling summary: English Text Company, Den Haag Dit boek is gedrukt op kringlooppapier. Eerste druk: mei 2005 ISBN 90 77364 08 0 Van pepperspray tot lasergun Deze publicatie kan als volgt worden aangehaald: Homan, Kees. Van pepperspray tot lasergun. Militaire technologie en de menselijke maat. Den Haag: Rathenau Instituut, 2005; Werkdocument 95. Preferred citation: Homan, Kees. Van pepperspray tot lasergun. Militaire technologie en de menselijke maat. Den Haag: Rathenau Instituut, 2005; Working document 95. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Rathenau Instituut. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photo print, microfilm or any other means without prior written permission of the holder of the copyright. 2

Van pepperspray tot lasergun Militaire technologie en de menselijke maat Auteur Kees Homan Projectcoördinatie Rathenau Instituut Koos van der Bruggen André Krom Werkdocument 95 Mei 2005 3

Bestuur Rathenau Instituut drs. W.G. van Velzen (voorzitter) mw. prof.dr. I. de Beaufort mw. dr. A. Esmeijer mr.dr. P.W. Kwant mw. dr. B.E.C. Plesch prof.dr. H. Verbon prof.dr. W. van Vierssen Van pepperspray tot lasergun 4

Voorwoord Met deze verkennende studie over militaire technologie van Kees Homan begeeft het Rathenau Instituut zich op het terrein van vrede en veiligheid. Een terrein dat sinds 11 september 2001 sterk in de belangstelling staat. Veiligheid is niet meer voor iedereen vanzelfsprekend. Gevoelens van onveiligheid nemen dan ook toe. Technologie wordt door velen gezien als een mogelijkheid om de veiligheid te waarborgen. En binnen de technologische mogelijkheden is er in het bijzonder aandacht voor militaire technologie. Deze studie bevat een overzicht van een aantal militairtechnologische ontwikkelingen die relevant zijn of kunnen worden voor de Nederlandse krijgsmacht. Die relevantie kan liggen in de dreiging die uitgaat van een bepaalde wapentechnologie, maar ook in de mogelijkheid die een technologie biedt om de veiligheid te vergroten. Verder wordt aandacht besteed aan de juridische en ethische vragen die het bezit en/of gebruik van bepaalde wapensystemen kunnen oproepen. In het Nederlands taalgebied ontbreekt een actueel overzicht van de stand van zaken op militairtechnologisch terrein, gericht op een breed publiek. Juist omdat de rol van de krijgsmacht onder invloed van de gebeurtenissen van de afgelopen jaren opnieuw gedefinieerd wordt, is een overzicht van de mogelijkheden en beperkingen van de technologie die hierbij in het geding is, geen overbodige luxe. Met deze uitgave voorziet het Rathenau Instituut dan ook in een lacune. Het Rathenau Instituut heeft de intentie om op basis van deze verkennende studie nadere activiteiten te ontplooien op het terrein van militaire technologie. Mr.drs. Jan Staman Directeur Rathenau Instituut Voorwoord 5

Van pepperspray tot lasergun 6

Inhoud Voorwoord 5 Samenvatting 11 1 2 3 Inleiding 13 Technologie en oorlogvoering 15 2.1 Het technologisch beheersingsparadigma 15 2.2 Automatisering en informatisering 16 2.3 Kwaliteit compenseert kwantiteit 18 2.4 Asymmetrische oorlogvoering 19 2.5 Frictie 20 Politiek-militair strategische trends 21 3.1 De wereld na de Koude Oorlog 21 3.2 Niet-traditionele dreigingen 23 3.2.1 Catastrofaal terrorisme 23 3.2.2 Falende staten 24 3.2.3 Proliferatie van massavernietigingswapens 24 3.2.4 De vuile bom 26 3.2.5 Proliferatie van kleine wapens 26 3.2.6 Georganiseerde misdaad 27 3.2.7 Schaarse grondstoffen en water 28 3.2.8 Migratie en vluchtelingen 28 3.2.9 Hiv en aids 29 3.2.10 De ruimte als strijdtoneel 30 3.3 Ontwikkelingen op het gebied van veiligheid 31 3.3.1 Het dominante intrastatelijke conflict 31 3.3.2 Privatisering van veiligheid 32 3.3.3 Interne en externe veiligheid 33 3.3.4 Vechten in een stedelijke omgeving 33 3.3.5 Militaire macht als instrument van buitenlands beleid 34 3.3.6 Economische sancties 36 3.3.7 Veiligheid en ontwikkelingssamenwerking 36 3.4 De rol van de Verenigde Naties 37 7

Van pepperspray tot lasergun 4 5 6 7 8 9 Algemene trends in technologie en oorlogvoering 39 4.1 Nieuwe militaire opties 39 4.2 Onderlinge afhankelijkheid van technologieën 40 4.3 Information Operations 41 4.4 Militair optreden in stedelijke gebieden 43 4.5 Soldier Modernization Program 43 4.6 Toenemende kwetsbaarheid 45 Network Centric Warfare 47 5.1 Netwerken als spil van militair optreden 47 5.2 Drie netwerken 48 5.3 Effect Based Operations 50 5.4 Kanttekeningen 51 Niet-letale wapens 55 6.1 Inleiding 55 6.2 Kenmerken van niet-letale wapens 55 6.3 Een grote verscheidenheid aan NLW s 56 6.4 Chemische en biologische bestanddelen 57 6.5 Kalmeringsmiddelen 58 6.6 Kanttekeningen 59 6.7 Tot besluit 60 Biotechnologie en biologische wapens 61 7.1 Inleiding 61 7.2 Biologische strijdmiddelen 61 7.3 Biotechnologie 63 7.4 Genetische modificatie 63 7.5 Etnische wapens 64 7.6 Twee visies op bioterrorisme 64 7.7 Strategische benadering vereist 65 Directed Energy Weapons 67 8.1 Een nieuwe revolutie in de oorlogvoering 67 8.2 Smal- en breedbandwapens 68 8.3 Een verscheidenheid aan mogelijkheden 69 8.4 HPM-wapens als speelgoed van terroristen en criminelen 70 Nanotechnologie 71 9.1 Inleiding 71 9.2 Militaire nanotechnologie 71 9.3 Een scala aan militaire toepassingen 72 9.4 Autonome wapens 73 9.5 Moleculaire nanotechnologie 74 9.6 Kanttekeningen 74 8

10 11 Humanitair oorlogsrecht en wapenbeheersing 77 10.1 Inleiding 77 10.2 Ius ad bellum 77 10.3 Ius in bello 79 10.4 Het Conventionele Wapenverdrag 81 10.5 Anti-personeelmijnen 82 10.6 Het Non-proliferatie Verdrag 83 10.7 Biologische wapens 84 10.8 Chemische wapens 85 10.9 De ballistische raket 86 Hoe borgen we de menselijke maat? 87 11.1 Een ambivalent beeld 87 11.2 Een uitdaging voor het internationaal recht 88 11.3 Meer transparantie 88 11.4 Rol van de Verenigde Staten 89 11.5 Debat over niet-letale wapens 89 11.6 Aandacht voor dual-use 89 11.7 De rol van wetenschappers 90 11.8 Strafbaarstelling van biologische wapens 91 11.9 Publiek debat 92 11.10 Tot besluit 93 Summary 95 Literatuur 97 Over de auteur 109 9

Van pepperspray tot lasergun 10

Samenvatting Tussen krijgsmacht en technologie lijkt door de eeuwen heen een ambivalente relatie te bestaan. Enerzijds omarmt de militair de technologie en moet iedere infanterist in het veld van een computer worden voorzien. Anderzijds bestaat er weerstand tegen de technologie en zijn er nog steeds militairen die het betreuren dat bajonetvechten geen deel meer uitmaakt van de training. De geschiedenis toont aan dat er een voortdurende wisselwerking bestaat tussen nieuwe ontwikkelingen in de technologie en de wijze van oorlogvoeren. In de literatuur zijn meerdere beschouwingen gewijd aan de relatie tussen technologie en oorlogvoering. De Israëlische militair historicus Martin van Creveld onderscheidt achtereenvolgens vier perioden. In de eerste periode (tot 1500) stond de spierkracht van mens en dier centraal. In de tweede periode (van 1500 tot 1830) ontstond een militair apparaat en de bewapende staat. In de derde periode (van 1830 tot 1945) ging het om integratie van middelen, eerst door spoorwegen en telegraaf, later door een combinatie van mechanisatie, het luchtwapen en communicatiemiddelen. In de periode na 1945 kreeg de moderne militaire organisatie zoveel behoefte aan informatie voor de commandovoering, dat alleen automatisering dit nog mogelijk maakte. Op dit moment bevinden we ons dan ook in het informatietijdperk. Bij oorlogvoering staat het verkrijgen en beschermen van informatie meer dan ooit centraal. Als gevolg van deze nieuwe technologische ontwikkelingen berust gevechtskracht steeds minder op grote aantallen wapens en militairen. De afhankelijkheid van technologie bergt evenwel het gevaar in zich van eenzijdigheid. Bij de strijd tegen tegenstanders die zich ophouden in complex terrein zoals bergen, oerwoud of een stedelijke omgeving ontbreekt vaak een militair zwaartepunt dat kan worden aangevallen. Technologisch overwicht maakt op zulke tegenstanders geen indruk. Vooral de verspreiding van terrorisme biedt het Westen grote problemen, zoals de ervaringen in Afghanistan en Irak aantonen. Deze (literatuur)studie gaat uitvoerig in op zowel de politiekmilitair strategische en militairtechnologische ontwikkelingen, als op de juridische en ethische vragen die zij oproepen. In een korte beschouwing worden de belangrijkste recente ontwikkelingen in de militaire technologie beschreven. Dan volgt een Samenvatting 11

toespitsing op een aantal specifieke thema s die voor Nederland van belang zijn. Dit is allereerst het zogeheten Network Centric Warfare-concept, dat als belangrijkste veelomvattende ontwikkeling in de oorlogvoering wordt beschouwd. Dit concept omvat een integratie van netwerken van sensoren, wapensystemen en informatie. Daarna komen achtereenvolgens niet-letale wapens, biotechnologie en biologische wapens, directed-energy-wapens en militaire nanotechnologie aan de orde. Vervolgens wordt onderzocht welke beperkingen het (humanitaire) oorlogsrecht en wapenbeheersingsverdragen stellen aan het bezit en gebruik van militaire wapensystemen. Van pepperspray tot lasergun Vanuit een juridische en ethische invalshoek leveren de ontwikkelingen in de militaire technologie een ambivalent beeld op. Militaire technologie kent immers vele gezichten. De keuze om wapens te gebruiken komt feitelijk neer op de vraag in hoeverre het moreel acceptabel of verantwoord is een persoon schade te berokkenen. Het universeel aanvaarde humanitair oorlogsrecht kent daarvoor twee beginselen. In de eerste plaats zijn wapens die onnodig veel leed of ernstig lijden veroorzaken niet toegestaan. In de tweede plaats is het verboden om wapens te gebruiken die geen onderscheid kunnen maken tussen combattanten en non-combattanten. Militairtechnologische ontwikkelingen dienen dan ook aan deze twee fundamentele beginselen getoetst te worden. In deze studie wordt beargumenteerd dat er enerzijds ontwikkelingen zijn, zoals toenemende precisie, die het in beginsel mogelijk maken om in overeenstemming met het humanitair oorlogsrecht militaire doelen met proportioneel geweld aan te vallen. Nevenschade is hierbij minimaal. Anderzijds zijn er ontwikkelingen die in strijd zijn met de internationale regelgeving. De voortschrijdende ontwikkelingen op het gebied van genetische modificatie, nanotechnologie en biotechnologie en in het bijzonder de mogelijke militaire toepassingen hiervan roepen dan ook de vraag op of de grens van het ethisch toelaatbare niet wordt of al is overschreden. Toegespitst op Nederland is Network Centric Warfare (NCW) de belangrijkste militairtechnologische ontwikkeling. Tegen NCW als concept zijn uit juridisch en moreel oogpunt weinig bezwaren in te brengen. De vraag is echter welke nieuwe wapens deel gaan uitmaken van NCW. De Nederlandse krijgsmacht wordt in de praktijk vooral ingezet bij stabiliseringsoperaties na afloop van intrastatelijke conflicten. Ook is sprake van een toenemende betrokkenheid bij de interne veiligheid in ons land. Niet-letale wapens, directed-energywapens en militaire nanotechnologie kunnen bij beide taken een belangrijke rol gaan spelen. Een mogelijk publiek debat in Nederland zou zich hierop kunnen toespitsen. 12

1 Inleiding Deze (literatuur)studie verkent de politiek-militair strategische en militairtechnologische ontwikkelingen en de juridische en ethische vragen die zij oproepen. Allereerst komt een aantal algemene aspecten van de relatie tussen technologie en oorlogvoering aan de orde. Vervolgens worden de belangrijkste trends in de internationale politiek-militaire omgeving behandeld. Hierbij wordt aandacht besteed aan nieuwe niet-traditionele dreigingen, gevolgd door een aantal bijzondere ontwikkelingen op het gebied van veiligheid en de hedendaagse rol van militaire macht in de internationale politiek. In een korte beschouwing worden de belangrijkste algemene ontwikkelingen in de militaire technologie beschreven. Dan volgt toespitsing op een aantal specifieke onderwerpen die voor Nederland van belang kunnen zijn. Dit is allereerst het zogenoemde Network Centric Warfare-concept, dat als belangrijkste ontwikkeling in de oorlogvoering wordt beschouwd. Dit concept omvat een integratie van netwerken van sensoren, wapensystemen en informatie. Daarna komen achtereenvolgens niet-letale wapens, biotechnologie en biologische wapens, directed-energywapens en militaire nanotechnologie aan de orde. Vervolgens wordt onderzocht welke beperkingen het (humanitaire) oorlogsrecht en wapenbeheersingsverdragen stellen aan het bezit en gebruik van militaire wapensystemen. Afsluitend wordt een aantal vragen opgeworpen over juridische en ethische aspecten van de huidige en toekomstige ontwikkelingen in de militaire technologie. Uitgangspunt daarbij is dat wapens geen onnodig leed mogen veroorzaken en tevens onderscheid moeten kunnen maken tussen combattanten en non-combattanten. Voor Nederland zijn vooral de ontwikkelingen op het gebied van niet-letale en directed-energywapens en militaire nanotechnologie van belang, aangezien TNO in opdracht van het Ministerie van Defensie over deze onderwerpen Technologische Verkenningen heeft gedaan. Mogelijkerwijs kan deze studie leiden tot een politiek en maatschappelijk debat over de aanvaardbaarheid van genoemde nieuwe militaire technologieën. Hoofdstuk 1 Inleiding 13

Van pepperspray tot lasergun 14

2 Technologie en oorlogvoering 2.1 Het technologisch beheersingsparadigma In het Westen wordt vaak gedacht dat technologie de oplossing voor alle problemen is. Dit zogenoemde technologisch beheersingsparadigma stelt dat de werkelijkheid door middel van technologie kan worden gecontroleerd en beheerst (Moelker et al. 1999). De wortels van deze wijze van kijken en denken moeten worden gezocht in de Verlichting. Velen denken dat technologie een zelfstandig fenomeen is waaraan de mens zich dient te onderwerpen. Technologische ontwikkeling is echter grotendeels een maatschappelijke en daarmee ook menselijke constructie. Er is altijd sprake van een intensieve wisselwerking tussen de technologie en haar maatschappelijke en culturele context. Bij oorlogvoering besteden westerse landen vanouds veel aandacht aan technologie (Teitler, 2002). Voortdurend bestaat er behoefte aan een moderne variant van de Britse strijdkreet what ever happens, we ve got the Maxim gun and they haven t. Het Britse leger wist zich gesteund door deze leus en de door uitvinder Hiram Maxim ontwikkelde mitrailleur, toen het bij de laatnegentiende-eeuwse uitbreiding van het Britse Rijk geregeld de strijd moest aanbinden met getalsmatig grotere legers. Toch lijkt er tussen krijgsmacht en technologie door de eeuwen heen een ambivalente relatie te bestaan. Enerzijds omarmt de militair de technologie en moet iedere infanterist in het veld van een computer worden voorzien. Anderzijds bestaat er weerstand tegen de technologie en zijn er nog steeds militairen die het betreuren dat bajonetvechten geen deel meer uitmaakt van de training. Deze weerstand bestaat in veel mindere mate bij zee- en luchtstrijdkrachten, die traditioneel al veel gebruik maakten van de meest geavanceerde technologie. Hoe dan ook, de geschiedenis toont aan dat er een voortdurende wisselwerking bestaat tussen nieuwe ontwikkelingen in de technologie en de wijze van oorlogvoeren. Hoofdstuk 2 Technologie en oorlogvoering 15

Dimensies van oorlogvoering In de literatuur zijn meerdere beschouwingen gewijd aan de relatie tussen technologie en oorlogvoering. Zo onderscheidt de Britse militair historicus Michael Howard in de oorlogvoering vier dimensies: een operationele, een logistieke, een sociale en een technologische (Howard 1983). De operationele dimensie bestaat al eeuwen en betreft de militairoperationele vaardigheden van de veldheer, die vroeger doorslaggevend waren voor de overwinning op het slagveld. De logistieke dimensie dateert uit de negentiende eeuw, toen de aanleg van spoorwegen het mogelijk maakte militair personeel en materieel over grote afstanden te verplaatsen. Nationalisme, democratisering en de Industriële Revolutie voegden de sociale en technologische dimensies aan de oorlogvoering toe. Howard betoogt dat in een succesvolle strategie alle vier de dimensies een plaats moeten krijgen. Afhankelijk van de omstandigheden en de aard van het conflict zullen echter een of meer dimensies doorslaggevend zijn voor de uitkomst ervan. Zo waren de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog operationeel superieur aan de geallieerden, maar gaf uiteindelijk de logistieke dimensie aan geallieerde zijde de doorslag. In de Vietnamoorlog daarentegen, was vooral de sociale dimensie bepalend voor de aftocht van de Amerikaanse troepen: de afbrokkelende steun onder de Amerikaanse bevolking. Bij de invasie in Irak in 2003 was de militairtechnologische dimensie van grote invloed op het snelle verloop en het einde van de oorlog. Maar bij de huidige stabiliseringsoperaties in Irak speelt technologie een minder belangrijke rol en ligt het zwaartepunt op de sociale dimensie: het winnen van de hearts and minds van de Irakese bevolking. Van pepperspray tot lasergun 2.2 Automatisering en informatisering Vanuit een historische invalshoek onderscheidt de Israëlische militair historicus Martin van Creveld achtereenvolgens vier perioden in zijn boek Technology and War (Creveld 1991). Hij duidt deze periodes aan als the Age of Tools, the Age of Machines, the Age of Systems en the Age of Automation. In de eerste periode (tot 1500) stond de spierkracht van mens en dier centraal. In de tweede periode (van 1500 tot 1830) ontstond een militair apparaat en de bewapende staat. In de derde periode (van 1830 tot 1945) ging het om integratie van middelen, eerst door spoorwegen en telegraaf, later door een combinatie van mechanisatie, het luchtwapen en communicatiemiddelen. Na 1945 kreeg de moderne militaire organisatie zoveel behoefte 16

aan informatie voor de commandovoering, dat alleen automatisering dit nog mogelijk maakte. Van Creveld plaatst hierbij wel de relativerende opmerking dat wat technologie niet kan doen, waarschijnlijk belangrijker is (Ibidem, p. 320). Hij verwerpt de idee dat oorlog voornamelijk een kwestie van technologie is, die met aan de technologie ontleende methoden en door technici gevoerd moet worden. De geschiedenis leert volgens Van Creveld dat het niet vanzelfsprekend is dat voor het behalen van de overwinning technologische superioriteit een vereiste is. Zo wijst hij op de mogelijkheid om met eenvoudige middelen complexe technologische systemen te ondermijnen. Tijdens de Vietnamoorlog werden bijvoorbeeld door Amerikanen ontwikkelde mensensnuffelaars eenvoudig misleid met in urine gedrenkte kleedjes (Ibidem, p. 304). De Amerikaanse futurologen Alvin en Heidi Toffler stellen een groter vertrouwen in technologie. Zij onderscheiden vanuit een historisch en economisch perspectief drie golven van oorlogvoering (Toffler 1995). In het agrarische tijdperk domineerde de landbouw en was de oorlog gericht op het veroveren en bezetten van territorium. Daarna kreeg in het industriële tijdperk de oorlog het karakter van een uitputtingslag die gericht was op het marginaliseren van het vermogen van de tegenstander om zijn militairen te kleden, voeden, bewapenen en uit te rusten. Volgens de Tofflers vindt momenteel de derde golf van oorlogvoering plaats, die van het informatietijdperk. Aangezien kennis volgens hen de belangrijkste vorm van macht is, staat in de oorlog het verkrijgen en beschermen van informatie centraal. Bij de Tofflers is de informatietechnologische dimensie de dominante factor in de oorlogvoering. De informatieoorlog De toenemende relevantie van informatie werd voor het eerst duidelijk in de Golfoorlog van 1991. De coalitie onder leiding van de Verenigde Staten kreeg enkele maanden om commandostructuren en systemen georganiseerd te velde te brengen en tevens Wargames-scenario s te beproeven. Het feitelijke conflict duurde zes weken. De offensieve grondactie werd binnen deze periode in honderd uur afgerond. Het was een oorlog die via de zender CNN op televisie te volgen was. Voor het eerst werd in dit conflict duidelijk wat de rol van satellieten is voor positiebepaling, weersvoorspelling, observatie en communicatie, en wat geleide precisiewapens, stealth-vliegtuigen, aan elkaar gekoppelde commandosystemen en computernetwerken kunnen betekenen. Veel ondersteunende systemen stonden daarbij op duizenden kilometers afstand. Het was de Ameri- Hoofdstuk 2 Technologie en oorlogvoering 17

kaanse droomoorlog: intensief, offensief, kort en met beperkte verliezen aan beide zijden. In Amerikaanse rapporten over toekomstige technologieën die sindsdien zijn verschenen staat winning the information war centraal. Informatiesuperioriteit zal een bepalende factor zijn bij toekomstig militair optreden. Het document Joint Vision 2010 definieert informatiesuperioriteit als het vermogen om een ononderbroken vloed aan informatie te verzamelen, te verwerken en te verspreiden; tegelijkertijd sluit de Amerikaanse krijgsmacht het vermogen van een tegenstander om hetzelfde te doen uit of ontzegt hem dit (Joint Vision 2010, p. 17). Inmiddels hebben de Verenigde Staten dankzij informatiedominantie hun Network Centric Warfare-concept in de oorlog tegen Irak op succesvolle wijze kunnen toepassen (zie hoofdstuk 5). 2.3 Kwaliteit compenseert kwantiteit Als gevolg van de nieuwe technologische ontwikkelingen berust gevechtskracht steeds minder op grote aantallen wapens en militairen. De grote reducties van westerse strijdkrachten na het einde van de Koude Oorlog worden echter in ruime mate gecompenseerd door de invoering van nieuwe technologie. Ook in ander opzicht kan het Westen de nieuwe technologie goed gebruiken. Aangezien er niet langer een grootschalige militaire dreiging bestaat, worden krijgsmachten voornamelijk ingezet voor vredes- en stabiliseringsoperaties ver van huis. Het gaat hierbij om militaire operaties die erop gericht zijn de internationale rechtsorde te handhaven en te bevorderen. Het staat regeringen vrij om wel of niet aan deze operaties deel te nemen. Van pepperspray tot lasergun Dit betekent dat als er geen vitale belangen voor een land op het spel staan, de bereidheid om veel slachtoffers te aanvaarden klein is (Nooit meer vechten 1996). De politiek-maatschappelijke sneuvelbereidheid is in een dergelijk geval niet groot. Nadat achttien Amerikaanse militairen in oktober 1993 het leven lieten in de straten van Mogadishu, bij hun jacht op de Somalische krijgsheer Aideed, maakte president Clinton bekend de Amerikaanse militaire aanwezigheid te beëindigen. Er stonden in Somalië immers geen Amerikaanse nationale belangen op het spel. Het westerse publiek accepteert evenmin veel slachtoffers aan de zijde van de vijand, vooral niet onder burgers. In beginsel kan technologie ook aan deze wens voldoen. Dankzij het hoge tempo waarmee een westerse krijgsmacht kan optreden en de nauwkeurigheid van de nieuwe wapensystemen die op grote 18

hoogte of over lange afstand worden ingezet tegen militaire doelen ver in het vijandelijke achterland zijn de risico s voor de eigen militairen en de vijandelijke burgerbevolking in beginsel vrij gering. Eenzijdigheid De afhankelijkheid van technologie brengt het gevaar van eenzijdigheid mee. Een invasie in Irak leent zich bij uitstek voor vertoon van technologisch vernuft. Bij de strijd tegen tegenstanders die zich ophouden in complex terrein zoals bergen, oerwoud of een stedelijke omgeving ontbreekt vaak een militair zwaartepunt dat kan worden aangevallen. Het blijkt moeilijk hierop een adequaat militair antwoord te formuleren. Technologisch overwicht maakt op zulke tegenstanders geen indruk. De westerse achterban heeft echter geen trek in de beschikbare militaire alternatieven die bovendien vaak strijdig zijn met het internationaal recht. Zowel buitensporig geweld (inzet van bijvoorbeeld kernwapens), als een langdurige en smerige oorlog met grote verliezen aan beide zijden, is onacceptabel. 2.4 Asymmetrische oorlogvoering De verspreiding van terrorisme zorgt in het Westen voor grote problemen. Dat tonen de ervaringen in Afghanistan en Irak wel aan. Elk conventioneel leger wankelt als het met een strijdmacht of radicale elementen wordt geconfronteerd die overal en nergens lijken te zijn. Vaak is hier sprake van asymmetrische oorlogvoering. Kenmerkend is dat de sterkten van de tegenstander worden ontweken en dat de eigen comparatieve voordelen tegenover de relatieve zwakten van de tegenstander worden uitgebuit (Homan 2001). De westerse manier van oorlogvoering is bovendien sterk aan regels gebonden, waardoor zij vaak voorspelbaar is. Westerse eenheden zijn van oudsher nu eenmaal symmetrisch opgeleid en dus geneigd symmetrisch te denken. Naast een technologische asymmetrie is vaak ook sprake van een culturele asymmetrie (Dunlap 1998). In het Westen spelen waarden als verdraagzaamheid en respect voor mensenrechten een grote rol, net als kernbegrippen als democratie en scheiding van kerk en staat. In niet-westerse landen wordt hieraan vaak minder waarde toegekend. Guerrillastrijders en terroristen laten zich weinig gelegen aan de regels van het humanitair oorlogsrecht. Westerse vergeldingsacties hebben daarom vaak een averechts effect en creëren slechts nieuwe martelaren. Hoofdstuk 2 Technologie en oorlogvoering 19

2.5 Frictie De moderne technologie is het meest effectief in traditionele oorlogen tegen tegenstanders met reguliere strijdkrachten. Daarom was de Amerikaanse veldtocht in Irak in 2003 eenvoudig te winnen. Maar als westerse militairen zich afhankelijk maken van technologie, beperken zij hun mogelijkheden. De Amerikanen zijn inmiddels in Irak in een wrede guerrillaoorlog verwikkeld, waarvan het einde nog lang niet in zicht is (Creveld 2004). Dit zal vriend noch (potentiële) vijand ontgaan. Oorlogen zijn bovendien uiterst ingewikkelde processen die zich afspelen op vele niveaus en die meerdere dimensies kennen. Zij ondergaan net zo goed de invloed van toeval, emoties en berekening, als van cultuur, geschiedenis en geopolitieke tradities. Van pepperspray tot lasergun De Pruisische militaire filosoof Carl von Clausewitz heeft in dit verband het begrip frictie in de oorlogvoering geïntroduceerd. Alles is zeer simpel in de oorlog, maar het simpele is moeilijk. Deze moeilijkheden hopen zich op en veroorzaken een frictie waarvan iemand die de oorlog zelf niet heeft meegemaakt zich geen juiste voorstelling kan maken (Clausewitz 1991, p. 98). De mogelijke oorzaken van frictie zijn talrijk: weersomstandigheden, terrein, stress, vermoeidheid, toeval, geluk, misverstanden en onverwachte gedragingen van de tegenstander. Technologie kenmerkt zich echter doordat zij voornamelijk onder vrijwel frictieloze omstandigheden werkt. En dan nog blijkt invoering van nieuwe militaire technologie soms niet aan de militairoperationele verwachtingen te voldoen (Grin 1996). Kortom, technologische factoren spelen een belangrijke rol in de oorlogvoering, maar ze zullen nooit zo overheersend worden dat zij andere factoren irrelevant maken. Toch zoeken westerse landen hun kracht vooral in de moderne technologie. Zij zijn daartoe ook wel gedwongen door de forse personeelsreducties van na de Koude Oorlog. Daarbij moeten ook de kracht en bruikbaarheid van technologie niet overschat worden en moet het toepassingsgebied niet te breed worden gezien. Sommige conflicten spelen zich in overwegend agrarische samenlevingen af. Dan kan het noodzakelijk zijn de primitieve gevechten van het agrarische tijdperk te voeren. Bovendien is bewezen dat legers uit dat tijdperk nog altijd kunnen zegevieren, mits ze goed geleid zijn en hun aanvoerders superieure strategieën ontwikkelen (Howard 1994, p. 6). 20

3 Politiek-militair strategische trends 3.1 De wereld na de Koude Oorlog Na de Koude Oorlog en het succesvolle door de Verenigde Naties gelegitimeerde gewapend optreden tegen Irak in 1991, waren de verwachtingen over de rol die deze mondiale organisatie op het gebied van de internationale vrede en veiligheid zou gaan spelen hooggespannen. Toenmalig president George Bush sprak zelfs van een nieuwe wereldorde. Volgens de Amerikaanse politiek filosoof Francis Fukuyama had het liberalisme gezegevierd en was het einde van de geschiedenis aangebroken (Fukuyama 1992). Andere optimisten beweerden dat de militaire competitie tussen staten als een belangrijke oorzaak van instabiliteit tot het verleden behoorde of op zijn minst voortaan ondergeschikt zou zijn aan de economische competitie tussen staten. Volgens de logica van deze optimisten leidt dit laatste zelden tot oorlog. Het Westen verzilverde het vredesdividend door de defensiebudgetten fors te verlagen. Helaas maakten de ervaringen met de VN-operaties in voormalig Joegoslavië en Somalië in het begin van de jaren negentig een eind aan de euforie. Uiteindelijk was alleen de inzet van een robuuste militaire macht in staat een einde te maken aan de gewelddadigheden op de Balkan (De Wijk 1998; Homan 2000). Deze inzet was een aantal jaren later ook noodzakelijk om de grootschalige schendingen van de mensenrechten in Kosovo een halt toe te roepen. Militaire macht is dus nog steeds een intrinsiek deel van een tamelijk fragiele internationale orde. Sinds het einde van de Koude Oorlog hebben de Verenigde Naties meer dan dertig vredesoperaties geïnitieerd. Eind 2004 gaven de Verenigde Naties leiding aan zestien vredesoperaties in de wereld met in totaal zestigduizend peacekeepers. Een zelfde aantal was ingezet bij vredesoperaties die niet door de Verenigde Naties werden geleid en die al dan niet door de Veiligheidsraad waren gemandateerd. Sinds de terroristische aanslagen in New York en Washington op 11 september 2001 bevindt de wereld zich in een situatie die wordt gekenmerkt door de opkomst van nieuwe, niet-traditionele dreigingen en een onzekere ontwikkeling van nieuwe Hoofdstuk 3 Politiek-militair strategische trends 21