Protocol van samenwerking TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN DE SOCIALE PARTNERS VAN HET PC 314 DEELSECTOREN HAARKAPPEN, FITNESS EN SCHOONHEIDSZORGEN



Vergelijkbare documenten
Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Protocol van samenwerking

Protocol van samenwerking. Tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector van montage PC 111.3

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. Bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Sectorconvenant tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de naam sector (PC sector)

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de bouwsector (paritair comité 124)

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei

Protocol van samenwerking. Tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de Groene Sectoren.

Nieuw loopbaanakkoord zet de stap naar maatwerk

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Opleiding en werkervaring aanvullende thuiszorg vzw Aksent

PROTOCOL VAN SAMENWERKING in het kader van het Akkoord TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN DE SOCIALE PARTNERS VAN DE SECTOR VAN DE ELEKTRICIENS

Aanbeveling. van de werkgroep bouw van de sectoriële commissie hout en bouw Bedrijfsoverschrijdende projecten m.b.t. diversiteit

PROTOCOL VAN SAMENWERKING in het kader van het Akkoord

JAARACTIEPLAN Sept 2015 Aug 2016 RTC Vlaams-Brabant VZW

DIVERSITEITSPLANNEN IN HET ONDERWIJS

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Werkgelegenheidsakkoord januari 2005

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

AFKORTINGEN EN BEGRIPPENKADER Ervaringsbewijs begeleider buitenschoolse kinderopvang

Brussel, 21 januari _Advies_deontologische_code. Advies. deontologische code voor loopbaandienstverlening

De trajectbegeleider, sleutelfiguur binnen Duaal leren

Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen

Tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector van de lokale besturen

Jaar- en evaluatierapport sectorconvenants

Randstad Diversity. voor een succesvol diversiteitsbeleid.

ACTUELE BELEIDSKADER VOOR SECTORCONVENANTS. Contactdag Levenslang Leren

Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC)

Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen?

VR DOC.0198/33

ADVIES I.V.M. HET POSITIEF ACTIEPLAN ALLOCHTONEN EN ARBEIDSGEHANDICAPTEN 2002

Werkplekleren: leren doen doet leren 6 februari 2012

c) Hoe evalueert de minister deze taalopleidingen? Hoe loopt de geïntegreerde aanpak?

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Korte schets van de problematiek

DE OVEREENKOMST. en mediarte.be,...vertegenwoordigd door...

Vlaamse regering PROTOCOL VAN SAMENWERKING TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN DE SOCIALE PARTNERS VAN HET ANPCB

PROTOCOL VAN SAMENWERKING TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN DE SOCIALE PARTNERS, VAN DE SECTOR VAN DE MONTAGE (PC )

Vlaamse regering PROTOCOL VAN SAMENWERKING TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN DE SOCIALE PARTNERS VAN DE SECTOR METAAL/BEDIENDEN PARITAIR COMITE 209

Randstad Diversity. voor een succesvol diversiteitsbeleid.

Stages/projecten voor het academiejaar Voka Kamer van Koophandel Limburg Cherly Freson

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.9 - Juni

Levenslang en samen leren omgaan met diversiteit

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands

Sectorconvenant tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector kappers, fitness en schoonheidszorgen (PC 314)

VDAB PROGRAMMA INTEGRATIE DOOR WERK

Advies. Onderwijsdecreet XXVII - Volwassenenonderwijs. Brussel, 25 januari 2017

Advies. Proefproject hoger beroepsonderwijs: Ontwikkelen van beroepscompetentieprofielen voor nieuwe opleidingen HBO

PROTOCOL VAN SAMENWERKING. TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN DE SOCIALE PARTNERS VAN DE SECTOR VAN DE SCHEIKUNDIGE INDUSTRIE (PC 116 en PC 207)

Decreet duaal leren en de aanloopfase

Gemeenschappelijke platformtekst Vlaamse regering en sociale partners Evenredige arbeidsdeelname en diversiteit

Reflectiegesprek: toekomstbeelden

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

COLLOQUIUM GENT, 23 OKTOBER 2014

Vraag nr. 403 van 8 maart 2013 van MARIJKE DILLEN

2. Op welke manier verloopt de samenwerking tussen VDAB en school in de gezamenlijke aanpak van NEET-jongeren/vroegtijdige schoolverlaters?

Vlaamse Regering. PROTOCOL VAN SAMENWERKING In het kader van het Akkoord

Informatiedag Vlaamse kwalificatiestructuur. Sectorale ondernemerstrajecten bij SYNTRA. Workshop 4-03/11/ Mia Van Humbeeck

Advies. Uitrol Duaal Leren. Brussel, 29 mei 2017

PROTOCOL VAN SAMENWERKING in het kader van het Akkoord

SECTORCONVENANTS GENERATIE Inhoudelijk kader - krijtlijnen

nr. 703 van MIRANDA VAN EETVELDE datum: 12 september 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Activering 50-plussers - Stand van zaken

1. Graag had ik volgende gegevens ontvangen betreffende de arbeidsmigratie in de social profit:

WERK MAKEN VAN WERK IN DE ZORGSECTOR HASSELT EXPERTENSTUURGROEP SPEERPUNT ZORGECONOMIE

Conferentie Met Recht Geletterd 29 november De g-factor in uw bedrijf of organisatie

Hoe ziet je schooljaar eruit?

Sport en tewerkstelling van jongeren. Marc Theeboom / Joris Philips

Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen

Deel 7 ANDERE OPLEIDINGSVORMEN. Hoofdstuk 1 : VDAB-opleidingen

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Auteur. Onderwerp. Datum

Advies. Krijtlijnen voor de hervorming van het stelsel van de opleidingscheques

Hoofdstuk I - Algemene bepalingen

Vlaamse regering. PROTOCOL VAN SAMENWERKING in het kader van het Akkoord

Protocol van samenwerking

Werk maken van werkbaar werk

Transcriptie:

Vlaamse Regering Protocol van samenwerking In het kader van het akkoord 2005-2006 TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN DE SOCIALE PARTNERS VAN HET PC 314 DEELSECTOREN HAARKAPPEN, FITNESS EN SCHOONHEIDSZORGEN Tussen de Vlaamse Regering vertegenwoordigd door: De heer Frank Vandenbroucke, Vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams Minister van Werk, Onderwijs en Vorming en de sociale partners van de sector van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen met als vertegenwoordigers van de werkgevers: De heer Patrick Coopman, voorzitter UBK/UCB, De heer Dick Van de Vyvere, voorzitter BBFNW, De heer Albert Zweers, ondervoorzitter BESKO, met als vertegenwoordigers van de werknemers: De heer René Vancauwenberghe, ABVV Algemene Centrale, De heer Theo De Rijck, ACV Energie Chemie, De heer Eric Decoo, ACLVB Convenant en Actieplan sector van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen 1

wordt overeengekomen het volgt: Luik 1: Bruggen tussen leren en werk Artikel 1: Stimuleren van samenwerking met scholen(gemeenschappen) De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering zullen samenwerken om overeenkomsten met scholen te stimuleren. Deze samenwerking wordt vertaald in een addendum bij dit protocol. Artikel 2: Waarderen van het technisch- en beroepsonderwijs De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken samen aan de herwaardering van het technisch- en beroepsonderwijs en het doorbreken van het watervaleffect. Artikel 3: Ondersteunen systemen van afwisselend leren en werken In de deeltijdse leersystemen, m.n. het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO), de leertijd en de deeltijdse vorming, wordt resoluut de overgang van een deeltijdse leerplicht naar een voltijds engagement beoogd, met werkervaringsplaatsen waar mogelijk, met voortrajecten waar dat niet onmiddellijk mogelijk is. De finaliteit moet steeds (een verhoogde kans op) doorstroming naar werk zijn. De sectorale sociale partners engageren zich tot het aanbieden van kwalitatieve werkervaringsplaatsen en staan mee borg voor de wisselwerking tussen opleiding en werkervaring. Een degelijke begeleiding, zowel op de werkvloer als door de onderwijsverstrekker, is daarbij noodzakelijk. Artikel 4: Meer en kwaliteitsvolle stages De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken eveneens samen om tot sluitende afspraken en sterke engagementen te komen over het aantal en de kwaliteit van de stageplaatsen die de sector voor het voltijds onderwijs ter beschikking stelt. Het dient te gaan om interessante stageopdrachten die aansluiten bij de (leerplan)doelstellingen van de betrokken studierichting en gepaard gaan met een verantwoorde stagebegeleiding door de stagegever en de onderwijsinstelling. Artikel 5: Ontwikkelen beroepsprofielen van de SERV De sectorale sociale partners en de SERV werken verder aan de ontwikkeling van een beroepenstructuur met uitgewerkte beroepsprofielen. De SERV actualiseert deze gegevens in een informatiedatabank met gegevens over sectoren, beroepen competenties en kwalificaties. Artikel 6: Sectorale competentiecentra oprichten De sector wenst 4 competentiecentra op te richten in Vlaanderen. Deze centra zullen aangewend worden om te kunnen functioneren in het kader van het LLL, diversiteitprojecten ed. Lokalen voor praktijk en ICT zullen aan alle groepen ter beschikking worden gesteld. Convenant en Actieplan sector van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen 2

Luik 2: Bruggen naar werk : opleidings- en competentiebeleid Artikel 7: Bevorderen van basiscompetenties De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering onderschrijven de noodzaak om de ontwikkeling van basiscompetenties te bevorderen, in het bijzonder de ICT-basisvaardigheden voor specifieke kansengroepen, Nederlands als tweede taal, (in voorkomend geval geïntegreerd in een technische opleiding) en functionele trajecten voor laaggeletterden. Artikel 8: Stijging van de kwantiteit en de kwaliteit van de opleiding De sectorale sociale partners engageren zich om verder bijkomende inspanningen te leveren op het vlak van permanente vorming. Daarnaast werken de sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering actief mee aan een strategisch en kwalitatief opleidingsbeleid in bedrijven. Artikel 9: Meewerken aan de titel beroepsbekwaamheid en loopbaanbegeleiding De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken samen aan de waardering (in termen van "erkenning") van verworven competenties verbonden aan de uitoefening van een beroep en aan de waardering van het overwegen van loopbaankeuzes. De sectorale sociale partners en de SERV ondersteunen de dienstverlening die inzake het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid opgestart wordt en de loopbaandienstverlening. Artikel 10: Aangaan partnerschappen in het kader van de competentiecentra In het kader van de vernieuwing van de VDAB - competentiecentra gaan sectoren multilaterale samenwerkingsakkoorden aan op maat en ritme van de sectoren met het oog op de realisatie van de prioritaire missie : talentontwikkeling, professioneel en mensgericht sectoraal personeelsbeleid voeren. De sector gaat multilaterale samenwerkingscontracten aan. De samenwerking tussen de sector en VDAB, steden en gemeenten, VIZO, Syntra, ESF, zal in de toekomst en in het kader van de competentiecentra actueel blijven. Artikel 11: Begeleiding bij herstructurering Gezien het specifieke karakter van de sector (veel eenmanszaken, kleine KMO s met soms een sterk personeelsverloop) is het moeilijk om een duidelijk beeld te scheppen omtrent ontslagen en herstructurering. De sector engageert zich om de situatie binnen de sector rond deze problematiek in kaart te brengen. Luik 3: Horizontaal aandachtspunt : Diversiteit Artikel 12: Algemeen : de diversiteitsdrager De sociale partners en de Vlaamse Regering stimuleren een diversiteitsbeleid in de sectoren en de ondernemingen en sporen de ondernemingen aan tot het sluiten van een non-discriminatiecode. Artikel 13: De geconsolideerde diversiteitstoets In bovenstaande luiken brug onderwijs - arbeidsmarkt en brug werk-leren-werk en de daaraan gekoppelde acties wordt de diversiteitstoets toegepast. Deze beoogt via categoriale accenten een structurele bijdrage te leveren tot een inclusief beleid. De evenredige arbeidsdeelname van kansengroepen vormt hierbij het beginsel en de toetssteen. Convenant en Actieplan sector van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen 3

Uitvoering, opvolging en samenwerking - Op basis van dit convenant en het actieplan in bijlage kent de Vlaamse regering 2 consulenten toe aan het Fonds voor Bestaanszekerheid voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen. Zij werken in de sector onder paritair toezicht. - De sociale partners van de sector zijn belast met de uitvoering van het actieplan. De Vlaamse regering voorziet hiervoor per VTE - consulent een bedrag van (EUR 51.000,00). - Via de sectorconvenants geven de sectorale sociale partners aan in welke mate en op welke wijze (informeren, sensibiliseren, activeren) ze diverse ondersteunende maatregelen (opleidingscheques werknemers en werkgevers, hefboomkrediet, Europees Sociaal Fonds, ) en andere overheidsincentives ingang zullen doen vinden in de sector. Daarnaast dient ook nagedacht over een sluitend plan van aanpak met betrekking tot de disseminatie, de overdracht en de mainstreaming in het reguliere (sector)beleid van processen, producten en resultaten die voortvloeien uit het gebruik van deze maatregelen en incentives. - De Vlaamse Regering zal het advies van de betrokken sectorale sociale partners inwinnen indien zij sectorspecifieke maatregelen voorbereidt die een impact hebben op de ontwikkelingen in de sector. Deze uitwisseling zal desgevallend gebeuren via de betrokken sectorcommissie van de SERV of via het paritair orgaan in opdracht van de sector. - Op geregelde tijdstippen organiseert de SERV netwerkbijeenkomsten met de sectorconsulenten. Hierbij worden ervaringen uitgewisseld. - Op geregelde tijdstippen organiseert de administratie Werkgelegenheid klankbordvergaderingen met de sectorale sociale partners. Hierbij formuleert de sector beleidsaanbevelingen en worden er knelpunten besproken. AW volgt deze vergaderingen op via een stuurbord en maakt dit overzicht jaarlijks over aan VESOC. - De sectorale sociale partners verbinden zich ertoe jaarlijks een opvolgingsrapport over te maken aan de administratie Werkgelegenheid. Dit rapport, dat opgemaakt wordt volgens een door de administratie voorzien model, dient uiterlijk bezorgd te worden tijdens de eerste maand na het respectievelijke werkingsjaar. De administratie Werkgelegenheid staat in voor de opvolging en de monitoring van dit convenant. De in het convenant of actieplan opgenomen engagementen zijn inspanningsverbintenissen. De administratie zal na ontvangst van het opvolgingsrapport een globaal jaarrapport aan het VESOC overmaken. - Indien de in het actieplan opgenomen normen, zonder verantwoorde motivatie, niet behaald worden kan de Vlaamse Regering overgaan tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de toegekende subsidies. - Dit protocol treedt in werking vanaf 1 september 2005 en loopt tot 31 augustus 2007. In onderling overleg kunnen tijdens de duurtijd van het protocol bijkomende artikels worden opgenomen. Convenant en Actieplan sector van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen 4

Het sectoraal actieplan PC314 LUIK 1: BRUGGEN TUSSEN LEREN EN WERK Acties ter uitvoering van artikel 1: Stimuleren van samenwerking met scholen De drie deelsectoren van het PC 314 hebben op vlak van beroepsopleiding verschillende contacten met de scholen, afhankelijk van het type onderwijs. 1. Deelsector fitness : Hoger Onderwijs 2. Deelsector schoonheidszorgen : TSO 3. Deelsector Haarkappen: BSO De Sociale partners van het deelsector Haarkappen en de Vlaamse Regering hebben een convenant ondertekend met alle onderwijsverstrekkers op 24 oktober 2005 om de kwaliteit van de opleiding te optimaliseren en de ICT - stagebegeleiding te promoten. De sector steunt hierbij de kappersopleiding met software en premies. De sector trekt voor dit convenant 640.000 euro uit. Het stageproject wordt in het eerste werkingsjaar met de 2 pilootscholen verder uitgewerkt en nà evaluatie vrijgegeven aan de scholen die het specifiek convenant ondertekenen. Ze engageren zich dan onder meer om de stages van leerlingen in blokstages te organiseren. Als tegenprestatie voorziet de sector extra opleiding en software - ondersteuning voor kappers /stagementoren, die stageplaatsen aanbieden. De sector voorziet voor de stagiairs een aanzet tot het behalen van de kwalificatiepremie. Dit samenwerkingsakkoord met Onderwijs wordt in een addendum bij dit protocol gevoegd. Er worden bij dit artikel geen kwantitatieve noch kwalitatieve doelstellingen bepaald. Bij de opstelling van een protocol zal wel aandacht besteed worden aan de diverse kansengroepen en het principe van non-discriminatie. Acties ter uitvoering van artikel 2: Waarderen van het technisch en beroepsonderwijs. - De sector zal voor volgende beroepen: kapper/kapster, schoonheidsspecialiste, fitness instructeur, groepsfitness instructeur, personal trainer, fitnessclubmanager, fitnessuitbater, promotie voeren door middel van bedrijfsbezoeken (40 kappers, 30 fitness en schoonheidszorgen) en organiseren van evenementen. Meer bepaald gaat het om volgende beurzen en evenementen. Flanders Fitness Xperience september 2006 Esthetica (2 x jaar) Lookshop Impact 18 voorstellingen nieuwe tendensen coiffure per jaar. Hairstyle vakbeurs in 2007 Begin 2006 wordt een aanzet gegeven tot het ontwikkelen van nieuwe brochures, die gemeenschappelijk door de onderwijsinstellingen, opleidingspartners en de verschillende subsectoren zullen opgesteld worden. Na een positieve evaluatie zullen deze brochures, met een overzicht van alle opleidingsmogelijkheden naar de verschillende sectorale beroepen uitgebracht worden. Dezelfde informatie zal bekend gemaakt worden via de sectorale websites (www.fbzpc314.be, www.coiffure.org, www.besko.be, www.fitnessorg.be ) De sector streeft hier naar een stroomlijning met de informatie op de word wat je wil website. - De sector participeert aan experimenten rond onderwijsvernieuwing door: Onderzoek en onderwijsproject fitness and nutrition FAN in samenwerking met de Vrije Universiteit Brussel en de Plantijnhogeschool Antwerpen. Convenant en Actieplan sector van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen 5

De subsector fitness engageert zich voor de ontwikkeling van een E-learning tool. De kapperssector richt zich op de Implementatie van het ICT-Pictoflex leertool binnen alle onderwijsvormen. - De sector engageert zich om initiatieven die beroepen zichtbaar maken te ondersteunen: Lancering van de Belgische modelijn impact via media (Televisie, duidingprogramma s) 2xjaar. Sensibiliseringscampagne rond fysieke activiteit, fysieke fitheid en gezondheid in samenwerking met BLOSO en BOIC. De verschillende aspecten van schoonheidszorgen via life-style programma s. - Tijdens het eerste werkingsjaar zal de sector een behoeftedetectie uitvoeren om de vraag, de mogelijkheden en de knelpunten van een job-to-job uitwisseling in de praktijk in kaart te brengen. Tijdens het 2 de werkingsjaar zal een eerste proeftuin van job-to-job uitwisseling opgezet worden. Er worden geen kwantitatieve doelstellingen bepaald bij dit artikel. Het is moeilijk om een duidelijk cijfer te kleven op de hoeveelheid leerlingen binnen de verschillende onderwijsinstellingen en niveaus die uit de kansengroepen in -en uitstromen. Bovendien bestaat er een zekere discrepantie tussen de verschillende subsectoren en geografische regio s in Vlaanderen wat betreft de aanwezigheid van kansengroepen, in het bijzonder allochtone jongeren. Zo zal er minder nood zijn aan specifieke acties binnen de kapperssector gezien het groot aantal allochtonen binnen bepaalde opleidingen haarzorg. Bovendien ligt het aantal allochtone werknemers binnen de kapperssector 1% boven het Vlaamse gemiddelde en 3,81% boven het nationale gemiddelde. Kwalitatieve doelstellingen: De sector engageert zich om in haar promotionele communicatie rekening te houden met de aanwezigheid en zichtbaarheid van kansengroepen. De sector engageert zich om bij te dragen tot de detectie van knelpunt regio s en ondersteuning te bieden bij een doelgerichte remediering waar deze zich opdringt. Er zal bijzondere aandacht besteed worden aan een goede communicatie naar jongeren uit kansengroepen binnen de loop van het onderwijs die voor een beroepskeuze staan. Er zal extra rekening worden gehouden met de ondersteuning die nodig is voor de toepassing van NT2 of Nederlands op de werkvloer. Acties ter uitvoering van artikel 3: Ondersteunen van systemen van afwisselend leren en werken. A. DBSO - In de deelsector haarkappen is er momenteel geen samenwerking voorzien. De sector is vragende partij om samen met de Vlaamse Regering een oplossing te zoeken rond de problematiek in het deeltijds onderwijs. Hiertoe vraagt de sector om, in samenwerking met onderwijs, een begeleidingscommissie op te richten. - De sector zal niettemin bij 80 bedrijven (met meer dan 10 werknemers) prospecteren naar werkervaringsplaatsen, zonder dit in deze fase exact te kwantificeren. - De sector zal meewerken aan de uitbouw van het systeem van de voortrajecten binnen het deeltijds beroepssecundair onderwijs voor jongeren die het moeilijk hebben. Convenant en Actieplan sector van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen 6

B. LEERTIJD/STAGEOVEREENKOMSTEN Deelsector haarkappen De sector biedt sinds 1952 opleiding aan via de leertijd. De sector biedt jaarlijks ongeveer 1300 leercontracten en stageplaatsen aan. Ander initiatief: In samenwerking met het BLOSO en VIZO/SYNTRA biedt de subsector fitness een deeltijds opleidingstraject tot fitnessinstructeur met 52 uren stage per kandidaat aan. Het objectief bedraagt hier 24 gecertificeerde instructeurs/werkingsjaar, met een regionale spreiding over Vlaanderen, met name Syntra-West, Midden- en Oost-Vlaanderen. Ter ondersteuning van het opleidingstraject biedt de sector jaarlijks 6 stageplaatsen aan (2 per regio). Kwantitatieve doelstellingen: Zoals reeds vermeld is er in de opleiding haarzorg een groot aantal allochtonen aanwezig,die zich spontaan aanbieden. ( Het aantal is variërend en regiogebonden). Er zijn bijgevolg op dit gebied geen specifieke acties nodig. Binnen de subsector fitness wordt er gestreefd naar een invulling van 15% door cursisten uit de kansengroepen. Kwalitatieve doelstelling: De sector wil in de kappersopleiding werk maken om de opdrachten en de attitudes ontvankelijk en duidelijk te maken aan de allochtonen. Er zijn bepaalde items in de opleiding, die gevoelig liggen bij deze kansengroep (zoals het dragen van de chador en de moeilijkheid die mannelijke studenten hebben om dames te kappen). Binnen de subsectoren fitness en schoonheidszorgen wordt er extra aandacht besteed aan het sensibiliseren van de kansengroepen door in de sector actieve kansengroepen te laten fungeren als rolmodel. Door de gestructureerde samenwerking met het BLOSO wordt aan de getuigschriften binnen de fitnessbranche meer waarde gehecht, waardoor de kansen op werk in de sector verhogen. Acties ter uitvoering van artikel 4: Meer en kwaliteitsvolle stages - Binnen de sector haarkappen beschikken alle scholen over een eigen stagedatabank. Daar waar nodig is, kan de sector aanvullen met 180 stageplaatsen die over ICT beschikken. - Binnen de sector haarkappen werkt de sector aan de verbetering van de kwaliteit van de stageplaatsen binnen het systeem van het voltijds onderwijs door middel van het uitwerken van het ICT - stagebegeleidingprogramma Pictoflex. - De sector prospecteert jaarlijks bij 30 bedrijven binnen de subsectoren fitness en schoonheidszorgen naar stageplaatsen voor leerlingen en biedt jaarlijks 25 stageplaatsen aan binnen het systeem van het voltijds onderwijs. - Binnen de fitness werkt de sector aan de verbetering van de kwaliteit van de stageplaatsen binnen het systeem van het voltijds onderwijs door middel van het optimaliseren van de stagehandleiding die werd opgesteld in samenwerking met het VIZO. De sector engageert zich voor het ontwikkelen van een stageopvolgingsprocedure met ICT ondersteuning voor de begeleiding en opvolging van stagiairs. De sector engageert zich om tijdens het 2 de werkingsjaar de eerste proefprojecten met ICT ondersteuning van start te laten gaan. - De sector maakt promotie voor het gebruik van stageplaatsen binnen het voltijds onderwijs door middel van bezoeken aan de betrokken vormingsverstrekkers, mailings naar de betrokken vormingsverstrekkers. - De sector staat open om gebruik te maken van de vernieuwde stagedatabank op het ogenblik dat deze operationeel is. - Naast de bestaande bijscholing van de leraren binnen de deelsector haarkappen (Pictokap) zullen de sociale partners initiatieven ondernemen om de kwaliteit van de navorming van de leraren nog Convenant en Actieplan sector van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen 7

verder uit te bouwen op praktisch vlak. Deze praktijklessen zullen in de opleidingcentra (zie artikel 6) van de sector aangeboden worden. - De subsector haarkappen prospecteert bij een 50 bedrijven naar stageplaatsen voor leraren en biedt 30 stageplaatsen voor leraren aan. - Binnen de sector haarkappen biedt de sector het bijscholingsprogramma Pictoflex voor 700 leraren aan. - De subsector fitness maakt werk van een online bijscholingsprogramma voor leraren onder de vorm van een e-learning module specifiek gericht naar leraren, ter ondersteuning van de lesvoorbereidingen. De sector organiseert jaarlijks 2 workshops gericht naar leraren voor de disseminatie van de resultaten in het kader van onderzoek en ontwikkeling binnen de sector. Kwantitatieve doelstellingen: Zoals reeds vermeld is er in de opleiding haarzorg een groot aantal allochtonen aanwezig,die zich spontaan aanbieden. ( Het aantal is variërend en regiogebonden). Er zijn bijgevolg op dit gebied geen specifieke acties nodig. Er wordt binnen de subsectoren fitness en schoonheidszorgen gestreefd naar een invulling van 10% door allochtonen. Dit aantal ligt lager in de subsector fitness gezien de geringe doorstroom van jongeren uit kansengroepen van het secundair naar het hoger onderwijs. Kwalitatieve doelstellingen: de subsector fitness prospecteert naar een mogelijke samenwerking met de betrokken instellingen van het hoger onderwijs binnen het kader van het TUTORAT project (zie artikel 13). Acties ter uitvoering van artikel 5 : Ontwikkelen beroepsprofielen van de SERV. - De sector zal in samenwerking met de SERV beroepsprofielen uitwerken voor de Schoonheidszorgen en de Fitness. - Door de sociale partners worden beroepsprofielen ontwikkeld voor beroepen die een opleiding op niveau hoger onderwijs veronderstellen als basis voor de accreditatie procedures in het kader van de Bolognaverklaring. De subsector fitness prospecteert naar een mogelijke invoering van een afstudeervariante fitheid en gezondheid op bachelor niveau, momenteel is dit enkel mogelijk op masters niveau. De sector heeft werk gemaakt van een opleidingstraject tot fitnessinstructeur erkend door het BLOSO (Vlaamse Trainer School / VTS) voor cursisten zonder basisopleiding, met inschalingsmogelijkheid voor bachelor en master in de lichamelijke opvoeding en kinesitherapie. De sector gaat de mogelijkheden na om tot een gestructureerde doorstroom te komen van studenten naar de sectorale opleiding vanuit het bachelor niveau en het secundair onderwijs afdeling sportwetenschappen. Er worden geen specifieke kwantitatieve of kwalitatieve doelstellingen naar voor geschoven bij dit artikel. Acties ter uitvoering van artikel 6 : Oprichting sectorale competentiecentra. De sector trekt voor dit project 8 000000 uit. Acht centra worden over gans België opgericht, waarvan 4 in Vlaanderen: 1. West-Vlaanderen Roeselare; 2. Oost-Vlaanderen Gent; 3. Limburg & Vlaams Brabant Lummen; 4. Antwerpen Gr. Antwerpen. De centra zullen worden aangewend om te kunnen functioneren met aanbod van screenen, vormingen en ICT- opleidingen in het kader van het LLL en aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt. Convenant en Actieplan sector van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen 8

Er worden geen specifieke kwantitatieve of kwalitatieve doelstellingen naar voor geschoven bij dit artikel. LUIK 2: BRUGGEN NAAR WERK Acties ter uitvoering van artikel 7 : Bevorderen van basiscompetenties - Vanuit de sector zullen specifieke acties rond basisvaardigheden ICT worden georganiseerd. Concreet gaat het om 15 cursussen rond basisvaardigheden ICT, verdeeld over de sectorale competentiecentra en verschillende SYNTRA instellingen. Men voorziet een bereik van 150 werknemers over een periode van 2 jaar. - De invoering van de kwalificatiepremie die door werknemers kan verdiend worden door deelname aan permanente vorming fungeert als hefboom naar alle werknemers toe om het levenslang leren te stimuleren. Hierbij engageert de sector zich om de basisvaardigheden ICT op te nemen bij de geaccrediteerde vormingen. Kwantitatieve doelstelling: Bij het verwerven van basisvaardigheden ICT wordt gestreefd naar een participatie van 15% uit de kansengroepen, waarbij de aandacht zal verdeeld worden over de verschillende kansengroepen met name de ervaren werknemer, de laaggeschoolde werknemer en de allochtone werknemer. Kwalitatieve doelstelling: Via doelgerichte mailings, publicaties in de vakpers, de sectorale websites en bedrijfsbezoeken zullen de werkgevers aangespoord worden extra aandacht te besteden aan deze doelgroep en hen aan te sporen de opleiding te volgen. Acties ter uitvoering van artikel 8: Stijging van de kwantiteit en de kwaliteit van de opleiding. - De invoering van de kwalificatiepremie, die door werknemers kan verdiend worden door deelname aan permanente vorming fungeert als hefboom naar alle werknemers toe om het levenslang leren te stimuleren. De sector heeft in dit kader bij CAO bepaald dat 1,5 % van de bruto loonmassa wordt aangewend om deze kwalificatiepremie te financieren. - De sector doet 60 bedrijfsbezoeken per werkingsjaar waarbij opleiding wordt gepromoot. - In de 2 werkingsjaren spoort de sector 150 niet vormingsbedrijven aan tot het aanbieden van permanente vorming via mailing, publicaties in vakbladen en telefonische opvolging. - De sector brengt in kaart hoeveel bedrijven gebruik maken van de sectorale opleidingsmogelijkheden en werkt hiervoor een groeipad uit. De sector voorziet een toename van het aantal één dag opleidingen, workshops en team trainingen in het vormingsaanbod. De sector beschikt over een informaticasysteem om evoluties inzake permanente vorming op te volgen. - De sector stimuleert het gebruik van opleidingscheques voor bedrijven via o.m. het verlenen van informatie en administratieve ondersteuning en het aansporen van vormingsverstrekkers tot het aanvragen van een erkenning bij de Vlaamse overheid. - De deelsector haarkappen voorziet een vorm van instapopleiding, die repetitief kan aangeboden worden afhankelijk van de regionale behoefte (IPP project). - De sector speelt in op de IBO maatregel en stimuleert de samenwerking tussen de werkgevers en de VDAB, om tot een toename te komen van het aantal afgesloten individuele beroepsopleidingen binnen de sector. De sector engageert zich om, daar waar nodig, ondersteuning te bieden bij de invulling van het overeengekomen IBO- traject. Convenant en Actieplan sector van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen 9

- De sector maakt het opleidingsaanbod bekend en sluit zich aan bij diverse overheidsinitiatieven hieromtrent. - De sector ondersteunt 80 bedrijven bij de opmaak van een opleidingsplan. Kwantitatieve doelstelling: Binnen het kader van permanente vorming wordt gestreefd naar een participatie van 15% uit de kansengroepen, waarbij de aandacht zal verdeeld worden over de verschillende kansengroepen met name de ervaren werknemer, de laaggeschoolde werknemer en de allochtone werknemer. Kwalitatieve doelstelling: Binnen de sector werd door de sociale partners een kader gecreëerd waarbinnen het mogelijk is diverse aanvragen rond opleiding en integratie van kansengroepen structureel te behandelen. Binnen het fonds voor bestaanszekerheid pc314 werd de jaarlijkse bijdrage van de loonmassa opgetrokken van 0,10% naar 0,15%, die besteed kan worden aan vorming en ondersteuning van kansengroepen op de arbeidsmarkt. Acties ter uitvoering van artikel 9: Meewerken aan de titels van beroepsbekwaamheid en loopbaanbegeleiding. - De sector prospecteert, in samenwerking met de SERV, naar het aanbrengen van 2 bijkomende titels : kapper opleider kapper/kapster zelfstandige. Er worden ondertussen 2 standaarden opgemaakt: kapper kapper salon beheerder. - De sector stelt, in voorkomend geval, expertise beschikbaar bij het ontwikkelen van deze standaarden. - De sector informeert en sensibiliseert werknemers tot het instappen in een titel traject. - De sector informeert en sensibiliseert werkgevers tot het legitimeren van de titels in alle domeinen van hun personeelsbeleid (met inbegrip van selectie en rekrutering van nieuwe medewerkers). - Ander initiatief: Binnen EHFA (European Health & Fitness Association) werd een commissie opgericht om de competentiemodules vast te leggen via sociaal overleg. Binnen het kader van een Leonardo project met steun van het ESF wordt gestreefd naar een Europese certificering voor beroepen binnen de fitnessindustrie met een verhoogde mobiliteit op de Europese arbeidsmarkt als doel. Er worden geen specifieke kwantitatieve of kwalitatieve doelstellingen naar voor geschoven bij dit artikel. Acties ter uitvoering van artikel 10 : Aangaan van partnerschappen in het kader van competentiecentra. De sector gaat multilaterale samenwerkingscontracten aan. De samenwerking tussen de sector en VDAB, steden en gemeenten, VIZO, Syntra, ESF, zal in de toekomst en in het kader van de competentiecentra actueel blijven. Er worden geen specifieke kwantitatieve of kwalitatieve doelstellingen naar voor geschoven bij dit artikel. Convenant en Actieplan sector van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen 10

Acties ter uitvoering van artikel 11: Begeleiding bij herstructurering. - Gezien het specifieke karakter van de sector (veel eenmanszaken, kleine KMO s met soms een sterk personeelsverloop) is het moeilijk om een duidelijk beeld te scheppen omtrent ontslagen en herstructurering. - De subsector fitness prospecteert naar een mogelijke samenwerking met de interventieadviseurs en de VDAB tewerkstellingscellen in die mate dat het bereik van KMO s tot de mogelijkheden behoort van de interventieadviseurs. Luik 3: horizontaal aandachtspunt: diversiteit Acties ter uitvoering van artikel 12 : Diversiteit De sector maakt werk van de algemene verspreiding en de communicatieve zichtbaarheid van de non-discriminatiecode die werd opgenomen en ondertekend in de sectorale CAO (111004 registratienummer 74702). Deze code zal in diverse samenwerkingsovereenkomsten voorzien worden, bij de werkgevers gepromoot, op de websites www.fbz-pc314.be, www.coiffure.org, www.besko.be en www.fitnessorg.be vermeld worden. De subsector fitness prospecteert naar een mogelijke samenwerking met de betrokken instellingen van het hoger onderwijs binnen het kader van het TUTORAT project. Dit project beoogt een verhoogde doorstroom van jongeren uit kansengroepen van het secundair naar het hoger onderwijs. Convenant en Actieplan sector van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen 11

Opgemaakt in drie exemplaren te Brussel: Voor de Vlaamse Regering: De heer Frank VANDENBROUCKE, Vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams Minister van Werk, Onderwijs en Vorming 12

Voor de werkgevers van de sector: De heer Patrick Coopman, voorzitter UBK/UCB, De heer Dick Van de Vyvere, voorzitter BBFNW, De heer Albert Zweers, ondervoorzitter BESKO, Voor de werknemers van de sector: De heer René Vancauwenberghe, ABVV Algemene Centrale, De heer Theo De Rijck, ACV Energie Chemie, De heer Eric Decoo, ACLVB 13