BIJLAGE Bijlage nr. 08/01 BESTEK NR. 2008/ONDERZOEK VRIJETIJDSBESTEDING JEUGD 1
BEPERKTE OFFERTEAANVRAAG BESTEK NR. 2008/ONDERZOEK VRIJETIJDSBESTEDING JEUGD. Opdracht voor het wetenschappelijk onderzoek naar de vrijetijdsbeleving en besteding van de Brusselse jeugd (2,5-18 jaar) en de participatie van deze doelgroep aan het Nederlandstalige vrijetijdsaanbod (cultuur, jeugd en sport) in het Brussels hoofdstedelijk gewest. OPDRACHT VOOR AANNEMING VAN DIENSTEN Inschrijvingen in te dienen bij: Vlaamse Gemeenschapscommissie Algemene directie Cultuur, Jeugd en Sport T.a.v. Dirk Broekaert Sainctelettesquare 17 1000 BRUSSEL Datum van opening van de inschrijvingen: 08/12/2008 om 14.00 uur Plaats van opening van de inschrijvingen: Vlaamse Gemeenschapscommissie Algemene directie Cultuur, Jeugd en Sport Sainctelettesquare 17, 3 de verdieping, lokaal bureau directeur 1000 BRUSSEL 2
DEEL 1. VOORWERP VAN DE OPDRACHT De Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) is de opvolger van de in 1971 opgerichte Nederlandse Commissie voor de Cultuur van de Brusselse agglomeratie (NCC). Zij nam in 1995 eveneens de gemeenschapsbevoegdheden over van de voormalige provincie Brabant. De Vlaamse Gemeenschapscommissie zelf werd opgericht in 1989 en heeft een eigen parlement (de Raad van de VGC), een College en een administratie. De Vlaamse Gemeenschapscommissie vormt de basis en draaischijf voor de Vlaamse gemeenschap in het Brusselse hoofdstedelijke gewest en voor diegenen die bij haar aansluiting zoeken. Vanuit Nederlandstalig perspectief geeft ze aan de grootstad en het gebruik van haar mogelijkheden vorm en inhoud. Door de ontwikkeling en ondersteuning van een open Nederlandstalig netwerk van diensten en voorzieningen op alle terreinen van haar bevoegdheden, wil de Vlaamse Gemeenschapscommissie de kwaliteit van het leven in de stad in de diverse levensdomeinen verhogen en nieuwe kansen bieden aan mensen. De Vlaamse Gemeenschapscommissie is op het grondgebied van het Brussels hoofdstedelijk gewest bevoegd voor culturele, onderwijs- en persoonsgebonden aangelegenheden (welzijn en gezondheid). De Vlaamse Gemeenschapscommissie heeft voor deze gemeenschapsaangelegenheden de bevoegdheid van inrichtende macht. De Vlaamse Gemeenschapscommissie is enkel bevoegd voor instellingen die uitsluitend ressorteren onder de Vlaamse Gemeenschap. De Vlaamse Gemeenschap houdt toezicht op de Vlaamse Gemeenschapscommissie. 1. Situering van de onderzoeksopdracht Omtrent de participatie aan het Nederlandstalige vrijetijdsaanbod (cultuur, jeugd en sport) van de Brusselse jeugd (2,5-18 jaar) in het Brussels hoofdstedelijk gewest bestaan er veel veronderstellingen maar is weinig of geen objectief wetenschappelijk materiaal voorhanden. Met het onderzoeksproject vrijetijdsbesteding en -beleving van de Brusselse jeugd (2,5-18 jaar) en de participatie van deze doelgroep aan het Nederlandstalige vrijetijdsaanbod in het Brussels hoofdstedelijk gewest wil de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor een eerste keer een kwantitatief, statistisch significant alsook een kwalitatief overzicht bekomen van de vrijetijdsbesteding en -beleving van de Brusselse jeugd en de participatie van de jeugd aan het Nederlandstalige vrijetijdsaanbod in het Brussels hoofdstedelijk gewest. Het onderzoeksrapport dient uiterlijk 1 december 2009 te worden overhandigd aan de administratie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Indien dit noodzakelijk blijkt, kan de timing worden aangepast in onderling overleg tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de wetenschappelijke instelling. De onderzoekers ontwikkelen in samenspraak met de stuurgroep een gedetailleerde planning (bv. maand per maand) van de verschillende fasen in het onderzoek. 2. Begeleiding van het onderzoek De voortgang van het onderzoeksproject zal worden opgevolgd door een specifiek samengestelde stuurgroep. De stuurgroep wordt samengesteld uit een vertegenwoordiging van de betrokken wetenschappelijk instelling, de algemene directie Cultuur, Jeugd en Sport van de VGC, de verantwoordelijke van de Meet- en Weetcel/Expertisecentrum van de VGC, een vertegenwoordiger van de algemene directie Onderwijs, een vertegenwoordiger van de algemene directie Welzijn, Gezondheid en Gezin en het bevoegde kabinet. Het gaat hierbij om een beperkte stuurgroep. 3. Belangrijke opmerking De Vlaamse Gemeenschapscommissie beslist autonoom en als enige partij over alle externe communicatie over de binnen de onderzoeksopdracht ontwikkelde producten. 3
4. Probleemstelling en algemeen onderzoeksopzet Omtrent de participatie aan het Nederlandstalige vrijetijdsaanbod (cultuur, jeugd en sport) van de Brusselse jeugd (2,5-18 jaar) in het Brussels hoofdstedelijk gewest bestaan er veel veronderstellingen maar is weinig of geen objectief wetenschappelijk materiaal voorhanden. Met het onderzoeksproject Vrijetijdsbeleving en besteding van de Brusselse jeugd en de participatie van deze doelgroep aan het Nederlandstalige vrijetijdsaanbod in het Brussels hoofdstedelijk gewest wil de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor een eerste keer een kwantitatief, statistisch significant alsook een kwalitatief overzicht bekomen van de vrijetijdsbeleving en de participatie van de jeugd aan het Nederlandstalige vrijetijdsaanbod in het Brussels hoofdstedelijk gewest. Dit onderzoek wil niet alleen de participatie en vrijetijdsbeleving van de jeugd in kaart brengen, maar moet ook toelaten om in de toekomst het beleid en de dienstverlening van de Vlaamse Gemeenschapscommissie op een aantal terreinen te verbeteren en biedt de mogelijkheid het VGC-beleid af te stemmen op de onderzoeksresultaten. Het uitbesteden van deze onderzoeksopdracht past binnen de algemene beleidslijnen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie waarbij werk wordt gemaakt van een meer wetenschappelijk onderbouwd VGC-beleid (cfr. management en operationeel plan, kortweg MOP) en sluit ook aan bij de doelstellingen geformuleerd in de beleidsnota Cultuur, Jeugd en Sport 2004-2009, de beleidsovereenkomst in het kader van het Stedenfonds 2008-2013, de diverse beleidsplannen voor de vrijetijdssector (Jeugdwerkbeleidsplan 2006-2010, Sportbeleidsplan 2008-2010), de nieuwe ontwikkelingen in het kader van het Vlaamse participatiedecreet, maar ook de rondetafelconferentie inzake het Brusselse Nederlandstalige onderwijs, etc. Het onderzoek sluit ook nauw aan bij de evolutie van de gemeenschapscentra naar een meer omgevings- en publieksgerichte werking, waarbij de gemeenschapscentra ge(her)waardeerd worden als lokale ankerpunten voor gebruikers (verenigingen en individuele gebruikers, waaronder ook ouders en hun kinderen) van de Nederlandstalige instellingen, organisaties en voorzieningen, en als lokale netwerkcoördinatoren in een stedelijk beleid. Het onderzoek past verder in de uitbreiding van de basisfuncties van de gemeenschapscentra naar de globale noemer integrale leefkwaliteit die wordt ingevuld op maat van elk centrum, waarbij de ontmoeting centraal staat en er vanuit een omgevingsanalyse gestreefd wordt naar dwarsverbindingen tussen de verschillende beleidsdomeinen (cultuur, welzijn en onderwijs). 4.1. Kernvragen De algemene onderzoeksopdracht omvat een breed en wetenschappelijk onderzoek naar de vrijetijdsbeleving en -besteding van de Brusselse jeugd (2,5-18 jaar) en de participatie van deze doelgroep aan het Nederlandstalige vrijetijdsaanbod in het Brussels hoofdstedelijk gewest. O.a. volgende vragen komen in dit onderzoek aan bod: Wat verstaat de Brusselse jeugd onder vrije tijd? Hoe wordt de vrije tijd van de jeugd ingevuld en hoe wordt de vrije tijd beleefd? Wat zijn de vragen en noden op het vlak van vrije tijd van de jeugd: de noden die de jeugd zelf aangeeft en de noden die ouders aangeven op het gebied van de vrijetijdsbesteding van hun kinderen? In welke mate participeert de Brusselse jeugd aan het Nederlandstalige vrijetijdsaanbod in het Brussels hoofdstedelijk gewest? Kennen de jeugd en de ouders het Nederlandstalige cultuur-, jeugd- en sportaanbod in het Brussels hoofdstedelijk gewest en hoe hebben zij dit aanbod leren kennen? Waarom bereiken de Nederlandstalige vrijetijdsinitiatieven bepaalde kinderen en jongeren wel en andere groepen niet of weinig? Hoe worden de bestaande voorzieningen, initiatieven en diensten op het gebied van de vrije tijd voor jeugd gepercipieerd door de ouders en de jeugd zelf? In welke mate is er een doorstroming van kinderen en jongeren ingeschreven in het Nederlandstalig onderwijs naar de Nederlandstalige vrijetijdsvoorzieningen in het Brussels hoofdstedelijk gewest? 4
In welke mate kent de doelgroep de bestaande communicatie-instrumenten over het vrijetijdsaanbod voor jeugd? Analyse van mogelijke verbanden tussen het vrijetijdsaanbod en de Nederlandstalige onderwijs- en welzijnsinstellingen in het Brussels hoofdstedelijk gewest. 4.2. Methode Een antwoord op de bovengeformuleerde vraagstelling(en) veronderstelt een tweevoudige aanpak, het onderzoek omvat m.a.w. een kwantitatief en kwalitatief luik: In eerste instantie is er nood aan een globaal cijfermatig kader van de participatie van de Brusselse jeugd aan het Nederlandstalige vrijetijdsaanbod in het Brussels hoofdstedelijk gewest en een onderzoek naar de effectieve vrijetijdsbesteding van deze doelgroep. Het kwantitatieve luik legt de effectieve participatiecijfers van de jeugd aan het Nederlandstalige vrijetijdsaanbod in het Brussels hoofdstedelijk gewest op basis van een statistisch significante nulmeting bloot en geeft een overzicht van de vrijetijdsbesteding. Nulmeting betekent hier dat het onderzoek zo wordt opgevat en gerealiseerd dat dit in een latere fase kan worden herhaald (bv. binnen 4/5 jaar, als opvolgingsonderzoek). Het kwalitatieve onderzoeksluik peilt naar de vrijetijdsbeleving van de jeugd, de participatiedrempels die op basis van dit onderzoek gedetecteerd worden, de behoeften inzake het Nederlandstalige vrijetijdsaanbod voor jeugd van de ouders, etc. Dit kwalitatieve onderzoek naar de vrijetijdsbeleving gebeurt op basis van een wetenschappelijk verantwoorde bevraging en/of enquête. In het kwantitatieve gedeelte van het onderzoek is het de bedoeling de participatie van de jeugd aan het Nederlandstalige vrijetijdsaanbod voor jeugd in het Brussels hoofdstedelijk gewest vast te stellen en ook de vrijetijdsbesteding in kaart te brengen. Het gaat hierbij om een beschrijvend onderzoek (hoe is de situatie?) van de participatie aan het Nederlandstalige vrijetijdsaanbod en de besteding van de vrije tijd door de doelgroep. De cijfergegevens over de participatie aan het vrijetijdsaanbod worden verzameld, geordend, geanalyseerd en geïnterpreteerd. Verder is het belangrijk rekening te houden met de relevante kenmerken van de te onderzoeken doelgroep. Daarbij denken we aan klassieke sociologische variabelen waaronder de leeftijdsindeling, de gezinssamenstelling, de sociaal-economische en etnisch-culturele achtergrond, de regio van herkomst, etc. Sowieso moet er rekening worden gehouden met de mogelijkheid om dit onderzoek in de toekomst te herhalen teneinde de nodige vergelijkingspunten te creëren. Ook een differentiatie op basis van de 19 Brusselse gemeenten vormt een interessante bijkomende piste. De resultaten van dit onderzoek dienen gekoppeld te worden aan reeds bestaande wetenschappelijke onderzoeken die werden uitgevoerd door en/of in opdracht van andere overheden. De resultaten van het onderzoek worden vergeleken met de relevante onderzoeksrapporten/literatuur uit andere Belgische en eventueel buitenlandse steden. In het kwalitatieve luik wordt gepeild naar de vrijetijdsbeleving en de onderliggende motieven van de doelgroep. Hierbij dient niet alleen rekening te worden gehouden met de objectieve redenen voor het (al dan niet) participeren aan het aanbod en de feitelijke gedragscomponenten (handelingsdisposities). Het onderzoek is tevens bedoeld als een attitudeonderzoek, vermits ook waarden, houdingen, gedachten en opinies een rol spelen in de vrijetijdsbesteding en -beleving van de doelgroep. Bevraging/enquête In eerste instantie kunnen kinderen en jongeren uit het Nederlandstalig onderwijs, woonachtig in het Brussels hoofdstedelijk gewest, bevraagd worden. Daarnaast wordt ook gepeild naar de behoeften van ouders met kinderen ingeschreven in het Nederlandstalig onderwijs omtrent het vrijetijdsaanbod voor jeugd. Werkwijze: Globaal genomen zou het onderzoek in volgende fases kunnen worden ingedeeld: a) vaststellen van de lijst van de te onderzoeken items b) bepalen en verfijnen van de onderzoeksmethode c) een beperkt kwalitatief verkennend onderzoek 5
d) uitvoeren van het onderzoek e) rapportering a) Uitgangspunt zijn de grote krijtlijnen die hierboven worden beschreven. Voor de details wordt gerekend op de expertise van de onderzoeker(s). Onder andere volgende punten dienen vastgelegd te worden in samenwerking met de hierboven genoemde stuurgroep: - Naar welke items wordt gepeild? - Wat zijn de voornaamste onderzoekseenheden/variabelen? - Welke vragen worden gesteld? Bedenken, selecteren en formuleren van geschikte (open/gesloten) vragen. b) In een tweede fase wordt de globale onderzoeksmethode vastgelegd i.s.m. de voormelde stuurgroep: Wat is de beste onderzoeksmethode om een antwoord te formuleren op de probleemstelling? Dat het om een enquête moet gaan is evident, bovendien dient deze statistisch significant te zijn en te beantwoorden aan de vereisten van een nulmeting. Op die manier kan het onderzoek in een latere fase (bv. binnen vijf of tien jaar) worden overgedaan. De enquêtesteekproef dient voldoende groot te zijn en ook het soort steekproef moet worden vastgelegd. Een interessante mogelijkheid vormt een gestratificeerde steekproef, gebaseerd op het principe van het aanbrengen van een onderverdeling van de populatie in subgroepen (leeftijd, gemeente, sociaal-economische achtergrond, etc ) zodat de steekproef overeenkomt met de verdeling in de populatie. Rekening houden met bepaalde sociaaleconomische variabelen (inkomen, opleidingsniveau en beroep van ouders, etc.) kan eveneens een meerwaarde bieden voor dit onderzoek. Ook het taalgebruik van de respondent speelt een rol. Bij het opstellen van de enquête zal uiteraard rekening worden gehouden met de steekproeffout, de nonrespons, de methode van data verzamelen, het meetinstrument, etc. Het is belangrijk dat het ontwikkelde meetinstrument de vergelijkbaarheid met andere instrumenten in andere steden en landen kan waarborgen zodat de Brusselse situatie met andere Belgische en Europese steden kan vergeleken worden. Mogelijke methode(s) voor de enquêtering, te bepalen door de stuurgroep na advies van de onderzoekers: - telefonische interviews; - face-to-face interviews, duo-interviews, focusgroepsgesprekken; - schriftelijke enquête, online-enquêtes (ondersteund door voorafgaande oproepbrief) Op middellange termijn kan uit deze onderzoekservaringen een nieuw meetinstrument ontwikkeld worden om op regelmatige basis een participatie- en vrijetijdsbesteding en -belevingsonderzoek te doen bij de Brusselse bevolking. c) Om na te gaan of de vooropgestelde onderzoeksmethode de juiste is en om de vragenlijst op punt te stellen, kan best een beperkt kwalitatief verkennend onderzoek worden ingelast. Op deze manier kan de vraagstelling worden uitgediept en wordt de enquête geperfectioneerd. d) Uitvoeren van de enquête (al dan niet door een onderzoeksbureau, studenten, etc.) en analyseren, interpreteren en beschrijven van het verzamelde materiaal. Dit alles resulteert in een rapport waarin naast de presentatie van de onderzoeksresultaten ook de verschillende stappen in het onderzoek worden beschreven. e) Rapportering van het onderzoek aan de opdrachtgever. De resultaten van het onderzoek worden zeker toegelicht aan de leden van de stuurgroep en desgevraagd aan het College, de Raad en de administratie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en eventueel aan verschillende adviesorganen actief binnen de schoot van de VGC. Tijdens fases a tot en met d zal de stuurgroep enkele keren samenkomen met de onderzoekers teneinde de opvolging van het onderzoek te verzekeren. 6
DEEL 2. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN A. TOEPASSELIJKE REGLEMENTERING Op de aanneming zijn de voorschriften van dit bestek van toepassing alsmede, voor zover er door voornoemde bestekken niet wordt van afgeweken, de bepalingen en voorwaarden van het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies van openbare werken. Zijn eveneens van toepassing: 1. De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten. 2. Het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken. 3. Het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. B. AANBESTEDENDE OVERHEID Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC genoemd) Sainctelettesquare 17 1000 BRUSSEL C. AARD VAN DE OPDRACHT Voor de toepassing van de reglementering betreffende de overheidsopdrachten dient deze opdracht te worden beschouwd als een opdracht voor aanneming van diensten. D. WIJZE VAN GUNNEN VAN DE OPDRACHT De opdracht zal worden gegund volgens de procedure van de beperkte offerteaanvraag. Het opdrachtgevend bestuur neemt kennis van de ingediende kandidatuurstellingen na een oproep tot kandidaten in het Bulletin der Aanbesteding, beoordeelt ze op basis van de deelnemingsvoorwaarden en bepaalt een lijst van 5 gegadigden die worden uitgenodigd voor de gunningsfase. E Te leveren documenten volgens deelnemingsvoorwaarden (kwalitatieve selectiecriteria) Deelnemingsvoorwaarden: Een nota met betrekking tot de samenstelling van het onderzoeksteam en de kwalificaties van elk; Een overzicht van de onderzoeken die het team hetzij als groep, hetzij afzonderlijk, over de laatste 10 jaar heeft verricht; in het overzicht worden tevens de relevante publicaties bijgevoegd; Een nota over de aanpak van het onderzoeksproject. Indiening van de kandidatuurstelling De inschrijvingen zijn in het Nederlands opgesteld en moeten uiterlijk op 8 december 2008 om 14.00 u. in het bezit zijn van de Algemene directie Cultuur, Jeugd en Sport van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Inschrijvingen die te laat worden bezorgd, worden niet meer in aanmerking genomen. 7
Het inschrijvingsbiljet moet worden opgemaakt op het model gevoegd bij het huidig bestek en in tweevoud ingediend waarvan één als origineel wordt aangeduid en de andere als fotokopie. De inschrijvingen worden ofwel onder enkele omslag die definitief gesloten moet zijn, afgegeven op de administratie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, ofwel onder dubbele omslag opgestuurd naar de Vlaamse Gemeenschapscommissie, Algemene directie Cultuur, Jeugd en Sport, Sainctelettesquare 17, 1000 Brussel. De binnen- en buitenomslag moeten de vermelding dragen: INSCHRIJVING KANDIDATUURSTELLING VOOR HET WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE VRIJETIJDSBELEVING EN BESTEDING VAN DE BRUSSELSE JEUGD (2,5-18 JAAR) EN DE PARTICIPATIE VAN DEZE DOELGROEP AAN HET NEDERLANDSTALIGE VRIJETIJDSAANBOD (CULTUUR, JEUGD EN SPORT) IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST DATUM OPENING: 8 december 2008 om 14.00 u. F. OPENING VAN DE INSCHRIJVINGEN De heer Dirk BROEKAERT, Algemeen directeur of zijn vertegenwoordiger zal de inschrijvingen openen. De opening van de inschrijvingen zal plaatsvinden in beperkte zitting in lokaal bureau directeur op de 3 de verdieping van Sainctelettesquare 17 te 1000 Brussel op 8 december 2008 om 14.00u Enkel de inschrijvers of hun vertegenwoordigers worden tot het lokaal van opening der offertes toegelaten G. INHOUD VAN DE OFFERTE De offerte dient te omvatten: - Een voorstel van aanpak van het onderzoeksvoorstel. - De planning en timing van het onderzoek. - De prijs. - De aangeboden dienstverlening. H..PRIJSBEPALING De opdracht wordt uitgevoerd tegen globale forfaitaire prijs, btw inbegrepen. Van de inschrijver wordt verondersteld dat hij in zijn globale prijs alle kosten heeft begrepen. De prijs wordt weergegeven in EURO, tot twee cijfers na de komma en exclusief en inclusief btw. De prijs mag het bedrag van 120.000 EURO (inclusief btw) niet overschrijden. De inschrijver voegt een gedetailleerde kostprijsberekening toe die aan de opdrachtgever toelaat zich een duidelijk beeld te vormen over de wijze van besteding van de middelen. I. GUNNINGSCRITERIA Bij de gunning van de opdracht wordt rekening gehouden met de volgende criteria en dit in gelijke mate: - De kwaliteit van het onderzoeksvoorstel. - De prijs. 8
J. UITVOERINGSTERMIJN Het onderzoeksrapport dient uiterlijk 1 december 2009 te worden overhandigd aan de administratie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Indien dit noodzakelijk blijkt, kan de timing worden aangepast in onderling overleg tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de wetenschappelijke instelling. De onderzoekers ontwikkelen in samenspraak met de stuurgroep een gedetailleerde planning (bv. maand per maand) van de verschillende fasen in het onderzoek. K. EIGENDOM VAN DE STUDIE EN VERTROUWELIJKHEID De opdrachtgever heeft en behoudt het exclusief eigendomsrecht over de resultaten van de in het kader van onderhavige opdracht uitgevoerde studie. De opdrachtnemer kan op geen enkele wijze over de resultaten beschikken en mag ze onder geen enkele vorm geheel of gedeeltelijk publiceren zonder voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De opdrachtnemer dient alle maatregelen te treffen om het confidentiële karakter van de gegevens en onderzoeksresultaten te doen bewaren door hemzelf en door eenieder die er toegang toe heeft. L. STUKKEN TE VOEGEN BIJ DE OFFERTE De inschrijver is verplicht de volgende stukken bij zijn inschrijving te voegen: 1. het inschrijvingsformulier; Doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen of wijzigingen zowel in het inschrijvingsformulier als de toegevoegde nota s moeten eveneens door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend worden. 2. al de stukken die worden geëist in het bijzonder bestek (zie G); 3. een attest van de RSZ dat zijn toestand weergeeft en ten laatste daags voor de opening van de inschrijving is opgemaakt en waaruit blijkt dat hij voldaan heeft aan de voorschriften inzake bijdragen voor de Sociale Zekerheid en de Bestaanszekerheid tot en met die welke slaan op het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal ten opzichte van de dag van de opening van de inschrijvingen. BELANGRIJKE OPMERKING: De Vlaamse Gemeenschapscommissie behoudt zich het recht voor een onvolledige inschrijving zonder meer te weren bij gebrek aan beoordelingsgegevens die van essentieel belang zijn voor de conformiteit van de inschrijving. M. GESTANDDOENINGSTERMIJN De inschrijvers blijven door hun offerte gebonden gedurende een termijn van 60 kalenderdagen, ingaande de dag na de opening van de offertes. N. KENNISGEVING VAN DE KEUZE VAN DE INSCHRIJVER De opdracht is gegund wanneer aan de betrokken inschrijver kennis is gegeven van de goedkeuring van zijn inschrijving. Deze kennisgeving geschiedt bij aangetekende zending O. LEIDING EN TOEZICHT De leiding en het toezicht op de uitvoering zal geschieden door Dirk BROEKAERT, Algemeen directeur Cultuur, Jeugd en Sport. 9
P. BETALING Een eerste schijf (de helft van het verschuldigde bedrag) wordt bij de gunning van de opdracht toegekend. De tweede schijf wordt uitbetaald op basis van facturen na verstrekte en aanvaarde diensten. De opdrachtnemer voegt een gedetailleerde staat van de prestaties bij elke factuur. Facturen worden opgemaakt in tweevoud en moeten de volgende vermelding bevatten : Echt en onvergolden verklaard voor de som van (totaal bedrag in letters), gevolgd door de originele handtekening van de opdrachtnemer. Facturen moeten volgende gegevens bevatten: Nummer van de bestelbon Btw-nummer + tarief bankrekeningnummer Factuurnummer Alle facturatiebedragen moeten uitgedrukt worden in EURO. Facturen moeten geadresseerd worden aan: Vlaamse Gemeenschapscommissie Dienst Financiën Lombardstraat 41 1000 BRUSSEL Facturen worden uitbetaald binnen een periode van 50 kalenderdagen na aanvaarding ervan. Q. BORGSTELLING De borgtocht is vastgesteld op 5% van het bedrag van de overeenkomst, zoals bepaald in artikel 5, 1 van de algemene aannemingsvoorwaarden van het Koninklijk Besluit van 26 september 1996. Het bedrag wordt naar het hogere tiental afgerond. Binnen dertig kalenderdagen volgend op de dag waarop de goedkeuring van zijn inschrijving werd betekend, dient de inschrijver aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie, Sainctelettesquare 17 te 1000 Brussel het bewijs te leveren van de borgtochtstelling, overeenkomstig artikel 5, 3 van de algemene aannemingsvoorwaarden van het Koninklijk Besluit van 26 september 1996. De borgtocht wordt vrijgegeven na de aflevering van het onderzoeksrapport. In elk geval stuur de dienstverlener het verzoek tot vrijgave van de borgtocht naar de aanbestedende overheid. R. BIJKOMENDE INLICHTINGEN Voor bijkomende inlichtingen of antwoorden op inhoudelijke vragen over de opdracht kan de geïnteresseerde terecht bij: Pieter Van Camp Tel. 02/413.04.35 Fax 02/413.04.31 E-mail: pieter.van.camp@vgc.be 10
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE ALGEMENE DIRECTIE CULTUUR, JEUGD EN SPORT Inschrijvingsformulier kandidatuurstelling voor het wetenschappelijk onderzoek naar de vrijetijdsbeleving en besteding van de Brusselse jeugd (2,5-18 jaar) en de participatie van deze doelgroep aan het Nederlandstalige vrijetijdsaanbod (cultuur, jeugd en sport) in het Brussels hoofdstedelijk gewest 1. Ondergetekende Naam en voornaam: Adres: Hoedanigheid of beroep: Nationaliteit: ofwel in geval van een vennootschap Handelsnaam: Maatschappelijke zetel: Rechtsvorm: Nationaliteit: Naam, hoedanigheid, adres ondertekenaar: Telefoonnummer(s) Faxnummer(s) E-mailadres BTW-nummer RSZ-nummer Rekeningnummer 11
2. Verklaring De ondergetekende, wiens identificatiegegevens hierboven werden opgegeven, verbindt zich ertoe op zijn roerende en onroerende goederen, de bovengenoemde opdracht uit te voeren volgens de bepalingen en de voorwaarden vastgesteld door de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Volgende bijlagen worden toegevoegd : Een nota met betrekking tot de samenstelling van het onderzoeksteam en de kwalificaties van elk; Een overzicht van de onderzoeken die het team hetzij als groep, hetzij afzonderlijk, over de laatste 10 jaar heeft verricht; in het overzicht worden tevens de relevante publicaties bijgevoegd; Een nota over de aanpak van het onderzoeksproject. 3. Voertaal Voor alle bepalingen omtrent bovengenoemde opdracht en de betrekkingen met het opdrachtgevend bestuur, is de voertaal het Nederlands. Opgemaakt te op De inschrijver Handtekening Naam en functie Gezien om gevoegd te worden bij het collegebesluit 08/426 van 20 november 2008 houdende de goedkeuring van het bijzonder bestek en het uitschrijven van een beperkte offerteaanvraag voor de organisatie van een wetenschappelijk onderzoek naar de vrijetijdsbeleving en besteding van de Brusselse jeugd (2,5-18 jaar) en de participatie van deze doelgroep aan het Nederlandstalige vrijetijdsaanbod (cultuur, jeugd en sport) in het Brussels hoofdstedelijk gewest. De Collegeleden, Brigitte GROUWELS Pascal SMET Guy VANHENGEL 12