Sociale ongelijkheid bij de overgang van basisnaar secundair onderwijs Simon Boone en Mieke Van Houtte Brussel, 8 juni 2011
Verloop presentatie 1. Aanleiding voor het onderzoek 2. Onderzoeksvragen 3. Methoden 4. Voornaamste resultaten 5. Beleidsaanbevelingen 6. Tijd voor vragen en reacties
Aanleiding Vaststelling Laattijdige instroom en instroom via B stroom hypothekeren kansen op behalen van een einddiploma sterk Bepaalde groepen van mensen wijken vaker af van een normaal onderwijstraject Nood aan onderzoek naar studieoriëntering en studiekeuze
3 onderzoeksvragen 1. Hoe verloopt het oriënteringsproces? Wie zijn de voornaamste actoren? Welke ouders informeren zich en welke niet? Wie krijgt welk studieadvies? Hoe komen studieadviezen tot stand? Worden studieadviezen opgevolgd? Welke rol spelen actoren in de eerste graad van het secundair onderwijs?
3 onderzoeksvragen 2. Welke kenmerken van leerlingen zijn bepalend voor de studiekeuze die ze maken? Toegeschreven versus verworven kenmerken 3. Zijn ook kenmerken van de basisschool bepalend voor de studiekeuzes van leerlingen? Samenstelling school naar socio economische status, ligging
Methoden Grootschalig kwantitatief onderzoek (mei juni 2008) Disproportioneel gestratificeerde toevalssteekproef» 3 criteria: geografische spreiding, ligging (urbaan ruraal), onderwijsnet Gerealiseerde steekproef» 53 scholen verspreid over alle Vlaamse provincies» 1339 ouders, 412 leerkrachten basisonderwijs, 53 schooldirecties
Methoden
Methoden Focus opties binnen A stroom: A theoretisch A niet theoretisch
Methoden Kwalitatief onderzoek (najaar 2009) 8 focusgroepen» Leerlingen 1 e jaar secundair onderwijs» CLB medewerkers» Leerkrachten 6 de leerjaar basisonderwijs» Personen betrokken bij inschrijving in secundair onderwijs Mixed methods onderzoek
Resultaten 3 delen: 1. Het oriënteringsproces 2. Studiekeuze: belang individuele kenmerken 3. Studiekeuze: belang schoolkenmerken
Het oriënteringsproces Voornaamste actoren Centrale rol leerkrachten CLB minder prominente rol Directie, familie, vrienden, andere ouders veel minder vaak genoemd» Opvallend: ander patroon bij allochtone ouders 41,4% geen advies ingewonnen 24,1% geen informatie gekregen 38,5% geen concreet studieadvies gekregen
Het oriënteringsproces Verstrekkers van concreet studieadvies
Het oriënteringsproces Welke ouders informeren zich en welke niet? Belangrijke variabelen: Ouderlijke betrokkenheid Vertrouwen in leerkrachten Opleidingsniveau moeder
Het oriënteringsproces Concreet studieadvies : wie krijgt welk advies?
Het oriënteringsproces Concreet studieadvies: hoe komen adviezen tot stand? belang van: prestaties maar vooral van: studiehouding Els (leerkrachtenfocusgroep 1): Ja, het zelfstandig leren, iemand die in orde is met zijn huiswerk, iemand die inderdaad kan plannen, dat is studiehouding. [iedereen stemt in]
Het oriënteringsproces Concreet studieadvies: worden adviezen opgevolgd? 87,8% van de ouders geeft aan het advies te zullen opvolgen Adviezen TSO en BSO worden vaker niet opgevolgd
Het oriënteringsproces Rol van actoren in de eerste graad van het secundair onderwijs Zeer beperkte rol, vervullen geen gatekeepersfunctie inschrijving reeds gedurende 6 de leerjaar basisonderwijs kunnen enkel wens van ouders inwilligen in sommige scholen heroriëntering na 1 e examenperiode
Studiekeuze: individuele kenmerken A stroom vs. B stroom Socio economische status (SES) Prestaties Zwakkere prestaties doorslaggevend Prestaties vaakst vernoemde reden voor keuze
Studiekeuze: individuele kenmerken A theoretisch vs. A niet theoretisch SES Prestaties Vooral de prestaties blijken van belang maar er is ook een blijvend effect van SES
Studiekeuze: individuele kenmerken A theoretisch vs. A niet theoretisch
Studiekeuze: individuele kenmerken Latijn vs. moderne wetenschappen SES Prestaties Leesgierigheid Vooral prestaties van belang maar ook blijvend SES effect
Studiekeuze: individuele kenmerken Latijn vs. moderne wetenschappen
Studiekeuze: individuele kenmerken Belangrijkste bevindingen uit het kwantitatief onderzoek: Studiekeuzes leiden tot het ontstaan van duidelijk onderscheiden groepen Ondermijnt het gemeenschappelijk en oriënterend karakter van het 1 e jaar A Studiekeuzes voornamelijk bepaald door prestaties maar er is een blijvend effect van socio economische status Kwalitatief onderzoek bevestigt bevindingen uit het kwantitatief onderzoek
Studiekeuze: individuele kenmerken Woordgebruik leerlingen
Studiekeuze: individuele kenmerken Keuzemotieven van leerlingen: Technische opties Benjamin (optie TO, school 2): Ik heb dat gekozen omdat ik die andere vakken, gelijk Latijn vind ik té moeilijk en sport, omdat ik sommige sporten niet graag doe en... ik kan niet goed tekenen en daarom heb ik geen kunst gepakt en daarom vond ik TS... TO veel toffer. Sadia (optie sociaal technische vorming, school 1): Ik heb voor sociaal technische vorming gekozen omdat ik dat veel gemakkelijker vind en dat dit ook bij mij past, en omdat ik moderne en Latijn en zo niet aankan.
Studiekeuze: individuele kenmerken Keuzemotieven van leerlingen: Moderne wetenschappen Bart (optie moderne, school 1): Ik heb vooral moderne wetenschappen gekozen omdat ik dan daarachter veel vakken op de universiteit kan kiezen en dan kan ik voor een goed beroep kiezen. En Latijn heb ik niet gekozen om dat, het een beetje té, omdat die Latijnse woordjes mij niet interesseren, en sociaal technisch daarmee kan ik niet doen wat ik eigenlijk wil, en daarom heb ik eigenlijk moderne wetenschappen gekozen. Sarah (optie moderne, school 2): Ik heb euh... moderne wetenschappen gekozen omdat ik graag zo proefjes doe, ik heb dan ook de optie van voeding gekozen, omdat ik ook graag met voeding wou doen en dus... Ik heb niet de andere optie van sport gekozen omdat ik toch liever voeding had.
Studiekeuze: individuele kenmerken Keuzemotieven van leerlingen: Latijn Elise (optie Latijn, school 1): Ik ging sowieso voor Latijn gaan, want ik wist dat ik dat zou aankunnen. Ik had altijd goede punten in het lager. Mijn ouders hebben dat ook allebei gedaan en ja Lauren (optie Latijn, school 2): Ik heb voor Latijn gekozen omdat ik wil veel verdienen later en ik moest van mijn papa een beetje...
Studiekeuze: individuele kenmerken Leerlingen sterk bewust van hiërarchische structuur Jasper (optie Latijn, school 1): Ik was van in het begin een beetje aan het twijfelen tussen moderne wetenschappen en Latijn, maar omdat mijn beste vriend Latijn heeft gedaan, ben ik ook overgestapt naar Latijn en voor wetenschappen en Nederlands wouden we wel dat het wat snel ging. Cindy (optie sociaal technische vorming, school 1) : Maar als je dan speciaal voor uw vrienden dezelfde richting volgt, en uw vrienden [... kiezen...] voor Latijn, en ge kunt dat duidelijk niet aan, maar toch doe je dat, dan moet je toch nog zakken en dan is dat minder leuk.
Studiekeuze: kenmerken van de basisschool Individuele kenmerken meer bepalend dan kenmerken van de basisschool Ligging basisschool Samenstelling van de school naar SES
Beleidsaanbevelingen Pijnpunten in de oriëntering zoals ze nu is: het ontbreken van een oriënteringsbeleid in de basisschool het vrijblijvend karakter van advies onvoldoende wisselwerking tussen basis en secundair onderwijs het ontbreken van een gemeenschappelijke, oriënterende 1 e graad
Beleidsaanbevelingen Concrete beleidsaanbevelingen: werk maken van een duidelijk oriënteringsbeleid oriënteringsdraaiboek portfolio en baso fiche ( ouders betrekken bij schoolloopbaan) meer informatie uitwisseling tussen basis en secundaire scholen scholengroepen
Beleidsaanbevelingen Concrete beleidsaanbevelingen: studiehouding moet bij iedereen gestimuleerd worden leerkrachten meer bewust van rol sociale achtergrond van leerlingen leesbevorderingsprojecten
Beleidsaanbevelingen Concrete beleidsaanbevelingen: Uitstellen studiekeuze gemeenschappelijk maken 1 e graad via autonome middenscholen Verandering nastreven van het heersend denkkader onderwijsoverheid moet onderwijsactoren alert houden blijvende bewustmakingscampagnes
VRAGEN? BEDENKINGEN?