RICHTLIJN NAAR EEN COMPLETE AANVRAAG VAN: CIZ ONDERWERP: RICHTLIJN NAAR EEN COMPLETE AANVRAAG VERSIE: 6.0 DATUM: 1-1- 2013 INLEIDING Uniformeren van informatie bij de In deze richtlijn staat welke informatie aan het CIZ moet worden verstrekt bij het indienen van een voor AWBZ-zorg of een BOPZ-toets. Elke moet alle informatie bevatten om een indicatie te kunnen stellen, zodat het niet nodig is om aanvullende informatie op te vragen. Ook moet zonder foutmelding via de AZR geëxporteerd kunnen worden. Als aanvullende informatie moet worden opgevraagd, kunnen aanvragen minder snel worden afgehandeld dan voor cliënt en zorgketen (waaronder het CIZ) wenselijk is. CATEGORIEËN BENODIGDE INFORMATIE De benodigde informatie is onderverdeeld in categorieën. Hieronder in het overzicht Benodigde informatie bij de, de indeling van de categorieën met een globale toelichting hierover. 1. Persoonlijke gegevens (inclusief zorgvraag) Cliëntgegevens: NAW, BSN en andere persoonlijke gegevens die nodig zijn om het indicatiebesluit, zonder foutmelding, direct te kunnen exporteren via de AZR. Bij elke (vervolg) moeten gegevens gecheckt en zo nodig aangepast worden aangeleverd. Bij het invullen van contactpersonen: gelieve ook het geslacht te vermelden 1. 2. Grondslaggegevens Het CIZ wil bij iedere direct gegevens ontvangen om de grondslag te kunnen bepalen. De grondslag is: een aandoening, beperking of handicap waardoor de cliënt op één of meer vormen van zorg kan zijn aangewezen. De vastgestelde/gediagnosticeerde ziekte of aandoening moet al in de beschreven zijn. 3. Specifieke informatie per doelgroep Voor het objectiveren van een diagnose kan specifieke informatie nodig zijn, die per doelgroep kan verschillen. In het overzicht staat wanneer welke specifieke informatie moet worden beschreven en aangevuld met informatie uit bijvoorbeeld testen of gegevens over de (effecten van een) behandeling, enzovoort. 4. Informatie over de zorgvraag/zorgbehoefte Aard en omvang van AWBZ-zorg die door of namens een cliënt wordt aangevraagd, moet soms van gerichte informatie voorzien zijn; het is belangrijk dat deze informatie in de beschreven is. 1 Het CIZ is verplicht het geslacht van contactpersonen te vermelden, zodat deze gegevens via AZR aan de zorgaanbieder kunnen worden verzonden. Indien het geslacht niet vermeld staat en ook niet uit de informatie is op te maken, dan kiest het CIZ voor vrouw. 1
CONTACTGEGEVENS AANMELDER IN DE AANMELDFUNCTIONALITEIT (AF)_ Als noodzakelijke informatie ontbreekt waardoor de indicatie niet gesteld kan worden, verzoekt het CIZ u informatie aan te vullen. Wij vragen de informatie op bij de contactpersoon die vermeld staat in het scherm Contactgegevens aanmelder. Hier vult u de contactgegevens in van de deskundige die desgewenst meer informatie van belang voor de indicatie- over de cliënt kan verstrekken. De contactpersoon vult de volgende gegevens in: Naam van de contactpersoon; Adres en telefoonnummer van de werklocatie van deze contactpersoon. Deze contactpersoon kan ook op een ander adres werken dan op het algemene adres van een instelling waar de AGB-code op staat. De contactpersoon vult zijn werkadres in op één van de onderstaande manieren: 1. Adresgegevens werklocatie contactpersoon = adres gekoppeld aan AGB-code Als het adres van de contactpersoon gelijk is aan het adres dat gekoppeld is aan de AGBcode, kan dit adres automatisch gevuld worden in de AF. Is de AZR-AGB code bekend? Ja : adres wordt automatisch gevuld. Naam en telefoonnummer van de contactpersoon vult u handmatig in. 2. Adresgegevens werklocatie contactpersoon adres gekoppeld aan AGB-code Als de contactpersoon op een andere locatie werkt dan waar het AGB-adres aan gekoppeld is, kan een ander adres worden ingevuld. Is de AZR-AGB code bekend? Nee : er kan een ander adres worden ingevuld. Naam en telefoonnummer van de contactpersoon vult u handmatig in. 2
TOELICHTING BIJ HET OVERZICHT BENODIGDE INFORMATIE BIJ EEN AANVRAAG In het onderstaande overzicht staat per categorie welke informatie bij de voor AWBZ-zorg beschreven moet worden. De informatie die aanvullend bij de moet worden ingevuld, is een belangrijk onderdeel van het afwegingskader, zoals dit in de in Indicatiewijzer is beschreven. De Indicatiewijzer beschrijft op elk gebied van indicatiestelling welke informatie bij de weging moet worden gebruikt. Door de informatie bij de moet het CIZ een goed cliëntbeeld kunnen vormen ten aanzien van het functioneren van de cliënt in zijn specifieke omstandigheden. Zorgaanmelders die de AanmeldFunctionaliteit gebruiken en zij die het schriftelijk formulier hanteren, zien in het overzicht welke informatie waar moet worden ingevuld. Benodigde informatie Waar in te vullen in de Functionaliteit (AF) formulier 1. Persoonlijke gegevens: inclusief zorgvraag - Persoonsgegevens van de cliënt 2, inclusief BSN en postcode; - Naam huisarts en zorgverzekeraar van cliënt; - Beschrijf welke zorg cliënt vraagt. 2. Grondslaggegevens bij alle grondslagen - De diagnose: (ziekte, aandoening, stoornis); - Prognose, als deze bekend is; - Diagnose gesteld door: (naam en functie van de ter zake deskundige 3, bijvoorbeeld reumatoloog, oncoloog, psychiater, (GZ-)psycholoog, orthopedagoog); - Datum waarop de diagnose is gesteld; dit kan ook een jaartal zijn; - Bijzonderheden bij de diagnose, zoals: ziekteverloop, bijkomende problematiek of informatie over ziekten/aandoeningen uit het verleden die nog van invloed zijn op het huidige functioneren van cliënt. Cliënt Cliënt aanvullend OF Ziektebiografie 4 1.Uw persoonlijke gegevens 6. Uw zorgverzekeraar 7. Uw huisarts Welke problemen heeft u hierdoor? Welke ziekte, aandoening of klacht heeft u? 2 Voor cliënten met een buitenlands woonadres moet altijd kopie van het identiteitsbewijs gestuurd worden naar het CIZ. 3 Wie de ter zake deskundigen zijn, is te lezen in de Indicatiewijzer onder hoofdstuk 3 Grondslagen 4 Als in de AanmeldFunctionalteit naast de ook onderzoeksgegevens worden ingevuld, kan deze informatie ook beschreven worden in de Ziektebiografie. 3
Benodigde informatie Waar in te vullen in de Functionaliteit (AF) formulier Uitzondering diagnosegegevens Er zijn cliënten bij wie het stellen van een diagnose moeilijk is. Bijvoorbeeld als een cliënt wel zorg nodig heeft, maar deze afhoudt. Vaststellen van de basisdiagnostiek is dan meestal onmogelijk en er is nader onderzoek nodig voor het vaststellen van de diagnose. Er wordt bijvoorbeeld na observatie door deskundigen vastgesteld, dat sprake is van een (vermoedelijke) diagnose. Voor deze doelgroep is het voldoende om de conclusie van de deskundige (observatie in relatie tot vermoedelijke diagnose en zorgvraag) te beschrijven in de. (Zie voor meer informatie: de CIZ Indicatiewijzer, Hoofdstuk Grondslagen, paragraaf 3.3.2.) 3. Specifieke informatie per leeftijdscategorie en/of grondslag - Bij kinderen: Informatie over de AWBZ-zorg die op school nodig is, tijdens het onderwijs of ter vervanging van onderwijs; - indien aanwezig OF vrijstelling leerplicht of eventuele REC-indicatie. Ziektebiografie (zie - Bij volwassenen van 18-65 jaar: (Indien relevant) voetnoot 1) Informatie over arbeidsongeschiktheid (indien beschikbaar 5 ) en/of vrijstelling van sollicitatieplicht. - Verstandelijke handicap: IQ-score (alleen als deze bij aanvrager bekend is); welke test is gebruikt; wie heeft de test afgenomen en wanneer. Als er geen IQtest gegevens zijn, kan volstaan worden met andere informatie die de grondslag kan bevestigen (bijvoorbeeld: rapportage van school of informatie van MEE) en/of aanvullende informatie over mogelijk andere problematiek t.a.v. gedrag en functioneren in het dagelijks leven. - Psychiatrische aandoening: diagnose die deel uitmaakt van een recente DSM IV- classificatie, van de behandelaar (bijvoorbeeld een psychiater, GZpsycholoog), door welke behandelaar opgesteld (naam en functie) en op welke datum of een beschrijvende diagnose met informatie over de huidige of meest recente behandeling; het (verwachte) effect van de behandeling, relevante behandelvoorgeschiedenis, daarbij vermelden van wie de beschrijving komt en wanneer deze is beschreven. - Lichamelijke handicap: Lichamelijk functioneren van cliënt in relatie tot de voor zorg; - Zintuiglijke handicap: soort zintuiglijke handicap (visueel, auditief, spraak/taal enzovoort) en de resultaten van de testen die deze grondslag bevestigen. Als sprake is van een Spraak- /taal probleem (of stoornis): informatie over wie deze diagnose heeft gesteld en wanneer? Let op: de gegevens waarop Welke ziekte, aandoening of klacht heeft u? 5 Indien deze informatie niet bekend/ beschikbaar is, dan is het belangrijk om dát te vermelden in de. 6 Gemotiveerd op basis van de Indicatiewijzer hoofdstuk 3: Grondslagen 4
Benodigde informatie Waar in te vullen in de Functionaliteit (AF) formulier deze diagnose gebaseerd is mogen niet ouder zijn dan 1 jaar. - Bij een combinatie van meerdere grondslagen dienen beide beschreven te worden. Liefst met een gemotiveerd advies 6 van de zorgaanbieder of behandelaar welke grondslag dominant is. 4. Informatie over de zorgvraag/ zorgbehoefte - Aanvraag voor Behandeling 7 (BH): in de al benoemen wat het behandeldoel is en de beoogde setting (BH ind of BH groep); - Bij een vervolgindicatie voor BH (i.v.m. aanleren vaardigheden en gedrag), moet de evaluatie van de BH-periode worden beschreven in de ; - Bij BG en/of BH groep altijd de gevraagde omvang benoemen (in aantal dagdelen per week); - Bij een voor ZZP VG7:een onderbouwde conclusie dat sprake is van chronische ernstige gedragsproblematiek, die niet met reguliere middelen kan worden behandeld of begeleid; een actueel zorgplan (maximaal 1 jaar oud) en een CEPrapportage, opgesteld door meerdere deskundigen onder eindverantwoordelijkheid van een gedragsdeskundige (CEP rapportage mag maximaal 1 jaar oud zijn); Het zorgplan en de CEP rapportage zijn een bijlagen, die apart moet worden opgestuurd. - Bij GGZ-B-pakket: behandelplan of een brief van de behandelaar, die het gevraagde pakket onderschrijft. - Bij een voor een BOPZ-toets, dient altijd een schriftelijke diagnose van een ter zake deskundige te worden meegezonden met de. Bijzonderheden VERVOLGAANVRAGEN Bij het indienen van een vervolg, moet worden beschreven: - Persoonlijke gegevens en Grondslaggegevens (1 en 2 uit deze richtlijn) - De reden van deze ; - Of sprake is van een nieuwe of een gewijzigde zorgvraag/zorgzwaarte; - Op welke punten de situatie van de cliënt verbeterd of verslechterd is, of volledig gelijk gebleven; - Welke factoren hebben bijgedragen aan de verandering; - Aanvullende, nieuwe informatie die van invloed is op de cliëntsituatie of de zorgvraag; bijvoorbeeld nieuwe (informatie over de) diagnose/prognose, wijziging cliëntsysteem enzovoort. NB. Als bij een vervolgindicatie blijkt, dat essentiële informatie in een eerdere indicatie ontbreekt, dan kan het CIZ besluiten deze informatie alsnog te vragen. 7 Voor cliënten die Behandeling nodig hebben in verband met hun Zintuiglijke Handicap is Behandeling vanuit de AWBZ indicatievrij, een indicatie is dan niet nodig. 5