Verantwoordelijke uitgever : Karel van den Bossche, Larendries 51, 2890 St-Amands 4 Driemaandelijks Juli Augustus - September 2009 Afgiftekantoor 2890 Sint-Amands - P509309 Najaar 2009 www.molenmuseum.be info@molenmuseum.be Dowaai 2 de helft 13 de eeuw ( Vlaamse kunst op perkament Brugge Gruuthusemuseum, 1981, blz. 88, 121)
MOLEN EN MOLENAAR IN HET VOLKSLEVEN Het personage molenaar Uit tal van spreekwoorden komt hij naar voor als de man met de slechte reputatie. Waarom? Het feit dat hij is: a. een zelfstandige b. een technieker c. een scheidsrechter d. een belastingontvanger verklaart evenveel bronnen van afgunst. Het lijkt niet onnuttig te trachten enige verklaring te geven voor deze volkswijsheden die de neerslag zijn van het oordeel dat de mens over de molenaar meende te moeten vellen. 1. Het juridisch statuut van het maalderijwezen. In feite komt dit erop neer dat tot 1792, dit statuut een monopoliepositie schiep, vermits het aantal inwoners bepalend was voor het aantal molens en dat die inwoners in vele gevallen verplicht waren te laten malen op de molen van de heer. In principe was het alleen de heer die de molen kon laten uitbaten (molendwang, windrecht, maalrecht). Het maalrecht werd verpacht. Het monopolie kwam dus in handen van een burger, een zelfstandige, die weliswaar zijn recht hield van de Heer, maar verder door geen andere contractuele band verbonden was dan het betalen der pachtsom. De overige bewoners van het heerlijk grondgebied waren echter door allerlei aan de Heer verschuldigde diensten en verplichtingen aan de Heer verbonden. Het is duidelijk dat de persoon die zich vrijer tegenover het gezag kon opstellen dan de grote meerderheid van de bevolking, benijd wordt, vooral wanneer deze molenaar over het algemeen een welvarend man is. Dat deze laatste bewering niet uit de lucht gegrepen is, wordt onrechtstreeks aangetoond door de beschrijving die Geoffrey Chaucer geeft van de molenaar in 'Canterbury Tales'. Chaucer leefde in de 14de eeuw (1345-1400). Hij beschrijft de molenaar weliswaar als een nogal ruwe persoonlijkheid maar vermeldt meteen dat deze schild en zwaard droeg. Deze bijzonderheid toont aan dat hij niet alleen een vrij man was, maar bovendien de wapens droeg wat, voor een niet-militair een bepaalde sociale rang inhoudt. Molinodialoog Najaar 2009 Pagina 2
Een eerste aanwijzing voor de slechte reputatie van onze molenaar is ongetwijfeld de vrije, welstellende status, die voor de minder begunstigden een bron van ergernis, afgunst en nijd is. Uit die bron vloeien gemakkelijk de roddel en de goedkope, stereotype gevolgtrekkingen die "personages" scheppen. 2. Een tweede element dat tot het 'personage' bijdroeg: de molenaar stond niet in loondienst. Hij was een zelfstandige die in natura werd betaald; het 'scheploon'. De omvang van dit 'scheploon' was juridisch nauwkeurig geregeld. Ondanks deze reglementering meenden de cliënten dat ze door de molenaar steeds bedonderd werden omdat hij meer zou genomen hebben dan voorzien. De discussies over niet overeenstemmend gewicht waren steeds aan de orde. In bepaalde gevallen waarschijnlijk terecht in andere gevallen zonder reden, zoals altijd en overal. Verliezen we niet uit het oog dat de molenaar zijn cliënten, de eeuwig wantrouwige en slimme (sluwe?) boer is. Graan met een hoge vochtigheidsgraad maalt moeilijk en dient te drogen. Drogen is gewichtsverlies op een doodnatuurlijke wijze. De boer was dat gewicht kwijt, maar was in zo'n geval de molenaar een dief? Als er kaf is tussen het koren (ook een volkswijsheid), maar hier in de letterlijke zin, betekent dit: gewicht dat verdwijnt bij het wannen (het kaf van het koren scheiden). Matheus (13: 24-30) spreekt over onkruid onder de tarwe. Wat de Evangelist wist, stelde de molenaar maar dagelijks vast, letterlijk dan. Dat van dit onkruid geen meel kwam is duidelijk en dat wist de boer in feite ook. Maat dat daarover geredetwist werd is even duidelijk. Zoals altijd zullen er eerlijke en andere molenaars zijn geweest. De volkswijsheid bevestigt dit trouwens door vast te stellen: "De maalder is ook al een dief" " Niet alle molenaars zijn dieven" 3. Een derde element. Door het aanhalen van de slotformule in plechtige getuigenissen wordt duidelijk dat de molen een plaats was waar de openbare mening werd gevormd. Deze opinievorming werd voor zo belangrijk gehouden dat De Molenaar. Miniatuur uit een Alexanderroman van Jan van Griese uit Brugge, 14 de eeuw men er zich kon op beroepen voor de rechtbank. Dat de molenaar in opinievorming en openbare meningsverspreiding een belangrijke rol gespeeld heeft, wordt aangeduid door een andere volksspreuk "het God en de maalder laten scheiden". De verantwoordelijkheid voor een uitspraak of een doorslaggevende stellingname wordt een gewetenskwestie, dus tussen de opiniemaker en God: Alweer blijkt de bijzondere status van de molenaar, in dit geval niet op het loutere economische vlak, Molinodialoog Najaar 2009 Pagina 3
maar op het vlak der menselijke betrekkingen. Zijn "personage" is hier dit van de wijze, de scheidsrechter die iets van het morele gezag van de landsheer belichaamt. Dat deze opinievorming op de molen voor de oud- Nederlandse mens duidelijk was blijkt nogmaals uit deze volksspreuken: "Daar is wat in de molen": wat inhoudt: daar is wat ophanden, daar wordt iets kwaads voorbereid, er is iets in de maak. " Dat is al lang in de molen": wat neerkomt op: daarover is al lang beraadslaagd. Dat deze rol een bron van afgunst, met de daaruit voortvloeiende commentaren, betekent, is nogal begrijpelijk. Ongelukkiglijk (?) voor de molenaar, zijn het ook deze, niet steeds onpartijdige, commentaren die een "type" helpen boetseren. 4. Een vierde element. De technische beschrijving van het molenmechanisme maakt duidelijk dat de molenaar niet alleen een schakel is in de voedselvoorziening, maar evenzeer een hoog gespecialiseerd technicus, die als geen andere vertrouwd is met de problemen der mechanica. Zoals gewoonlijk wordt een specialist in een wereld van onbegrijpenden met enige aarzeling benaderd. Dit gevoegd bij het feit dat de molenaar zijn technische kennis angstvallig voor zich hield en niet meedeelde, versterkte nogmaals zijn uitzonderlijke positie in een plattelandsgemeenschap. De geheimzinnigheid waarin de molenaar zich hulde, zijn voor buitenstaanders "bovennatuurlijke" kennis (weer, mechanica, eigen cijfer-en lettertekens, de verboden toegang tot het inwendige van de molen) droeg ertoe bij hem als een soort duivelskunstenman te beschouwen. Het situeren van kwaadaardige kabouters, trollen, heksensabatten, van ontmoetingen met de duivel, in en om de molen in menig volksverhaal, legende en vertelling is daarvan een neerslag en symptoom. In "Honderd bespookte molens in Vlaanderen" 1 komen watergeesten, aardgeesten, vuurgeesten, luchtgeesten De Molen : Van streek brengend teken van goed en kwaad (Henri Lievens : Belgische Sagen en Legenden, A. Boeck, L. Marquet, De Vlijt, Antwerpen, 1980, blz. 105) Molinodialoog Najaar 2009 Pagina 4
(de vier elementen), plaaggeesten, heksen, tovenaars, duivels, en... framassons, voor in eindeloos schijnende varianten. Het (verkeerd begrepen) franstalige 'on y rentre comme dans un moulin', betekende "In de molen mag men helemaal niet binnenkomen". Het verdwijnen van de maatschappelijke draagwijdte van de molen, deed de betekenis van de zegswijze overgaan in het schijnbaar logische: men loopt er binnen en buiten, d.i. men komt er gemakkelijk binnen. Het tegenovergestelde dus. 5. Een vijfde element. De molenaar was het 'knooppunt' tussen de graanproducent en -verbruiker enerzijds en de belastingheffende overheid anderzijds. De molen was het meest geschikte kanaal om belasting te innen. Het 'broodgeld' was de belasting op het graan, de molenaar de belastingontvanger. In die omstandigheden was molen en molenaar verlengstuk van het overheidsgezag en wel in zijn meest gehate vorm: de fiscus. Dergelijke functie kan bezwaarlijk bijdragen tot populariteit. SAMENVATTEND mag gesteld worden dat de molenaar door de uitzonderlijke plaats die hij innam in de economische organisatie, door zijn inkomensvorming, door zijn plaats in de opinievorming en -verspreiding, door zijn bekwaamheid als technicus-mechanica (men zou hem de industriële ingenieur van zijn tijd kunnen noemen), door zijn functie als belastingsontvanger zich in zo'n grote mate van de rest van de gemeenschap onderscheidde dat dit noodzakelijkerwijze tot bepaalde spanningen moest leiden. De vorming van talloze spreekwoorden kan beschouwd worden als de uitlaatklep voor deze gevoelens. Feit is dat de molenaar een voorname rol speelde in het dagelijks leven en een rol die verder ging dan enkel deze van diegene die van graan meel maakt. Molinodialoog Najaar 2009 Pagina 5
OMSTANDIGHEDEN EN ELEMENTEN BIJDRAGEND TOT HET SCHEPPEN VAN HET PERSONAGE 1. 1000 jaar geharrewar over het scheploon DE MOLENAAR EN ZIJN SPIEGEL Tussen landman en molenaar waren er eindeloze betwistingen over het geleverde gewicht graan, het ontvangen en het te ontvangen meel, het scheploon, en al wat daarmee verband hield. De molenaar werd verweten te diep in andermans zakken te zitten", een te grote "schep-maat" te gebruiken; te scheppen zodanig dat zijn schepmaat met een 'toren' stond. Om aan al dit "nietes-welles" een definitief einde te stellen, vonden de molenaars volgende "oplossing". * in iedere molen was een spiegel aanwezig * bij het scheppen voor zijn "schep-loon" * ging de molenaar voor de spiegel staan * hij schepte totdat hij zich in de spiegel * rood van schaamte zag worden * omdat hijzelf vond dat hij overdreef (SI NON E VERO, E BENE TROVATO) Molenaarsspiegel Molenmuseum Sint-Amands Molinodialoog Najaar 2009 Pagina 6
2. MOLENAARSCIJFERS- EN SCHRIFT: " 't meulfrans" 2 Het geheime cijferschrift 3 Molinodialoog Najaar 2009 Pagina 7
VOORBEELDEN VAN MAALDERSGETALLEN 4 Molinodialoog Najaar 2009 Pagina 8
MOLENAARSCIJFERS EN SCHRIFT 5 Molinodialoog Najaar 2009 Pagina 9
6 Molinodialoog Najaar 2009 Pagina 10
Molenaarsgeschrift te Merelbeke op de Potaardebergmolen rond 1910. 7 a. b. Het geheimschrift van molenaar Leon de Landtsheer te Lokeren. 8 a. voor de zak staande b. zelfde waarden, zoals de molenaar ze neerschreef, voorovergebogen, terwijl hij schuin achter de zak staat. Molinodialoog Najaar 2009 Pagina 11
Molinodialoog Najaar 2009 Pagina 12
Molenaarschrift te Wachtebeke De molenaar schrijft het teken op zak terwijl hij ACHTER de zak staat en leest het ook zó. Molenschrift gezien door de persoon die VOOR de zak staat. 9 Molinodialoog Najaar 2009 Pagina 13
- - - De vraag die zich uiteraard stelt, waar komt dit schrift vandaan? De (zeer onvolledige) reeks voorbeelden wijken van mekaar af in hun plaatselijke varianten, maar toch is er de opvallende gelijkenis van een aantal tekens: sommige reeksen werden rechtstreeks afgelezen, andere dienden omgekeerd gezien. Gelijkenissen en varianten wijzen enerzijds op een gemeenschappelijke bron, anderzijds op een zeer oude oorsprong. Interessant is de vergelijking met magisch schrift. De Engelse occultist en wiskundige John Dee, hofastroloog van Elizabeth I, heeft getracht magische symbolen in verband te brengen met de meetkunde van Pythagoras en andere wiskundige gegevens. De filosofie achter zijn magische schrift werd later door een aantal geheime broederschappen overgenomen. 10 Molenaarsschrift, magisch schrift? Molenaars, geheim broederschap? NOTEN 1 L. Denewet, Molenecho's, 20e jaargang, juli-dec. 1992, nr. 304. 2 Bicker Caarten: "De molen in ons volksleven", Sythoff, Leiden, 1955, blz. 24. 3 Bicker Caarten, o.c., blz. 26. 4 K. v. d. Bossche, "ONTDEK DE MOLEN", Centrum voor Molinologie, Sint-Amands, 1996, blz. 22. 5 R. Moelaert, "De Pietendriesmolen te Knesselare", land van de Woestijne, 9,1,1986, blz. 4-15. Weergave van het molenaarsgeschrift. 6 L. De Smet De stenen korenwindmolens te Balegem, Oosterzele, jaarboek Heemkundige king Land van Rode, 9, 1985, blz. 53-71) Weergave molenaarsgeschrift. 7 Molenecho's, 11e jrg., nr. 2, maart-april 1983. 8 M. Pieters, "De Souvereinen", Heemkring Lokeren, 18e jrg., nr. 2, juni 1987. 9 P. Hesters, Wachtebeke, "Molenecho's", 14e jrg. nr. 2, maart-april 1986. 10 David Fontana, De verborgen taal van het symbol, Fibula, 2de druk, 1995, blz. 145. Molinodialoog Najaar 2009 Pagina 14
Vriendenkring van het Molenmuseum De Vriendenkring van het Molenmuseum telt zowat 200 leden. Zij ondersteunen door hun bijdrage ( 20) ons privé-museum dat geen enkele subsidie ontvangt. Bezoekers uiten hun waardering voor de opvatting, voorstelling van de vaste verzameling en de tijdelijke tentoonstellingen. Dat ons Molenmuseum een uitschieter is, wordt o.m. aangetoond door de in 2008 toegekende Professor Dr. Eric Suy-prijs. Om deze opdracht te (kunnen) blijven vervullen : spreek uw kennissen aan om toe te treden tot de Vriendenkring. Voor de bijdrage van 25 ontvangt de vriend(in) van het Molenmuseum ons tijdschrift Molino-dialoog (4 nummers), heeft zij/hij gratis toegang, wordt uitgenodigd op de vooropening der tentoonstellingen, maar wordt vooral bijgedragen tot de verdere uitbouw van wat door menig binnen- en buitenstaander beschouwt als een uniek Molenmuseum. Help mee dit materieel en immaterieel patrimonium te vrijwaren. Werf vrienden voor het Molenmuseum. Sint-Victor en de vele molenheiligen zullen het u lonen en het Vlaams Studiecentrum voor Molinologie is u dankbaar. tot en met Molinodialoog Najaar 2009 Pagina 15
PUBLICATIES Het Centrum voor Molinologie-Molenmuseum biedt volgende uitgaven aan : (in de hieronder vermelde prijzen zijn de eventuele verzendingskosten niet inbegrepen) - De molen als symbool, 2 boekdelen, 915 blz., prijs : 56 - Een spreekwoord, een waar woord, prijs : 7,5 - De molen : geschilderd en (on-)gekend, prijs :7,5 - De Middeleeuwen - Historische reconstructie - Toelichting bij molenmuseumthema : de molen als symbool, 60 blz., prijs : 7,5 - Een economie-wereld - Eenheidsmarkt in de XI, XII, XIIIde eeuw - Toelichting bij het onderzoeksveld economie, 29 blz., prijs : 2,5 - De industriėle revolutie der Middeleeuwen - Toelichting bij het onderzoeksveld : eerste industriėle revolutie, 148 blz., prijs : 7,5 - De noordelijke, industriële pool van de economie-wereld der XI, XII, XIIIde eeuw - Het graafschap Vlaanderen - Toelichting bij het onderzoeksveld geschiedenis, 192 blz., prijs : 7,5 - Molentechnologie en -techniek - Toelichting bij het onderzoeksveld industriėle archeologie, 117 blz., prijs :7,5 - De molen en het recht - Toelichting bij het onderzoeksveld recht, 26 blz., prijs : 2,5 - Molenaars... zelf geen heiligen, wel veel heiligen bij de hand - Toelichting bij het onderzoeksveld volksdevotie, 70 blz., prijs : 7,5 - Molinologie en haar onderzoeksvelden - Toelichting bij het molenmuseumthema : de molen als symbool, 9 blz., prijs : 2,5 - De windmolen en zijn omgeving - Toelichting bij het onderzoeksveld landschap, 30 blz., prijs : 2,5 - De molen - Oorsprong en ontstaan van de richtbare windmolen - Toelichting bij de onderzoeksvelden techniek, geschiedenis, economie, 47 blz., prijs : 7,5 - De molenaar op zijn molen : een subcultuur - Toelichting tot het onderzoeksveld volksleven, 48 blz., prijs : 7,5 - Molenrompen in Vlaanderen, 21 blz., prijs : 5 - De Molen : geschilderd en (on-)gekend, 120 blz. (32 kleurenafbeeldingen), prijs : 7,5 - "Mobiliteit in het Graafschap Vlaanderen XI, XII, XIIde eeuw, en de molen" 244 blz, 10 - Molenrecht in het Graafschap Vlaanderen. publiek recht. heerlijk recht?, 45 blz., 7,5 Molinodialoog Najaar 2009 Pagina 16
Molinodialoog Najaar 2009 Pagina 17