Onderwijs Ondersteuningsplan 2013-2017



Vergelijkbare documenten
Inhoud. Aanmeldingsformulier ZorgAdviesTeam. Schema ondersteuningsstructuur

CSG LIUDGER Ondersteuningsplan

Kaderplan Trajectbegeleiding Duin en Kruidbergmavo

Ondersteuningsprofiel. rsg Simon Vestdijk Harlingen/Franeker

ZORGPLAN. Christelijk Lyceum Delft VMBO

Ondersteuningsprofiel. Oktober 2014

-studieresultaten De mentor volgt de studieresultaten van zijn leerling, bespreekt zijn bevindingen met de leerling en onderneemt zo nodig actie.

ALS ONDERWIJS MIJ NIET PAST MAG IK HET DAN RUILEN?

1 Missie en visie inzake Passend Onderwijs Interne leerlingbegeleiding Eerste lijn 4 Docenten en mentoren 4 Afdelingsleider 5

Vastgesteld op: Advies MR Looptijd: Schoolondersteuningsprofiel versie 1.2

CSG LIUDGER, Splitting. Ondersteuningsplan

Profiel Schoolondersteuning

Zorgplan Stedelijk Gymnasium Haarlem. Stedelijk Gymnasium Haarlem Zorgplan

ZORGPLAN VMBO TRIVIUMCOLLEGE

Kaderplan Trajectgroepen/Trajectbegeleiding Vellesan College

ZORGPLAN MAVO TRIVIUM COLLEGE

Ondersteuningsprofiel

Team passend onderwijs wat is het, hoe werkt het?

ondersteuningsstructuren Lorentz Lyceum

*Schoolondersteuningsprofiel

Zorg en begeleiding zijn goed georganiseerd op de NSG. Dat vinden we belangrijk. In hoofdstuk 1 zetten we onze uitgangspunten voor u op een rijtje.

Stichting Expertisecenter Onderwijs Zorg Bonaire is op zoek naar een ervaren. Schoolmaatschappelijk werker (1 fte)

1. Inleiding. Zorgplan Pagina 1

ONDERSTEUNING BIJ HET GEMINI COLLEGE

1. Doel van de trajectgroep voor eigen school

Zorgbeleid Haags Montessori Lyceum. December 2010

Ondersteuningsprofiel van Lyceum Ypenburg

BASISONDERSTEUNINGSPROFIEL BEGELEIDINGSSCHOOL (REGULIER VOORTGEZET ONDERWIJS)

GSR voortgezet onderwijs voor betrokken christenen. Leerlingbegeleiding

Schoolondersteuningsprofiel. Algemeen


GSR voor en door christenen. Leerlingbegeleiding. GSR Rijswijk

Leerlingbegeleiding. WARTBURG COLLEGE locatie Revius

Werkgroep ondersteuningsprofiel.

AANVULLENDE ZORG EN BEGELEIDING OP MAAT

Schoolondersteuningsprofiel CBS de ster Harkstede

Preventieve Ambulante Begeleiding

Leerlingbegeleiding. WARTBURG COLLEGE locatie Revius

LEERLINGBEGELEIDING. O.R.S. Lek en Linge. Lek en Linge

Vastgesteld op [ ] Advies DR [ (1 e bespreking] Looptijd Schoolondersteuningsprofiel versie 1.2

SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN De Nieuwe Veste Coevorden,

Erasmus College Zoetermeer

Ondersteuningsmogelijkheden Thorbecke SG mavo -havo- atheneum januari Spelregels bij de extra ondersteuning

ONDERSTEUNINGSPROFIEL CSG HET NOORDIK VESTIGING VROOMSHOOP

Begeleiding. Aandacht voor elke leerling!

Schoolondersteuningsprofiel: 1 Korte beschrijving van het Kandinsky College Nijmegen

Ondersteuningsprofiel

Regeling rugzakleerlingen in het Passend Onderwijs

Schoolportret samenwerkingsverband Roermond. vo- docenten over Passend onderwijs (vmbo tot en met gymnasium)

Ondersteuningsprofiel

Begeleiding en Ondersteuning op het Eckartcollege

ZORGPLAN VMBO TRIVIUMCOLLEGE


Samenwerkingsverband VO Delft en omstreken

ONDERSTEUNINGSPROFIEL CSG HET NOORDIK VESTIGING VRIEZENVEEN


Schoolondersteuningsprofiel Algemeen

Schoolondersteuningsprofiel

Protocol. Leerlingbegeleiding op het Cosmicus College

7 Passend onderwijs. 7.1 Algemeen. 7.2 Interne begeleiding. Schoolgids

Bijlage 1: Rolverdeling Cascademodel. Ouders/ verzorgers en leerling niveau Wat actie 1 mentor maakt klassenbeeld/ontwikkelingsperspectief

Schoolondersteuningsprofiel De Nieuwste School

School ondersteuningsprofiel Montessori College Nijmegen/ Groesbeek

Begeleiding. Aandacht voor elke leerling!


Vastgesteld op Ouderadviesraad Looptijd Schoolondersteuningsprofiel versie 1.2

1.1 Schoolprofiel. Schakelcollege Tilburg Reitse Hoevenstraat EH Tilburg tel.:

Gemiddeld aantal leerlingen per klas/groep: 30 Aantal docenten per klas/groep 14

Ondersteuningsprofiel. Piter Jelles YnSicht

Zorg goed voor elkaar. Ondersteuning voor leerlingen op onze school

Schoolondersteuningsplan Pontes, locatie Oranjeweg. Goes, Januari 2018

Onderwijsondersteuningsplan formele versie met nadruk op communicatie

Schoolondersteuningsprofiel: 1 Korte beschrijving van het Kandinsky College Nijmegen

Ondersteuningsprofiel

ONDERSTEUNINGSPROFIEL CSG HET NOORDIK. Vestiging Noordikslaan

ZORGPLAN AOC TERRA ASSEN

School-ondersteuningsprofiel Alfrink College

De doelen van het onderwijs op locatie De Ring zijn gebaseerd op vier kernwaarden vanuit de missie:

ONDERSTEUNINGSPROFIEL MONTESSORI LYCEUM staat aangegeven:

Adres: Tuinzigtlaan 10 Plaatsnaam: Breda Contactpersoon: dhr. C. Wessels

ONZE LEERLINGEN AANDACHT EN ZORG VOOR ELKE LEERLING EXTRA ONDERSTEUNING OP MAAT. c in

Stichting Expertisecenter Onderwijs Zorg Bonaire is op zoek naar een ervaren. Ambulant onderwijskundig begeleider (1 fte)

SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN. De Nieuwe Veste Hardenberg juni 2015

Schoolondersteuningsprofiel Algemeen

Ondersteuningsprofiel

Standaard 8: Leerlingen met extra onderwijsbehoeften krijgen bij ons extra leer- en instructietijd.

Zorgwijzer december 2012

Ondersteuningsprofiel van het Vrijzinnig-Christelijk Lyceum

Oost ter Hout. School voor Praktijkonderwijs. Stroomdiagram Ondersteuning

GSR voor en door christenen. Leerlingbegeleiding. GSR Rotterdam

Schoolondersteuningsprofiel: 1 Korte beschrijving van het Kandinsky College, locatie Malderburchtstraat

ZORGGids CBS TOERMALIJN FRANEKER

Bijlage 6 Visie op (basis)ondersteuning van de scholen van RegSam (versie: sept. 2011)

iets voor jou? Leerlingzorg

Dockinga College Ferwert

Ondersteuningsprofiel

Adres: Tuinzigtlaan 10 Plaatsnaam: Breda Contactpersoon: dhr. C. Wessels

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

ACN Zorg en Begeleiding:Opmaak :21 Pagina 1 Zorg & Begeleiding

DE ZORG OP HET NIEUWE EEMLAND

Transcriptie:

Onderwijs Ondersteuningsplan 2013-2017 december 2013 1

Inhoud 1 Inleiding en Visie op leerlingbegeleiding...3 2 Het Onderwijs Ondersteuningsaanbod Eerste Lijn...6 3 Het Onderwijs Ondersteuningsaanbod Tweede Lijn... 12 4 Het Onderwijs Ondersteuningsaanbod Derde Lijn... 15 5 Het Onderwijs Ondersteuningsaanbod Vierde Lijn... 17 6 Testen... 18 7 Dossiervorming / Leerlingbesprekingen... 19 8 Passend Onderwijs / Arrangementen... 21 9 Budget... 23 10 Ambities / Verbeterpunten... 24 Bijlagen Schema ondersteuningsstructuur Aanmeldingsformulier ZorgAdviesTeam 2

1 Inleiding en Visie op leerlingbegeleiding Inleiding Voor u ligt het Onderwijs Ondersteuningsplan van het Johannes Fontanus College (JFC) te Barneveld, een brede scholengemeenschap VMBO-TL, HAVO, VWO en Gymnasium. Dit Onderwijs Ondersteuningsplan is gericht op alle facetten van leerlingbegeleiding en vormt de basis van de zorgstructuur. Momenteel wordt in het kader van Passend Onderwijs door het zorgteam veel aandacht besteed aan het uitwerken van de Ondersteuningsprofielen. De volledige implementatie hiervan in de dagelijkse schoolpraktijk zal waarschijnlijk meerdere schooljaren duren. Dit samen met de wetenschap dat we een lerende organisatie zijn zal er toe leiden dat we ook jaarlijks de leerlingenbegeleiding zullen moeten evalueren en bijstellen. Derhalve wordt elk jaar een Resultaat Verantwoording en Speerpunten Verslag gepresenteerd aan de afdelingsleiders en het College van Bestuur. Visie op leerlingbegeleiding Op het JFC draait alles om leerlingen en hun leerproces. Het JFC moet een veilige plek voor hen zijn. We zetten op het JFC met name in op de ontwikkeling van de volgende vaardigheden: - zelfvertrouwen - verantwoordelijk handelen - motivatie - effectief samenwerken - creativiteit We doen dat door onderwijs aan te bieden a. dat structuur in het leerproces biedt; b. dat de leerling boeit en geboeid houdt; c. dat het maximale uit de leerling haalt op basis van erkenning en herkenning van talenten; d. dat vakinhoudelijk van hoge kwaliteit is; e. waarin de leerling in toenemende mate actief en zelfstandig leert; f. waarin de leerling vaardigheden ontwikkelt zoals bijvoorbeeld zelfstandig werken, samenwerken, reflecteren en presenteren. We proberen hierbij in het oog te houden dat een leerling in deze wereld, die streeft naar perfectie, niet alles hoeft te kunnen. De school begeleidt de leerlingen systematisch tijdens hun schoolloopbaan en bij de keuze voor vervolgonderwijs. Daarbij vormt onderwijsondersteuning een belangrijk aandachtspunt. Binnen de pedagogische opdracht van de school is het begeleiden van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (leren, sociaal-emotioneel) een voortdurend afwegen van mogelijkheden en het maken van keuzes binnen de grenzen die er zijn aan professionaliteit en aanwezige middelen. Visie op onderwijsondersteuning laat zich samenvatten als: Hulp zo tijdig mogelijk en in zo licht mogelijke vorm door de meest aangewezen persoon 3

op de meest adequate werkwijze en zo dichtbij mogelijk. Definities Onderwijs is het totaal aan inspanningen dat door de school geleverd wordt om leerlingen perspectief te bieden op een positie in de maatschappij. Begeleiding is het ondernemen van activiteiten en het scheppen van condities die erop gericht zijn dat leerlingen, zowel individueel als in groepsverband, optimaal kunnen profiteren van het onderwijsaanbod van de school. Bij onderwijsondersteuning denken we aan pedagogisch-didactische maatregelen waarmee de school leerlingen ondersteunt die, al dan niet tijdelijk, problemen hebben om het onderwijsaanbod te volgen. Leerlingenzorg- en begeleiding is het samenhangend geheel van activiteiten en voorzieningen ten behoeve van een systematische ondersteuning van leerlingen tijdens hun schoolloopbaan op basis van onderwijsbehoeften van deze leerlingen. Deze definities zijn niet bedoeld om scherpe grenzen te trekken tussen de zorgleerlingen en de gemiddelde leerling. De mate waarin een leerling behoefte heeft aan extra begeleiding zal verschillen per leerling. Er bestaat dan ook een grote diversiteit aan zorgleerlingen met ieder (een) andere ondersteuningsbehoefte(n). Het doel van begeleiding Het doel van begeleiding is het optimaal functioneren van de leerling binnen de school en het voorbereiden van de leerling op het leven na de school. Leerlingen worden gestimuleerd om, zoals hiervoor verwoord, steeds zelfstandiger te werken en steeds meer eigen verantwoordelijkheid te dragen. Om de onderwijsdoelstelling te realiseren, beschikt de school over een begeleidings-systeem dat er op gericht is de leerlingen aan het einde van het leerjaar te brengen op het niveau waarop hij / zij, qua intellectuele capaciteiten, thuishoort. Daarnaast is de begeleiding er op gericht om de leerling, rekening houdend met beschermende en belemmerende factoren die voortvloeien uit zijn / haar achtergrond en omstandigheden, optimaal te laten functioneren binnen het geheel van de schoolgemeenschap. Van belang bij dit alles is, dat er binnen de begeleidingsstructuur vroegtijdig signalen worden opgevangen en doorgespeeld in geval van het minder goed functioneren van een leerling. Zodoende kan er gepoogd worden om middels extra faciliteiten (studieles, (p)re- teaching) of anderszins, ongunstige factoren in de ontwikkeling van de leerling weg te nemen. De eerst verantwoordelijke voor de studiebegeleiding zowel binnen als buiten de lessituatie is de vakdocent(e). Van hem / haar wordt verwacht dat hij de leerling in het leerproces zodanig begeleidt, dat de leerling zich optimaal kan ontplooien. Aspecten van begeleiding De volgende begeleidingsaspecten zijn aan te geven: 1. Persoonlijke begeleiding: leerlingen worden als persoon gekend en hun functioneren als persoon wordt met aandacht gevolgd. Waar nodig wordt passende hulp geboden. 2. Studiebegeleiding: de studieresultaten van de leerling worden gevolgd en leerlingen worden gestimuleerd en geholpen om het maximale uit hun schoolloopbaan te halen. 4

3. Loopbaanbegeleiding: leerlingen worden gevolgd en gecoacht bij het proces van keuzes maken. Deze begeleidingsaspecten zijn wel te onderscheiden, maar niet te scheiden. Als naar een bepaalde leerling toe meerdere personen een begeleidende rol hebben, dan dienen die personen op de hoogte te zijn van elkaars taken en verantwoordelijkheden. Voorwaarden voor goede begeleiding Wil van een goede begeleiding sprake zijn, dan dient aan een aantal voorwaarden voldaan te zijn: 1. Er dient een heldere en overzichtelijke structuur in begeleiding te zijn. 2. Binnen die structuur moet voor ieder duidelijk zijn wat zijn / haar taak en bevoegdheid is en hoe dit gefaciliteerd wordt. 3. Binnen het geheel van de school moet er continuïteit zijn in de begeleiding. 4. Leerlingenbegeleiding is een steeds terugkerend agendapunt tijdens mentorenvergaderingen in alle afdelingen. 5. We moeten ervan kunnen uitgaan dat ieder zijn / haar taak uitvoert op minimaal het afgesproken niveau. 6. De administratieve organisatie is dienstbaar aan het doel en de opzet van de begeleiding 7. Er dient een goede communicatie te zijn tussen de school en de ouders / verzorgers. 8. Ouders / verzorgers dienen ook hun eigen verantwoordelijkheid te dragen en worden actief betrokken bij het proces. Samenwerking tussen ouders en school vormt de basis voor leerlingbegeleiding op het JFC. Dit is één van de uitgangspunten van handelingsgericht werken. 9. Leerlingen moeten zich bewust zijn van hun eigen verantwoordelijkheid en worden evenals de ouders actief betrokken. 5

2 Het Onderwijs Ondersteuningsaanbod Eerste Lijn Tijdens de jaren die een leerling doorbrengt op het JFC krijgt hij/zij mogelijk te maken met meerdere functionarissen. We onderscheiden in de leerlingbegeleiding 4 fasen, de zogenaamde eerste t/m vierde lijns-zorg. Hierna wordt kort ingegaan op taak en verantwoordelijkheid van iedere functionaris in de Eerste Lijn. De vakdocent De vakdocent dient als eerstverantwoordelijke de lesstof zo aan te bieden dat de leerling deze zich redelijkerwijs eigen kan maken. Bij problemen, zowel cognitief als sociaal-emotioneel neemt de vakdocent contact op met de mentor. Vakinhoudelijke begeleiding (Basiszorg) Als leerlingen voor bepaalde vakken tijdens het reguliere onderwijsproces niet voldoende vakkennis opdoen, kan er behoefte ontstaan aan begeleiding op vakinhoudelijk gebied. Elke docent is verantwoordelijk voor het geven van deze begeleiding aan zijn leerlingen. De mentor Visie op het mentoraat 1 De mentor heeft de algemene zorg voor de leerling. Hij bewaakt de studieresultaten en het welzijn van de leerling op school. De mentor is de contactpersoon met het thuisfront. De mentor bespreekt de leerlingen met de afdelingsleider. Om de spilfunctie goed te kunnen vervullen is een vertrouwensrelatie met de groep en de individuele leerling van het grootste belang. Dit betekent dat de mentor contacten onderhoudt met de leerling, ouders / verzorgers, collega s en er voor zorgt dat de afspraken van de organisatie ook worden uitgevoerd en bijgehouden. De begeleiding door de mentor wordt eerste lijns-zorg genoemd en vindt plaats op drie werkgebieden, namelijk op studie, beroep en sociaal emotioneel gebied. Deze begeleiding kan zowel in groepsverband als individueel worden vormgegeven tijdens de mentorlessen waarvan er wekelijks een uur in het rooster van de mentor is gereserveerd. Individuele begeleiding kan in overleg ook met andere functionarissen in de school plaatsvinden. De taak van de mentor heeft de onderstaande kenmerken. De mentor : - levert een bijdrage aan de introductie van (nieuwe) leerlingen op school. - geeft begeleiding bij de studie van leerlingen, zowel individueel als in groepsverband. - fungeert als eerste aanspreekpunt voor de leerlingen. - treedt sturend op bij de organisatie van klassenactiviteiten. - signaleert problemen bij leerlingen en communiceert met andere zorgverleners binnen de school, zowel van eerste als tweede lijn. - bespreekt relevante informatie betreffende de leerlingen met afdelingsleider en / of collega-docenten. 1 De (hernieuwde) visie op het mentoraat en de bijbehorende taakomschrijving zijn nog in ontwikkeling. 6

- houdt het leerlingvolgsysteem (LVS) bij en duidt, indien van toepassing, de Schoolvragenlijst. (SVL) - onderhoudt de contacten met de ouders / verzorgers; is voor hen ook het eerste aanspreekpunt. - Indien van toepassing: levert een bijdrage aan de uitvoering van het Loopbaan Oriëntatieprogramma (LOB). In het volgende overzicht zijn de taken van de mentor gegroepeerd rond de vier aandachtsgebieden : De leerling: - Hij spreekt leerlingen aan op hun gedrag. - Hij fungeert in eerste instantie als vertrouwenspersoon voor zijn leerlingen. - Hij organiseert klassenactiviteiten. - Hij heeft een belangrijke signaleerfunctie. - Hij draagt taken t.a.v. een rugzakleerling over aan de persoonlijk mentor. De ouders / verzorgers : - Hij onderhoudt de contacten met de ouders/verzorgers; is voor hen ook de eerst aan te spreken persoon. De organisatie : - Hij levert, als dat een onderdeel van het programma is, een bijdrage aan de uitvoering van het door de decanen opgestelde keuze begeleidingsprogramma, studielessen e.d. - Hij levert relevante gegevens voor het leerlingvolgsysteem en houdt daarin het leerlingendossier bij. - Hij verricht diverse administratieve werkzaamheden in relatie tot het mentoraat. De docenten en andere collega s : - Hij bespreekt de relevante informatie betreffende leerlingen met schoolleiding, collegadocenten of met tweede lijns-zorg functionarissen. (zie Hoofdstuk 3) - Hij spreekt collega s aan op hun werk t.a.v. de leerlingen. De afdelingsleider De afdelingseider van een leerjaar is de centrale persoon in alle begeleidingsaspecten van het leerjaar. In de uitvoering van zijn taak heeft een afdelingsleider steeds minder te maken met individuele leerlingen. De afdelingsleider steunt de mentor in zijn activiteiten met betrekking tot de zorg voor de leerlingen. Wanneer de ernst van de problematiek groot is of dreigt toe te nemen, kan de afdelingsleider in overleg met de mentor de stap nemen om de leerling aan te melden bij het Zorg Advies Team (ZAT). De zorgcoördinator De zorgcoördinator coördineert primair de zorg die nodig is voor leerlingen die in de reguliere begeleiding niet voldoende opgevangen kunnen worden. Leerlingen die voor extra zorg in aanmerking komen worden na overleg tussen afdelingsleider en mentor aangemeld bij de zorgcoördinator. Als voorzitter van het ZAT en coördinator verzorgt de zorgcoördinator contacten tussen externe deskundigen en de school. Tijdens ZAT-vergaderingen worden leerlingen besproken en worden begeleidingsafspraken gemaakt en geëvalueerd. Behalve de zorg voor zorgleerlingen is de zorgcoördinator verantwoordelijk voor activiteiten als testen en trainingen 7

met betrekking tot leerlingbegeleiding evenals de uitgaven die bekostigd worden uit het budget leerlingbegeleiding. De volgende afspraken voor het opstarten van onderwijs ondersteuning gelden in de school: De mentor voert met de mentorleerling een aantal (ten hoogste 3) gesprekken om het probleem helder te krijgen. Daarna is het probleem opgelost of wordt deze besproken met de afdelingsleider. De mentor en/of afdelingsleider vult het ZAT-aanmeldingsformulier (zie bijlage) in na overleg met ouders. Gegevens uit het leerling-dossier worden compleet aangeleverd evenals een duidelijk geformuleerde hulpvraag. Samen met de toestemmingsverklaring die getekend moet worden door leerling en ouder(s)/verzorger(s) en het ZAT aanmeldingsformulier (zie bijlage) kan nu overgegaan worden tot aanmelding. Op dit moment spreken we over een zorgleerling. De mentor bespreekt de zorgleerling met de zorgcoördinator. Mentor en zorgcoördinator bekijken of het probleem, cognitief dan wel sociaal-emotioneel, in het interne en/of externe ZAT (zie ondersteuningsaanbod tweede en derde lijn) besproken zou moeten worden. Niet elke aangemelde zorgleerling wordt besproken in het externe ZAT. De zorg -coördinator bepaalt of dit noodzakelijk is. In veel gevallen kan de zorgcoördinator, al dan niet in overleg met de leden van het interne ZAT (ambulante dienst, orthopedagoog en schoolmaatschappelijk werkster) de hulp organiseren. Tijdens externe ZAT vergaderingen is bij voorkeur de (persoonlijk) mentor aanwezig. Besproken adviezen en vervolgbehandeling koppelt de betreffende (persoonlijk) mentor terug naar de ouders en leerling. Alle afspraken gemaakt in het ZAT worden direct ingevoerd in het Leerling Volg Systeem. (LVS) Aanmelding nieuwe (brugklas) leerlingen Als er sprake is van een nieuwe leerling met een bepaalde ondersteuningsbehoefte dan zullen met de betrokken mentor en ouders gesprekken worden gevoerd om de ondersteuningsvraag helder te krijgen. Hiervoor hoeft geen ZAT aanvraagformulier ingevuld te worden. Huiswerkopvang Voor de onderbouw mavo / havo hanteert de school het THU uur. Leerlingen die onvoldoende hun schoolwerk (huiswerk en boeken) op orde hebben worden in dit uur opgevangen. Het Johannes Fontanus College werkt ook samen met huiswerkinstituut MB Begeleiding. Zij werken in een lokaal in de school. Training en Begeleidingsgroepen (Breedtezorg) Training en begeleidingsgroepen zijn er m.b.t. de volgende thema s : Beter Omgaan met Faalangst (BOF) Faalangst vormt een belangrijk aandachtspunt binnen leerlingbegeleiding. Uit onderzoek blijkt dat één op de tien leerlingen last heeft van faalangst. De training bestaat uit ongeveer tien sessies in groepsverband waarbij de volgende thema s aan de orde komen: Ademhaling. Spierontspanning. G-denken. Ankeren. Ouders en faalangst. 8

Sociale Vaardigheden Training (SOVA) De gebieden faalangst en gebrek aan sociale vaardigheden hebben grote raakvlakken. Bij een tekort aan sociale vaardigheden kan het gaan om angst binnen de sociale omgangsvormen, maar ook om verkeerd aangeleerde sociale gewoontes. De trainingen zijn er dan ook op gericht om goede sociale omgangsvormen met elkaar te bespreken en te oefenen. Tijdens de sessies komen de volgende onderwerpen aan de orde: Kennismaken en afspraken Gevoelens en gedachten Contact maken en communicatie Voor jezelf opkomen Feedback ontvangen/geven Grenzen stellen Hoe ga je om met pesten Realistische oefeningen Remediërend Bewegingsonderwijs (RBO) Deze training is bedoeld voor leerlingen die meer hulp nodig hebben dan in de reguliere bewegingsonderwijs lessen gegeven kan worden. Training Examenvrees Reductie Voor veel leerlingen is het examen een spannend gebeuren. In deze training wordt geleerd met spanning om te gaan, zodat een leerling op zijn / haar niveau kan presteren. Aanmelding voor de trainingen gebeurt in overleg met de mentor / afdelingsleider en zorgcoördinator. Ouderbetrokkenheid Bij alle trainingen worden ouders / verzorgers nauw betrokken en wordt een oudermoment georganiseerd. Passend Onderwijs Tot augustus 2013 kon voor een leerling met een bepaalde gediagnosticeerde beperking een zogenaamde rugzak aangevraagd worden. (LGF financiering) Het betreffende Regionaal Expertise Centrum bepaalde de toewijzing van de middelen. Vanwege de ontwikkelingen rond Passend Onderwijs zal dit per 1 augustus 2014 gaan veranderen (Zie voor meer informatie Hoofdstuk 8 Passend Onderwijs / Arrangementen). In de toekomst zal het geld via het Samenwerkingsverband naar de scholen gaan. Zij kunnen vervolgens zelf uitgaande van de specifieke onderwijsbehoefte(n) van de leerling de financiële middelen verdelen. Persoonlijk Mentoren Met de komst van Passend Onderwijs in 2014 zal de toewijzing van middelen, zoals hierboven reeds genoemd, volkomen veranderen. Binnen het Samenwerkingsverband wordt gewerkt aan Onderwijs Zorgarrangementen gebaseerd op de Onderwijs Ondersteuningsbehoefte(n) van de leerling. Voor sommige leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften is de persoonlijk mentor een optie. De persoonlijk mentoren functioneren naast de mentor als stabiele en continue factor. Er is voor deze groep functionarissen een duidelijke taakomschrijving. De beperkingen waarvoor de persoonlijk mentor begeleiding biedt worden gekenmerkt als 9

problematiek van de volgende clusters : Cluster 1: visueel beperkte kinderen Cluster 2: auditief en communicatief beperkte kinderen Cluster 3: kinderen met een verstandelijke of lichamelijke beperking of chronische ziekte Cluster 4: kinderen met gedragsproblematiek, ontwikkelingsstoornissen of ernstige psychiatrische problematiek Een belangrijke rol spelen de ambulant begeleiders. (zie ondersteuningsaanbod 2 de lijn) Dit zijn de specialisten op het gebied van een beperking. Ze doen hun werk vanuit een school voor Speciaal Onderwijs. Zij zijn er om de persoonlijk mentoren en ouders / verzorgers te adviseren. Ook voor deze vorm van ondersteuning geldt dat er veel samengewerkt wordt met ouders / verzorgers. De schooldecaan De schooldecaan begeleidt de keuzes die de leerling binnen het onderwijs kan maken zowel binnen als buiten de school. In samenwerking met ouders, mentor en afdelingsleiding begeleidt hij de leerling bij de keuze voor studie, beroep en plaats in de maatschappij. De mentor heeft de afgelopen jaren een steeds grotere rol gekregen bij de loopbaanoriëntatie (LOB). Toelatingsbeleid tot de brugklassen Het Johannes Fontanus College kent de volgende brugklassen*: mavo (vmbo-tl)/havo (MH) havo/atheneum (HA) atheneum (A) gymnasium (G) *technasium start in klas 2 Toelating voor leerlingen met een: -mavo advies (TL) -havo advies -vwo advies De kenmerken van de brugklassen van het JFC Brugklas mavo/havo In deze klassen wordt gewerkt met lesmethoden op mavo/havoniveau. Alle leerlingen krijgen toetsen op zowel mavo- als havoniveau. Er wordt op beide niveaus becijferd. De klassen zijn zo ingericht dat potentiële havoleerlingen aan het eind van de eerste klas de norm kunnen halen voor bevordering naar havo-2. De andere leerlingen gaan verder op de mavo-afdeling. In de vierde periode van het lesjaar kunnen potentiële havoleerlingen kennismaken met het vak O&O, zodat zij eventueel voor technasium havo 2 kunnen kiezen. Brugklas havo/atheneum In deze klassen wordt gewerkt met lesmethoden op havo/vwo-niveau. Alle leerlingen krijgen toetsen op zowel havo- als vwo-niveau. Er wordt op beide niveaus becijferd. Gedurende 2 periodes maken de leerlingen van de HA-brugklassen kennis met het vak O&O, zodat zij eventueel voor technasium havo- of atheneum 2 kunnen kiezen. Leerlingen uit deze klassen kunnen hun loopbaan in havo- of atheneum 2 vervolgen. Brugklas atheneum 10

Over het algemeen zijn atheneumleerlingen kinderen die meer willen en kunnen. Dit betekent dat er uitdaging geboden moet worden. Bij alle vakken wordt, indien mogelijk, gebruik gemaakt van vwo-boeken. Tijdens het studielesuur wordt er aandacht besteed aan leren leren, plannen en ook onderzoek vaardigheden zullen aan bod komen. Ook in de brugklas atheneum maken de leerlingen gedurende 2 periodes kennis met het technasium. Brugklas gymnasium Gymnasiumleerlingen zijn breed geïnteresseerd en willen graag meer. Het vak Latijn staat op het lesrooster en de andere vakken worden op een gymnasiale manier aangeboden (compacten en verrijken). Er wordt gewerkt met lesmethoden op vwo-niveau (voor zover voorhanden). Verder wordt het vak Cambridge Engels aangeboden. Vanaf klas 2 staat ook het vak Grieks op het lesrooster. Van groot gewicht voor de toelating van een leerling tot één van de brugklassen is het eenduidige advies van de basisschool. Dat advies is gebaseerd op: het leerlingvolgsysteem de ervaringen met de leerling in de laatste jaren (leerlinggedrag/studiehouding e.d.) de uitslag van de eindtoets (Cito/NIO), welke ondersteunend aan het advies wordt gebruikt Procedure De aanmelding gebeurt via de leerkrachten van groep 8. Zij leveren: o de aanmeldingskaart (wordt vooraf via de post toegestuurd) o de resultaten van het Cito LVS (digitaal) o het onderwijskundig rapport (digitaal) o de uitslag van de eindtoets (Cito/NIO)(digitaal) dyslexie / dyscalculie De school hanteert een dyslexie- en dyscalculiebeleid, waarbij in protocollen is beschreven welke faciliteiten er voor leerlingen zijn. Hierbij worden de landelijke richtlijnen gevolgd. Remedial Teaching (RT) De school kent voor verschillende vakken RT-mogelijkheden. Binnen de vaksecties zijn hier afspraken over gemaakt. NT 2 De lessen NT2 zijn bedoeld voor leerlingen extra hulp kunnen gebruiken bij de Nederlandse taal. Ook al woont een leerling al langer in Nederland, als er thuis of met vrienden een andere taal wordt gesproken is het vaak lastig alles te begrijpen. Vooral veel tekst lezen of bepaalde uitdrukkingen begrijpen, kan problemen geven. Elke week zal er een vast moment zijn waarop leerlingen terecht kunnen. 11

3 Het Onderwijs Ondersteuningsaanbod Tweede Lijn De noodzaak voor een goede begeleiding en zorg op sociaal-emotioneel gebied neemt de laatste jaren toe. Onze school heeft binnen bepaalde grenzen een specifieke taak wat betreft de zorgleerlingen. Daar is het volgende over op te merken: Schoolresultaten en sociaal-emotioneel welbevinden hebben alles met elkaar te maken. Leerlingen met problemen kunnen dikwijls niet of niet goed studeren. Hierdoor is de school in een tijd van uiteenvallende sociale structuren een belangrijke plaats voor preventie, signalering, begeleiding en verwijzing van en bij problemen. Ook is er enigermate zicht op de situatie thuis vanwege regelmatig contact met de ouders / verzorgers. Veel problemen van leerlingen hebben te maken met de thuissituatie. De begeleiding van een leerling kan, afhankelijk van de aard van de gesignaleerde problematiek, dus leiden tot verwijzing. De school blijft namelijk een pedagogisch-didactisch en geen therapeutisch instituut. Binnen de school werken naast pedagogisch-didactische deskundigen, ook specialisten als een orthopedagoog, schoolmaatschappelijk werkster en ambulant begeleiders vanuit het Speciaal Onderwijs. Buiten de school vinden we meer specialismen en mogelijkheden voor langdurige hulpverlening. De begeleider in school mag zich dan ook niet opstellen als therapeut. Exact is de grens echter niet te trekken, maar na doorverwijzing van een leerling naar externe hulpverlening doet de sociaal-emotionele zorg van het JFC een stap terug. Intern ZAT (Breedtezorg ) Het JFC heeft ervoor gekozen om met de volgende functionarissen vorm te geven aan het interne ZAT. zorgcoördinatoren (zie voor de verdere functieomschrijving Hoofdstuk 2) schoolmaatschappelijk werkster orthopedagoog ambulant begeleiders Dit betekent dat er met hen afzonderlijk op vastgestelde tijdstippen overleg plaatsvindt. Na overleg met hen en de (persoonlijk)mentor / afdelingsleider wordt, indien nodig, overgegaan tot bespreking van de aangemelde leerling in het externe ZAT. Functieomschrijving schoolmaatschappelijk werker (SMW) Ondersteuning van kinderen door aandacht te geven aan knelpunten in relaties tussen jongeren, school en ouders. Bewerkstelligen dat indien nodig anders met de leerling wordt omgegaan door docenten en ouders / verzorgers zodat het kind op school zo goed mogelijk kan functioneren. Overname van de psychosociale zorg daar waar deze zorg de grenzen van de mogelijkheden van de docenten/school heeft bereikt en professionele hulp nodig is. Het participeren in het interne ZAT. Het participeren in het externe ZAT. Het bewerkstelligen van een gemakkelijke toegang en daarmee samenhangend gebruik van de consultatiemogelijkheid door docenten.het analyseren van met name sociaal-emotionele problematiek als gevolg van knelpunten in relaties tussen jongeren, school en ouders waardoor het schoolse functioneren nadelig wordt beïnvloed. 12

Een bijdrage leveren in de vorm van consultatie m.b.t. de hierboven genoemde sociaalemotionele problematiek. Een bijdrage leveren aan de afstemming en terugkoppeling van informatie over jongeren besproken in het team tussen verschillende niveaus waarop de zorg rondom jongeren in het VO is georganiseerd. na inschatting van de problematiek in het ZAT zo nodig doorverwijzen. Het zo nodig inwinnen van relevante informatie en/of consulteren van andere relevante bronnen na toestemming van de leerling en/of ouders/verzorgers. Het constructief meedenken en adviseren vanuit de eigen discipline in het team waardoor de mogelijkheden tot het oplossen van het probleem van de leerling worden vergroot. Het zo nodig coördineren, integreren en versnellen van de hulpverlening voor de bij het team aangemelde leerling. Functieomschrijving orthopedagoog De orthopedagoog verricht onderzoeken en neemt testen af, stelt voorstellen en adviezen op en begeleidt leerlingen en ouders/verzorgers door : het afnemen van testen; het opstellen van handelingsplannen voor de begeleiding van leerlingen en het begeleiden van mentoren en docenten bij de uitvoering van de handelingsplannen. Het jaarlijks uitvoeren van screenringonderzoeken bij alle eerste klas leerlingen. Het verrichten van diverse onderzoeken, waaronder psychologische en didactische onderzoeken, het stellen van diagnoses en het vertalen van de resultaten in adviezen of voorstellen voor behandeling, faciliteiten, etc. Het voeren van hulpverleningsgesprekken met (probleem)leerlingen. Het verwijzen en begeleiden naar externe instellingen voor hulpverlening. Het participeren in het interne ZAT. Het participeren in het externe ZAT. Het verzorgen van case management. Het bemiddelen bij de aanvraag van voorzieningen. De orthopedagoog ondersteunt en begeleidt docenten en directie bij de aanpak van psychosociale en leer- problemen van leerlingen en geeft voorlichting en training aan leerlingen door : Het leren signaleren van problemen bij leerlingen. Het verzorgen van workshops, cursussen en training over de omgang met leerlingen en ouders / verzorgers met probleemgedrag. Het ondersteunen bij contacten / gespreksvoering met ouders / verzorgers. Het meedenken over het opstarten van Arrangementen vanuit het Samenwerkingsverband. (Zie voor meer informatie Hoofdstuk 8 Passend Onderwijs / Arrangementen) Het ondersteunen bij contacten met instellingen voor hulpverlening. Het geven van thematische voorlichting aan leerlingen en medewerkers van de onderwijsinstelling over bepaalde probleemsituaties. Het verzorgen van scholingen en geven van voorlichting over leerproblemen en sociaalemotionele problemen bij leerlingen (bijvoorbeeld dyslexie, ADHD, PDDNOS en NLD). het onderhouden van contacten met externe instanties en het communiceren van relevante informatie naar teamleden. Functieomschrijving ambulant begeleider 13

Observeren van leerlingen in de klas / opstellen van verslag / geven van handelingsadviezen aan docenten / (persoonlijk) mentoren Observeren van gehele klassen / opstellen verslag / geven van handelingsadviezen Adviseren zorgcoördinator Hulp bij opstellen van handelingsplannen Voeren van gesprekken met ouders / leerling Participeren in het interne ZAT Participeren in het externe ZAT Het meedenken over het opstarten van Arrangementen vanuit het Samenwerkingsverband. (Zie voor meer informatie Hoofdstuk 8 Passend Onderwijs / Arrangementen.) Het ondersteunen bij contacten met instellingen voor hulpverlening. Het geven van thematische voorlichting aan leerlingen en medewerkers van de onderwijsinstelling over bepaalde probleemsituaties. Het verzorgen van scholingen en geven van voorlichting over leerproblemen en sociaal-emotionele problemen bij leerlingen (bijvoorbeeld dyslexie, ADHD, PDDNOS en NLD). 14

4 Het Onderwijs Ondersteuningsaanbod Derde Lijn Zorg Advies Team (Dieptezorg) Het Zorg Advies Team komt één keer in de 6 weken bij elkaar. Aanwezigen bij dit Multi Disciplinaire Overleg: (persoonlijk) mentor en / of afdelingsleider zorgcoördinator / voorzitter onderwijsassistent / notuleren schoolmaatschappelijk werker / voorpostfunctionaris CJG medewerker Bureau Jeugdzorg schoolarts / schoolverpleegkundige GGD orthopedagoog vanuit het samenwerkingsverband ambulant begeleider / adviseur vanuit Voortgezet Speciaal Onderwijs leerplichtambtenaar politie gemeente Barneveld Ouders en / of leerling (experimentele fase) De besprekingen van het Zorg Advies Team zijn vertrouwelijk. Zowel de zorglijsten als de persoonlijke zorgdossiers van leerlingen zijn alleen toegankelijk voor de betreffende functionarissen De schoolmaatschappelijk werker is op basis van detachering en bekostiging vanuit het Samenwerkingsverband VO/ VSO Barneveld gedurende 3 dagdelen per week op school aanwezig. Aangemelde leerlingen die sociaal-emotioneel dreigen vast te lopen worden in overleg met de zorgcoördinator ingepland. ( Zie voor de verdere functieomschrijving ook Hoofdstuk 3. ) Medewerker Bureau Jeugdzorg ( BJZ ) is bij elke ZAT vergadering aanwezig en vormt de verbinding tussen school en BJZ. Ook kan zij in overleg met de schoolmaatschappelijk werker inschatten of ( snelle ) doorverwijzing nodig is. Centrum voor Jeugd & Gezin Het CJG vormt, zeker met de decentralisatie van jeugdzorg een belangrijke partner in het ZAT. Er is voor gekozen de schoolmaatschappelijk werker voorpostfunctionaris te maken in het ZAT. Ook werkt het JFC nauw samen met het CJG bij het houden van ouderavonden over actuele onderwerpen m.b.t. opvoeden. De schoolarts wordt ingezet bij specifieke hulpvragen vanuit het ZAT en na doorverwijzing van de schoolverpleegkundige. Ook kan hij / zij vanuit het ZAT verwijzen naar de 4 de lijns-zorg (zie hoofdstuk 5) en contactpersoon zijn. Op deze wijze kan hij / zij zorgen vanuit het ZAT delen met externe instanties. De schoolverpleegkundige van het GGD voert het standaard geneeskundig (PGO) onderzoek in alle tweede klassen uit en krijgt van de afdelingsleider of zorgcoördinator leerlingen doorverwezen of leerlingen melden zich zelfstandig aan. Ook wordt door de GGD de KIVPA, een signaleringsinstrument voor sociaal emotionele problematiek afgenomen. 15

De schoolverpleegkundige spreekt met deze leerlingen en vormt zich een totaalbeeld van de medische en sociaal-emotionele problematiek bij de leerlingen. Uit de ingevulde vragenlijst (KIVPA) is het mogelijk problemen te signaleren op sociaal-emotioneel gebied. Afhankelijk van dit beeld verwijst hij eventueel door naar andere deskundigen buiten of binnen de school. In beide gevallen vindt eerst overleg plaats met afdelingsleider / zorgcoördinator wanneer het sociaalemotionele problematiek betreft. Rapportage, voor zover de vertrouwelijkheid dit toelaat, vindt plaats aan de afdelingsleider en zorgcoördinator, die op zijn / haar beurt de mentor en eventuele andere betrokkenen inlicht. Orthopedagoog Ook hij / zij is een vaste factor in het ZAT. (Zie voor de verdere functieomschrijving Hoofdstuk 3) Ambulante Begeleiders Vanuit het Speciaal Onderwijs nemen zij deel aan het ZAT. (Zie voor de verdere functieomschrijving Hoofdstuk 3) Ambtenaar leerplicht heeft bijzondere aandacht voor leerlingen waarvan de continuïteit van het leerproces in gevaar komt door overmatig verzuim. Absentiecontrole, gesprekken met ouders van leerlingen die vanwege hun (wan)gedrag overplaatsing behoeven naar andere scholen VO of andere voorzieningen (zie voor meer informatie Hoofdstuk 8 Passend Onderwijs / Arrangementen) horen tot zijn / haar verantwoordelijkheid. In alle gevallen vindt nauw overleg plaats tussen de mentor, afdelingsleider en / of zorgcoördinator. Ook is de leerplichtambtenaar maandelijks op school voor het spreekuur. Het doel van dit spreekuur is vooral preventie. Politie Barneveld is met een vaste vertegenwoordiger aanwezig in het ZAT. Door de manier van werken in het ZAT ( het tijdig doorsturen van informatie m.b.t. nieuwe ZAT aanvragen ) kunnen zij vanuit hun systemen meer informatie verstrekken over bepaalde leerlingen / gezinnen waardoor een beter beeld kan ontstaan van de risicofactoren. Ouders en / of leerling Vanuit het principe van handelingsgericht werken zullen leerling en ouders steeds meer betrokken gemaakt worden. Dit zal betekenen dat zij in de toekomst vaker bij een ZAT bespreking aanwezig zouden kunnen zijn. Verwijsindex In overleg kan besloten worden een leerling te melden in de Verwijsindex. Dit is een nationale databank waarin professionals worden verbonden die zorgen delen over een leerling / gezin. 16

5 Het Onderwijs Ondersteuningsaanbod Vierde Lijn Het betreft hier veelal de zorgverlenende instanties of zorgverleners die buiten het JFC hun werkzaamheden verrichten. Er vindt meestal weinig regulier overleg plaats vanwege geheimhoudingsplicht aan de cliënt (leerling). We noemen: - Externe deskundigen. Hieronder verstaan we gekwalificeerde specialisten van zorginstellingen als Meerkanten, Eleos, HDS etc. - Enkele ambulante leerlingbegeleiders van regionale expertisecentra. - Time-outvoorzieningen PACTUM - Ede, interne opleidingen en observaties bij Eleos e.a. die buiten de Arrangementen (Zie voor meer informatie Hoofdstuk 8 Passend Onderwijs / Arrangementen) opgesteld door het Samenwerkingsverband vallen. 17

6 Testen Testen met betrekking tot school- en beroepskeuze Onze school werkt samen met externe partners voor het testen bij school- en beroepskeuze. Zowel de school als de ouders kunnen leerlingen voordragen om zich te laten testen. Onderzoek kan worden gedaan naar o.a. capaciteiten, belangstelling, persoonlijk functioneren en leerachterstanden. Met name in de onderbouw kunnen in voorkomende gevallen leerlingen worden getest om te onderzoeken of hij/zij in de passende afdeling zit. Daarnaast kan op deze manier de profielkeuze ondersteund worden. Komen ouders zelf met een verzoek tot testen, dan wordt in sommige gevallen een eigen bijdrage gevraagd. De contacten met de externe partners lopen via de decanen / afdelingsleider. Testen op het gebied van sociaal-emotioneel functioneren of gedragsproblemen Alle brugklasleerlingen worden in het najaar via de School Vragenlijst (SVL) gevraagd naar hun welbevinden op het JFC. N.a.v. deze test beslissen de mentoren in overleg met de afdelingsleiders en zorgcoördinatoren over mogelijke hulp. Dit kan vanuit de Eerste Lijn, ( bijvoorbeeld Training Beter Omgaan met Faalangst ) de Tweede ( gesprekken SMW ) of Derde Lijn ( bespreking in het ZAT ) zijn. Via de GGD wordt in het tweede leerjaar de KIVPA, een signaleringsinstrument voor sociaal emotionele problematiek door de schoolverpleegkundige afgenomen. Testen op het gebied van dyslexie en dyscalculie Binnen het screeningstraject dyslexie- en dyscalculie wordt gebruik gemaakt van diverse diagnostische testen. 18

7 Dossiervorming / Leerlingbesprekingen Leerling Dossier Het leerling dossier bevat alle relevante informatie m.b.t. persoonsgegevens, rapportage van elk studiejaar en eventuele bijzondere details. Hierbij kan men denken aan verslagen van rapportvergaderingen/klassenbesprekingen, aantekeningen van de mentor en eventuele verklaringen van onderzoeken t.a.v. dyslexie of andere gediagnosticeerde gedragsproblematiek. Al deze zaken worden in een digitaal dossier bijgehouden. Het JFC werkt met het programma Magister. Ouders en/of leerling hebben ten allen tijde recht om dit in te zien. Zorg Dossier / Handelingsplannen Van elke aangemelde leerling bij het Zorg Advies Team bestaat een Zorg Dossier. Naast de persoonlijke kenmerken en probleemomschrijving wordt voortgangsinformatie geregistreerd door de zorgcoördinator. Het dossier bevat de ingevulde ZAT-aanvraag met daarin de geformuleerde hulpvraag. Ook eventuele Handelingsplannen (zie voor meer informatie Hoofdstuk 8 Passend Onderwijs / Arrangementen en bijlagen) hebben hun plek in dit dossier. Leerlingbesprekingen Tijdens de klassenbesprekingen en overgangsvergaderingen worden de leerlingen besproken met alle lesgevende docenten. Tijdens klassenbesprekingen worden leerlingen besproken die zijn voorgedragen door lesgevende docenten en/of de mentor. Deze vergaderingen worden geleid door de afdelingsleider en/of mentor. Alle lesgevende docenten zijn hierbij aanwezig. Leerlingen waarbij men handelingsverlegenheid ervaart worden hier besproken. Tijdens mentorenvergaderingen in de afdelingen is er ook aandacht voor het bespreken van leerlingen, meestal in de vorm van een casus om de anonimiteit te waarborgen. Ook in de klassenbesprekingen zal handelingsgericht werken steeds meer een plek krijgen. Door eerder te signaleren en beter te communiceren, willen wij voorkomen dat te laat een leer- dan wel sociaal-emotioneel probleem wordt onderkend. Een leerling kan voordragen worden bij de klassenbespreking als er zorgen zijn m.b.t. de volgende onderwerpen: - Resultaten van de leerling - Spelling- leesproblemen - Rekenproblemen - Huiswerkattitude - Concentratie in de les - Gedrag - Contacten in de klas - Onvermogen tot samenwerken - Sociale vaardigheden van de leerling - Gezondheidstoestand - Thuissituatie in relatie tot de leerling 19

- De klas als geheel - Sector/profielkeuze - Anders.. We werken vervolgens handelingsgericht. Daarbij staat de vraag centraal: Wat heeft deze leerling nodig om het doel te bereiken en wat zijn hierbij belemmerende en beschermende (aanknopingspunten voor verandering) factoren? Leerling en ouders zullen steeds meer betrokken worden bij het proces. In de bovenbouw zijn hiertoe ook leerling besprekingen waar de leerling en/of ouders zelf aanwezig is/zijn. 20