Algemene opmerking Tijdens de ronde tafel werd regelmatig vastgesteld dat projecten rijker kunnen worden als mensen uit verschillende sectoren / met verschillende achtergronden er rond samenzitten. Sleutel zit volgens tafel 4 dan ook in het doorbreken van sectoren: structuren niet sectoraal maar integraal over projecten, initiatieven en ideeën laten nadenken. Deze vaststelling is een essentieel gegeven en rode draad geweest doorheen het tafelgesprek en de verschillende topics.
Ambitie 1: Een wervende regio Welke commentaren zijn er op het ontwerp Streekpact en de reacties uit de streekdebatten? Welke hefboomprojecten kunnen worden voorgesteld? Doelstelling 1: Transformeren naar een kennisgedreven economie Inzetten op een sterkere internationale uitstraling Er is een noodzaak aan een sterkere internationale uitstraling. Dit wordt in het streekpact te weinig benadrukt. Dit o.m. om buitenlandse bedrijven aan te trekken. De regio kent sowieso vooral endogene ontwikkelingen (96 procent van de bedrijven zijn in de streek zelf ontstaan en gegroeid). Vraag blijft hoe we exogene ontwikkelingen kunnen aantrekken? Welke methodes aan de dag leggen? Het kan in dit verband zinvol zijn om specialisaties te ontwikkelen die op Vlaams niveau, of op niveau van de Eurometropool uniek zijn en een internationale uitstraling genieten. Kennisgedreven versus duurzame economie Een kennisgedreven economie is inherent aan een duurzame economie. Focus op duurzaamheid kan een motor zijn voor een kenniseconomie. Groene economieën kunnen nieuwe jobs creeëren, ook voor lager geschoolden (vb. aanleggen van groendaken is geen kenniseconomie). Idem voor energieproductie: lokale productie van groene economie betekent ook lokale jobs. De kansen en opportuniteiten die een groene economie biedt worden nog te veel onderschat. Streven naar groene economie waar kennis primordiale rol in speelt! Voorstel om titel te vervangen in transformeren naar een duurzame economie Focus op transitie Dit geldt voor alle stakeholders: hogescholen, bedrijfswereld, overheden, Vb. LEMCO van Howest: dit is een primeur in België. Andere voorbeelden zijn VLAKWA en Greenbridge. Kennisontwikkeling door samenwerking van de onderwijsassociaties Onderwijsassociaties moeten meer samenwerken, rond specifieke regionale thema s. Vb. Gezamenlijk onderzoeksinfrastructuur opzetten rond bepaalde speerpuntsectoren, waaruit meer spin-off s kunnen uit groeien. Verkokering moet er uit: innovatie gebeurt vooral op kruispunt van sectoren en thema s! In dit verband zouden de schotten tussen de associaties moeten kunnen verdwijnen. Belang van de Eurometropool in kennisontwikkeling Binnen Vlaanderen is er veel concurrentie rond de ontwikkeling van kennispolen. Moeten we ons niet meer focussen op de Eurometropool? We kunnen in de context van de Eurometropool meer complementariteit vinden. De toekomst ligt bovendien in de metropolenen. Vb. LMCU toont sterke interesse in de kennis van Vlakwa.
Doelstelling 2: Een gepaste job voor iedereen Competenties zijn even belangrijk als kennis Zet in op competenties, niet enkel op kennis: competentie is breder dan kennis! Kennis schept een bepaalde exclusiviteit. Als de nadruk op competenties wordt gelegd kan je meer personen bereiken, ook lagergeschoolden met bepaalde competenties. Uit deze benadering kunnen manieren ontwikkeld worden om kansengroepen mee te laten participeren (allochtonen, mensen met psychische kwetsbaarheid, ). Een belangrijkere rol voor stages of werkplekleren Kansengroepen moeten aan de slag kunnen in de reguliere economie. Daarom is de rol van stages of werkplekleren belangrijk, ook voor de ontwikkeling van kennis en competenties. Jobcoaches kunnen een rol spelen door KMO s te stimuleren dergelijke plaatsen aan te bieden, waarbij de jobcoach de werkplaats traint om te leren omgen met personen uit kansengroepen. In (kleinere) bedrijven zijn immers geen competenties aanwezig om hier mee om te gaan.
Ambitie 2: Een duurzame regio Welke commentaren zijn er op het ontwerp Streekpact en de reacties uit de streekdebatten? Welke hefboomprojecten kunnen worden voorgesteld? Doelstelling 3: Rijke landschappen en netwerken Algemene opmerking: duurzaamheid mag niet enkel verengd worden tot rijke landschappen en energie. Duurzaamheid is ruimer dan dat! Denk in kubieke in plaats van vierkante meters! Het RSV denkt in vierkante meters. Maar eigenlijk moeten we meer denken in kubieke meters, want ruimte is eindig. Kunnen we aan Vlaanderen een uitzondering vragen om stappen vooruit te zetten in het zoeken naar nieuwe manieren om natuur / wonen / bedrijvigheid samen te zetten? RUP s, PRUP, denken eerder primitief. We denken te traditioneel, veel te sectoraal, veel te fragmentair: we moeten meer geïntegreerd denken, functies samenzetten. Zo kan de natuur bijvoorbeeld ook een economische waarde hebben! Kijk naar het drinkwater van de regio: zowel het kanaal als de Gavers spelen een belangrijke rol in de productie ervan. Ander vb: afvalwater tussen De Panne en Nieuwpoort: er gebeurt een nabehandeling door infiltratie in de duinen, waardoor het een gesloten circuit vormt. Dit laatste werd recent op de milieutop in Doha als referentieproject naar voor geschoven. Projectidee: Waarom geen functies combineren, zoals scholen benutten voor gemeenschapsdoeleinden, buffers van bedrijventerreinen als ruimte voor ontspanningsvoorzieningen voor omwonenden, serres op daken van bedrijven (met waterrecuperatie om planten te besproeien, en verwarming met de restwarmte uit bedrijfsgebouwen) Afval is niet altijd afval We moeten hier creatiever mee omspringen, en een deel van de duurzame nieuwe economie op enten. Afvalwater is bijvoorbeeld geen afval: er zit energie in / fosfaten (want zijn eindig) / Vlakwa is hiervoor een trekker! Projectidee: Investeren in een fabriek met kunstmestvervanger! Fosfaten zijn immers eindig! (Vlakwa kan hier een rol in spelen). Reconversie en publieke regie van gronden en panden moet nog meer aandacht krijgen Ruimte is eindig, dus reconversie wordt steeds belangrijker. Tegen 2050 zijn er 1.000.000 Vlamingen méér dan vandaag. We moeten streven naar nieuwe vormen van verdichting. Initiatieven als bouwblokrenovatie Pluymstraat / Venning klimaatwijk / zijn goed, maar er zijn geen linken tussen deze projecten! De initatiatiefnemers (SHM, SOK, ) moeten met elkaar spreken. Het is ook belangrijk dat gronden en panden deels in publieke handen kunnen komen en/of blijven (erfpacht, leasing, ) met de bedoeling om wonen betaalbaar te houden. Projectidee: Gaan voor een waterneutrale wijk! (zoals het International Space Station). Dit vraagt wel een mentaliteitswijziging
Doelstelling 4: Energietransitie in de regio Streven naar meer kennisdeling binnen gemeenschappen Vandaag moet je al van veel iets afweten om als burger bijvoorbeeld subsidies aan te vragen, kleine energiemaatregelen te nemen, etc. Door een zwakker wordend gemeenschapsgevoel in wijken / tussen buren zijn veel mensen op zichzelf aangewezen om dergelijk initiatieven te nemen. Door het gemeenschapsgevoel in wijken weer aan te scherpen is de kans groter dat buren voor deze en andere zaken elkaar opnieuw kunnen helpen. We moeten m.a.w. initiatieven stimuleren die het gemeenschapsgevoel en kennisdeling in wijken en gemeenschappen bevorderen. Sociale economie inschakelen voor ecologische quick-wins Probleem: verhuurbureau s vinden duurzame investeringen niet zinvol. Het is voor hen geen prioriteit. Het kan interessant zijn om sociale economie in te schakelen om ecologische quick-wins in (sociale) huisvesting te realiseren. Projectidee: de siliconebusters : met silicone gewoon al kieren dichtspuiten. Terugverdieneffect kan heel snel. Lokale productie? Waarom is energieproductie vandaag in private handen? Kunnen we niet terug naar een eigen energieintercommunale? Projectidee: wijkverwarming / energie uit afvalwater / mini-speedbootjes op de Leie
Ambitie 3: Een warme regio Welke commentaren zijn er op het ontwerp Streekpact en de reacties uit de streekdebatten? Welke hefboomprojecten kunnen worden voorgesteld? Doelstelling 5: Een creatieve regio die openstaat voor de wereld Bepaalde evenementen verder internationaliseren De regio moet een aantal evenementen selecteren waarvoor het volop de internationale kaart trekt. Bepaalde evenementen moeten wel democratischer, bijvoorbeeld voor studenten. Perceptie rond design verbeteren Men percipieert het concept design als te elitair. Er is al veel gewerkt aan meer draagvlak bij de bevolking, maar dit kan nog beter. Het beperkte draagvlak vloeit grotendeels voort uit een verkeerde of onvolledige perceptie van het begrip design. Design is meer dan louter productvormgeving. Vraag is hoe hieraan gewerkt kan worden? Begripsnaam veranderen? Of begrip verruimen zodat een ruimere groep er zijn ding in kwijt kan? Vlaanderen moet zich ook bewust worden van positie van de regio: binnen Vlaanderen moet er een reflex zijn van de regio Kortrijk als designregio. Doelstelling 6: Kwaliteitsvolle zorg door meer samenwerking Zorg door vrijwilligers Het vrijwilligerschap neemt af en gezinnen hebben een te klein netwerk. Dit is een maatschappelijke tendens die nefast is voor zorg. Vroeger droegen mensen zorg voor elkaar binnen het maatschappelijke netwerk van een wijk, vandaag is dit minder of zelfs niet meer het geval. Het is belangrijk om dit opnieuw te stimuleren? Er hoeven niet altijd structuren aan te pas te komen wat zorgverstrekking betreft. Ruimtelijke planning heeft hier ook een rol in te spelen: de manier van bouwen stimuleert individualisme. Tendensen als co-housing keren voor een stuk het tij. Mensen moeten zich opnieuw bewust worden van het geluk uit sociaal engagement. Een Bruto Nationaal Geluk-indicator is daarom misschien zinvoller dan een gezondsheidstoets. Meer vertrekken vanuit de mens, in plaats van uit de structuren Er wordt te weinig vertrokken vanuit mens, te veel vanuit structuren en sectoren. Vb. AZ Groeninge, AZ Jan Ieperman, willen allemaal cardiologie. Dit is te versnipperd - cliënt heeft hier geen boodschap aan De zorgvragen parkeren we in een vakje, terwijl het niet altijd binnen één vakje te steken valt. We moeten meer investeren in basispersoneel / nabijheidspersoneel. Twee niveau s: (1) basis die dicht bij de mensen staat en (2) specialisatie op regioniveau.