WO - Mens en Maatschappij - eerste graad! PBD GO! 1/5 nr werkveld cluster doel niveau



Vergelijkbare documenten
WO - Mens en Maatschappij - jongste kleuters! PBD GO! 1/1. nr werkveld cluster doel niveau

Pedagogische Begeleidingsdienst Basisonderwijs GO! wereldoriëntatie

9 overzicht doelen VEILIG DE WERELD ROND DOELSTELLINGEN GEMEENSCHAPSONDERWIJS 1 ste graad

WO - Mens en Maatschappij - tweede graad! PBD GO! 1/10 nr werkveld cluster doel niveau

In een niet-conflictgeladen situatie, eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uitdrukken.

I = Richtsnoer WO II NATUUR Leerlijn 1 ALGEMENE VAARDIGHEDEN: 6

Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist)

kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en en ontwikkelingsdoelen techniek

1. Wereldoriëntatie - Natuur

WO - Mens en Maatschappij - derde graad! PBD GO! 1/12 nr werkveld cluster doel niveau

WERKPLAN WERELDORIËNTATIE

Schuilt er een onderzoeker in jou?

Eindtermen Wonen en leven in India

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad

Boer in Beeld Ontwikkelingsdoelen voor type 8

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

Wereldoriëntatie. Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de

SOCIALE VAARDIGHEDEN: contactsleutels

Eindtermen lager onderwijs die van toepassing zijn tijdens Op stap voor het klimaat

Ontwikkelingsdoelen en eindtermen Bee-Bot

Deze les voor Saved by the bell (lager onderwijs) voldoet aan meerdere eindtermen. Een aantal eindtermen zijn gebundeld in onderstaande lijst.

De Oude Kaasmakerij. Algemeen

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

EINDTERMENTABEL OVERZICHT. Flos en Bros werkboekjes. x x. x x x x x. x x x. Werkboekje blz e Leerjaar 6 e Leerjaar

ET 1.1. De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren.

Eindtermen en leerdoelen WO

Leerdoelen en kerndoelen

2.3 Leerplandoelstellingen: ontwikkelingsdoelen

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten

Dienst Curriculum en vorming Jan Tilley 1

Niet-eindtermgerelateerde leerplandoelen basisonderwijs

Lesvoorbereiding: Metaal en Technologie (beroepen: lasser, elektricien,

DOELSTELLINGEN BUURT IN ZICHT

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

Leerplan GO! Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

Lesvoorbereiding: Grafische sector (beroep: drukker)

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK

Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Eindtermen: Activiteiten + 6 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Boer in Beeld Ontwikkelingsdoelen voor type 1

Doelen Argo (autonome raad voor het gemeenschapsonderwijs)

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z

1.1. Kennis en inzicht in verband met het historisch referentiekader

Studiedag Duurzame Ontwikkeling

VEILIG DE WERELD ROND EVALUATIEFORMULIER

Doelen relationele vorming

Lesvoorbereiding: Horeca (beroepen: kelner en barpersoneel)

ET 3.3* In concrete situaties voldoende zelfvertrouwen tonen, gebaseerd op kennis van het eigen kunnen. X X LOET SV 1.

Verkenning van het thema

Magneten : Een bootje

Leerervaringen ruimte van onder- en bovenbouw. Ruimteaspect Onderbouw. Ruimteaspect Middenbouw. Ruimteaspect Bovenbouw. Ruimteaspect Onderbouw

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad

Doelenlijst Relationele Vorming in de Basisschool in combinatie met de IK-zinnen

Lesvoorbereiding: Printmedia (beroep: drukker)

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

eindtermen basisonderwijs

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten

Domein mens: gezondheid welbevinden 21 De leerlingen herkennen en benoemen het gevoel van behagen en onbehagen. x

Schematisch. Ontwikkelingsdoelen kleuteronderwijs. Eindtermen basisonderwijs

Soorten gezinnen. 2. Vakgebied en vakonderdeel: Wereldoriëntatie / Godsdienst. Eerste graad Tweede graad Derde graad

2 DE BASIS VOOR WERELD RIËNTATIE

a. vakgebonden eindtermen p. 2 b. leerplandoelstelllingen in het vrij onderwijs (VSKO) p. 3

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK

Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Onderwijskundige doelen

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

De leerlingen maken van bamboestokken en elastiekjes een brug en gebruiken hiervoor verschillende technische inzichten.

Eerste graad A-stroom

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Overzicht van de leergebiedgebonden, leergebied-overschrijdende, vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen EHBO en de ontwikkelingsdoelen.

Lichamelijke opvoeding

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Hoek 10 Sector: Bouw

Leerplan OVSG. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

Lesvoorbereiding: Social profit (begeleider in de kinderopvang, optieker, radioloog, verpleegkundige, sociocultureel werker)

Ontdek je mee het leven in vijver en sloot? Zeg niet gewoon vis tegen een vis. Visinitiatie en Visdeterminatie voor de 3 de graad

Onderwerp. VVKBaO. Leerlingen maken een account, krijgen een rondleiding door Scratch en verkennen het programma.

BIJLAGE 3 DE LEERPLANNEN EN RELATIONELE EN

Parallellen tussen de peilingtoetsen en de OVSG-toets. Walter Dons Pedagogisch adviseur

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Leerervaringen Tijd voor Onder, Midden en Bovenbouw

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z

Lesvoorbereiding: Chemie, kunststoffen en life-sciences (beroep: Onderzoeker)

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Duiding bij het pakket Kijk, Wat(t) een huis! Pagina 1

Dit is veilig! Ruimte. Dit kun je straks. 1 Het verkeer. Je weet hoe een voetganger zich gedraagt in het verkeer.

6 Mens en techniek ICT 1ste graad

ORIENTATIE OP TIJD. Kerndoel 1: De leerlingen leren zich oriënteren op de dagindeling en de tijdsindeling.

HANDLEIDING TECHNO BOXEN

Eindtermen: Activiteiten + 12 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Onder begeleiding minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese.

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

HANDLEIDING EENVOUDIG PROGRAMMEREN MET SPHERO SPRK

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Transcriptie:

WO - Mens en Maatschappij - eerste graad! PBD GO! 1/5 31103 anderen Zelfbewustzijn en weerbaarheid In een niet-conflictgeladen situatie, eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uitdrukken. 31104 anderen Zelfbewustzijn en weerbaarheid In concrete situaties voldoende zelfvertrouwen tonen, gebaseerd op kennis van het eigen kunnen. 31105 anderen Zelfbewustzijn en weerbaarheid Zich op een assertieve wijze voorstellen. 31106 anderen Zelfbewustzijn en weerbaarheid Zich weerbaar opstellen naar leefgenoten en volwassenen toe door signalen te geven die voor anderen begrijpelijk en aanvaardbaar zijn o.m. door hulpvragen te stellen, zich te laten helpen en positieve voorstellen te doen op het niveau van het samenleven in de klas en de school. 31112 anderen Empathie en zorg voor elkaar Tonen dat ze kunnen omgaan met uitgestelde aandacht. 31113 anderen Empathie en zorg voor elkaar Tonen in hun omgang met anderen respect en waardering. 31114 anderen Empathie en zorg voor elkaar Tonen in de dagelijkse omgang dat ze solidariteit en zorg opbrengen voor iemand anders. 31115 anderen Empathie en zorg voor elkaar Tonen in de dagelijkse omgang dat ze zich discreet kunnen opstellen. 31119 anderen Conflicthantering Een conflict vanuit verschillende gezichtspunten/perspectieven beschrijven. 31120 anderen Conflicthantering Een conflict beschrijven: context (wie, wat, waar, wanneer), hun gevoelens hierbij en hoe ze het graag wel zouden willen. 31121 anderen Conflicthantering Het onderscheid uitleggen tussen de aanleiding en de oorzaak van een conflict. 31122 anderen Conflicthantering Verschillende manieren van omgaan met elkaar herkennen en verwoorden en aangeven dat deze op elkaar inspelen.

WO - Mens en Maatschappij - eerste graad! PBD GO! 2/5 31123 anderen Conflicthantering Ongelijk of onmacht toegeven, kritiek beluisteren en eruit leren. 31124 anderen Conflicthantering Met eigen woorden uitleggen hoe zij door hun eigen gedrag aan te passen een conflict in de toekomst kunnen vermijden. 31125 anderen Conflicthantering Met een voorbeeld uit eigen ervaring illustreren hoe zij een eenvoudig conflict op een constructieve manier opgelost hebben. 31126 anderen Conflicthantering Tonen in een eenvoudige conflictsituatie in de omgang met leefgenoten de bereidheid om te zoeken naar een geweldloze oplossing. 31127 anderen Conflicthantering Tonen de bereidheid zich te oefenen in omgangswijzen met anderen waarin ze minder sterk zijn. 31128 anderen Conflicthantering Kritisch zijn en een eigen mening formuleren. 31201 groep Participatie, democratie en samenwerken Een taak binnen de groep op een verantwoordelijke wijze oppakken. 31202 groep Participatie, democratie en samenwerken Samenwerken met anderen in de groep, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine. 31203 groep Participatie, democratie en samenwerken Met eigen voorbeelden illustreren hoe een groep tot gedragen democratische beslissingen kan komen waarbij ook rekening gehouden wordt met minderheidsstandpunten. 31204 groep Participatie, democratie en samenwerken De eigen bijdrage en de eigen rol of verantwoordelijkheid in een groep/klasgroep/schoolgroep/gezin/ buurt/... omschrijven. 31205 groep Participatie, democratie en samenwerken Bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken. 31210 groep Regels en afspraken De klasregels en de schoolregels die voor hen van toepassing zijn opsommen. 31211 groep Regels en afspraken Aangeven dat er binnen de eigen groep afspraken nodig zijn.

WO - Mens en Maatschappij - eerste graad! PBD GO! 3/5 31212 groep Regels en afspraken 31213 groep Regels en afspraken 31216 groep Rechten en plichten 31217 groep Rechten en plichten Afspraken maken over aspecten van het werk of het samenleven in de groep en deze vastleggen in pictogrammen of tekst. Met hulp van de leraar gemaakte afspraken in een groep evalueren en zo nodig verfijnen of bijstellen. Met eigen woorden uitleggen wat rechten en plichten zijn en enkele voorbeelden geven van rechten en plichten die ze zelf hebben. Opkomen voor eigen rechten en de rechten van anderen en actief naleven en bewaken van de eigen plichten en de plichten van anderen op het niveau van het samenleven in de klas en de school. 31301 samenleving Talenten Opsommen welke activiteiten en klastaken ze graag en niet zo graag doen en die waarderend vergelijken met klasgenoten. 31302 samenleving Talenten Waardering uitdrukken voor wat klasgenoten goed kunnen. 31303 samenleving Talenten Aangeven in welke activiteiten en klastaken ze zelf sterk en minder sterk zijn. 31306 samenleving Arbeid, vrije en studiekeuze Waardering uitdrukken en respect tonen voor het werk van mensen uit hun omgeving. 31307 samenleving Arbeid, vrije en studiekeuze Voorbeelden opsommen van bezigheden van hen bekende volwassenen en aangeven wat de rol en het belang ervan is voor de samenleving. 31320 samenleving Gezin en familie Bekende soorten gezinnen, grote gezinnen, kleine gezinnen, éénoudergezinnen, inwonende mensen, 2 mama s, 2 papa s, gezinnen met adoptiekinderen inventariseren 31321 samenleving Gezin en familie Met eigen woorden uitleggen wat samenwonen, huwelijk en (echt) scheiding is. 31322 samenleving Gezin en familie In hun omgang met leefgenoten op discrete wijze ermee rekening houden dat niet alle kinderen in hetzelfde type gezin wonen als zijzelf.

WO - Mens en Maatschappij - eerste graad! PBD GO! 4/5 31329 samenleving Omgaan met gelijkenissen en verschillen In concrete situaties verschillende manieren van omgaan met elkaar herkennen en erover praten. 31330 samenleving Omgaan met gelijkenissen en verschillen Gelijkenissen en verschilpunten m.b.t. levenswijze tussen henzelf en mensen uit een andere cultuur verwoorden. 31331 samenleving Omgaan met gelijkenissen en verschillen Op een positieve manier omgaan met verschillen in leefgewoontes en cultuur. 31335 samenleving Omgaan met gelijkenissen en verschillen Verwoorden gevoelens bij eigen ervaringen m.b.t. waardering van anders-zijn, afwijzing en uitsluiting. 31336 samenleving Omgaan met gelijkenissen en verschillen Illustreren met eigen voorbeelden welke mechanismen ervoor zorgen dat in de eigen (klas)groep kinderen soms uitgesloten worden. 31337 samenleving Omgaan met gelijkenissen en verschillen Met eigen voorbeelden illustreren wat stereotypen en vooroordelen zijn en er voorbeelden van geven uit de eigen omgeving en media. 31343 samenleving Omgaan met mensen met beperkingen Illustreren met voorbeelden dat sommige mensen fysieke en mentale beperkingen hebben. 31346 samenleving Migratie Met eigen woorden uitleggen wat verhuizen is (ook naar een ander land). 31347 samenleving Migratie Positieve (bijv. een nieuw huis, een nieuwe job ) en negatieve redenen (bijv. onveilige omgeving ) opsommen waarom mensen verhuizen. 31348 samenleving Migratie Met eigen voorbeelden illustreren dat leven in een nieuwe woonomgeving niet al gemakkelijk is (andere gewoontes, andere taal, andere mensen ).

WO - Mens en Maatschappij - eerste graad! PBD GO! 5/5 31366 samenleving Herinneringseducatie Empathie betonen n.a.v. historische en actuele feiten en problemen in de wereld waarbij aan mensen leed berokkend werd door menselijke gedragingen als uitbuiting, onverdraagzaamheid en oorlog. 31369 samenleving Ongelijke verdeling van welvaart Verschillen en overeenkomsten tussen eigen leefwijze en leefwijze van mensen in ontwikkelingslanden verwoorden. 31370 samenleving Ongelijke verdeling van welvaart Zich inleven in de leefwereld van leefsgenoten in ontwikkelingslanden. 31378 samenleving Mondiale solidariteit en internationale organisaties Gevoelens verwoorden n.a.v. feiten en toestanden in de wereld via het volgen van de actualiteit in de media. 31402 Ik als consument Geld Uitleggen waar geld vandaan komt (werken) en waar geld heen gaat (uitgeven, sparen). 31406 Ik als consument Omgaan met geld Uitleggen wat het nut is van sparen. 31408 Ik als consument Economische principes Met een eigen voorbeeld de weg die een product aflegt van producent tot verbruiker illustreren. 31501 media Media-educatie Het onderscheid verwoorden tussen fictie en non-fictie in media. 31502 media Media-educatie 31503 media Media-educatie Met eigen voorbeelden illustreren dat in fictiefilms en computergames geweld en de gevolgen ervan anders voorgesteld worden dan in de werkelijke wereld. Aangeven wat je kan doen als je ongewild met schokkende beelden geconfronteerd wordt. 31510 media Omgaan met reclame Beseffen dat hun gedrag beïnvloed wordt door de reclame.

WO - Natuur - 1ste graad! PBD GO! 1/4 32102 Algemene vaardigheden en attitudes Een explorerende en experimenterende aanpak tonen om meer te weten te komen over de natuur. 32103 Algemene vaardigheden en attitudes Verschillen onderscheiden in geluid, geur, kleur, smaak en voelen. 32104 Algemene vaardigheden en attitudes Gericht waarnemen met alle zintuigen en die waarnemingen op een systematische wijze noteren. 32105 Algemene vaardigheden en attitudes Onder begeleiding, minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese. 32106 Algemene vaardigheden en attitudes Een houding van zorg en respect voor de natuur. 32201 Levende natuur Planten Veel voorkomende planten en zwammen uit hun omgeving herkennen en benoemen. 32202 Levende natuur Planten De belangrijkste delen van planten (wortel, stam/stengel, tak, knop, loofblad/naald, bol, knol) aanduiden, benoemen en in eigen woorden de functie ervan uitleggen. 32205 Levende natuur Planten Planten met elkaar vergelijken op basis van minstens 1 zelfgekozen criterium. 32209 Levende natuur Planten Het ontkiemen en groeien van planten beschrijven. 32214 Levende natuur Planten Bij planten eenvoudige verzorgingshandelingen uitvoeren en verwoorden. 32218 Levende natuur Planten Enkele voorbeelden geven van producten en grondstoffen die afkomstig zijn van planten (ons voedsel, hout, rubber, kurk ). 32219 Levende natuur Planten Aangeven dat planten en zwammen soms nuttig, soms gevaarlijk zijn voor de mens (giftige planten, giftige paddenstoelen ). 32301 Levende natuur Dieren Veel voorkomende dieren uit hun omgeving herkennen en benoemen (bijv. huisdieren, vogels, boerderijdieren ).

WO - Natuur - 1ste graad! PBD GO! 2/4 32304 Levende natuur Dieren Met eigen woorden uitleggen dat de geboorte van een dier wordt voorafgegaan door een periode van gedragen worden van de moeder of door ontwikkeling in een ei. 32305 Levende natuur Dieren De verschillende stadia van de ontwikkeling van dieren vanaf de bevruchting tot volwassen dier verwoorden (bijv. ei-kuiken-kip, van ei tot vlinder ). 32306 Levende natuur Dieren Dieren met elkaar vergelijken op basis van minstens 1 zelfgekozen criterium. 32307 Levende natuur Dieren Een eigen ordening aanbrengen in de dierenwereld en deze ordening verantwoorden. 32311 Levende natuur Dieren Voorbeelden geven van producten die afkomstig zijn van dieren (bijv. melk, wol, leder ). 32314 Levende natuur Dieren Eenvoudige verzorgingshandelingen bij dieren uitvoeren en verwoorden. 32401 Levende natuur Ecosystemen Uit minstens twee verschillende biotopen uit hun omgeving enkele veel voorkomende organismen (planten, dieren, zwammen) opnoemen. 32503 Levende natuur Het menselijk lichaam Illustreren met enkele voorbeelden dat elke mens een aantal ontwikkelingsfases (bijv. baby, kind, volwassene, ouderling ) doormaakt. 32510 Levende natuur Het menselijk lichaam De functie van de belangrijkste zichtbare lichaamsdelen benoemen. 32511 Levende natuur Het menselijk lichaam Aangeven welke lichaamsdelen instaan voor het horen, zien, ruiken, proeven en voelen en een aantal zintuiglijke waarnemingen verwoorden en benoemen. 32602 Niet-levende natuur Weer Dagelijks eenvoudige weerselementen benoemen en noteren in een tabel met conventionele tekens (bijv. een weerkalender). 32607 Niet-levende natuur Weer Met behulp van meetinstrumenten de windrichting bepalen (hoofdwindstreken).

WO - Natuur - 1ste graad! PBD GO! 3/4 32610 Niet-levende natuur Weer De temperatuur op de thermometer aflezen (positieve temperaturen en O C). 32613 Niet-levende natuur Klimaat Met voorbeelden illustreren dat het weer invloed heeft op het gedrag van de mens (aangepaste kledij ). 32615 Niet-levende natuur Hemellichamen Zon, maan en sterren als dusdanig correct benoemen en verwoorden: dat de zon licht en warmte geeft, dat we sterren zien als lichtjes aan de hemel, dat we de maan niet al in dezelfde vorm zien en dat we zon en maan niet al op dezelfde plaats zien. 32616 Niet-levende natuur Hemellichamen Verwoorden dat we de zon s morgens in het oosten zien, s middags in het zuiden, s avonds in het westen en nooit in het noorden. 32620 Niet-levende natuur Natuurlijke verschijnselen Enkele natuurlijke verschijnselen beschrijven: sneeuw smelt, water bevriest, een, magneet trekt ijzer aan 32621 Niet-levende natuur Natuurlijke verschijnselen Enkele natuurlijke verschijnselen m.b.t. temperatuur beschrijven: uitzetten en krimpen, smelten en stollen, verdampen en condenseren. 32627 Niet-levende natuur Materialen Aan de hand van een al dan niet zelf gevonden eigenschappen (bijv. sterkte, hardheid, brandbaarheid, weerbestendigheid, veerkracht, gewicht, absorptievermogen, drijfvermogen, stroomgeleiding, warmtegeleiding, oplosbaarheid, mengbaarheid) veel voorkomende grondstoffen en materialen ordenen. 32628 Niet-levende natuur Materialen Voorbeelden geven van recycleerbare materialen. 32701 Gezondheidseducatie Voeding Een aantal belangrijke voedingsmiddelen benoemen (bijv. groenten, fruit, brood, water, melk, vlees ). 32703 Gezondheidseducatie Voeding Verwoorden dat voedingsgewoontes gezond of ongezond kunnen zijn (bijv. niet eenzijdig, met mate, regelmaat ). 32704 Gezondheidseducatie Voeding Aangeven dat een evenwichtige voeding nodig is om te groeien, te bewegen en goed te functioneren.

WO - Natuur - 1ste graad! PBD GO! 4/4 32711 Gezondheidseducatie Lichaamshygiëne Goede gewoonten tonen in hun dagelijkse hygiëne en eenvoudige handelingen uitvoeren die daarvoor nodig zijn (bijv. wassen, toiletgebruik, haarverzorging, handhygiëne, tandhygiëne, hygiëne eigen aan de puberteit ). 32712 Gezondheidseducatie Veiligheid Signaleren wanneer er gevaar dreigt of iemand in gevaar is. (bijv. als iemand bloedt, bewusteloos is, met lucifers wordt gespeeld ). 32713 Gezondheidseducatie Veiligheid In een noodsituatie adequaat reageren door hulp van volwassenen in te roepen. 32714 Gezondheidseducatie Veiligheid Gangbare pictogrammen in verband met gezondheid en veiligheid herkennen (bijv. nooduitgang, chemische producten, medicijnkastje ). 32715 Gezondheidseducatie Veiligheid Evacuatieregels toepassen bij brandalarm op school. 32716 Gezondheidseducatie Veiligheid Illustreren met een eigen voorbeeld dat het nemen van voorzorgen de kans op ongevallen vermindert. 32719 Gezondheidseducatie Omgaan met ziektes, handicaps en verslaving Verwoorden dat ze door inname van en/of contact met sommige producten en planten ziek kunnen worden. 32720 Gezondheidseducatie Omgaan met ziektes, handicaps en verslaving Met voorbeelden illustreren dat sommige mensen met een handicap leven. 32721 Gezondheidseducatie Omgaan met ziektes, handicaps en verslaving Situaties en gedragingen herkennen die schadelijk of bevorderlijk kunnen zijn voor hun gezondheid. (bijv. overdadig lawaai, (on) aangepaste kledij, medicatiegebruik ). 32802 Milieueducatie Afval deponeren in de daarvoor bestemde opslagmogelijkheden in de klas en de school (bijv. papier, karton, glas, gft, pmd, batterijen, inktpatronen ).

WO - Techniek - eerste graad! PBD GO! 1/8 33101 Algemene vaardigheden en attitudes Bij een technisch probleem creatieve oplossingen bedenken en toelichten. 33102 Algemene vaardigheden en attitudes Een explorerende en experimentele aanpak tonen om meer te weten te komen over techniek. 33104 Algemene vaardigheden en attitudes Hygiënisch, veilig, zorgzaam en nauwkeurig werken. 33105 Algemene vaardigheden en attitudes Systematisch onderhouden van technische systemen. 33201 Techniek begrijpen De onderdelen van het technisch systeem en hun functie Van veel voorkomende en zelf vaak gebruikte technische systemen de functie benoemen. Waarvoor gebruiken we het? bijv. fiets dient om zich voort te bewegen 33202 Techniek begrijpen De onderdelen van het technisch systeem en hun functie Van veel voorkomende en zelf vaak gebruikte technische systemen een aantal zichtbare onderdelen benoemen. Welke zijn de zichtbare onderdelen? bijv. zadel, stuur, wiel maken een fiets 33203 Techniek begrijpen De onderdelen van het technisch systeem en hun functie Van veel voorkomende en zelf vaak gebruikte technische systemen de functie van verschillende onderdelen verwoorden. Waarvoor dienen de verschillende onderdelen? bijv. stuur van de fiets dient om richting te bepalen 33204 Techniek begrijpen De onderdelen van het technisch systeem en hun functie Van veel voorkomende en zelf vaak gebruikte technische systemen de specifieke functie van verschillende onderdelen onderzoeken en verwoorden via hanteren, monteren en demonteren. Waarvoor dienen die onderdelen? 33206 Techniek begrijpen Technische systemen en hun onderdelen bestaan uit materialen en grondstoffen Van veel voorkomende en zelf vaak gebruikte technische systemen verwoorden uit welke grondstof of materiaal de onderdelen gemaakt zijn. Uit welke grondstof of materiaal zijn de onderdelen gemaakt? bijv. gouden ring met diamanten edelstenen, kiezel op de oprit Zie ook leerlijn natuur (doelstelling 3.2.2.18, 3.2.6.26 en 3.2.6.27)

WO - Techniek - eerste graad! PBD GO! 2/8 33211 Techniek begrijpen Technische systemen functioneren soms niet of slecht Van veel voorkomende en zelf vaak gebruikte technische systemen onderzoeken hoe het komt dat ze niet of slecht functioneren. Waarom werkt het soms niet of slecht? Onderzoeken na gebruiken of ontwerpen van: de functie van het technisch systeem; de functie van de verschillende onderdelen van het technisch systeem; de relatie van de zichtbare onderdelen van het technisch systeem; gebruikte materialen en grondstoffen van een technisch systeem; de technische principes, eigenschappen van materialen en de natuurlijke verschijnselen gebruikt in de onderdelen van het technisch systeem. 33212 Techniek begrijpen Technische systemen moeten onderhouden worden Van veel voorkomende en zelf vaak gebruikte technische systemen illustreren dat sommige moeten worden onderhouden. Hoe worden technische systemen onderhouden? dat materialen nodig zijn om technische systemen te onderhouden. 33213 Techniek begrijpen Technische systemen moeten onderhouden worden Van veel voorkomende en zelf vaak gebruikte technische systemen illustreren dat sommige moeten worden onderhouden. Hoe worden technische systemen onderhouden? dat technische systemen op de juiste manier moeten opgeborgen worden. 33218 Techniek begrijpen Het technisch proces Van veel voorkomende en zelf vaak gebruikte technische systemen de stappen van het technische proces herkennen in concrete ervaringen. Herken je in deze concrete ervaring: het probleem? het zoeken naar oplossingen? het maken een technisch systeem? het in gebruik nemen? het evalueren? 33219 Techniek begrijpen Kerncomponenten van techniek Van veel voorkomende en zelf vaak gebruikte technische systemen de kerncomponenten (technische systemen, het technisch proces, hulpmiddelen en/ of keuzen) herkennen binnen de verschillende toepassingsgebieden van techniek.

WO - Techniek - eerste graad! PBD GO! 3/8 33301 maken Een technisch systeem maken houdt het doorlopen van een technisch proces in Een probleem, ontstaan vanuit een behoefte, technisch oplossen door verschillende stappen van het technisch proces te doorlopen. (het probleem stellen, oplossingen ontwikkelen, maken, in gebruik nemen, evalueren) Welk proces doorloop ik en herken ik als ik een technisch systeem wil maken? 33302 maken Een technisch systeem maken houdt het doorlopen van een technisch proces in in verschillende toepassingsgebieden van techniek gebruiken en/of realiseren. 33303 maken Het technisch systeem ontstaat vanuit een behoefte en/of een probleem In eenvoudige situaties nagaan welk technisch systeem best tegemoet komt aan een behoefte. Welke technisch systeem beantwoordt in deze situatie aan mijn behoefte? Bijv. ik wil een gekartelde rand aan mijn tekening. Welke schaar kan mij een kartelende knip geven. 33304 maken Het technisch systeem ontstaat vanuit een behoefte en/of een probleem De behoefte en het probleem voor het maken van een technisch systeem expliciteren. Wat is de behoefte? Wat is het probleem? bijv. ik wil licht in de kast als ik ze open doe. Welk technisch systeem kan ik maken om mij te helpen? 33305 maken Ontwerpen van een technisch systeem houdt in dat je eerst de vereisten waaraan het technisch systeem moet voldoen omschrijft Voor een technisch systeem dat ze willen ontwerpen rekening houden met aangereikte criteria: grootte, dikte, gewicht, beschikbare ruimte, hoogte, sterkte, waterdichtheid, duurzaamheid, eetbaarheid, veiligheid, prijs, hoeveelheid vereiste mankracht, transporteerbaarheid, bedienbaarheid of uitvoerbaarheid

WO - Techniek - eerste graad! PBD GO! 4/8 33306 maken Ontwerpen van een technisch systeem houdt in dat je eerst de vereisten waaraan het technisch systeem moet voldoen omschrijft Voor een technisch systeem dat ze willen gebruiken of realiseren eigen criteria verwoorden. Welke criteria zijn voor mij belangrijk als ik een technisch systeem wens te realiseren? bijv. Kinderen verwoorden als eigen criteria: Het lampje van de kast mag niet meer branden als ik de kast dicht doe. Het lampje mag mijn kast en kleren niet beschadigen... 33308 maken Ontwerpen van een technisch systeem houdt in dat je eerst de vereisten waaraan het technisch systeem moet voldoen omschrijft Na evaluatie, op het einde van het technisch proces, eventueel criteria verfijnen: Zijn de materialen adequaat? Zijn de materialen correct bewerkt? (gebaseerd op eigenschappen van materialen, wetenschappelijke inzichten, kennis van technische inzichten ) Heeft het technisch systeem de gewenste vorm? Vervult het technisch systeem de functie die vooropgesteld werd? 33309 maken Ontwerpen van een technisch systeem houdt vervolgens in dat je ideeën bedenkt Ideeën voor een ontwerp van een eenvoudig technisch systeem bedenken via trial and error. Welk ideeën voor het technisch systeem kan ik via trial and error bedenken? 33310 maken Ontwerpen van een technisch systeem houdt vervolgens in dat je ideeën bedenkt Ideeën voor een ontwerp van een eenvoudig technisch systeem verzamelen via een probleemoplossende denkwijze. Zie bijlage 7 (p. 83) 33311 maken Ontwerpen van een technisch systeem houdt vervolgens in dat je ideeën bedenkt Na evaluatie of tussens evalueren, op het einde van het technisch proces, het ontwerp aanpassen. 33312 maken Realiseren van het technisch systeem Uit verschillende ontwerpen kiezen en deze keuze realiseren door rekening te houden met: beschikbare grondstoffen en materialen.

WO - Techniek - eerste graad! PBD GO! 5/8 33313 maken Realiseren van het technisch systeem Uit verschillende ontwerpen kiezen en deze keuze realiseren door rekening te houden met: hanteerbare en beschikbare machines/ gereedschappen. 33314 maken Realiseren van het technisch systeem Uit verschillende ontwerpen kiezen en deze keuze realiseren door rekening te houden met: inzetbare personen (taken opdrachten). 33315 maken Realiseren van het technisch systeem Uit verschillende ontwerpen kiezen en deze keuze realiseren door rekening te houden met: beschikbare, ruimte, energie en financiën. 33316 maken Realiseren van een technisch systeem houdt in dat je kan werken met een stappenplan, een eenvoudige werktekening of handleiding Een eenvoudig technisch systeem al dan niet aan de hand van een stappenplan realiseren. 33317 maken Realiseren van een technisch systeem houdt in dat je kan werken met een stappenplan, een eenvoudige werktekening of handleiding Een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. 33318 maken Evalueren van een technisch systeem houdt in dat het in gebruik genomen wordt zodat je kan nagaan of het product en/of de werkwijze aan de criteria voldoen Door gebruik nagaan of het doel werd bereikt met een zelfgemaakt technisch systeem. Werkt het of werkt het niet?

WO - Techniek - eerste graad! PBD GO! 6/8 33319 maken Evalueren van een technisch systeem houdt in dat het in gebruik genomen wordt zodat je kan nagaan of het product en/of de werkwijze aan de criteria voldoen Onderzoeken waarom een zelf gerealiseerd technisch systeem niet functioneert of niet voldoet. Waarom werkt het niet of voldoet het niet? Ligt het aan: de vooropgestelde criteria, het ontwerp, het realiseren? 33320 maken Evalueren van een technisch systeem houdt in dat het in gebruik genomen wordt zodat je kan nagaan of het product en/of de werkwijze aan de criteria voldoen Aangeven hoe het zelf gerealiseerd technisch systeem kan onderhouden worden. Wat moet ik doen om een technisch systeem duurzaam te kunnen gebruiken? Bijv. Hoe moet het technisch systeem bewaard/opgeborgen worden? Welke materialen dienen voor onderhoud? Moet ik bepaalde onderdelen vervangen, kuisen... 33321 maken Evalueren van een technisch systeem houdt in dat het in gebruik genomen wordt zodat je kan nagaan of het product en/of de werkwijze aan de criteria voldoen Zelf gerealiseerde systemen en werkwijzen met elkaar vergelijken en beoordelen. Wat zijn de voordelen van het ene technische systeem ten aanzien van het andere? Bijv. Mogelijke vragen: Welk technisch systeem lost ons probleem het best op? Voor welk technisch systeem zijn we het zuinigst omgegaan met materiaal? Hebben we het materiaal/ het gereedschap correct gebruikt? Zijn we nauwkeurig aan de slag gegaan? Wat gaat het snelst? Wat geeft het mooiste resultaat? Waarvoor heb je het minste materiaal nodig? Wat is het plezierigst? Wat is het veiligst? Wat is het meest duurzaam?...

WO - Techniek - eerste graad! PBD GO! 7/8 33322 maken Evalueren van een technisch systeem houdt in dat het in gebruik genomen wordt zodat je kan nagaan of het product en/of de werkwijze aan de criteria voldoen Bijkomende ideeën en criteria voor het gemaakte technisch systeem formuleren naar aanleiding van evaluatie Kan het nog beter? Zijn er nog ideeën en criteria die het technisch systeem kan verbeteren? Bijv.: Mogelijke vragen: Het technisch systeem weegt teveel om te hanteren. Wat kan aangepast worden? Het technisch systeem kost teveel. Hoe kunnen we dat oplossen?... 33401 gebruiken Een technisch systeem correct gebruiken Een probleem, ontstaan vanuit een behoefte oplossen door een gepast technisch systeem correct te gebruiken. 33402 gebruiken Een technisch systeem correct gebruiken in verschillende toepassingsgebieden van techniek correct gebruiken. 33403 gebruiken Het technisch systeem wordt gebruikt vanuit een behoefte en/of een probleem In eenvoudige situaties kiezen welk technisch systeem best tegemoet komt aan een behoefte. Welke technisch systeem voor een behoefte? Bijv. op de tafel liggen verschillende voorwerpen. Welk gereedschap is gepast om een spijker in de muur te slaan? Zie ook leerlijn natuur (doelstelling 3.2.6.27) 33404 gebruiken Het technisch systeem correct gebruiken al dan niet a.d.h.v. een stappenplan Aangeven hoe je het technisch systeem gebruikt. Bijv. ik weet dat de hamer aan het handvat moet vasthouden 33405 gebruiken Het technisch systeem correct gebruiken al dan niet a.d.h.v. een stappenplan Correct gebruiken van het technisch systeem al dan niet a.d.h.v. een stappenplan, handleiding, werktekening Bijv. ik hanteer de hamer correct

WO - Techniek - eerste graad! PBD GO! 8/8 33406 gebruiken Het technisch systeem correct gebruiken al dan niet a.d.h.v. een stappenplan Correct onderhouden van het technisch systeem al dan niet a.d.h.v. voorschriften. 33407 gebruiken Technische systemen evalueren Bespreken welk technisch systeem het meest gepast is. 33408 gebruiken Technische systemen evalueren Onderzoeken waarom het gebruikte technisch systeem niet of onvoldoende functioneert. Waarom werkt het niet? Bijv. een kruisschroef indraaien met een platte schroevendraaier werkt niet efficiënt Dus best een kruisschroevendraaier. 33409 gebruiken Technische systemen evalueren Aangeven of het gebruikte technisch systeem correct en/of voldoende onderhouden is. Werd het technisch systeem goed en/of voldoende onderhouden? Bijv. Werd het technisch systeem goed bewaard/opgeborgen? Werden de juiste materialen gebruikt? Moeten bepaalde onderdelen vervangen, gekuist worden?... 33504 Techniek duiden Technische systemen kunnen gevaarlijk, nuttig en/of schadelijk zijn voor jezelf, anderen, natuur en milieu Aan de hand van eigen voorbeelden uit verschillende toepassingsgebieden van techniek illustreren dat technische systemen nuttig, gevaarlijk en/of schadelijk kunnen zijn voor henzelf, voor anderen of voor natuur en milieu. Is het technisch systeem nuttig, gevaarlijk en/of schadelijk voor mezelf, voor anderen, voor natuur en milieu?

WO - Tijd - eerste graad! PBD GO! 1/8 34101 Dagelijkse Begrippen van saanduiding en van sindeling Op een correcte wijze begrippen hanteren die verwijzen naar aanduidingen van in het actief taalgebruik; in leefsgebonden en authentieke contexten. 34102 Dagelijkse Begrippen van saanduiding en van sindeling Op een correcte wijze begrippen hanteren die verwijzen naar sindeling in het actief taalgebruik; in leefsgebonden en authentieke contexten. 34103 Dagelijkse Begrippen dagelijkse dag, nacht; 34104 Dagelijkse Begrippen dagelijkse maandag, dinsdag, woensdag zondag; 34105 Dagelijkse Begrippen dagelijkse weekend; 34106 Dagelijkse Begrippen dagelijkse de dagfries: ochtend, voormiddag, middag, namiddag, avond, nacht; 34107 Dagelijkse Begrippen dagelijkse halve dag; 34108 Dagelijkse Begrippen dagelijkse dag, week; 34109 Dagelijkse Begrippen dagelijkse uur; 34110 Dagelijkse Begrippen dagelijkse peuter, kleuter; 34111 Dagelijkse Begrippen dagelijkse zomer, herfst, winter, lente; 34112 Dagelijkse Begrippen dagelijkse maand, jaar;

WO - Tijd - eerste graad! PBD GO! 2/8 34113 Dagelijkse Begrippen dagelijkse januari, februari, maart, april, mei december; 34114 Dagelijkse Begrippen dagelijkse jaargeen, seizoenen; 34115 Dagelijkse Begrippen dagelijkse minuut; 34116 Dagelijkse Begrippen dagelijkse kwartier; 34117 Dagelijkse Begrippen dagelijkse kalenderjaar, schooljaar; 34118 Dagelijkse Begrippen dagelijkse schrikkeljaar; 34201 Dagelijkse De chronologisch geordende activiteiten van de dag associëren met de begrippen nu, (daar)voor, (daar)na. 34202 Dagelijkse De chronologisch geordende activiteiten van de dag associëren met de begrippen nu, later, vroeger. 34203 Dagelijkse De duur van de verschillende activiteiten van de dag vergelijken met gebruik van de termen lang, kort, heel kort, even, langer. 34204 Dagelijkse Vergelijken en associëren van zonnestanden bij aanvang van de school, middagpauze, einde school door middel van zonnefiguurtjes. 34205 Dagelijkse Ervaren en verwoorden dat niet iedereen dezelfde sinvulling, dagindeling, weekindeling heeft; bijv. het daggebruik van anderen (een ouder, zus, broer ) beschrijven en dit vergelijken met eigen daggebruik. 34206 Dagelijkse Uren associëren met dagmomenten.

WO - Tijd - eerste graad! PBD GO! 3/8 34208 Dagelijkse Delen van de dag associëren met al dan niet typische activiteiten. 34209 Dagelijkse Verwoorden hoe een dag (etmaal) is ingedeeld (ochtend, voormiddag, middag, namiddag, avond, nacht). 34210 Dagelijkse De verschillende activiteiten van de dag beschrijven en chronologisch ordenen met behulp van een daglijn. 34211 Dagelijkse De verschillende activiteiten van de dag beschrijven en chronologisch ordenen zonder visuele steun. 34212 Dagelijkse De dagen van de week benoemen. 34213 Dagelijkse Onderscheiden, identificeren en vergelijken van de verschillende dagen van de week a.d.h.v. specifieke kenmerken (zwemdag = dinsdag) met behulp van een weeklijn. 34215 Dagelijkse De chronologisch geordende dagen van de week associëren met de begrippen: overmorgen, eergisteren. 34216 Dagelijkse De onderlinge volgorde weergeven: na zondag komt maandag, voor dinsdag komt maandag en gebruik maken van de termen nu, daarvoor, daarna, later en vroeger. 34217 Dagelijkse Gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen ordenen op een weeklijn. 34218 Dagelijkse Tellend met de omgaan, zoals: nog 2 nachten slapen en dan 34219 Dagelijkse Onderscheiden, identificeren en vergelijken van de verschillende dagen van de week a.d.h.v. specifieke kenmerken (zwemdag = dinsdag) zonder visuele steun. 34220 Dagelijkse Chronologisch geordende dagen/weken associëren met het begrip maand.