Nota Maatschappelijke Zorg Gouda 2013-2016 Niemand buiten de boot
2
Inhoudsopgave Deel I 1. Inleiding....................................... 5 2. Doelgroepomschrijving Gouda........................... 6 3. Wat willen we bereiken?............................... 7 4. Wat doen we al?................................... 8 5. Wat gaan we doen?................................. 11 6. Hoe gaan we dat financieren?............................ 13 3
4
1. Inleiding De prestatievelden 7,8 en 9 van de Wmo gaan over maatschappelijke opvang (ook vrouwenopvang en huiselijk geweld), openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) en verslavingsbeleid. De meeste activiteiten die vallen onder deze prestatievelden zijn voor mensen die behoorlijk zijn vastgelopen in hun leven. Vaak is bij hen sprake van een opeenstapeling van problemen waardoor een uiterst complexe en vaak ook onhoudbare situatie ontstaat. Maatschappelijke opvang (MO) omvat activiteiten bestaande uit het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die, door een of meerdere problemen, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Onder het bieden van openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) wordt verstaan: het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de OGGZ, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de OGGZ. De doelgroep van OGGZ is vaak zorgmijder en hulpverleners vanuit de OGGZ proberen de cliënt te verleiden hulp te accepteren. Tenslotte doelt ambulante verslavingszorg op ambulante hulpverlening gericht op (preventie van) verslavingsproblemen, inclusief activiteiten in het kader van bestrijding van overlast door verslaving. Gemeente Gouda is voor Wmo 7, 8 en 9 centrumgemeente. Dat betekent dat gemeente Gouda namens de regio Midden Holland de middelen voor onder meer opvang ontvangt en deze in samenspraak met de regio besteedt. Alle regiogemeenten inclusief Gouda hebben daarnaast in de Wmo taken die gericht zijn op onder meer het voorkomen van problemen als dak- en thuisloosheid en verslaving. Deze lokale taken worden steeds belangrijker omdat de regionale middelen voor onder meer opvang sterk onder druk staan. Dit dwingt ons tot gericht beleid dat de instroom in opvangvoorzieningen beperkt en de uitstroom naar (begeleid) zelfstandig wonen bevordert. Ook als mensen weer terugkeren naar zelfstandig wonen is het van belang dat er een sociale leefomgeving is die mensen ondersteunt. Deze taken zijn in het Regionaal kader maatschappelijke zorg 2013 2016 vertaald in een aantal beleidsspeerpunten. Voor zover deze beleidsspeerpunten betrekking hebben op lokale taken en verantwoordelijkheden, komen ze in deze nota aan de orde. Gemeenschappelijke taken waarvoor gemeente Gouda een centrumgemeente functie vervult, komen terug in de Regionale Uitvoeringsagenda Maatschappelijke Zorg. Deze nota is tevens een uitwerking van het thema Niemand buiten de boot zoals opgenomen in de Wmo (kader)nota Verbinden en vernieuwen 2012 2015. 5
2. Doelgroepomschrijving Gouda De doelgroep voor de lokale inzet op maatschappelijke zorg is breed, omdat het ook gaat om het voorkomen van problematiek (algemene preventie). Daarmee strekt de doelgroep zich van het algemeen publiek (waarbij vaak het accent wordt gelegd op jeugdigen) tot aan cliënten met zware, aanhoudende problematiek op het gebied van verslaving en psychiatrie die intensieve en langdurige zorg nodig hebben. In onderstaand overzicht worden een aantal feiten en cijfers over de doelgroep in Gouda opgesomd. Aantal cliënten die OGGZ zorg, opvang of ondersteuning ontvangen. Weergave van totaal in regio Midden Holland en een gecalculeerde schatting hoeveel mensen daarvan in Gouda geregistreerd staan. In de regio gaat het om 2.200 mensen. Dat is ongeveer 1 procent van de bevolking in Midden Holland. Voor Gouda wordt rekening gehouden met 1.100 mensen ofwel 1,5 procent van de bevolking. Aantal cliënten met een AWBZ indicatie voor begeleiding of dagbesteding: Het aantal cliënten dat begeleiding op basis van een psychiatrische grondslag ontvangt in Gouda: 448. Dit is ruim de helft van alle inwoners uit Gouda (989) die een AWBZ indicatie voor extramurale begeleiding hebben. Aantal inwoners met risico op sociale uitsluiting: Van de Goudse inwoners van 20 tot en met 64 jaar (totaal 42.698 inwoners) heeft 5,1 % een hoog risico op angst en depressie (2.178), is van 9% de financiële situatie slecht (3.843), heeft 11,9 bijstand, WW uitkering of een uitkering voor arbeidsongeschiktheid (5.100) en is 5,9% sterk beperkt door chronische aandoeningen (2.519) (Bron: GGD 2011 Risicofactoren voor sociale uitsluiting). Bijna 2.500 inwoners vertonen een combinatie van twee van de vier risicofactoren. 6
3. Wat willen we bereiken? Op grond van het Regionaal Kader Maatschappelijke Zorg 2013 2016 (in het vervolg Regionaal Kader genoemd) kunnen we op drie thema s lokale verantwoordelijkheden onderscheiden. In het Regionaal Kader zijn ten aanzien van deze thema s de volgende hoofddoelstellingen meegenomen: Verbeteren preventie en vroegsignalering Preventie en signalering van kwetsbare mensen is verbeterd door inzet van wijk en dorpsnetwerken en door het verbinden van zorg en welzijn. Dakloosheid ten gevolge van huisuitzetting komt (vrijwel) niet meer voor. Voorkomen van nieuwe dak- en thuislozen door te investeren in preventie van uitval en op het voorkomen van terugval Dakloosheid als gevolg van detentie komt (vrijwel) niet meer voor. Instroom-doorstroom-uitstroom verbeteren Bevorderen dat mensen die in zorg en opvang zitten uitstromen en re-integreren en participeren in de samenleving. Ex-gedetineerden zijn zoveel mogelijk voorzien van de basisvoorzieningen op de vijf leefgebieden: wonen, identiteitsbewijs, dagbesteding/werk, inkomen en zorg. Cliëntenvertegenwoordiging, ondersteuning en belangenbehartiging Belangenbehartiging van cliënten, cliëntenvertegenwoordiging en onafhankelijke cliëntondersteuning blijft de komende jaren van belang. In het Regionaal Kader zijn op deze thema s onderstaande speerpunten voor beleid verwoord: Thema Verbeteren preventie en vroegsignalering Instroom, doorstroom, uitstroom Cliëntvertegenwoordiging, ondersteuning en belangenbehartiging Beleidsspeerpunten voor lokaal beleid Alle gemeenten in de regio Midden Holland maken afspraken met de woningcorporaties over het voorkomen van huisuitzettingen. Alle betrokken partijen melden dreigende huisuitzettingen bij het Meldpunt Zorg en Overlast Gemeenten registreren het aantal (voorkomen) huisuitzettingen. Alle gemeenten dragen zorg voor preventie van schulden en begeleiding bij stabilisatie van schulden eventueel in combinatie met zorgtoeleiding voor de kwetsbare burgers. Er wordt een component administratie- en budgetvaardigheden opgenomen in het reintegratietraject van kwetsbare burgers. De gemeenten dragen er zorg voor dat de kwetsbare doelgroep - voor zover mogelijkgebruik kan maken van algemene voorzieningen. Waar nodig wordt een specifiek aanbod gerealiseerd. Er wordt (nazorg ex-gedetineerden) gewerkt volgens de afspraken in het samenwerkingsmodel van VNG en Justitie. Ex-gedetineerden zijn zoveel mogelijk voorzien van de basisvoorzieningen op de vijf leefgebieden: wonen, identiteitsbewijs, dagbesteding/werk, inkomen en zorg. Geen specifiek beleidsspeerpunt benoemd. 7
4. Wat doen we al? In onderstaand overzicht laten we zien welke activiteiten we op dit moment al ondernemen op de drie thema s. Thema Verbeteren preventie en vroegsignalering Instroom, doorstroom, uitstroom Cliëntvertegenwoordiging, ondersteuning en belangenbehartiging Lokaal beleid Er zijn afspraken met de woningcorporaties over het voorkomen van huisuitzettingen. Deze zijn vastgelegd in een convenant dat loopt t/m 2015. Melding en registratie maken hier onderdeel van uit. We betalen mee aan een aandachtsfunctionaris alcohol. Er is een (concept) beleidsplan schuldhulpverlening opgesteld met aandacht voor preventie, (extra) begeleiding en nazorg. Conform de Goudse Jeugdagenda wordt er door het CJG actief ingezet op preventie en vroegsignalering. Het voorkomen van schooluitval heeft prioriteit. Er is een collectief aanbod (zorgverzekering) voor cliënten. We zetten actief in op participatie van kwetsbare burgers (beleid Gewoon Meedoen) met het doel algemeen welzijnsaanbod voor een brede doelgroep toegankelijk te maken. De aanpak nazorg ex-gedetineerden vindt conform de afspraken in het samenwerkingsmodel van VNG en Justitie plaats en richt zich op wonen, identiteitsbewijs, dagbesteding/werk, inkomen en zorg. Er is intensief overleg met instellingen op het terrein van wonen, welzijn en zorg (Levensloopbestendig Gouda). Sinds 2009 geven we invulling aan (voorheen AWBZ) begeleiding op psycho-sociale grondslag. In 2012 zijn we gestart met Medialab: een leerwerktraject voor jongeren zonder vaste verblijfsplaats met (zware) psychiatrische problematiek en/of een detentieverleden. Er is aandacht voor vrijwilligerswerk door cliënten als activering of opstap naar werk. Sinds 2012 kopen we aanvullende mantelzorgondersteuning in voor mantelzorgers van inwoners met OGGZ problematiek. Gemeente Gouda, politie en woningcorporaties hebben in 2011 het convenant overlastgevende huurders ondertekend waarmee een nieuwe invulling wordt gegeven aan het laatste kans beleid. o De doelgroep van maatschappelijke zorg is vertegenwoordigd in de Goudse Wmo raad. o Er zijn 2 MIMP ers actief die inwoners met meervoudige problematiek bijstaan als escalatie van problemen dreigt. Toelichting tabel Verslavingspreventie Vanuit de regionale middelen voor verslavingszorg worden zaken als ambulante zorg, outreachende zorg, crisisinterventie, behandelingen (zonder verblijf), gespreksgroepen en preventieve programma s gefinancierd. Onderdeel van deze afspraken is ook de preventieve inzet op gokverslaving waarvoor tussen gemeente, Brijder en Hommerson een convenant is ondertekend. Daarnaast wordt er aan diverse scholen voorlichting gegeven; is er een functionaris alcoholmatiging bij de GGD die alle gemeenten in de regio ondersteunt en adviseert bij de lokale aanpak van alcoholmisbruik; en wordt er gebruik gemaakt van de mogelijkheid om jongeren als zij in het openbaar alcohol gebruiken door te verwijzen voor een leeropdracht bij HALT. Bij de HALT leeropdracht wordt een cursus gevolgd bij Brijder waarbij de jongere wordt gestimuleerd om na te denken over zijn gedrag en ook de ouders worden bewust gemaakt van hun invloed op het alcoholgebruik van hun kind. In 2012 hebben 15 jongeren uit Gouda zo n leeropdracht uitgevoerd. 8
Participatie kwetsbare burgers (welzijn) In 2011 is op dit terrein onder de noemer kwetsbare burgers specifiek beleid ontwikkeld dat uit gaat van de eigen kracht (van individuen en wijken) en dat als uitgangspunt heeft dat gemeente particulier initiatief ondersteunt en faciliteert maar niet zelf organiseert. In 2012 is dit beleid verder uitgewerkt onder de naam Gewoon meedoen, onder meer in een subsidieregeling. Het accent ligt daarbij op het ontsluiten en faciliteren van algemeen welzijnsaanbod voor een brede doelgroep (die geen specifieke begeleiding nodig heeft bij deelname, maar wel een steuntje in de rug nodig heeft bij participatie). Jeugdpreventie Het CJG heeft een belangrijke rol in preventie en vroegsignalering. Zo worden in Gouda Oost samen met de Brede School wekelijkse bijeenkomsten (ouderkamers) georganiseerd waarin ook een opvoedkundig thema wordt besproken. Ook is er vanuit het CJG bijzondere aandacht voor opvoedondersteuning aan allochtone ouders. Sinds 2012 wordt in het kader van vroegsignalering intensief samengewerkt met scholen en aanbieders van kinderopvang. De aanpak van schoolverzuim is tenslotte ook een belangrijke speerpunt binnen de Goudse jeugdagenda. In regionaal verband participeert de gemeente in het convenant voortijdig schoolverlaten waarbij we samen met het onderwijs en zorginstellingen trajecten uitzetten om te voorkomen dat jongeren stoppen met school, om jongeren die wel gestopt zijn op te sporen, (onderwijs)trajecten aan te bieden en ervoor te zorgen dat ze weer naar school gaan. Voorkomen huisuitzettingen In Gouda hebben woningcorporaties, Kwadraad, Leger des Heils, gemeente en GGD afspraken gemaakt over het voorkomen van (dreigende) huisuitzettingen door huurachterstanden. Deze aanpak is in 2012 vastgelegd in een convenant. Uitgangspunt is dat veel huisuitzettingen als gevolg van huurschuld voorkomen kunnen worden. Dat blijkt ook uit de praktijk. Waar in 2009 bij 83% van de dreigende huisuitzettingen als gevolg van huurschuld een huisuitzetting is voorkomen, is dat in 2011 87%. Voor de looptijd van het convenant is een heldere ambitie neergelegd: in 90% van de gevallen dat een huisuitzetting dreigt, zal een huisuitzetting worden voorkomen. De gemeente heeft hier een belangrijke rol in, bijvoorbeeld in het doorbetalen van vaste lasten bij oplopende huurschulden. Schuldhulpverlening Het beleidsplan Naar een sluitende schuldhulpverlening in Gouda, 2013 2016 is inmiddels in college en raad vastgesteld (december 2012). Het doel van het beleidsplan is om een integrale aanpak op schuldhulpverlening te realiseren waarin aandacht is voor preventie en nazorg, maar ook voor de omstandigheden waarin financiële problemen tot stand zijn gekomen. Voor de doelgroep van maatschappelijke zorg zijn de volgende maatregelen relevant: - Bij uitzondering opstarten van inkomensbeheer (bv. om huisuitzetting te voorkomen); - Mogelijkheden om maatschappelijk werk in te zetten als voortraject of als nazorg; - Bij beperkte leerbaarheid zoeken naar duurzame oplossingen zoals bewindvoering; - Er is aandacht voor voorlichting aan uitkeringsgerechtigden; - Er is aandacht voor vroegsignalering door professionals te trainen om vroegtijdig financiële problemen te herkenen; - De mogelijkheden van het voortzetten van voorlichting aan scholen (waar ouders ook betrokken bij worden), worden onderzocht. Woonbegeleiding Sinds 2009 is al een deel van de AWBZ functie voor begeleiding, namelijk begeleiding op psychosociale grondslag, naar gemeenten gekomen. Voor wat Gouda betreft worden deze middelen (ruim 5 ton in 2012) grotendeels belegd bij instellingen. Daarnaast wordt op jaarbasis ca. 50.000 besteed aan individuele woonbegeleidingstrajecten. Ook wordt vanuit het Wmo loket voor enkele gevallen per jaar (8) op basis van psychosociale problematiek een indicatie afgegeven voor een aangepaste woning. Werk en inkomen Een deel van de cliënten kan niet meer werken omdat ze bijvoorbeeld intensieve zorg nodig hebben. Hoewel deze zorgcliënten geen vaste casemanager meer hebben, worden ze nog wel jaarlijks opgeroepen voor een gesprek om na te gaan hoe het met ze gaat en of ze bijvoorbeeld wel gebruik maken van de regelingen die voor hen beschikbaar zijn. In oktober 2012 is in Gouda een leerwerktraject gestart (Medialab Gouda) dat als doel heeft om jongeren met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt - zoals ex-gedetineerde jongeren, jongeren zonder vast verblijfsadres en tienermoeders - te begeleiden naar werk of onderwijs. Er zijn inmiddels 12 jongeren gestart. 9
Vrijwilligerswerk We rekenen bij de ondersteuning van kwetsbare burgers op de inzet van (zorg)vrijwilligers voor allerlei zorggerelateerde zaken als warme maaltijdvoorziening, klussendienst, huisbezoeken bij mensen die dreigen te vereenzamen, boodschappenservice etc. Dit is ook één van de thema s uit de kadernota Wmo. In het voorjaar van 2013 zal een lokale uitwerking van dit thema aan de raad worden aangeboden. Het gaat dan onder meer om het inventariseren van het huidige aanbod aan informele zorg en het optimaliseren, verbinden en ondersteunen van dit aanbod. Het belang van vrijwilligerswerk in het kader van activering en/of als opstap naar werk wordt onderkend in de Participatienota. Inmiddels is er binnen de afdeling Re-integratie en inkomen één casemanager die de begeleiding naar vrijwilligerswerk voor haar rekening neemt. De toewijzing naar vrijwilligerswerkklussen gebeurt mede op advies van het Vrijwilligers Informatie Punt (VIP). Mantelzorgondersteuning Sinds 2012 is er in Gouda aanvullend ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers van personen met (O)GGZ problematiek. Dit wordt uit lokale mantelzorgmiddelen bekostigd. In 2012 gaat het om een bedrag van 15.000. De verwachting is dat deze inzet structureel zal zijn, of in ieder geval voortgezet zal worden voor de resterende duur van het mantelzorgbeleid. Nazorg ex-gedetineerden Voor de aanpak van volwassenen (18 jaar en ouder) is binnen het Veiligheidshuis Gouda een handboek vastgesteld. De inzet op de vijf leefgebieden (wonen, identiteitsbewijs, dagbesteding/werk, inkomen en zorg) is niet afhankelijk van het vergrijp en detentieduur, maar van de persoonlijke situatie van de ex-gedetineerde. Nazorg is dus niet alleen maar inzet op ex-gedetineerden die zware delicten hebben begaan. De ervaring met deze doelgroep leert dat een groot deel van de ex-gedetineerden kampt met verslavingsproblematiek ((minimaal) 40% voor 2011) en huisvestingsproblemen. Voor mensen die geen gedwongen kader hebben (justitieel traject) kan een vrijwillig nazorgtraject door de Reclassering Nederland worden ingezet. Cliëntvertegenwoordiging, cliëntondersteuning, belangenbehartiging Binnen de Wmo raad Gouda wordt de doelgroep voor MO, (O)GGZ en verslavingsbeleid door één ervarings deskundige vertegenwoordigd. De Wmo raad is zelf verantwoordelijk voor haar samenstelling. Voor specifiek deze doelgroep wordt ze daarin bijgestaan door de ZOG MH. Daarnaast heeft gemeente Gouda in ieder geval tot 2014 twee MIMP ers in dienst (in totaal ongeveer 1 fte). Deze functionarissen staan inwoners met een meervoudige problematiek bij die zijn vastgelopen in de gemeentelijke dienstverlening en/of waar escalatie van problematiek door omstandigheden dreigt. Deze MIMP ers vertegenwoordigen de gemeente ook bij diverse overleggen met zorginstellingen en spelen daarnaast ook een rol in de aanpak voorkomen huisuitzettingen. 10
5. Wat gaan we doen? In onderstaande tabel geven we per thema aan wat we aanvullend gaan doen naast hetgeen in paragraaf 4 al aan de orde is gekomen. Thema Verbeteren preventie en vroegsignalering Instroom, doorstroom, uitstroom Cliëntvertegenwoordiging, ondersteuning en belangenbehartiging Voornemens aanvullend lokaal beleid We nemen de doelgroep maatschappelijke zorg mee in de uitwerking van de gebiedsgerichte aanpak We zetten onze aanpak voorkomen huisuitzettingen voort en zoeken de verbinding met de gebiedsgerichte aanpak Binnen het in 2013 op te stellen scholingsaanbod voor uitkeringsgerechtigden zal voorlichting over het omgaan met geld worden opgenomen We verwijzen jongeren actief door naar de leeropdracht HALT en bekostigen dit uit de middelen voor lokaal gezondheidsbeleid We onderzoeken de mogelijkheden van begeleiding door vrijwilligers van ex-gedetineerden We ontwikkelen een Goudse variant van de vriendendienst (maatjesproject) We organiseren individuele begeleiding bij zelfstandig wonen voor de doelgroep maatschappelijke zorg We gaan na hoe we vanaf 2014 invulling willen geven aan de functie MIMP Toelichting tabel Gebiedsgerichte aanpak In 2013 zal conform de Kadernota Wmo van Gouda gestart worden met een pilot gebiedsgerichte aanpak. Het doel van deze pilot is om tot een integraal en laagdrempelig eerstelijns ondersteuningsaanbod voor kwetsbare burgers te komen op diverse leefgebieden. Gewenst resultaat is dat de doelgroep maatschappelijke zorg binnen de gebiedsgerichte aanpak in beeld is en bediend wordt. Voorkomen huisuitzetting In 2015 loopt het huidige convenant voor de aanpak voorkomen huisuitzetting (als gevolg van huurschulden) af. In aanloop naar nieuwe afspraken zoeken we de verbinding met de gebiedsgerichte aanpak. Tot 2013 werden de kosten voor de inzet van maatschappelijk werk bij dreigende huisuitzettingen bekostigd uit regionale middelen voor MO, OGGZ en verslavingsbeleid. Vanaf 2013 moet dit uit lokale middelen bekostigd worden. Conform het convenant voorkomen huisuitzetting is het streven om 90% van de dreigende huisuitzettingen als gevolg van huurschuld te voorkomen. HALT In het Bestuurlijk Overleg Zorg en Samenleving is in 2011 afgesproken dat de inzet van de HALT leeropdracht voor 2012 eenmalig uit regionale middelen bekostigd zal worden, maar dat vanaf 2013 hier lokale middelen voor ingezet moeten worden. Het doel van de inzet van de HALT leeropdracht is om te zorgen dat jongeren zich bewust zijn van hun problematisch alcoholgebruik en niet opnieuw de fout in gaan. 11
Schuldhulpverlening Conform het beleidsplan schuldhulpverlening wordt in 2013 nagegaan hoe voorlichting over de omgang met geld meegenomen kan worden in het scholingsaanbod voor cliënten. Het doel van deze voorlichting is om te voorkomen dat er (opnieuw) een beroep op schuldhulpverlening moet worden gedaan. Vrijwillige begeleiding ex-gedetineerden In diverse gemeenten worden (lang)gedetineerden in de gevangenis bezocht als voorbereiding op hun terugkeer. Hiervoor worden soms vrijwilligers en soms werkcoaches van een afdeling werk en inkomen ingezet. Ervaring met een vrijwilligersproject onder meer in Katwijk leert dat dergelijke begeleiding recidive tegengaat. Uiterlijk in 2014 besluiten we of en zo ja hoe we hier eventueel in regionaal verband - invulling aan willen geven. Het doel van deze pilot is om te voorkomen dat (langgestrafte) ex-gedetineerden opnieuw de fout in gaan door hen actief te begeleiden bij hun terugkeer in de samenleving. Goudse variant vriendendienst De inzet van (zorg)vrijwilligers is ook voor de doelgroep van maatschappelijke zorg heel belangrijk. Samen met de huidige aanbieders van maatjesprojecten willen we nagaan welke doelgroepen we nu wellicht nog missen; wat er nog nodig is op het terrein van werving, coördinatie en ondersteuning van vrijwilligers (en hun maatjes) en hoe we daar voor Gouda invulling aan kunnen geven. Dit willen we uiterlijk in 2015 gerealiseerd hebben. We willen een impuls geven aan een laagdrempelige manier van begeleiding via vrijwilligerswerk voor de doelgroep van maatschappelijke zorg. Individuele begeleiding In 2015 komt de functie ondersteunende begeleiding (inclusief dagbesteding) vanuit de AWBZ naar gemeenten. Een groot deel van de huidige inwoners met een indicatie voor extramurale begeleiding heeft deze indicatie op grond van een psychiatrische grondslag. De landelijke overheid wenst dat mensen langer zelfstandig blijven wonen en thuis begeleiding krijgen. Dat betekent dat de groep die individuele begeleiding bij het zelfstandig wonen nodig heeft, groeit. Gewenst resultaat is dat de doelgroep maatschappelijke zorg voor individuele begeleiding bij zelfstandig wonen in beeld is en begeleiding ontvangt. Cliëntvertegenwoordiging, cliëntondersteuning, belangenbehartiging De huidige financiering van het MIMP stopt per 1 januari 2014. Nagegaan zal worden hoe we hier mede gezien de ontwikkelingen op het terrein van de decentralisaties en de gebiedsgerichte aanpak in de toekomst invulling aan willen geven. Een verbinding met de gebiedsgerichte aanpak ligt voor de hand. Gewenst resultaat is dat er overeenstemming is over een alternatieve invulling van de functie MIMP vanaf 2014. 12
5. Hoe gaan we dat financieren? In onderstaand overzicht is voor elk voornemen voor aanvullend lokaal beleid, aangegeven wat de financiële consequenties zijn (voor zover daar in dit stadium al zicht op is) en welke (mogelijke) bronnen voor financiering beschikbaar zijn. Voornemens aanvullend lokaal beleid Financiële consequenties Financiering We nemen de doelgroep maatschappelijke zorg mee in de uitwerking van de gebiedsgerichte aanpak We zetten onze aanpak voorkomen huisuitzettingen voort en zoeken de verbinding met de gebiedsgerichte aanpak Binnen het in 2013 op te stellen scholingsaanbod voor uitkeringsgerechtigden zal voorlichting over het omgaan met geld worden opgenomen We verwijzen jongeren actief door naar de leeropdracht HALT en bekostigen dit uit de middelen voor lokaal gezondheidsbeleid We onderzoeken de mogelijkheden van begeleiding door vrijwilligers van ex-gedetineerden We ontwikkelen een Goudse variant van de vriendendienst (maatjesproject) We organiseren individuele begeleiding bij zelfstandig wonen voor de doelgroep maatschappelijke zorg We gaan na hoe we vanaf 2014 invulling willen geven aan de functie MIMP Geen aanvullende financiering a 25.000 voor de inzet van maatschappelijk werk. Nader te bepalen Via nacalculatie te betalen (max. a 10.000) Nader te bepalen. Onderzoek binnen reguliere capaciteit Nader te bepalen Nader te bepalen (afhankelijk van financieel kader decentralisatie) Nader te bepalen (inzet personele capaciteit) n.v.t. Budget maatschappelijke dienstverlening Participatiebudget Middelen gezondheidsbeleid Mogelijke bronnen: Rijksmiddelen veiligheid Participatiebudget Investeringsbudget Wmo Mogelijke bronnen: Investeringsbudget Wmo Middelen voor collectieve preventie GGZ Gedecentraliseerde middelen voor begeleiding Nader te bepalen 13
colofon uitgave: gemeente Gouda oplage: druk: Twigt Grafisch Facilitair bv Dit rapport is gedrukt op papier afkomstig uit verantwoord beheerde bossen. gemeente Gouda, februari 2013