raadsvoorstel voorstel B&W stelt de raad voor het volgende te besluiten:

Vergelijkbare documenten
raadsvoorstel voorstel B&W stelt de raad voor het volgende te besluiten:

BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

Beleidskader en verordeningen Participatiewet Eddy van der Spek Eva Mercks

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/12040

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening. Aan de raad. Participatiewet

*Z001797C1F1* Raadsvoorstel. voorstel

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan

Korte inhoud : De verordeningen Participatiewet dienen door de gemeenteraad te worden vastgesteld.

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

Portefeuillehouder: M. Verschuren Behandelend ambtenaar J. van Bragt, (t.a.v. J.van Bragt)

Raadsvoorstel. Aanleiding. Datum

Participatiewet. Wetgeving

Raadsvoorstel Nummer:

Participatiewet. 1 januari 2015

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2015/4

Raadsvoorstel Zeewolde

Raadsvergadering 15 december Nr.: 8. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Invoering Participatiewet. Portefeuillehouder: Wethouder B.

Presentatie Participatiewet & Wijzigingen Wwb. Commissie Samenleving Brielle

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Beleidsplan Participatiewet. Berkelland

Bijlage 9: Advies cliëntenraad Roerdalen en reactie college Bijlage(n) ter inzage: N.v.t.

Verordeningen Participatiewet

Voorgesteld besluit Het Meerjarenbeleidskader Participatiebeleid Werk en Wederkerigheid vast te stellen

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015

Raadsvoorstel Openbare Raadsvergadering LE - Raadstukken 2014\80

Agendapuntnr.: Renswoude, 27 oktober Nr.: Behandeld door: M.H.T. Jansen Onderwerp: Verordening Tegenprestatie Renswoude 2015

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan

Participatiewet en Maatregelen WWB per 1 januari 2015

Veranderingen in de Jeugdzorg, Wmo en Participatiewet

Raadsvergadering : 8 september 2015 agendapunt : Commissie : Sociaal. : Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Berkelland 2015

Bijlage 1 : Beschut werk

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/13096_1 Agendapunt 7

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Participatiewet. 9 september raadscommissie EM - 1 -

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Arbeidsparticipatie naar vermogen

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen?

: Verordeningen Participatiewet

Wijzigingen verordeningen Wet werk en bijstand

RAADSVOORSTEL. 22juni mei2017 Aanpassing Reintegratieverordening. Economie en Werk

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Reïntegratieverordening. werk en bijstand

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.18 november 2014, nummer: 14/987;

C. Visser, Communicatie

Verordeningen Participatiewet

Verordening tegenprestatie Sociale Zekerheid 2015, gemeente Drimmelen

Gemeenteraad

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. 3. Inleiding. Agenda nr. 8

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

MEEDOEN WERKT! PRESENTATIE participatiewet. in opdracht van Min. SZW

Participatiewet. Veranderingen voor de Oosterschelderegio. 2 juni 2014 Door: Jaap Schipper.

Burgemeester en Wethouders 30 april Steller Documentnummer Afdeling. R. van Wijk 15I Samenleving

Raadsvoorstel. Neerijnen

Hoofdstuk 2. Loonwaarde en loonkostensubsidie

1 notitie beleidskeuzes participatiewet, mei Notitie beleidskeuzes participatiewet

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Beantwoording motie effecten invoering Participatiewet

Raadsvoorstel OP.09A

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 december 2014, nr ;

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Peel en Maas

1 van 5. Registratienummer: Bijlage(n) 2 Onderwerp. Beleidsplan Participatiewet. Middenbeemster, 30 september Aan de raad

Raadsbesluit. De gemeenteraad van gemeente Leudal. Agendapunt 8. Gezien het voorstel van het college d.d. 11 november 2014 nummer.

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Wie ben ik? Turgut Hefti Arbeidsdeskundige en jurist UWV, Achmea DossierMeester

: invoering Participatiewet in Oost-Groningen

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

F. Buijserd burgemeester

Verordening tegenprestatie naar vermogen Participatiewet, IOAW en IOAZ ISD Bollenstreek 2015

Wijziging re-integratieverordening Participatiewet gemeente Woudrichem 2015 Volgnr Corsa kenmerk /

vast te stellen de hierna volgende Verordening tegenprestatie Alkmaar 2015 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Verordening tegenprestatie participatiewet 2015 Documentnummer INT

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ;

Aanleiding en probleemstelling

Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Lemsterland. gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

Beschut werk in Aanleiding

De burgemeester, Mr. J.H.C. van Zanen

Stand van zaken voorbereiding Participatiewet Duin- en Bollenstreek Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout & Teylingen

Informerende bijeenkomst Participatiewet. voor gemeenteraadsleden West-Friesland. Woensdag 14 mei 2014 Maandag 26 mei 2014

Overzicht wijzigingen 1ste Verordening tot wijziging van de Verordening sociaal domein gemeente Nieuwkoop

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Haarlem (versie ) De raad van de gemeente Haarlem;

Raadsvergadering : 12 maart Agendapunt : 11

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d., nummer:. ;

PARTICIPATIEWET. Maar nu.wat verandert er allemaal??

Voor wat deze agenda betreft komen de agendapunten 14 en 17 voor het spreekrecht in aanmerking.

De Wijsmaker Training en opleiding

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 9 Datum :

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014 gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet;

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZ ASTEN 2015

Onderwerp Meedoen mogelijk maken, kadernota participatiewet Versienummer 1

1. Onderwerp Maatwerkvoorziening inkomensondersteuning

De raad van de gemeente Schiermonnikoog,

Raadsvoorstel Besluitvormend. Wij stellen voor: Module Nieuw Beschut Werk - GR Kust-, Duin- en Bollenstreek. de raad van de gemeente Teylingen

Foech ried/kolleezje: De vaststelling van verordeningen als bedoeld in artikel 8 en artikel 35 IOAW dient door de gemeenteraad te gebeuren.

Evaluatie Werkgeversservicepunt en voorbereiding Participatiewet: visie Werk

Een nieuwe taak voor gemeenten

De Participatieraad heeft kennis genomen van beide verordeningen en kan zich verenigen met de inhoud ervan.

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet Krimpen aan den IJssel 2015

Wijziging Participatieverordening Rotterdam 2015

Transcriptie:

raadsvoorstel zaak/onderwerp Z-14-03928 / Beleidsplan participatie en inkomensondersteuning 2015-2016 portefeuillehouder J. Roeffen afdeling Maatschappij opgesteld door H. de Bruin datum/voorstel nr 30 september 2014 / CB-14-526 datum raad 30 oktober 2014 voorstel B&W stelt de raad voor het volgende te besluiten: 1. Het Beleidsplan participatie en inkomensondersteuning 2015-2016 'Aan de slag...' vast te stellen waarmee de volgende uitgangspunten worden onderschreven: Het specifiek ondersteunen van de doelgroep met een beperking en een loonwaarde beneden het minimumloon; Het inzetten van loonkostensubsidie en beschut werk voor het kunnen laten deelnemen aan de reguliere arbeidsmarkt van bepaalde doelgroepen, Het opleggen de tegenprestatie aan bijstandsgerechtigden door middel van het trechtermodel; Het inzetten van specifieke inkomensondersteuning voor schoolgaande kinderen en maatwerk middels individuele bijzondere bijstand; Het vormgeven van een maatwerkvoorziening als gevolg van de afschaffing van de Wtcg en CER in de vorm van een uitgebreide collectieve zorgverzekering voor minima, chronisch zieken en gehandicapten. 2. Kennis te nemen van het feit dat het college de aangenomen motie met betrekking tot de verbinding economische agenda met sociale opgave, aangenomen op 27 februari 2014, en de motie concept zienswijze begroting KDB, aangenomen op 12 juni 2014, als afgedaan beschouwt. Burgemeester en wethouders van Oegstgeest de secretaris de burgemeester J.W. van Tuijl drs. J.B. Waaijer 9/16

toelichting voorstel inleiding en context/ achtergrond beoogd effect of resultaat De participatiewet maakt onderdeel uit van het sociaal domein waarvoor gemeenten vanaf 1 januari 2015 nog meer verantwoording dragen. Op 19 december 2013 heeft uw raad de visienota Nieuw sociaal domein in Oegstgeest vastgesteld. Op 1 juli 2014 stelde de Eerste Kamer uiteindelijk de Participatiewet vast, nadat de Tweede Kamer dat al op 20 februari 2014 had gedaan. Inhoudelijk is de Participatiewet een aangepaste versie van de huidige Wet werk en bijstand (Wwb). Iedereen met arbeidsvermogen die niet voor een andere sociale regeling in aanmerking komt zal straks voor ondersteuning bij de gemeente terecht kunnen. De huidige Wet Sociale Werkvoorziening wordt gesloten voor nieuwe instroom en jonggehandicapten die nog enigszins beschikken over arbeidsvermogen komen niet meer in aanmerking voor de Wajong. Naast de Participatiewet wordt ook de Wet maatregelen Wet werk en bijstand met ingang van 1 januari 2015 van kracht. Daarin worden zwaardere maatregelen geregeld voor hen die o.a. de arbeidsverplichtingen schenden. De uitkering voor meerpersoonshuishoudens wordt verlaagd. Tevens wordt als gevolg van deze wet de mogelijkheid van het verstrekken van categoriale bijzondere bijstand door de gemeente zeer beperkt. Met de Participatiewet ontstaat één activerende regeling voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Het doel van de participatiewet is om meer mensen, ook mensen met een arbeidsbeperking, aan de slag te krijgen. De gemeente wordt verantwoordelijk voor mensen met arbeidsvermogen die ondersteuning nodig hebben. Daarvoor zijn een aantal instrumenten om te zorgen dat zij een plek op de arbeidsmarkt kunnen vinden. De belangrijkste zijn loonkostensubsidie en beschut werk. Daarnaast zijn er landelijk afspraken gemaakt over extra banen. Wij streven er naar dat iedere burger zo volwaardig mogelijk zelfstandig kan participeren in de samenleving. Regulier werk is daarbij een garantie om volwaardig te kunnen participeren. Wanneer dat niet mogelijk wordt inkomensondersteuning geboden. Tegenover het recht op die ondersteuning staat de plicht van de burger om er alles aan te doen om regulier werk te verwerven. Zolang dat nog niet aan de orde is wordt van de burger een maatschappelijk nuttige bijdrage verwacht. Wij gaan uit van de eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid van de burger. Daar waar dat, tijdelijk, niet mogelijk is bieden we ondersteuning afgestemd op de (on)mogelijkheden van de burger en passend binnen de financiële mogelijkheden die wij, als gemeente Oegstgeest, hebben. argumenten 1. Binnen de beperkte mogelijkheden van het voeren van eigen beleid in de Participatiewet zijn afwegingen te maken met betrekking tot de omvang van de doelgroep, de inzet van instrumenten om mensen aan regulier werk te helpen en het gebruik van de tegenprestatie als middel van wederkerigheid voor het ontvangen van inkomensondersteuning. De exacte uitwerking hiervan vindt plaats in de in november aan uw raad voor te leggen verordeningen. Naast de juridische uitvoeringseisten die de wetgever aan de gemeenten stelt rond re-integratie en inkomensondersteuning is ook opgelegd dat zij gezamenlijk een werkbedrijf opzetten. Dit vereist afstemming en het zoveelmogelijk regelen van gezamenlijk beleid tussen de regio-gemeenten waar het gaat om de benadering van werkgevers en werkzoekenden. 1.1. De doelgroepen: Wij leggen lokaal de nadruk op de ondersteuning van mensen met beperkingen en een loonwaarde van 30% tot 70% van het wettelijk minimumloon. Binnen deze doelgroep 10/16

wordt verder geen onderscheid gemaakt. Eerst gaan we twee jaar ervaring opdoen met het nieuwe instrument loonkostensubsidie en passen dan het beleid na evaluatie eventueel aan.. De Wsw wordt langzaam afgebouwd. Zoals door vele gemeenten inmiddels wordt gehanteerd gebruiken wij ook de financiële ruimte die ontstaat bij het uitstromen van drie Wsw-ers om iemand te laten instromen als beschut werk nieuw. 1.2. Instrumenten: Er ontstaan mogelijkheden om beschut werk onder de Participatiewet te combineren met vormen van arbeidsmatige dagbesteding welke een connectie hebben met de Wmo. Met de verbinding daartussen gaan we vanaf 2015 experimenteren. Met gebruikmaking van het regionaal werkbedrijf wordt er samen met de Holland Rijnlandgemeenten voor gezorgd dat er een eenduidige en uniforme werkgeversbenadering is. Het instrument loonkostensubsidie en de no-risk polis wordt regionaal uniform toegepast. Afstemming van lokaal beleid met dat van de regiogemeenten is hiervoor noodzakelijk. Het is ook daarom dat gekozen wordt voor de loonwaardeberekeningssystematiek van het UWV. Wij respecteren de bestaande Wsw-dienstverbanden bij de Maregroep en de DZB. Na het besluit over de toekomstige brede bestuurlijke samenwerking en duidelijkheid over wijze waarop de KDB regio het Servicepunt Werk gaat vormgeven (inclusief de rol van de Gr-KDB) zullen wij uw raad een voorstel voorleggen over de toekomstige vormgeving van beschut werk en de bestaande Wsw-contracten. Nadere uitwerking van de nieuwe instrumenten zal plaatsvinden in de verordening waar de bestaande instrumenten worden gehandhaafd. Wij stellen u wel voor de premie bij arbeidsinschakeling af te schaffen daar dit niet meer past binnen de nieuwe opzet van re-integratie, eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid. 1.3. Tegenprestatie: Het opleggen van de tegenprestatie aan de gehele doelgroep binnen de Participatiewet is, gezien de beperkingen van dit instrument en de doelgroep zelf, een bijna onmogelijke opgave. Daarom willen wij voor de tegenprestatie het zogenaamde trechtermodel hanteren. Een ieder heeft de arbeidsplicht, wanneer hulp nodig is dan wordt hem een re-integratietraject opgelegd, heeft hij/zij dat volbracht of is dat niet mogelijk (noodzakelijk) dan wordt hij/zij aangezet vrijwilligerswerk te verrichten. Is hij/zij daarin onwillig dat wordt een tegenprestatie opgelegd (zie blz. 28 van het beleidsplan). Met de aangescherpte wet maatregelen wet werk en bijstand worden andere eisen gesteld voor de verstrekking van inkomensondersteuning. Binnen de smalle marges die mogelijk zijn maken wij keuzes ten gunste van de ondersteuning van schoolgaande kinderen en chronisch zieken en gehandicapten. De uitwerking hiervan zal plaatsvinden binnen de beleidsregels die ons college nog nader zal vaststellen voor het minimabeleid. Wat betreft de aanscherping van de maatregelen wordt aan uw raad nog een gewijzigde afstemmingsverordening voorgelegd. 1.4. Inkomensondersteuning: Wij zetten in op het waarborgen van de maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen. De collectieve zorgverzekering voor minima willen wij toegankelijk houden voor inkomens van maximaal 130% van de bijstandsnorm. Het begrip langdurig, laag inkomen willen we definiëren als een inkomen van maximaal 100% van de bijstandsnorm voor de duur van minimaal drie aaneengesloten jaren. In de afstemmingsverordening willen wij de mogelijkheid opnemen om een 100% maatregel te spreiden over drie maanden, waarbij de verlaging tussentijds beëindigd kan worden wanneer betrokkene tot inkeer komt. 1.5 Maatwerkvoorziening: 11/16

De middelen die door de afschaffing van de Wtcg en CER zijn toegevoegd aan de integratie-uitekring Wmo (nieuw) worden ingezet voor mensen met een hoge zorgvraag en een laag inkomen (tot 130% van de bijstandsnorm). Zoals ook al in het Wmo beleidsplan is voorgesteld zal dit gebeuren door deze groep een uitgebreide Collectieve Aanvullende Zorgverzekering (CAZ) aan te bieden. 3. Uw raad heeft op 27 februari 2014 en 12 juni 2014 moties aangenomen die betrekking hebben op onderdelen van het nu voorliggende beleidsplan. Wij willen u naar aanleiding van het nu voorliggende beleidsplan u op de hoogte stellen van de afwikkeling van deze moties. Economische ontwikkelingen en ontwikkelingen binnen Europa hebben meer invloed op de omvang van de bijstandspopulatie dan het gemeentelijk beleid. Het is van belang deze beperkingen te (onder)kennen en niet op alle fronten actief te willen zijn. De decentralisaties vormen een zware opgave voor alle, maar vooral voor de kleine, gemeenten. Er moet meer worden gedaan met minder middelen. Het adagium is dat gemeenten dichter bij de burger staan, daardoor de noden beter kennen en goedkopere hulp op maat kunnen bieden. Maatwerk kost echter tijd en dus geld. Toegespitst op werk en inkomen wordt de doelgroep omvangrijker, diverser en complexer terwijl de middelen in relatieve zin afnemen. Beperken tot de activiteiten waarvoor we verantwoordelijk zijn komt daardoor op de eerste plaats. Het is om die reden dat wij slechts beperkt, via de economische agenda, danwel gezien regionale ontwikkelingen, zoals aangegeven in het nu voorliggende beleidsplan, geen uitvoering kunnen geven aan deze moties. 3.1. Motie verbinding economische agenda met sociale opgave (27 februari 2014) In deze motie verzoekt u ons: - Samen met het Oegstgeester bedrijfsleven de mogelijkheden te bespreken om de economische agenda met de sociale agenda te verbinden; - Met specifieke aandacht voor de participatie van gehandicapten en leerbanen voor jongeren; - De afspraken vast te leggen in een convenant; - In de uitwerking van de nieuwe sociale taken de medewerking van het bedrijfsleven zo mogelijk te maken, bijvoorbeeld door zo min mogelijk voorwaarden te formuleren en de regelgeving efficiënt en doelgericht toe te passen. Voor de uitvoering van deze motie is het van belang om te weten dat het regionale Werkbedrijf dé organisatie wordt waarvandaan de garantiebanen voor mensen met een arbeidshandicap georganiseerd gaan worden, met eventueel een sub regionale uitvoering vanuit de drie sub regio s. In deze servicewerkbedrijven gaan, net als in de economische agenda, de drie O s (Ondernemers, Onderwijs en Overheid) samenwerken naast het UWV, de werkgevers en de werknemersvertegenwoordigingen. Deze samenwerking zal geleidelijk meer vorm moeten krijgen en zal op termijn gaan leiden tot concrete prestatieafspraken. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat werkgevers vanuit een centraal punt bediend worden, op een uniforme kwalitatieve wijze. Maken van lokale afspraken met werkgevers doorkruist het streven om zoveel mogelijk regionaal of eventueel sub regionaal te werken met één aanspreekpunt voor werkgevers waar het gaat om de participatie van kwetsbare werkzoekenden en het organiseren van leer(werk)banen. Wij gaan de lokale werkgevers uitdagen zich in te zetten mensen met een beperkte loonwaarde danwel arbeidsgehandicapten een kans te geven op werk. In de contacten die wij hebben met lokale en sub-regionale ondernemers plaatsen wij dit onderwerp op de agenda. Het aangaan van een lokaal convenant ter aanvulling op wat (sub)regionaal wordt afgesproken is daarbij de inzet.het uitvoeren van deze motie wordt voor een deel thans in regionaal verband binnen het te ontwikkelen Werkbedrijf opgepakt. Met onze lokale acties en hetgeen thans bij de ontwikkeling van het Werkbedrijf wordt opgepakt achten wij 12/16

uitvoering te hebben gegeven aan uw motie. 3.2. Motie concept zienswijze begroting KDB 2015 d.d. 12 juni 2014, Naar aanleiding van de behandeling van de begroting KDB heeft uw raad ons op een drietal onderdelen gevraagd actie te ondernemen. - In onderdeel A vraagt u ons om in september 2014 de regeling te evalueren op de resultaten van Oegstgeestster werkzoekende met een afstand tot de arbeidsmarkt; - In onderdeel B vraagt u ons in (sub)regionale samenwerking werk te maken van een werk naar werk traject voor mensen die op afstand komen te staan van de arbeidsmarkt, maar geen aanspraak meer kunnen maken op de sociale werkvoorziening; - In onderdeel C. tenslotte vraagt u in sub regionale samenwerking ervoor te zorgen dat de werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt blijvend in balans komt met de behoefte aan banen. - De uitwerking van onderdeel A. is niet mogelijk omdat de gemeenschappelijke regeling KDB geen re-integratietrajecten voor Oegstgeest uitvoert. - Wat betreft onderdeel B.: Van werk naar werk trajecten vallen onder de verantwoordelijkheid van de desbetreffende bedrijfstak, de vakbonden en het UWV. Al deze partijen hebben belang bij het welslagen van dergelijke trajecten. Omdat de financiële belangen bij grote ontslaggolven groot zijn doen vooral in deze situaties alle partijen hun uiterste best om deze trajecten te realiseren. Pas wanneer een gemeente voorziet dat een ontslaggolf ook leidt tot een grote instroom van uitkeringsgerechtigden bij een gemeente, kan zij ook partij worden en eventuele trajectmiddelen beschikbaar stellen. De verwachting is dat deze situatie zich in Oegstgeest waarschijnlijk niet voor zal doen. Personen die vanaf 1 januari niet meer kunnen instromen in de Wsw zijn doorgaans nog niet aan het werk. Hierdoor is een werk-naar-werk traject niet aan de orde. Er is een enkele uitzondering, bijvoorbeeld iemand die regulier werkzaam is, maar door een ongeval of ziekte aangewezen is op werk onder aangepaste omstandigheden. In deze situatie kan de nieuwe vorm van beschut werk of werken met loonkostensubsidie, een oplossing zijn. Echter in dergelijke situaties is de werkgever (gedurende twee jaar re-integratieplicht) en vervolgens het UWV (vanuit de WIA) verantwoordelijk voor de reintegratie naar deze vormen van arbeid. - Over de uitwerking van onderdeel C kan het volgende worden opgemerkt: Om te zorgen voor een blijvende balans in vraag en aanbod aan de onderkant van de arbeidsmarkt moet er niet alleen voldoende aanbod zijn van geschikt laaggekwalificeerd werk maar moet dit tevens in balans zijn met de aanzuigende werking van laaggekwalificeerd werk op werknemers uit lage(re) lonen landen. Het laten instromen van uitkeringsgerechtigden in laag gekwalificeerd werk blijft een moeizaam proces zolang het werk doorgaans fysiek zwaar is en de gemiddelde laag gekwalificeerde uitkeringsgerechtigde fysieke of sociale beperkingen heeft. Voorts is er een groot arbeidsaanbod van jonge gezonde werknemers uit de MOE landen. Zolang de werkloosheid in de MOE landen hoog is en de kosten voor levensonderhoud er vele malen lager liggen dan in Nederland, blijft het balansprobleem een lastig issue. Zeker wanneer er ook nog gewerkt wordt met arbeidsconstructies die voor de werkgever veel lagere lasten met zich meebrengen. Dit laatste wordt overigens ook landelijk onderkend, men werkt aan oplossingen. 13/16

Verwacht wordt overigens dat bovenstaande problematiek van tijdelijke aard is. Op termijn zal ook de economische situatie in de MOE landen verbeteren. Naarmate de werkgelegenheid en de lonen de MOE landen toenemen, zal de belangstelling om ver van huis werk te verrichten geleidelijk afnemen. Blijft wel het probleem van het fysiek zware werk en de neiging van werkgevers om laaggekwalificeerd werk te verplaatsen naar (nieuwe) lage lonen landen. Wij achten de uitvoering van deze motie gezien het bovenstaande niet mogelijk met uitzondering van hetgeen binnen bijgaand beleidsplan (hoofdstuk 5.2.) is aangegeven en de voornemens die wij samen met de andere regiogemeenten ten aanzien van het werkbedrijf hebben. kanttekeningen consequenties financieel personeel juridisch duurzaamheid De gemeentelijke vrijheid om vorm en inhoud te geven aan een eigen participatiebeleid wordt begrensd door de wet. De uitvoering van de bijstand is door de landelijke wetgever de laatste jaren verder aangescherpt. De middelen die de gemeente heeft om invulling te geven aan die participatie door middel van bijvoorbeeld re-integratie trajecten zijn beperkt. Voor het re-integreren van de nieuwe doelgroepen komt een zeer beperkt budget over. Daarnaast ligt op een groot deel van dat budget een claim in verband met de rechten van huidige Wsw-ers. De Participatiewet kent een zogenaamde open eindregeling waar het gaat om de reguliere inkomensondersteuning en de bijzondere bijstandsverstrekking. Voor het deel participatie (re-integratiemiddelen) is inzet van die middelen afhankelijk van het te voeren beleid. Ons uitgangspunt is dat binnen het verkregen budget wat betreft de Participatie wordt gewerkt. Niet voorkomen kan worden dat met het verminderen van de middelen voor de Wsw en de rechten die huidige Wsw-ers hebben wij onvoldoende hebben aan deze Rijksmiddelen. Nu wij staan voor de keuze met wie in de toekomst bestuurlijk zal worden samengewerkt is uitwerking van de financiële consequenties wat betreft de Wsw lastig omdat er connecties zijn met twee SW-bedrijven. Een nader voorstel hierover zal nog worden uitgewerkt zodra die keuze is gemaakt. Door het afschaffen van de categoriale bijzondere bijstand en het meer op maat en naar de individuele omstandigheden van de aanvrager beoordelen van de vraag is meer capaciteit voor de uitvoering het gevolg. Daarnaast vraagt het inzetten van de tegenprestatie ook de nodige personele inzet. Binnen het participatie- en het minimabudget zullen wij deze extra formatie opvangen. communicatie publiekssamenvatting Na vaststelling van het beleidsplan zal dit op de gebruikelijke wijze worden gepubliceerd. Aan de Wmo-raad is advies gevraagd over het voorliggende plan. Dit advies zal nog aan uw raad ter kennis worden gebracht. Op de gemeentelijke website zal aandacht worden besteed aan dit beleidsplan. De huidige ontvangers van Wwb en Ioaw zullen, daar waar nodig, op de hoogte worden gebracht van de consequenties van dit plan. Wat betreft de uitbreiding van de Collectieve Aanvullende Zorgverzekering (CAZ) zal na verdere vaststelling hiervan speciale aandacht worden gegeven ten behoeve van inwoners van Oegstgeest die een inkomen hebben dat lager is dan 130% van de bijstandsnorm. Te denken valt daarbij dan aan werkenden met een minimumloon, andere uitkeringsgerechtigden (bijvoorbeeld WIA of Anw) en AOW-ers met een klein of geen pensioen. De participatiewet maakt onderdeel uit van het sociaal domein waarvoor gemeenten vanaf 1 januari 2015 nog meer verantwoording dragen. Inhoudelijk is de Participatiewet een aangepaste versie van de huidige Wet werk en bijstand (Wwb). De gemeente zal aan ieder, 14/16

die niet voor een andere sociale regeling in aanmerking komt, ondersteuning moeten bieden wat betreft inkomen en mogelijke participatie. De Wet maatregelen Wet werk en bijstand wordt met ingang van dezelfde datum van kracht. Daarin worden zwaardere maatregelen geregeld voor hen die o.a. de arbeidsverplichtingen schenden en wordt de uitkering voor meerpersoonshuishoudens verlaagd. Tevens wordt als gevolg van deze wet de mogelijkheid van het verstrekken van categoriale bijzondere bijstand door de gemeente zeer beperkt. Met het vaststellen van het beleidsplan participatie en inkomensondersteuning 2015 2016 Aan de slag. heeft de gemeenteraad richting gegeven aan hoe daar in Oegstgeest mee wordt omgegaan. bijlage(n) Beleidsplan participatie en inkomensondersteuning 2015-2016 'Aan de slag...' 15/16

raadsbesluit zaak/onderwerp Z-14-03928 / Beleidsplan participatie en inkomensondersteuning 2015-2016 portefeuillehouder J. Roeffen afdeling Maatschappij opgesteld door H. de Bruin datum/voorstel nr 30 september 2014 / CB-14-526 datum besluit 30 oktober 2014 De gemeenteraad van Oegstgeest; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 september 2014, nummer CB-14-526; gelet op de Participatiewet, de visienota Nieuw sociaal domein in Oegstgeest en de aangenomen moties betreffende de verbinding economische agenda met sociale opgave (27 februari 2014) en concept zienswijze begroting KDB (12 juni 2014); besluit: 1. Het Beleidsplan participatie en inkomensondersteuning 2015-2016 'Aan de slag...' vast te stellen waarmee de volgende uitgangspunten worden onderschreven: Het specifiek ondersteunen van de doelgroep met een beperking en een loonwaarde beneden het minimumloon; Het inzetten van loonkostensubsidie en beschut werk voor het kunnen laten deelnemen aan de reguliere arbeidsmarkt van bepaalde doelgroepen, Het opleggen de tegenprestatie aan bijstandsgerechtigden door middel van het trechtermodel; Het inzetten van specifieke inkomensondersteuning voor schoolgaande kinderen en maatwerk middels individuele bijzondere bijstand; Het vormgeven van een maatwerkvoorziening als gevolg van de afschaffing van de Wtcg en CER in de vorm van een uitgebreide collectieve zorgverzekering voor minima, chronisch zieken en gehandicapten. 2. Kennis te nemen van het feit dat het college de aangenomen motie met betrekking tot de verbinding economische agenda met sociale opgave, aangenomen op 27 februari 2014, en de motie concept zienswijze begroting KDB, aangenomen op 12 juni 2014, als afgedaan beschouwt. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van Oegstgeest op 30 oktober 2014. de griffier de voorzitter F. Kromhout drs. J.B. Waaijer 16/16