H6 Projectgroep Onderzoeken en Ontwikkelen Sociaal Domein Datum: 12 oktober 2015 Locatie: Verslag: Rijswijk RIBW Fonteynenburg Het Notuleercentrum Aanwezig: Salah Al-Haidari voorzitter projectgroep; Leidschendam-Voorburg Nyncke Bouma Dir. Fonteyneneburg Mieke Effting beleidsmedewerker Florence Astrid Haccou adviseur Sociaal Domein Middin Jeroen de Dhiel Gemeente Pijnacker-Nootdorp Renée Sonnemans regiomanager Impegno Marleen Tielen gemeente Lansingerland (vanaf 17.30 uur) Niels Uenk PPRC Afwezig: Ivo van Scheppingen gemeente Voorschoten/Wassenaar Marian Scholl gemeente Zoetermeer Jeannet Schouten directeur Ipse De Bruggen Patrick Verhoef Gemeente Zoetermeer André Zaal Wassenaar 1. Opening en vaststelling agenda De voorzitter opent de vergadering om 17.10 uur en heet ieder hartelijk welkom. De agenda wordt vastgesteld. 2. Mededelingen Op 8 oktober vond bestuurlijk overleg plaats. Het was een geanimeerd overleg, maar we kwamen snel tot de conclusie dat er meer tijd nodig is. Wethouders hebben een vervolgafspraak (dagdeel) gepland op 28 oktober. Marleen Tielen voegt zich bij de vergadering. [17.15 uur] De O&O-overeenkomst heeft een loopduur van een jaar en loopt derhalve op 31 december 2015 af. Formeel had deze drie maanden voor de einddatum moeten worden verlengd. Jeroen Dhiel neemt dit punt mee naar de AIG. [actie] 3. Verslag d.d. 28 september 2015 Tekstueel: Het verslag van 28 september 2015 wordt ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van: - Pagina 5: Bij agendapunt 5 is de bijlage Definities van onze bestemming verstrekt. Daarin zal cliënten worden gewijzigd in inwoners. Dit geldt ook voor het stuk Taken, verantwoordelijkheden en procesbeschrijving projectgroep O&O. H6 Projectgroep O&O - Sociaal Domein d.d. 12 oktober 2015 pagina 1/6
Actiepunten - Actiepunt 1 (reactie op voorstel scopeverbreding aan voorzitter) wordt afgevoerd; - Actiepunt 2 (Sonderen bij Wmo-raden Zoetermeer en Pijnacker-Nootdorp) blijft staan; - Actiepunt 3 (Te agenderen onderwerpen: kwaliteit van de regisseur, harmonisatie tussen H6, betrokkenheid van de burger, formuleren en meten van resultaten, scope van de opdracht) blijft staan; - Actiepunt 4 (Opstellen definitie bestemming taalkundige check) wordt afgevoerd: - Actiepunt 5 (Overzicht/schema met samenwerkingsafspraken sturen aan O&O-leden) blijft staan; - Actiepunt 6 (Pilot resultaatfinanciering agenderen) blijft staan tot december. De pilot in Zoetermeer wordt ondertussen met interesse gevolgd; - Actiepunt 7 (Afstemmen met Niels Uenk inzake best practices en plannen bezoeken aan gemeenten) blijft staan. 4. Reacties gemeentelijke O&O-leden op het verzoek tot scopeverbreding Er zijn twee gemeenten in de vergadering vertegenwoordigd. Jeroen Diehl heeft gekeken naar mogelijke verbreding in de context van de gehele Wmo. Hij heeft intern weinig aanknopingspunten gevonden voor verbreding. De meeste kansen zijn er in een combinatie met hulp in de huishouding, maar deze wordt door geen van de partners aangeboden. Marleen Tielen zegt dat er in Lansingerland geen draagvlak is voor een Wmo-brede inzet. Veel wordt via subsidies verstrekt, en het is nog onwenselijk om in al die gevallen over te stappen op inkoop. De gemeente wil liefst eerst zorgen voor een andere bekostiging van maatwerk en begeleidingsproducten, dat evalueren en dan de overige dienstverlening daarop aansluiten. De gemeente ziet problemen wat betreft het tijdpad en praktische bezwaren bij een scopeverbreding. De reacties van gemeente Zoetermeer en Voorschoten-Wassenaar komt grotendeels overeen met die van Lansingerland. De wil om te verbreden is er, maar niet op dit moment. Opgemerkt wordt dat van aanbieders wel verwacht wordt dat ze voortgaan in het proces van decentralisatie en innovatie, ongeacht praktische bezwaren. Hun tempo ligt daarmee veel hoger dan dat van gemeenten, waar men nog volop bezig is zich aan te passen aan de nieuwe structuur. De voorzitter zal de reacties van de gemeenten bundelen en voorleggen aan de directeuren. Hij zal daarbij ook de aanleiding voor het punt voorleggen, namelijk dat aanbieders aangaven dat optimale sturing gebaat is bij verbreding. Hun reactie zal hij terugkoppelen. [actie] 5. Rondje uitwisselen argumenten voor- en nadelen modellen In de laatste vergadering zijn de modellen slechts kort aan bod gekomen. Niels Uenk licht de modellen nogmaals toe, als inleiding op een uitwisseling van voor- en nadelen. Het model wijkgericht contracteren gaat uit van populatiebekostiging. De gemeente wijst na een aanbesteding een hoofdaannemer aan voor een deel van de zorg en een deel van de bevolking. De hoofdaannemer krijgt in dit model een aantal verantwoordelijkheden op basis van een opdracht van de gemeente. Het opnemen van toeleiding daarin is optioneel, maar lijkt logisch. Van de hoofdaannemer wordt bij het aangaan van het contract een forse investering gevraagd. Daarom zal de samenwerking voor langere tijd worden aangegaan. Omdat de constructie echter volledig nieuw is voor de gemeente, moet het mogelijk zijn het contract op onderdelen aan te passen. De hoofdaanbieder kan een enkele aanbieder of een consortium zijn dat overige aanbieders aanstuurt. Communicatie met onderaanbieders geschiedt niet meer via de gemeente. Het model is lastig combineerbaar met het pgb, omdat inwoners mogelijk niet alle zorg bij de hoofdaanbieder kunnen afnemen. Als veel inwoners hun zorg elders inkopen, is dat lastig voor het budget van de gemeente en het contract dat met de hoofdaanbieder is afgesloten. De hoofdaannemer kan hierdoor ook juist geprikkeld worden om de benodigde zorg zo goed mogelijk te bieden, omdat inwoners anders kiezen voor een andere aanbieder. H6 Projectgroep O&O - Sociaal Domein d.d. 12 oktober 2015 pagina 2/6
Een risico van het wijkgericht contracteren kan zijn dat grote aanbieders groot blijven en kleine klein. De hoofdaannemer moet nu eenmaal een bepaalde omvang hebben om het contract te kunnen aangaan. Dit is een aandachtspunt. In Alphen aan den Rijn heeft men een contract afgesloten met een consortium als hoofdaannemer, waarin niet de clausule werd opgenomen dat andere aanbieders in de toekomst alsnog kunnen toetreden. Dat is een leerpunt. Een aandachtspunt is bovendien dat het contract weliswaar een duidelijke opdracht aan de hoofdaannemer moet bevatten, maar tegelijkertijd ruimte moet bieden voor innovatie. Het regisseursmodel lijkt op het model dat nu al van toepassing is. Aanbieders die aan bepaalde eisen voldoen, kunnen via ondertekening van een raamovereenkomst toetreden. Zij bieden daarbij maatwerkvoorzieningen aan. Het is beter wat betreft die voorzieningen in te gaan op resultaten, en niet op inzet. De cliënt kiest zelf de aanbieder, waarbij deze aanbieder een aanbod maakt op basis van richtlijnen van de regisseur. In het rapport zijn al voor- en nadelen van de beide modellen genoemd, maar de projectgroep formuleert in de vergadering haar eigen argumenten. Wijkgericht contracteren Voordelen: - bij de inzet van professionals staat de vraag centraal; - effectiever; - goedkoper; - geen bureaucratische rompslomp; - mogelijkheid om concrete wijkdoelen te formuleren; - er kan ruimte worden geboden aan alle aanbieders; - mogelijkheid tot samenwerking met andere (gemeentelijke) diensten, zoals schuldhulpverlening; - aandacht voor preventie; - ruimte voor innovatie; - dwingt tot betere samenwerking tussen aanbieders Nadelen: - specifieke deskundigheid vanuit moederorganisatie wordt niet vanzelfsprekend beschikbaar gemaakt voor het totaal; - bij inzet van generalisten in de uitvoering wordt mogelijk onvoldoende maatwerk geleverd; - grote aanbieders krijgen meer kansen dan kleinere; - een ingrijpende verandering waarbij een groot contract voor langere tijd wordt aangegaan, waarvan de gevolgen niet helemaal te overzien zijn; - de gemeente geeft verantwoordelijkheid over de uitvoering uit handen en verliest daarmee controle; - beperkte keuzevrijheid voor inwoners; - resultaten worden op wijkniveau gemeten, waarbij het individu uit beeld kan raken. Regisseursmodel Voordelen: - keuzevrijheid voor de inwoner wordt groot door veel aanbieders; - regisseur is zelf geen leverancier, en dus onafhankelijk; - resultaten worden op individueel niveau gemeten, en niet op wijkniveau; - inwoner kan kiezen om over te stappen op een andere aanbieder; - substitutie in de toegang. Nadelen: - zorg kan gecompartimenteerd raken; - inwoner krijgt te maken met veel zorgverleners (ten opzichte van één regisseur in het wijkgericht contracteren); - de regisseur is zelf geen leverancier en staat op meer afstand; - model werkt mogelijk trager dan het wijkgericht contracteren; - door fragmentatie is minder duidelijk wie verantwoordelijk is voor het resultaat; - gevaar is dat aanbieders lastige inwoners mijden. H6 Projectgroep O&O - Sociaal Domein d.d. 12 oktober 2015 pagina 3/6
Discussie De vraag is of binnen het model de mogelijkheid geboden moet worden om nieuwe aanbieders te laten toetreden. Er moet een goede balans worden gevonden tussen het dichttimmeren van het contract en ruimte aan de markt, bijvoorbeeld met het oog op innovatie. In beide modellen is het belangrijk om te sturen op het resultaat, en op oplossing van de hulpvraag. Daarvoor is werkelijke aandacht, maatwerk en de ruimte voor professionals om te acteren op basis van hun deskundigheid nodig. Mogelijk is daarvoor een mix tussen de twee modellen het beste. Oud gedrag, waarbij gerekend wordt op basis van tarieven en uren, moet hiervoor overboord. Andere voorwaarden voor een resultaatgerichte aanpak zijn: - vertrouwen in de deskundigheid van de professional, die niet beperkt mag worden door het model; - vertrouwen in de goede bedoeling van de gemeente; - goede regisseurs. Op basis van een opsomming van voor- en nadelen lijkt de beste oplossing een model tussen het wijkgericht contracteren en het regisseursmodel in, rekening houdend met de oorspronkelijke drie kerndoelen: - vraaggericht werken; - resultaatgericht werken; - substitutie en innovatie. Gemeenten zullen er de voorkeur aan geven om bij het ontwerpen van een nieuw model uit te gaan van het regisseursmodel. Ze willen immers controle houden over de toegang. De vraag is in hoeverre ze daarin buigzaam zijn. Jeroen Diehl vertelt dat in de gemeente Pijnacker-Nootdorp het voornemen is om het huidige model te behouden en te versnellen. Daarbij zijn voor drie wijken kernteams aangewezen voor de toegang tot het sociaal domein. De kernteams zijn in de uitvoering zeer doortastend. Op basis van deze aanpak zou een mogelijkheid zijn om aan de kernteams de professionals toe te voegen. Op die manier blijft de controle door de gemeente in stand, maar is het aanbod wel dichtbij de inwoners en de professionals georganiseerd. Partijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het resultaat. De gemeente als opdrachtgever ziet daarop toe. Ook in het model van de gemeente Pijnacker-Nootdorp is de gemeentelijk coördinator de functioneel leidinggevende voor alle aangeslotenen. Bovengenoemd model is in ieder geval heel geschikt voor wijken waarin weinig zware zorg nodig is. Een belangrijke vraag is hoe het toekomstige model ervoor zorgt dat resultaatgericht werken werkelijk succes heeft. Op sommige punten bevatten huidige constructies en financieringsmodellen nog te weinig prikkels om daartoe over te gaan. Werken op basis van resultaat vergt niet alleen een model-, maar ook een cultuurverandering. Wellicht kunnen daarin lessen worden opgedaan vanuit het pgb-model. Geconcludeerd kan worden dat de projectgroepleden het erover eens zijn dat de vraag van de inwoner centraal moet staan. Meerdere modellen zijn mogelijk, en in het te kiezen model kan een combinatie gemaakt worden van het beste uit het regisseursmodel en het wijkgericht contracteren. In ieder geval is een goede prikkel nodig om resultaatgericht te kunnen werken. Voor de volgende vergadering wordt een aanzet gedaan tot een combinatiemodel. [actie] Voor O&O is belangrijk dat de politieke uitgangspunten goed in beeld zijn, zodat de projectgroep zijn speelruimte kent. De voorzitter zal deze in beeld brengen. [actie] Met deze conclusies is een volgende stap gezet in de discussie, die zal worden vervolgd. Alle Nederlandse gemeenten hebben een model gekozen, waarbij zij allemaal eigen nuances hebben aangebracht. Bij ieder model is het pas mogelijk een goed beeld te krijgen van de prikkels die ervan uitgaan als het in detail wordt uitgewerkt. Voor het voortzetten van de discussie is het daarom heel nuttig om een voorgenomen model eerst nader uit te werken. 6. Voorbeelden van andere gemeenten die resultaatdefinitie op cliëntniveau toepassen Niels Uenk vertelt dat hij betrokken is geweest bij de uitwerking van het regisseursmodel op basis van resultaatgericht werken bij een aantal Friese gemeenten. De exercitie had zijn basis in Twente, waar H6 Projectgroep O&O - Sociaal Domein d.d. 12 oktober 2015 pagina 4/6
veertien gemeenten een poging deden om tot eenzelfde soort model te komen. Daar werden de gemeenten het uiteindelijk niet eens, maar de verzamelde input is wel elders gebruikt. Uitgangspunten bij inkoop op basis van resultaten waren: - de resultaten zijn eenduidig te beschrijven en gelden voor iedereen; - in contracten worden de resultaten expliciet benoemd; - resultaten zijn voldoende concreet; - inzet om een resultaat te bereiken, ook financieel, hangt af van de aard en ernst van de beperking van de cliënt. Bij individuele begeleiding werden zes afzonderlijke resultaatgebieden gedefinieerd, waarbij aanbieders ook op slechts één domein zouden kunnen werken: - administratie en financiën; - sociale redzaamheid in contact staan met anderen; - zelfoplossend vermogen en dagstructuur; - werknemersvaardigheden; - onderhouden van een sociaal netwerk; - huishoudelijke hulp. De zes gebieden waren in Twente het resultaat van een brede marktconsultatie. Daar kwamen bovenstaande zes maatwerkvoorzieningen uit voort, die gecontracteerd zijn. In het contract worden vervolgens subresultaten met de aanbieder afgesproken. Een lastig punt bij een contract op basis van resultaat is dat de inwoner niet weet op welke inzet hij/zij recht heeft. De rechter heeft in een aantal gevallen al geoordeeld dat verminderde inzet in uren voor huishoudelijke hulp nooit tot hetzelfde resultaat kan leiden, en heeft contracten op die grond afgekeurd. De burger moet op basis van het contract kunnen controleren of hij voldoende gecompenseerd wordt. Een algemener kritiekpunt bij resultaatgerichte contracten is dat de burger geen controle heeft over de wijze waarop het resultaat bereikt wordt. De projectgroep denkt dat bovenstaande discussies kunnen worden voorkomen als voldoende vraaggericht en op basis van dialoog afspraken worden gemaakt. Ook op die manier kan de cliënt inzicht krijgen in de manier waarop hij/zij gecompenseerd wordt. De omslag van het denken in uren naar het denken in resultaat is zowel voor aanbieders als voor inwoners nog lastig. Bij de resultaatgebieden hebben de Friese gemeenten een indeling gemaakt in licht, midden en zwaar. Daar zijn tarieven aan gekoppeld. Uitgangspunt hierbij is dat de inzet anders zal zijn bij verschillende doelgroepen. De inwoner krijgt per resultaatgebied, inclusief alle subresultaten, een vast bedrag per vier weken. De bedragen zijn gerelateerd aan de cliëntenaantallen in de AWBZ. De zorgaanbieder wordt gevraagd om op basis van het bedrag per persoon het resultaat te bereiken. De zorgaanbieder bepaalt hierbij zelf op welke manier het resultaat bereikt wordt. Aanbieders kunnen kiezen op welke resultaatgebieden zij intekenen. In Friesland bleek dat aanbieders op relatief veel gebieden intekenen. Om de kwaliteit te bewaken worden op bepaalde punten wel eisen gesteld aan de aanbieders. De prikkel in het model is dat aanbieders worden uitgedaagd om creatief te zijn in hun aanbod, en dat zij worden afgerekend op resultaat in plaats van uren. Niels Uenk zal de inkoopdocumenten van de Friese gemeenten verspreiden, plus de presentatie. Ook zal hij de beschrijving verstrekken van het proces zoals dat bij anderen gemeenten is verlopen. [actie] Zo heeft Utrecht een partij gecontracteerd voor het aansturen van wijkteams. Ook anderen wordt gevraagd voorbeelden te zoeken van dergelijk materiaal. [actie] De voorzitter zal zorgen voor verspreiding. 7. Datum en tijd O&O-overleg (op verzoek van sommige leden, laatste poging) Gekozen wordt om in het vervolg eens in de drie weken bijeen te komen, om maandagen van 17.00 tot 20.00 uur. Dat geeft de deelnemers de gelegenheid input te verzamelen, intern te overleggen en zich goed voor te bereiden. Het is een eigen verantwoordelijkheid van eenieder om bij de vergaderingen aanwezig te zijn, al dan niet via een vervanger. H6 Projectgroep O&O - Sociaal Domein d.d. 12 oktober 2015 pagina 5/6
De volgende vergadering vindt plaats op maandag 2 november van 17.00 tot 20.00 uur, op dezelfde locatie. De voorzitter zal mevrouw Steenhuis vragen de uitnodigingen aan te passen aan de nieuwe vergaderfrequentie. [actie] 8. Rondvraag De stukken Definities van onze bestemming en Taken, verantwoordelijkheden en procesbeschrijving projectgroep O&O worden vastgesteld, waarbij cliënt wordt gewijzigd in inwoner. De voorzitter zal de stukken op de website publiceren. [actie] De voorzitter sluit de vergadering om 20.05 uur en wenst ieder wel thuis. Doorlopende actielijst projectgroep O&O Nr. d.d. Actie Wie Actie gereed d.d. 02 28-09-2015 Sonderen bij Wmo-raden Zoetermeer en Pijnacker-Nootdorp (al leden van Fysieke Overlegtafel) of één lid namens H6 in de O&O projectgroep plaats wil nemen. 03 28-09-2015 Te agenderen onderwerpen: kwaliteit van de regisseur, harmonisatie tussen H6, betrokkenheid van de burger, formuleren en meten van resultaten, scope van de opdracht 05 28-09-2015 Overzicht/schema met samenwerkingsafspraken sturen aan O&O leden Marian Scholl Jeroen Diehl Vz/allen Jeroen Diehl 06 28-09-2015 Pilot resultaatfinanciering agenderen Vz december 2015 07 28-09-2015 Afstemmen met Niels Uenk inzake best practices en plannen bezoeken aan gemeenten Vz 08 12-10-2015 verlenging O&O-overeenkomst met AIG Jeroen Diehl oktober 2015 opnemen 09 12-10-2015 reactie van gemeenten over Vz oktober 2015 scopeverbreding terugkoppelen 10 12-10-2015 aanzet tot mixmodel op basis van input in vergadering Niels Uenk november 2015 11 12-10-2015 Politieke uitgangspunten in kaart brengen Vz november 2015 12 12-10-201 inkoopdocumenten Friese gemeenten, presentatie en procesdocumenten verstrekken Niels Uenk november 2015 13 12-10-2015 Procesdocumenten uit andere gemeenten verstrekken 14 12-10-2015 mevrouw Steenhuis vragen uitnodigingsfrequentie te wijzigen 15 12-10-2015 De stukken Definities van onze bestemming / Taken, verantwoordelijkheden en procesbeschrijving projectgroep O&O online publiceren allen november 2015 Vz oktober 2015 Vz oktober 2015 H6 Projectgroep O&O - Sociaal Domein d.d. 12 oktober 2015 pagina 6/6