EVC 2. EEN DIVA IN VLAANDEREN 3 3. HET CIVIELE EFFECT 4



Vergelijkbare documenten
Checklist EVC-procedure voor organisaties

De Vlaamse kwalificatiestructuur

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

AFKORTINGEN EN BEGRIPPENKADER Ervaringsbewijs begeleider buitenschoolse kinderopvang

Advies ten gronde over certificaatsupplementen

Voor ik naar hier kwam, heb ik nog even een kijkje genomen op de. organisaties, vzw s die al dan niet dringend op zoek zijn naar

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016

Dienst Informatie Vorming en Afstemming (DIVA) Jo Tondeur, Leen Schillemans, Dr. Griet Verschelden en Prof. Dr. Antonia Aelterman

Nieuw loopbaanakkoord zet de stap naar maatwerk

Advies. Krijtlijnen voor de hervorming van het stelsel van de opleidingscheques

Competenties en talenten in het vrijwilligerswerk. Studiedag Week van de Vrijwilliger 28/2

VR DOC.0177/1BIS

Aanvraagformulier vrijstellingen SVWO

Interview met minister Joke Schauvliege

Lerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

EVC procedure CVO Leuven Landen Handleiding. EVC procedure

Handleiding EVC-procedure

Beleidsvisie Sociaal Werk

INFORMATIEMAP. Ervaringsbewijs. begeleider buitenschoolse. kinderopvang

Toll-net: samenwerken aan e-leren en gecombineerd leren voor volwassenen

Aan de slag met EVC en ESF 26 november 2009

HaKa Nederland b.v

Brussel, 21 januari _Advies_deontologische_code. Advies. deontologische code voor loopbaandienstverlening

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag

Het Dream-project wordt sinds 2002 op ad-hoc basis gesubsidieerd.

VLAAMSE OUDERENRAAD. Standpunt De verdere ontwikkeling en de financiering van de oudereneducatie

EEN LEVEN LANG LEREN

VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID

Uitgangspunt van deze omzendbrief is het subsidiëren van projecten van bepaalde duur.

Sterk door overleg. Adviesfunctie

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

De Onthaalouderacademie: onthaalouders sterker maken

GEÏNTEGREERD EVC-BELEID. Lieselotte Bommerez

dit project wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie Vraag - Aanbod cliënt detailhandel bouwnijverheid toerisme zorg

Thema 4: Competentiemanagement

Visie en Methoden Mondiaal Burgerschap

Reflectiegesprek: toekomstbeelden

normering voor de beoordeling van evc aanbieders BESCHRIJVING VAN DE GEHANTEERDE NORMERING EN DE WERKWIJZE VAN BEOORDELENDE ORGANISATIES

Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC)

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

Bezoekadres Kenmerk Uw brief Bijlage(n) Maatschappelijke diensttijd, kansen en uitdagingen

Beoordelingskader en normering onderzoek kwaliteit EVC-procedures in Nederland

Persoonlijke OntwikkelingsPlannen (POP): een instrument voor doorstroom PROVINCIALE NETWERKDAG 2 OKTOBER 2014

THEMASESSIE 1 ERKENNEN VAN VERWORVEN COMPETENTIES EN KWALIFICATIES (EVC/EVK): BELEID EN PRAKTIJK

EVC/EVK procedure CVO Hitek VZW

Terugkoppeling van de workshops. Chris De Nijs (VRT)

Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven

MEDEWERKER OPLEIDEN EN OEFENEN. Werkzaam bij de brandweer

Deel 1: Waar staan we voor als Werkwinkel? Netwerk jij mee?

Wim Vanseveren T O E R I S M E V L A A N D E R E N. administrateur-generaal EVC-PROCEDURE VOOR GIDSEN EN REISLEIDERS

Staten-Generaal Opvang en Vrije tijd van schoolkinderen. Docentendag Pedagogie Jonge Kind 12 september 2014

Aanvraag tot vrijstelling van een of meerdere modules

Leren van binnenuit KHLIM, KHLeuven, HuB, Groep T education college

EVC-portfolio s tussen diversiteit en standaardisering.

1. Is er al onderzoek gebeurd naar het percentage jongeren van vreemde origine in de Vlaamse jeugdbewegingen?

EUROPEES LABEL VOOR INNOVATIEF TALENONDERWIJS 2008

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

INFORMATIEBUNDEL. Ervaringsbewijs. begeleider buitenschoolse. kinderopvang

Aanvraag tot vrijstelling van een of meerdere modules

Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1]

Op de volgende pagina's worden bovengenoemde instrumenten uitvoeriger beschreven.

sociaal-culturele methodiek en vier functies: 10 kwesties

Sport en tewerkstelling van jongeren. Marc Theeboom / Joris Philips

DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, JEUGD, SPORT, BRUSSELSE AANGELEGENHEDEN EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING,

Advies BVR EVC-GKK. Brussel, 5 maart 2019

Nieuwe regelgeving geattesteerde kadervorming

TOETSING VAN HET DECREET AAN DE VISIE VAN HET SOCIAAL-CULTUREEL VOLWASSENENWERK OP LEVENSLANG EN LEVENSBREED LEREN

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

evc ervaringscertificaat laat zien wat je waard bent!

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

ECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk Werk Structuurgericht werken. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

Advies over de modulaire opleiding NT2 alfa R1, traject 1.2 voor de basiseducatie

SPECIALIST OPLEIDEN EN OEFENEN. Werkzaam bij de brandweer

REKENHOF. Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie?

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus Brussel

Een Ervaringscertificaat (EVC) is nuttig voor iedereen die wil laten zien meer kennis en vaardigheden in huis te hebben dan uit diploma s blijkt.

Actief burgerschap. Sint Gerardusschool Splitting ET Emmen Tel:

Het Vlaamse kwalificatieraamwerk. Internationaal seminarie 30 november 2009 Rita Dunon

POP POP. Programma workshop POP. 1. Algemeen kader Situering POP. 2. Link Werkervaring (Wim Van Ammel Web vzw) 3. Aan de slag!

Erkenning sportkwalificaties in het kader van EQF in Vlaanderen

PORTFOLIO MEETPLANLEIDER

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Opdrachtsverklaring Missie - Visie

TOELICHTING HANDVEST SUCCESVOL VRIJWILLIGEN

Reguleringsimpactanalyse voor Pendelfonds: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering

Resultaten De te bereiken resultaten m.b.t. de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 kunnen als volgt worden omschreven:

Waar staat Ondernemers voor Ondernemers voor?

Audiovisuele Mediacademie

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Sociaal-cultureel werk. Lestijden 40

1. WAAROM DIT HANDBOEK? 2

Advies. over twee ontwerpen van decreet houdende Samenwerkingsakkoorden betreffende de interregionale mobiliteit van de werkzoekende.

Eindrapport EVC voor Bestuursvrijwilligers

BIJLAGE. Motivering van het voorliggende convenant

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 oktober 2004 (10.11) (OR. en) 13996/04 LIMITE JEUN 89 EDUC 211 SOC 512

PORTFOLIO OEFENCOORDINATOR

Resultaten De te bereiken resultaten m.b.t. de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 kunnen als volgt worden omschreven:

Transcriptie:

EVC, wie doet mee?

EVC INLEIDING en BRONNEN 1. WAT IS EVC 1-3 1.1 Naar een nieuw begrip van leren 1.2 Competenties versus kennis en vaardigheden 1.3 Sleutelvaardigheden 1.4 Doelstellingen in een notendop 2. EEN DIVA IN VLAANDEREN 3 3. HET CIVIELE EFFECT 4 4. DE TWEE FUNCTIES VAN EVC 4-5 5. ENKELE SCHAKELS IN HET VLAAMS EVC VERHAAL 5-7 5.1 Een leven Lang in Goede Banen / 2000 5.2 Rapport Ruim Baan voor Competenties / 2001 5.3 Realiseren van een Europese ruimte voor levenslange opleiding en vorming / 2001 5.4 Het Pact van Vilvoorde/ 2001 5.5 Advies Erkenning Verworven Competenties/ 2004 5.6 Decreet Titel van beroepsbekwaamheid / 2004 5.7 Europass/ 2005 6. EEN BLIK OP HET EINDRAPPORT EVC VOOR 8-13 BESTUURSVRIJWILLIGERS 6.1 De formatieve functie van EVC 6.2 Enkele onderzoeksresultaten 6.3 Beleidsadviezen van het EVC project 6.4 Consequenties van het EVC project 6.5 Conclusies van het eindrapport 7. VLAAMS - NEDERLANDSE CONFERENTIE 2004 14-15 7.1 Over de grenzen: Kenniscentrum EVC Nederland 7.2 Het EVC verhaal van het sociaal-cultureel werk Sociumi vzw

Inleiding en bronnen Dit dossier is een eerste aanzet tot bundeling van de hoofdlijnen van het Vlaams EVC verhaal. Het is een verhaal in voortdurende evolutie en ontwikkeling en vraagt in die zin verdere updating en opvolging. De bedoeling van dit dossier is dan ook de lezer op weg te zetten en de verdere weg te wijzen naar de genoemde instanties die worden benoemd in dit dossier. Sociumi volgde enkele studiedagen rond EVC en haalde voor de uitwerking van dit dossier het bronmateriaal voornamelijk uit 3 actuele documenten ter zake: - Sectorboek competenties (h)erkennen, EVC en certificering in het sociaal-cultureel volwassenenwerk en vrijwilligerswerk, L. Vos de Wael, Socius. - Een (gedeeltelijke?) EVC-procedure voor bestuursvrijwilligers binnen lokale groepen van verenigingen in het Maatschappelijk Middenveld: een stap vooruit of een stap te ver?, I.Hatse en E. Hambach Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw. - Visietekst Socius: Erkennen van verworven competenties in het sociaal-cultureel werk, S. Verhoeven, H. De Blende, R. Leenknecht. 1. Wat 1.1 Naar een nieuw begrip van leren EVC staat voor erkenning van verworven competenties. Leren wordt de dag van vandaag veel ruimer omschreven. Er is nu sprake van leren wanneer competenties verworven zijn uit het samenspel van kennis, vaardigheden en houdingen. Waar vroeger alleen het leren in schoolverband maatschappelijk gewaardeerd werd, geniet vandaag ook het leren in non-formeel (socio-cultureel volwassenenwerk) en informeel verband aandacht. Het effect van erkenning zou de persoonlijke ontplooiing stimuleren en op haar beurt de maatschappelijke participatie bevorderen. EVC is een middel om het debat tussen verschillende sectoren te voeren over wat waar geleerd kan worden en op welke manier daar maatschappelijke erkenning aan kan gegeven worden. De laatste jaren is er een groeiend besef dat de erkenning van ervaringen en competenties van mensen een positieve invloed op de arbeidsmarkt zou kunnen hebben. We zijn dus eigenlijk allemaal veel slimmer dan we zelf denken! Zonder dat we er ons bewust van zijn ontwikkelen en verfijnen we pakken competenties via levenservaringen in diverse levensdomeinen. EVC toont in die zin hoe vol de fles is en hoe die fles verder gevuld kan worden (Duvekot & Brouwer, 2004, p. 25-26). Allen dan vóór EVC, op zoek naar al onze verborgen talenten? Wanneer we om te beginnen naar het vrijwilligerswerk kijken, wordt het snel duidelijk dat hier voor iedere persoon kansen liggen om reeds verworven competenties maximaal aan te wenden en/of om nieuwe kennis, vaardigheden en attitudes op te doen en te ontwikkelen. Het engagement van de vrijwilliger stimuleert ook de nood en de drang naar grotere persoonlijke ontplooiing en actief burgerschap. 1 Hiertegenover staat dan dat de spontaniteit van het vrijwilligerswerk in het gedrang komt. Dit zou zeker het geval kunnen zijn wanneer we alles gaan gieten in een stramien, een kader van 1 Een (gedeeltelijke?) EVC-procedure voor bestuursvrijwilligers binnen lokale groepen van verenigingen in het Maatschappelijk Middenveld: een stap vooruit of een stap te ver?, I.Hatse en E. Hambach Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw. Sociumi vzw 1

wetmatigheden en voorwaarden om te komen tot dat ene civiel effect? Deze discussie is nu nog volop bezig in België. EVC is een relatief nieuw begrip voor de professionele werkers in het sociaal-culturele werkveld. In het verleden sprak men reeds van elders verworven kwalificaties, maar dit kreeg weinig of geen maatschappelijke weerklank. EVK staat voor Elders Verworven Kwalificaties. Hiermee worden competenties bedoeld die je via formele opleidingen verworven hebt en die gecertificeerd zijn met een attest. 1.2 Competenties versus kennis en vaardigheden Een competentie is een geïntegreerde combinatie van kennis, vaardigheden en attitudes, waarbij iemand in staat is om deze drie elementen gecombineerd toe te passen in zijn handelen en dit in functie van professionele of persoonlijke en maatschappelijke activiteiten. Competentie is de combinatie van weten, kunnen, willen en zijn. Als iemand competent is betekent dit dat hij bij een bepaalde situatie, op het werk, op school of in zijn persoonlijk leven adequaat kan handelen. Het gaat dus om een samenspel van kennis, vaardigheden en attitudes, wat maakt dat een competentie multidimensioneel is. 1.3 Sleutelvaardigheden Naast competentie wordt dikwijls ook sleutelvaardigheid gebruikt. Men maakt een onderscheid tussen vaktechnische competenties die specifiek zijn voor een bepaald beroep (zoals vloerleggen) en sleutelcompetenties die voor alle beroepen maar ook in andere levenssferen belangrijk zijn (zoals probleemoplossingscompetenties). Het verschil is dat sleutelcompetenties ook transfereerbaar en multifunctioneel zijn. Ze zijn toepasbaar in meerdere situaties en contexten en hebben het vermogen om verschillende doelen te bereiken of verschillende taken op te lossen. De sociaal culturele sector benadrukt het belang van de inzet en het engagement van de vrijwilliger en de actieve burger. Het zijn net die competenties, verworven als gevolg van inzet en engagement, die vaak sleutelcompetenties zijn. Deze zijn dan ook moeilijker vast te pinnen, te bewijzen. Ze vinden immers niet plaats binnen een loutere educatieve context en er zijn ook geen toetsen of proeven aan gekoppeld. In het eindrapport EVC voor bestuursvrijwilligers 2 spreekt men van volgende sleutelvaardigheden: - sociale en relationele competenties = interpersoonlijk sociale vaardigheden en participatie in de samenleving/ samenwerken - persoonlijke sleutelcompetenties = intrapersoonlijk positief zelfbeeld/ autonoom denken en handelen/ mentale soepelheid/ motivationele competenties/ verantwoordelijkheidszin en zelfbeheersing - methodische en functionele sleutelcompetenties leer- en werktechnieken/ informatie verwerven en verwerken/ communicatie en functioneel taalgebruik 2 Een (gedeeltelijke?) EVC-procedure voor bestuursvrijwilligers binnen lokale groepen van verenigingen in het Maatschappelijk Middenveld: een stap vooruit of een stap te ver?, I.Hatse en E. Hambach Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw. Sociumi vzw 2

1.4 Doelstellingen EVC in een notendop EVC is een middel en dus géén doel op zich! Het is een middel om de verdere ontwikkeling van personen te stimuleren en vorm te geven! (carnel e.a., 2005, p.119). De volgende doelstellingen worden onderscheiden: - persoonlijke ontplooiing: zelfvertrouwen, inzicht in eigen mogelijkheden, - maatschappelijke participatie - levensloopontwikkeling: Welke richting kan ik uitgaan met welke competenties? - verkorte leertrajecten: toegang tot bepaalde opleidingen, vrijstellingen - inzetbaarheid op de arbeidsmarkt: een job vinden of van job veranderen 2. Een DIVA in Vlaanderen Vlaanderen staat tegenover Engeland, Frankrijk, Nederland en de Scandinavische landen weliswaar achter inzake EVC. Zo heeft bijvoorbeeld Nederland een kenniscentrum EVC uitgebouwd en wordt EVC in Engeland dan weer heel formeel met een getrapte structuur toegepast. Toch is er nu ook bij ons in Vlaanderen langzaam maar zeker sprake ook van een inhaalbeweging en dit vanuit verschillende invalshoeken. Hierbij vormt de DIVA, aangestuurd door de minister bevoegd voor werk, onderwijs en vorming en door minister van cultuur, de sleutel. DIVA staat voor 'Dienst Informatie, Vorming en Afstemming' en is opgericht in 2003. DIVA is een sectoroverschrijdend samenwerkingsverband tussen de publieke aanbieders van opleiding in Vlaanderen in het kader van het levenslang en levensbreed leren. DIVA vormt een brug tussen de verschillende publieke aanbieders van opleiding en vorming in Vlaanderen. Het gaat om een structureel samenwerkingsverband rond vorming en opleiding tussen de beleidsdomeinen Onderwijs en Vorming, Cultuur, Tewerkstelling en Economie. De concrete partners van DIVA zijn dan ook onderwijs, VDAB, SoCiuS en VIZO 3 en de Syntra 4. De missie van de DIVA bestaat onder meer uit verstrekking van advies aan de Vlaamse Regering met betrekking tot de voorbereiding en uitvoering van het beleid inzake het levenslang en levensbreed leren. Binnen de DIVA is er een stuurgroep EVC opgericht met alle partners erin vertegenwoordigd, inclusief de SERV, vakbonden en andere relevante belangengroepen. Uit de stuurgroep kwam al snel naar voor dat competenties verworven in het ruime sociaal-cultureel werk (in het vrijetijdsleren, enz ) niet zomaar kunnen ingeschoven worden in EVC-procedures die tot op heden hoofdzakelijk vanuit een arbeidsgerichte focus worden ingevuld. Het is dan ook de bedoeling dat DIVA hét instrument van de Vlaamse Regering bij uitstek wordt om tot een transparanter vormingsbeleid te komen en om permanente vorming te stimuleren. 3 VIZO= Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen (VIZO). Een door de overheid gesubsidieerd platform voor (beginnende) ondernemers. 4 De opleidingen van SYNTRA hebben een officieel karakter binnen de Vlaamse Gemeenschap. Het diploma of getuigschrift dat je na de opleiding ontvangt, is gecertificeerd door het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen (VIZO). Het opleidingsnetwerk van SYNTRA wordt erkend en gesubsidieerd door het VIZO. Deze Vlaamse overheidsinstelling stelt het leerprogramma samen en zorgt voor de kwaliteitsbewaking. Sociumi vzw 3

3. Het civiele effect Met civiel effect wordt aangeduid dat er aan een certificaat een duidelijk maatschappelijk effect vast hangt voor de betrokkene. M.a.w. aan het persoonlijk EVC -verhaal zou een direct maatschappelijk persoonlijk nut gekoppeld kunnen worden. Certificering is een proces van identificatie, evaluatie en erkenning van een breed gamma van vaardigheden en competenties die mensen ontwikkelen gedurende hun leven en dit in verschillende contexten. Certificering mondt uit in bewijs, waardoor een civiel effect bereikt wordt (bvb Rode Kruis Vlaanderen). Rechtstreekse certificering gebeurt aansluitend op het volgen van een opleiding; voorbeeld uitreiking van een diploma. EVC is dus een onrechtstreekse certificering, gezien het niet direct aansluit bij een gevolgde opleiding. Met betrekking tot de arbeidsmarkt kan dit gaan over de toegang tot een bepaald beroep (extern) of doorgroeimogelijkheden (intern). Op het vlak van opleidingen wordt dit effect zichtbaar met betrekking tot de toegang tot een bepaalde (vervolgd)opleiding of de mogelijke verkorting van het leertraject op basis van vrijstellingen. De cruciale vraag luidt hier tenslotte: Moet er voor de sociaal-culturele sector überhaupt een civiel effect gekoppeld worden aan het EVC -verhaal? En is er al of niet sprake van één gemeenschappelijk EVC verhaal? 4. De twee functies van EVC - summatieve functie: De erkenning en transfer van competenties in functie van verkorte leertrajecten of de toegang tot opleidingen of de doorstroming op de arbeidsmarkt. Concreet wordt hier met certificaten gewerkt, als bewijs dat de competenties verworven zijn. - formatieve functie op het vlak van de (levens)loopbaanbegeleiding: Via het herkennen van competenties worden mensen begeleid in hun al dan niet professionele loopbaan; (levens)loopbaanadvies in functie van (her)oriëntering. Men spreekt ook van zicht krijgen op de eigen leerbiografie. Iedereen leert, alleen is men zich daar niet altijd bewust van! Het sociaal-culturele werk focust zich weliswaar op het formatieve spoor, doch waar de gelegenheid zich voordoet, moet er eveneens aansluiting gezocht worden met het summatieve spoor. De verschillende fases van een EVC-procedure EVC kent een gefaseerd verloop: - De eerste fase is de fase van de herkenning (identificatie en documentatie van de competenties) Hiervoor wordt er gewerkt met de portfolio. Op een systematische en al dan niet gestandaardiseerde wijze worden alle persoonlijke levens-, werk-, opleidings- en vormingservaringen van de persoon gebundeld. De portfolio vertaalt die ervaringen naar competenties (Welke competenties heeft de eigenaar effectief gebruikt en gedemonstreerd?) en bevat bewijsstukken die de competenties aantonen: diploma's, toetsen, verslagen, foto's, video-opnames, evaluaties, referenties, getuigenissen, nota's, presentaties, praktijkopdrachten, - De tweede fase is de fase van de beoordeling (assessment van de competenties). Sociumi vzw 4

Hier gaat men met standaarden werken. Bij het volgen van een (kort) leertraject zal worden nagegaan of de competenties die elders verworven werden voldoen aan de competentievereisten die in de opleiding voor ogen staan. - De derde en laatste fase is die van de erkenning (certificering van de competenties). De procedure wordt afgesloten met een certificaat. 5. Enkele schakels in het Vlaamse EVC verhaal De volgende onderstaande documenten ondersteunen het denken rond EVC. Ze benadrukken het belang ervan en promoten expliciet het Erkennen van Verworven Competenties. Deze verhaallijn maakt tevens duidelijk dat EVC in Vlaanderen een zoektocht is naar een goed onderbouwde afgestemde visie en dit t.a.v. verschillende sectoren. Er wordt gezocht naar een brede visie, één die tegelijk ook op maat kan afgestemd worden. 5.1 Een leven Lang leren in Goede Banen / 2000 Vanuit het actieplan Een leven Lang leren in Goede Banen van de Vlaamse regering werd reeds in 2000 in België een werkgroep opgericht ter formulering van een beleidsadvies inzake EVC in de praktijk. In het najaar van 2000 ging de werkgroep van start. Deze werkgroep werd bijgestaan door de HIVA (Hoger Instituut Voor Arbeid) en UIA (Vakgroep Sociaal Recht), die in het kader van het VIONA-onderzoek een opdracht uitwerkten met als thema Modellen en praktijken van (h)erkenning van verworven competenties. Dit actieplan concretiseert systematisch het recht op een leven lang leren. Dit recht wordt vertaald in: - het recht van het individu op informatie, begeleiding en advies; - het recht van het individu op regelmatig terugkerende leerperiodes; - het recht van het individu om te participeren aan de ontwikkeling van het beleid inzake een leven lang leren; - het recht van het individu om zijn/haar ervaring en kennis te laten erkennen. De overtuiging heerst dat men via 'een leven lang leren' en het bevorderen van de participatie van burgers de persoonlijke ontwikkeling van mensen stimuleert, de sociale cohesie in de samenleving vergroot, de actieve participatie van de burger in het democratisch bestel bevordert alsook bijdraagt tot een sterke en meer kwalitatieve economische groei en een toenemende arbeidsmarktparticipatie. Het is de taak van de overheid om gestalte te geven aan het recht op een leven lang leren. Daarbij moet de overheid oog hebben voor kwetsbare doelgroepen in het bijzonder. 5.2 Rapport Ruim Baan voor Competenties / 2001 Het eindresultaat van een beleidsadvies inzake EVC is uitgewerkt in 2001 in het document Ruim Baan voor Competenties, Advies voor een Model van (H)erkenning van Verworven Competenties in Vlaanderen. De werkgroep richtte zich op werkgelegenheid, onderwijs, economie en sociale partners. Zo is verder vanuit de Vakgroep Sociale Agogiek Universiteit Gent tevens een onderzoek naar een systeem van kwaliteitsborging EVC gestart. Het resultaat is uitgewerkt in een rapport rond een standaard EVC procedure. Het werd een eerste aanzet tot operationalisering. Sociumi vzw 5

5.3 Realiseren van een Europese ruimte voor levenslange opleiding en vorming / 2001 De Europese commissie heeft het forum rond levenslang en levensbreed leren sterk geïnspireerd. Zo kwam in 2001de mededeling Realiseren van een Europese ruimte voor levenslange opleiding en vorming op de voorgrond. De Europese commissie spoort de lidstaten nu aan tot uitwisseling te komen rond ervaringen m.b.t. EVC via niet-formeel en informeel leren. Met deze focus wil men het EVC beleid in Vlaanderen breder dan alleen op de arbeidsmarkt gaan oriënteren. Tevens vraagt de Commissie elk lidstaat een wettelijk kader te ontwikkelen voor identificatie, assessment en erkenning van EVC. Concreet betekent dit tevens het kunnen aanbieden van een juridisch kader voor EVC, ondermeer met de bedoeling een individueel recht op evaluatie van de competenties in te voeren. 5.4 Het Pact van Vilvoorde/ 2001 Dit werd een volgend belangrijk document in het Vlaamse EVC verhaal. Het is een overeenkomst tussen de Vlaamse regering en de sociale partners die 21 strategische opties bevat voor de 21 ste eeuw. Zo stelt men onder meer voorop dat tegen 2010 minstens 10% van de bevolking tussen 25 en 65 jaar zou deelnemen aan permanente vorming. Competenties moeten tegen dan ook evenwaardig worden erkend, ongeacht waar en hoe ook ze werden verworven. Een indicator om competenties te meten, ongeacht de manier en de plaats waar deze verworven zijn, is het aantal uitgereikte certificaten in het kader van EVC (het gaat hier om een ruime interpretatie van een certificaat). 5.5 Advies Erkenning Verworven Competenties/ 2004 Uiteindelijk is vanuit de evaluatie en het rapport Ruim Baan voor Competenties (2001), een beleidsadvies rond EVC ingediend. Dit beleidsadvies is te raadplegen op de website van DIVA 5 Gezien dit beleidsadvies opgesteld werd door DIVA, draagt het dus de goedkeuring van de sectoren Onderwijs en Vorming, Cultuur, Tewerkstelling en Economie. Eind 2004 werd vervolgens het advies aan de minister van Werk, Onderwijs en Vorming Frank Vandenbroucke en aan de minister van Cultuur Bert Anciaux overhandigd. Uit dit advies zijn 4 concrete voorstellen geformuleerd: - het leerbewijs - het competentiebewijs - het functiebewijs: aanduidingen over de competenties verworven als gevolg van inzet en engagement - het leerboekje: instrument om alle mogelijke bewijsstukken met betrekking tot het nietformele en informele leren samen te bundelen. Deze instrumenten hebben ook een symbolische functie, namelijk het uiten van waardering ten opzichte van de lerende, en algemeen het sociaal-culturele werkveld meer in de kijker zetten, een gezicht geven! Een belangrijk aandachtspunt bij het gebruik van dergelijke instrumenten is wel het gevaar dat via EVC op het vlak van leren nieuwe drempels tot stand zouden kunnen komen voor lager geschoolden en andere kansengroepen De concrete directe meerwaarde van het advies voor het sociaal-cultureel werk is: - het akkoord over een gemeenschappelijke portfoliomethodiek; - de beslissing in verband met een gemeenschappelijk format voor het leer- en competentiebewijs, met het oog op het bevorderen van de transparantie over de diverse opleidingsverstrekkers heen. 5 www.diva.vlaanderen.be Sociumi vzw 6

MAAR: de vraag blijft nog steeds wat er nu effectief verder zal gebeuren met het advies, want de Vlaamse overheid heeft nog steeds niet gereageerd. 5.6 Decreet 'Titel van beroepsbekwaamheid' (2004) Dit decreet bevat de volgende zaken: - advies met betrekking tot een selectie van beroepen met overeenkomstige titels waarvoor de aanvrager in een beoordelingsprocedure kan stappen: - standaarden met inbegrip van succescriteria en richtlijnen voor de beoordeling; - procedure op basis waarvan erkende studiebewijzen en competentiebewijzen als titel van beroepsbekwaamheid worden beschouwd; - de beoordelingsinstantie; - steunverlening aan de erkende beoordelingsinstanties; - de erkenningsinstantie; - de beroepscommissie; - monitoring; - toezicht en controle; - wijzigings- en opheffingsbepalingen; - inwerkingtredingsbepaling. 5.7 Europass De Europass is ontwikkeld om mobiliteit en het levenslang leren in Europa te promoten. Mobiliteit wordt hier gezien in de zin van mensen aanzetten om in het buitenland te gaan leren, op welke manier dan ook! Het zorgt voor transparantie in diploma's, certificaten en competenties binnen Europa. Het helpt burgers om hun competenties beter te communiceren en te presenteren. Europass promoot mobiliteit zowel tussen landen als tussen sectoren en mobiliteit met leren als doeleinde. De eerste vijf luiken van de Europass zijn: Europass CV, Europass Mobility, Europass Diploma Supplement, Europass Certificate Supplement and Europass Language Portfolio. In Vlaanderen is de uitwerking ervan net van start gegaan vanuit de VDAB (deze zijn het verst gevorderd in elektronisch CV-beheer). In Vlaanderen is de Europass momenteel een document waarmee de Europese Unie Europese trajecten binnen de alternerende beroepsopleiding wil zichtbaar maken en doen gelden. Deze Europass is met andere woorden een vorm van Europese certificatie van dat deel van de opleiding dat in het buitenland heeft plaatsgehad. Volgens Europa zou dit instrument ook voldoende ruimte moeten kunnen bieden aan het non-formele aspect van leren, maar tot concrete voorstellen is er nog niet overgegaan. Sociumi vzw 7

6. Een blik op het eindrapport EVC voor Bestuursvrijwilligers 6 In 2002 werd vanuit Socius een themagroep opgericht (h)erkenning van levensbrede competenties van bestuursvrijwilligers. Het opzet was de competenties van bestuursvrijwilligers in kaart te gaan brengen. Snel drong zich echter de nood op om breder te gaan werken. Socius nam het initiatief om het thema EVC in een bredere maatschappelijke context te gaan plaatsen. Via een projectoproep naar het middenveld vonden Socius en het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk elkaar. Uiteindelijk is er met het project EVC voor bestuursvrijwilligers twee sporen bewandeld: het ontwikkelen van een portfolio op maat enerzijds en de toetsing van het EVC verhaal t.a.v. het ruimere middenveld (organisaties, koepels, e.a.) anderzijds. Hieronder zijn er enkele krachtlijnen uit het rapport gebundeld. (ter inzage van het gehele eindrapport: www.vrijwilligerswerk.be). De diversiteit in het vrijwilligerswerk biedt aan de promotoren van het Levenslang en Levensbreed Leren een uiterst geschikt proef- en werkveld. Het project EVC voor Bestuursvrijwilligers had de intentie om een zo ruim mogelijke participatie te realiseren van diverse sectoren, wat alles te maken met het karakter zelf van het vrijwilligerswerk, dat sectoroverschrijdend is. Naast het project EVC voor Bestuursvrijwilligers werden vervolgens ook andere pilootprojecten opgestart, meer bepaald voor: bakkers en slagers, taalopleidingen in het volwassenenonderwijs en verpleegkundigen. Omdat EVC-trajecten per definitie gericht zijn op individuen, richtte dit project zich voor wat de ontwikkeling van een EVC-instrument (portfolio en invulhandboek) betreft, op de individuele bestuursvrijwilliger, actief in een lokale afdeling. De keuze om te werken op het lokale niveau heeft te maken met de mogelijkheden in verband met bekendmaking, verspreiding en gebruik van het instrument. Om competenties te kunnen herkennen en benoemen, werden in het kader van dit project een competentielijst en portfolio ontwikkeld. Een portfolio is letterlijk een persoonlijke map, waarin de (bestuurs)competenties en de sleutelcompetenties van de vrijwilliger gebundeld zijn. De ontwikkeling van een portfolio voor bestuursvrijwilligers bleek echter niet zo evident. Tijdens het ontwikkelen van dit portfolio, kwamen de problemen in verband met EVC in het sociaalcultureel werk aan de oppervlakte terwijl er nagenoeg geen oplossingen voor konden worden geformuleerd. Het is dus zeker niet zo dat EVC per definitie een vanzelfsprekend gegeven is binnen het vrijwilligerswerk. Om meningen te toetsen en de discussie over de wenselijkheid van een (volledige) EVC-procedure op gang te brengen, is in het kader van dit project ook een kwalitatief onderzoek opgezet. 6 Een (gedeeltelijke?) EVC-procedure voor bestuursvrijwilligers binnen lokale groepen van verenigingen in het Maatschappelijk Middenveld: een stap vooruit of een stap te ver?, I.Hatse en E. Hambach Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw. Sociumi vzw 8

6.1 De formatieve functie van EVC Gezien de onduidelijkheid die er momenteel nog heerst binnen de vrijwilligerssector omtrent de wenselijkheid van een volledige EVC -procedure, beperkte dit pilootproject zich voor wat het instrument betreft tot de formatieve functie van EVC: de ontwikkeling van een instrument waarmee bestuursvrijwilligers hun in het vrijwilligerswerk verworven competenties kunnen herkennen, benoemen, documenteren met bewijsstukken, en zelf evalueren. Er werd dus geen volledige EVC-procedure uitgewerkt, maar het portfolio-instrument bood wel de mogelijkheid om de eerste fase van een EVC-procedure (herkenning) in de praktijk te brengen en alvast in verband hiermee een aantal bevindingen te noteren van de deelnemers. Zo bleek onder meer uit de bevindingen dat kwetsbare doelgroepen eerder zouden moeten aangesproken worden via laagdrempelige kanalen en extra zouden moeten gemotiveerd worden om deel te nemen. Ook het feit dat het voor kwetsbare doelgroepen vooral belangrijk is dat er een concreet resultaat vast hangt aan de geleverde inspanning (een reëel civiel effect), mag men niet uit het oog verliezen! In die zin zijn de mate van toegang tot de arbeidsmarkt en de sociale integratie voor sociaal uitkeringsgerechtigden, bepalende factoren in de persoonlijke motivatie nieuwe competenties te gaan verwerven. Er wordt echter vandaag weinig of geen onderscheid gemaakt tussen enerzijds een EVCprocedure met een formatieve of anderzijds deze met een summatieve functie. Er is zelfs een tendens om vooral tot één standaardisering te komen, terwijl differentiëring zich juist opdringt. Zeker ook vanuit de specifieke hoek van het sociaal-cultureel werk is er nood aan deze differentiëring. Een EVC -procedure in functie van eigen ontplooiing of maatschappelijke participatie is immers verschillend van deze in functie van arbeid of opleiding. 6.2 Enkele onderzoeksresultaten Het leeraspect van vrijwilligerswerk De respondenten bevestigen ongeveer unaniem dat mensen via vrijwilligerswerk kunnen bijleren. Toch benadrukken enkelen dat het leeraspect niet het uitgangspunt mag vormen om vrijwilligerswerk te gaan doen. Wat men precies kan leren in het vrijwilligerswerk, is afhankelijk van de sector, de vereniging, en de taken en verantwoordelijkheden die iemand binnen de vereniging opneemt. De meerderheid is het er over eens dat het vrijwilligerswerk vooral bijdraagt tot de ontwikkeling van sleutelcompetenties op persoonlijk vlak en van intermenselijke vaardigheden. Mensen zijn nog niet echt doordrongen van de idee dat je ook kan bijleren buiten school. Op niveau van het beleid is het thema van het erkennen van competenties al relatief doorgedrongen; in de onderwijswereld zijn de standpunten verdeeld en zijn er nog veel reserves. Zeker in de social profit-sector wordt vrijwilligerswerk op je palmares, door werkgevers als een troef gezien. Als kernpunt van de discussie wordt de vraag gesteld hoe het vrijwilligerswerk zich in de toekomst zal verhouden tot de internationale tendens van EVC, waarin een duidelijke gerichtheid zit naar de arbeidsmarkt. In kaart brengen van vrijwilligerscompetenties De respondenten vullen het concept van het in kaart brengen van competenties verschillend in, afhankelijk van de mogelijke finaliteit die er aan de oefening wordt gekoppeld: jezelf leren kennen versus utiliteit van vrijwilligerscompetenties. Hoewel er gewezen wordt op een gevaar tot opportunisme, vindt een aanzienlijke groep dat het in kaart brengen van competenties van persoonlijk belang is voor de vrijwilliger in het kader van Sociumi vzw 9

het proces van levenslang leren. Anderen vinden een overzicht van de competenties van vrijwilligers interessanter voor de organisaties, in functie van hun vrijwilligersbeleid, en eventueel zelfs als selectie-instrument. Hiertegen komt heftig reactie. Naargelang er al dan niet een beoordeling moet volgen, ziet men als mogelijke methoden voor het in kaart brengen van competenties: gesprekken, enquêtes, vragenlijsten, portfolio en een gestandaardiseerde vragenlijst. In verband met het portfolio uiten sommigen reserves omwille van de praktische uitvoerbaarheid en het vraagstuk van de standaardisering. Ongeveer de helft van de respondenten die op dit thema ingingen, (vooral uit de sectoren van tewerkstelling, economie en onderwijs) vinden dat het in kaart brengen van competenties geen zin heeft als er geen civiel effect aan vast hangt. Zeker voor kansengroepen zou een attest of diploma belangrijk zijn. Deze doelgroep zou extra gemotiveerd moeten worden om aan dergelijke procedures deel te nemen. Daarbij aansluitend stelt men dat er in dat geval garanties moeten ingebouwd worden en dat een beoordeling of een afweging ten opzicht van een standaard dan noodzakelijk wordt. De principiële houding ten opzichte van beoordeling en certificering Sommige respondenten opteren voor beoordelingen, maar binnen de veilige structuren van het vrijwilligerswerk zelf, terwijl anderen enkel waarde toekennen aan een beoordeling als dat door externe, objectieve partners wordt uitgevoerd. De kwestie van het verlenen van een civiel effect aan vrijwilligerscompetenties vereist verdere discussie en uitklaring. Ook de discussie voor wie EVC-trajecten prioritair zijn, blijft actueel: een uitspraak over een al dan niet doelgroepgerichte aanpak blijkt momenteel onmogelijk. Sommigen vinden erkenning van vrijwilligerscompetenties een goed instrument voor zwakkere doelgroepen, maar evenveel anderen vinden dat je geen doelgroepen mag uitsluiten. Men ziet aan erkenning wel een aantal risico s verbonden: - voor de vrijwilligers: belastend; bedreigend; gebruik als selectie-instrument door organisaties; twee circuits van vrijwilligers; willekeur bij de beoordelingscentra; - voor het vrijwilligerswerk: aantasting van het oorspronkelijk karakter: mensen stappen met een geheime agenda in het vrijwilligerswerk; - voor de organisaties: voldoen aan randvoorwaarden; criterium voor toekennen subsidies. Het spreekt eigenlijk voor zich dat niet alle vrijwilligers belangstelling hebben voor EVC. Sommigen hebben reeds werk en is een EVC-procedure in functie van arbeidsperspectieven niet aan de orde. Anderen geven aan dat ze doodeenvoudig geen nood hebben aan een zekere erkenning van hun maatschappelijke carrière en dat het daarmee principieel indruist tegen het karakter van vrijwilligerswerk. Praktische uitvoering van beoordeling en certificering Niet alle competenties lenen zich tot een zelfde vorm van accurate meting. Men spreekt hier van een zekere deontologische code: beoordeling kan enkel op vraag van de vrijwilliger zelf en moet haalbaar en laagdrempelig (liefst gedecentraliseerd) zijn. De privacy moet beschermd worden. Beoordelaars en proeven moeten voldoen aan kwaliteitseisen (erkende standaarden!) en georiënteerd zijn door kenners van het werkveld van het vrijwilligerswerk. De persoon moet vooraf op de hoogte zijn van het verloop van de procedure en moet zeker een vorm van begeleiding krijgen. Bekendmaking en promotie van EVC Er is zeker nog behoefte aan een degelijke informatieverspreiding over het concept EVC en aan een beleidskader op Vlaams niveau. Sociumi vzw 10

6.3 Beleidsadviezen van het EVC -project Aandachtspunten - het belang van EVC voor vrijwilligers: hoe staan vrijwilligers tegenover EVC? - de doelgroep: wie komt in aanmerking? is EVC een instrument voor iedereen of is het nodig om het te verbinden aan specifieke doelgroepen? Is EVC een instrument dat bij voorkeur gericht is op bestuursvrijwilligers, of dient er ook een vergelijkbaar instrument ontwikkeld te worden voor uitvoerende vrijwilligers? - is compatibiliteit wenselijk met bestaande opleidingen of beroepsprofielen? - hoe kan EVC best geïntroduceerd worden binnen de organisaties? Is er nood aan een aangepast instrument dat organisaties in staat stelt om EVC in hun werking te integreren? - hoe garanderen dat er geen misbruik wordt gemaakt van een dergelijk instrument binnen de organisaties? Uitgangspunten van EVC vrijwilligerswerk: 1. Het mag de eigenheid van het vrijwilligerswerk niet aantasten. 2. Het wordt toegankelijk voor alle vrijwilligers 3. Het moet nauw aansluiten bij de motieven van vrijwilligers 4. Het draagt vooral bij aan de individuele ontplooiing van de vrijwilliger 5. Het moet breder worden ingebed in het HRM/vrijwilligersbeleid van organisaties 6. Het heeft nood aan een landelijke paraplu om meerwaarde te krijgen en om het gedachtegoed te promoten. 7. Het mag niet bureaucratisch zijn. 8. Het zal veelvormig moeten zijn. 9. Het streeft ernaar om informele leerervaringen non-formeel te maken. De standaard(en) worden vastgelegd in en door de sector zelf. Het is nodig dat de overheid middelen vrijmaakt voor: - het opzetten en uitvoeren van verder onderzoek; - het informeren van de verschillende sectoren van het werkveld van het vrijwilligerswerk omtrent de thematiek van EVC, en voor het opzetten van gezamenlijke initiatieven in dit kader die intersectoraal gedragen worden; - de ontwikkeling van een verfijnd instrument in functie van verschillende doelgroepen, en mogelijkheden voor een ruime toetsing. 6.4 Consequenties van het EVC- project Voor organisatie van het leren en leertrajecten In dit EVC -project werd niet meteen gezocht naar implementatie in andere sectoren, net omdat er nog geen duidelijkheid bestond omtrent de wenselijkheid en haalbaarheid van een volledige EVC -procedure. Toch is het niet ondenkbaar dat op termijn vrijwilligerscompetenties gevaloriseerd kunnen worden en personen in staat gesteld worden om vrijwilligerservaringen als relevante ervaringen/competenties in te brengen om een verkorte opleiding te volgen. Er is wel duidelijk nood aan standaarden, maar op dit ogenblik is het nog niet duidelijk waar we die voor het vrijwilligerswerk moeten halen. In verband hiermee kunnen we een zekere bezorgdheid vaststellen bij een aantal organisaties en sectoren. Het kan bvb niet de bedoeling zijn dat vrijwilligerscompetenties louter afgetoetst worden i.f.v hun nuttigheid voor de arbeidsmarkt, of dat het vrijwilligerswerk in de toekomst gebruikt zou worden als medium om ontbrekende competenties bij werknemers aan te scherpen. Sociumi vzw 11

Wat de vrijwilligersorganisaties zelf betreft, biedt het EVC gegeven de kans om een kwalitatief vrijwilligersbeleid uit te tekenen. Leertrajecten voor vrijwilligers kunnen beter afgestemd worden op de ontwikkeling van specifieke competenties. Het benoemen van doorheen het vrijwilligerswerk verworven competenties kan tenslotte leiden tot een grotere valorisatie van vrijwilligersverenigingen als informele leerplekken. Indien EVC voor (bestuurs)vrijwilligers verder ontwikkeld wordt en er interesse bestaat vanuit het Maatschappelijk Middenveld, kan overwogen worden om op een gedecentraliseerde manier (vb. via Vormingplus per regio) een systeem te installeren van begeleide portfoliosessies voor bestuursvrijwilligers in intersectoraal verband. Voor personeel Vermits vrijwilligers niet gelijk gesteld kunnen worden aan bezoldigde krachten, vermoedt men dat de EVC -procedure (al dan niet gedeeltelijk) geen repercussies op het vlak van personeelsbeleid, verloning, of wat dan ook met zich brengt. Voor bestaande of nieuwe regelgeving Het lijkt wenselijk dat regelgevingen en beleidsmaatregelen vooral getoetst worden op het effect voor de vrijwillige inzet en het valoriseren van een maatschappelijk engagement. Wat de onderzoeksfase betreft, constateert men immers dat omwille van de tijdsdruk geen representatief onderzoek gevoerd kon worden, zowel in als buiten de sector van het vrijwilligerswerk. Noodgedwongen heeft men zich beperkt tot een exploratief kwalitatief onderzoek. Ondanks deze beperking is er heel wat informatie verzameld, die meteen de vraag doet rijzen naar verder onderzoek, meer gedetailleerde bevragingen, Voor het ontwikkelingsluik geldt hetzelfde. De projectmedewerker is meteen gestart met de ontwikkeling van materiaal, in functie van het voeden van de testsessies enerzijds, en anderzijds om over voldoende achtergrondinformatie en concreet materiaal te beschikken om het kwalitatief onderzoek op een relevante manier te kunnen opbouwen. Enkele bedenkingen van respondenten Mensen doen geen vrijwilligerswerk om te leren; het uitgangspunt is zich engageren, de sociale contacten. Leden van verenigingen zoals KAV of KVLV die cursussen volgen, die komen natuurlijk wel doelbewust om iets te leren. We hebben inderdaad enerzijds vrijwilligers, vooral studenten, die hun vrijwilligerswerk beschouwen als een soort van aanvullende stage bij hun studie, maar een andere groep vrijwilligers zijn jongeren die gewoon op vakantie willen, die komen om zich te amuseren. Dat zijn dus twee verschillende aspecten. Een respondent uit een bedrijf stelt dat de maatschappelijke erkenning voor het leeraspect van het vrijwilligerswerk vermindert doordat het vrijwilligerswerk zelf minder erkend wordt (alles is nu extra individualistisch). Enkele respondenten uit de onderwijs- en cultuursector: Vrijwilligerswerk is een instrument voor het democratisch functioneren, mensen worden mondiger, hun blik is verruimd. Dit heeft als effect een meer open, democratische en verdraagzame houding (maar dit is wel afhankelijk van de concrete situatie). Toch zijn mensen nog niet echt doordrongen van het idee dat je ook kan leren buiten de school. Als je vraagt wat mensen geleerd hebben, krijg je nog te veel die diploma s als antwoord. Respondent uit het onderwijs: Een voordeel zou zijn dat we zouden afstappen van het eenzijdig model dat je maar vaardigheden kan leren vanuit een onderwijs- of vormingsmodel. Dat is Sociumi vzw 12

misschien spreken tegen mijn winkel maar we moeten beseffen dat je ook heel veel vanuit de praktijk kan leren. Straathoekwerker: Het publiek waarmee wij werken hecht veel belang aan een attest omdat ze geen diploma ASO, BSO of TSO hebben; het is vaak het enige dat zij op een cv kunnen zetten. Respondent uit het onderwijs: Er is een evolutie dat al wat educatie is op één lijn gebracht wordt met de markt. Dat kan ook met het vrijwilligerswerk gebeuren, dat is een gevaar. Vrijwilligerswerk zou buiten dit systeem moeten blijven. 6.5 Conclusies van het eindrapport De kwestie van het verlenen van een civiel effect aan vrijwilligerscompetenties vereist verdere discussie en uitklaring. Ook de discussie voor wie EVC -procedures prioritair zijn, blijft actueel: een uitspraak over een al dan niet doelgroepgerichte aanpak blijkt op dit moment onmogelijk. Er is zeker nog behoefte aan een degelijke informatieverspreiding over het concept EVC en aan een beleidskader op Vlaams niveau. Samenvattend wordt er gesteld dat dit eerste verkennend onderzoek een goede aanzet geeft tot reflectie en analyse van de mogelijkheden die EVC het vrijwilligerswerk zou kunnen bieden. Heel wat argumenten werden in kaart gebracht en aandachtspunten geformuleerd. Deze vormen dan ook een goede basis voor verder concreet onderzoek. Het onderzoek naar de wenselijkheid van een volledig EVC -traject is en blijft belangrijk, gezien de uiteenlopende meningen die hierover circuleren. Er blijken grote verschillen te bestaan in de mate waarin EVC reeds deel uitmaakt van het denken en/of het handelen binnen sectoren en organisaties. De informatie die via dit exploratief onderzoek verzameld werd, kan ook aangewend worden als uitgangsmateriaal voor verdere discussie en opinievorming in de respectievelijke sectoren van het Maatschappelijk Middenveld waar vrijwilligerswerk een belangrijke plaats inneemt. Sociumi vzw 13

7. Vlaams-Nederlandse conferentie 2004 7 Gezien EVC en certificering een relatief nieuw thema is voor de professionele werkers in het sociaal-culturele werkveld, kwam hier rond een Vlaams-Nederlandse conferentie in het najaar van 2004. 7.1 Over de grenzen: Kenniscentrum EVC in Nederland Niemand is ooit uitgeleerd ; stelt men in het Kenniscentrum EVC voorop. Het Kenniscentrum heeft de opdracht om toepassing van de EVC -systematiek in Nederland bij branches en sectoren te bevorderen en trends en ontwikkelingen te signaleren. Mensen dienen zich flexibel aan nieuwe (arbeids)omstandigheden te kunnen aanpassen, aldus het Kenniscentrum. Het centrum faciliteert kennisuitwisseling en kennisproductiviteit over EVC. Vanuit de praktijk van EVC en duaal leren draagt het kenniscentrum momenteel bij aan de brede discussie, die tot een definitief kwaliteitsmodel zou leiden. Het kenniscentrum geeft ook ruimte om EVC - aanbieders in beeld te brengen, die volgens een specifiek model werken. Zo komen instrumenten en praktijkverhalen van EVC deskundigen uitgebreid aan bod. 8 7.2 Het EVC -verhaal van het sociaal-cultureel werk Verschillende gebeurtenissen overtuigden de sector van het sociaal-cultureel volwassenenwerk om te gaan nadenken over de wenselijkheid van een eigen EVC -verhaal. Een goed voorbeeld hiervan vormt de Vlaams-Nederlandse conferentie van 9 december 2004. Op deze conferentie werd het zoeken van een eigen EVC -pad door verschillende sprekers (kabinet, SoCiuS, ) naar voor geschoven als een belangrijke uitdaging voor de onmiddellijke toekomst (Vos de Wael, 2005). Als gevolg hiervan werd de werkgroep EVC in het sociaal-cultureel werk in het leven geroepen door SoCiuS en het FOV. In deze werkgroep zetelen naast vertegenwoordigers uit het werkveld ook mensen van de administratie, het kabinet, Universiteit Gent, Basiseducatie en Steunpunt Jeugd aanwezig. De werkgroep heeft als opdracht het ontwikkelen van een visie over EVC in het sociaal-cultureel werk. De kracht van een divers sociaal-cultureel middenveld vraagt juist om een bredere visie afgestemd op de verschillende invalshoeken in dat middenveld. De werkgroep EVC spreekt daarom van een visie die gekruid moet zijn met verschillende accenten. Op 10 november 2005 werd deze visie aan de volledige sector getoetst op een studiedag rond EVC. 9 Hieruit kwam vooral naar voor dat het sociaal-cultureel werk zich niet wil afzetten tegen datgene wat reeds rond EVC aan de gang is, maar dat het wel pleit voor eigen specifieke accenten. Hierbij wordt er in de eerste plaats verwezen naar de 4 functies van de sociaalculturele methodiek (educatieve, maatschappelijke, sociale en culturele). Uit de bijeenkomsten van de werkgroep EVC vallen reeds enkele lijnen op te tekenen. Er moet klaarheid komen in wat een eigen visie betekent: betekent dat een visie los van de andere visies en/of betekent dat een visie die aansluit bij de visie die leeft in andere sectoren? De werkgroep kwam tot de conclusie dat de visie van het sociaal-cultureel werk twee sporen moet integreren: enerzijds het spoor van het in kaart brengen en valoriseren van het levensbreed leren in functie van de levensloopbaanontwikkeling en anderzijds het spoor dat aansluiting zoekt bij datgene wat reeds bestaat (en gefocust is op levenslang leren in functie van de arbeidsmarkt). 7 Sectorboek competenties (h)erkennen, EVC en certificering in het sociaal-cultureel volwassenenwerk en vrijwilligerswerk, L. Vos de Wael, Socius. 8 Meer info www.kenniscentrumevc.nl 9 Hieruit is een visietekst gesproten, door Socius gebundeld: Erkennen van verworven competenties in het sociaal-cultureel werk, S. Verhoeven, H. De Blende, R. Leenknecht. Sociumi vzw 14

Uit de studiedag van 10 november werden tenslotte de volgende belangrijkste aanbevelingen geformuleerd: - Het sociaal-cultureel werk moet aandacht hebben voor de twee hoofddoelstellingen van EVC: enerzijds EVC gericht op zelfontplooiing van het individu en anderzijds moet de focus voor de vergroting van kansen op de arbeidsmarkt blijven. - Het leggen van de eigen accenten vanuit de sociaal-culturele sector moet weliswaar gebeuren binnen hetzelfde grote EVC -kader. Het mag geen aparte sociaal-culturele EVC aanpak worden! - Het moet voor iedereen mogelijk zijn om in EVC -procedures te stappen, ook voor maatschappelijk kwetsbare groepen! - Omtrent de EVC procedure engageert de sociaal-culturele sector zich om het leerboekje algemeen te gaan promoten; en dit zowel qua verspreiding, gebruik en vorming. - Omtrent de beoordeling zal het gebruik van competentiebewijzen gestimuleerd moeten worden. Hiervoor zullen publieke en autonome (zelf ontwikkelde) standaarden aanvaard moeten worden. De ontwikkeling van een methodologie dringt zich op! - Socius moet de coördinerende en ondersteunende rol verder invullen en zorgen voor de verdere opvolging, begeleiding en intervisie van het EVC verhaal voor de sociaalculturele sector. Het Vlaamse EVC verhaal is bij deze zeker nog niet af! Wordt vervolgd Sociumi vzw 15

Dit dossier is een uitgave van vzw Sociumi, een door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde sociaal-culturele beweging