Couperen van anticoagulantia bij bloedingen en acute interventies (VKA, DOAC, heparine/lmwh, trombocytenaggregatieremmers) Versie 4, aug 2016

Vergelijkbare documenten
Hoe coupeer je anticoagulantia?

Perioperatief beleid t.a.v anticoagulantia de nieuwste inzichten. Felix van der Meer Afdeling Trombose en Hemostase Trombosedienst Leiden

DOACs in 15 dia s Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen

Antistolling in de tandheelkunde. J. Vincent Internist hematoloog-oncoloog Medisch leider trombosedienst Elkerliek ziekenhuis

Stolling en antistolling. Prof.dr. Karina Meijer Afdeling Hematologie UMCG Transmuraal Trombose Expertisecentrum Groningen

Antistollingsbehandeling

Perioperatieve overbruggingstherapie bij gebruik van anticoagulantia (VKA, DOAC, heparine/lmwh, trombocytenaggregatieremmers) Versie 2, november 2016

Dr. Bart Oris h.-hartziekenhuis Lier

Antitrombotica tijdens de peri-operatieve fase. Dr. Dirk Verleyen Cardioloog AZ St-Lucas Brugge

Dr. Bart Oris h.-hartziekenhuis Lier

Antitrombotica. Nederlands Vasculair Forum Melvin Lafeber. AIOS Interne (Vasculaire/Klinische Farmacologie)

Indicatie antistolling. NOAC/DOAC Is de praktijk net zo verwarrend als de naam.? Indicaties VKA in NL Wat gebruikten we. Het stollingsmechanisme

Voorkom bloedingen. de achtergrond van antistollingsmiddelen, interacties en risicofactoren. Eindhoven, 19 juni 2014

casuistiek: bloedingscomplicaties bij het gebruik van de nieuwe generaties antistollingsmiddelen

Protocol Longembolie. Anamnese + lichamelijk onderzoek + YEARS algoritme

Antistolling. in de dagelijkse praktijk van de poliklinische apotheek. Inhoud In de media. Voorschrijfgedrag

Antistolling in het pijncentrum

Anticoagulantia en anti-aggregantia: consequenties bij endoscopie. D. De Looze

AANPAK VAN BLOEDINGEN ONDER NIEUWE ANTICOAGULANTIA

Diagnostiek en behandeling diep veneuze trombose van het been Versie 3 (sep 2016)

Antitrombotica en locoregionale anesthesie

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

Perioperatief beleid. van patiënten behandeld met bloedverdunners

Antistolling. versie 2018

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

Behandeling Diep Veneuze Trombose

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

Antistollingsmiddelen

Antistollingsmiddelen

Antitrombotisch beleid. Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde

Geneesmiddelen die de stolling beïnvloeden bij atrium fibrilleren

Stand van zaken antistolling 2017

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

NOAC s. Bossche Samenscholingsdagen 2014 N. Péquériaux Laboratoriumarts/Medisch leider trombosedienst M. Jacobs Cardioloog

Aanbevelingen perioperatief beleid van patiënten behandeld met plaatjesremmers en anticoagulantia

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

Vernieuwingen in stroke preventie in atrium fibrilleren. Joep Hufman, Medical Scientific Liason

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

Mini symposium. VHL 18 juni 2013 An Stroobants

Stolling en antistolling. Esther Kragten, arts trombose en trombofilie

Antistolling: stand van zaken. R.F.J. Schop, internist-hematoloog P.P.P.H. van den Homberg, huisarts, GC Krimpen

NOAC S E N D E H U I S A R T S.

Diagnostiek en behandeling longembolie Versie 6 (sep 2016)

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

artseninformatie Richtlijnen voor beleid van bloedverdunners in een peri-operatieve fase GezondheidsZorg met een Ziel

Bloeding: wat nu? Workshop Antistolling: oh FAQ! Take home:

Gids voor voorschrijvers

Antistolling bij cardiologische interventies

Perioperatief Antistolling beleid

stolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog 15 maart 2019

Protocol bij behandeling met directe orale anticoagulantia (DOAC s)

TAR s: Combinaties, Do s & Don ts

Laboratoriumtesten voor het meten van DOACs

Nieuwe Orale Anticoagulantia (NOACs)

MEDISCH PROTOCOL Peri-operatief beleid van patiënten behandeld met bloedverdunners

Nascholing Antistolling

Antistolling (NOAC) bij atriumfibrilleren

Programma verschillende workshops van elk 15 minuten.

BF: Eerstelijns Samenwerkingsafspraak (LESA) Tandartsen en Trombosedienst SKB Winterswijk

Nieuwe orale anticoagulantia

Trombose & antistollingsmiddelen

Problematiek 17/01/2011. Dr. Patrick Schoeters PREVENTIEF ANTISTOLLINGSBELEID BIJ ENDOSCOPISCHE PROCEDURES

Doelstelling van deze informatiebijeenkomst

Wat is nieuw in Antistollingswereld?

Wegwijs in de nieuwe anticoagulantia en plaatjesremmers. Dr Katrien Gijsbers Cardioloog-Intensivist

Longembolie Onderzoek en behandeling.

Eén van de meest gevreesde complicaties van een neuraxiaal block is een de ontwikkeling van een spinaal (epiduraal of subarachnoïdaal) hematoom en

Protocol massale bloedtransfusie op de SEH

Protocol bij behandeling met non-vitamine K antagonisten orale anticoagulantia (NOAC s)

NOACs in de dagelijkse praktijk. Menno Huisman Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden

Laboratoriummonitoring van directe orale anti-coagulantia. Dr Jan Emmerechts 11/03/17

FTO: het gebruik van (N)OAC s in de eerste lijn

Antistolling in de Amsterdamse regio

Bronchoscopie onder sedatie

Perioperatief beleid. antitrombotica / anticoagulantia Versie 2019

Richtlijn Neuraxisblokkade en Antistolling Inclusief: perifere zenuw en interventionele pijntechnieken

Antistolling in de Amsterdamse regio

Perioperatief antistollingsbeleid UMCG. Samenvatting

NOACs: de dagelijkse praktijk binnen de cardiologie

NOAC s: New Oral Anticoagulants

Richtlijn Neuraxisblokkade en Antistolling Inclusief: perifere zenuw en interventionele pijntechnieken

Antistolling in de Amsterdamse regio

Sigmoïdoscopie Therapeutisch onderzoek

Regionale richtlijn Non- VKA Orale Anticoagulantia (NOAC) Directe Orale Anticoagulantia (DOAC) Update: oktober 2018

Urgente aanpak van bloedingen. Kathelijne Peerlinck Bloedings- en Vaatziekten UZ Gasthuisberg Leuven

Implanteerbare hartritmerecorder

Perioperative management of NOACs

Relatie trombosedienst & tandarts. 14 februari 2017 Elly van Mourik Alderliesten, medisch leider Nadine Goessens, manager

Regionale richtlijn Non- VKA Orale Anticoagulantia (NOAC) Directe Orale Anticoagulantia (DOAC) Update: Juni 2019

NEURAXIS-BLOKKADE & ANTI-STOLLING. Ankie Koopman-van Gemert

Reanimatie In principe worden alle patiënten in ons ziekenhuis gereanimeerd, tenzij u met uw arts die het onderzoek heeft aangevraagd, heeft

Praktische handvatten voor het gebruik van Antistolling in de eerste lijn

Perioperatief beleid. antitrombotica / anticoagulantia Versie 2017

Richtlijn Antistolling met laagmoleculairgewicht heparines (LMWH) bij nierinsufficiëntie

Antistolling voor Huisartsen. Een aantal dingen die je echt moet weten!!! Alex Roose, penshonado huisarts, TD arts

Transcriptie:

Couperen van anticoagulantia bij bloedingen en acute interventies (VKA, DOAC, heparine/lmwh, trombocytenaggregatieremmers) Versie 4, aug 2016 INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMEEN 2. VITAMINE K ANTAGONISTEN 3. DIRECTE ORALE ANTICOAGULANTIA 4. HEPARINE EN LAAG-MOLECULAIR GEWICHTSHEPARINE 5. TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS 6. BRONVERMELDING/LITERATUUR

1. ALGEMEEN Dit protocol is bestemd voor artsen in het AMC die te maken hebben met: een patiënt die bloedt of een spoedinterventie moet ondergaan bij gebruik van: Vitamine K antagonisten; VKA (acenocoumarol, fenprocoumon) Directe orale anticoagulantia; DOAC, ook wel NOAC (apixaban, dabigatran, edoxaban en rivaroxaban) Heparine en laag-moleculair gewichtsheparine; LMWH (nadroparine, enoxaparine, tinzaparine, dalteparine en fondaparinux) Trombocytenaggregatieremmers; TAR (acetylsalicylzuur/carbasalaatcalcium, clopidogrel, prasugrel, ticagrelor en dipyridamol) Verantwoordelijkheden/bevoegdheden 1. In geval van een bloeding of de noodzaak van een spoedingreep bij gebruik van anticoagulantia dient altijd de consulent vasculaire geneeskunde geraadpleegd te worden ( stollingsarts, pieper 59459 tijdens kantooruren, daarbuiten via de centrale). In deze situaties heeft de consulent vasculaire geneeskunde de inhoudelijke verantwoordelijkheid voor het antistollingsbeleid, uiteraard in nauw overleg met de hoofdbehandelaar. Het geven van stollingsfactorconcentraat kan uitsluitend in overleg met de consulent. In acuut levensbedreigende situaties waarbij geen tijd verloren mag gaan (b.v. bewezen intracraniële bloeding, bloeding in critical site ) is het staflid neurologie, neurochirurgie, traumatologie/chirurgie, anesthesiologie of intensivist gerechtigd om zonder overleg met de stollingsarts stollingsfactorconcentraat te bestellen. Bij gebruik van acenocoumarol of fenprocoumon: bolus 2500 IE Cofact Bij gebruik van dabigatran: 5 gram idarucizumab Couperen van directe factor Xa remmers is complexer en dient daarom wel tevoren overlegd te worden met de consulent vasculaire geneeskunde 2. Bij patiënten jonger dan 18 jaar vervult de dienstdoende kinderhematoloog de rol en verantwoordelijkheden van de consulent vasculaire geneeskunde. 3. In geval van behandeling met stollingsfactorconcentraat (Cofact, Idarucizumab, trombocytenconcentraat) dient na het plaatsen van de order in EPIC DIRECT GEBELD TE WORDEN MET DE BLOEDBANK (tel 62526 of 65885) om de order telefonisch te bevestigen. 4. Verslaglegging: de consulent vasculaire geneeskunde heeft de inhoudelijke verantwoordelijkheid voor het antistollingsbeleid. De hoofdbehandelaar ordert een Consult vasculaire geneeskunde. De consulent maakt een consultnotitie met daarin het beleid, inclusief vervolgbeleid (wanneer welke bloedafnames, wanneer hernieuwd overleg nodig). In de avond- en nachtdienst (telefonisch overleg) worden adviezen telefonisch gegeven en middels readback procedure door de behandelend arts in de medische status vastgelegd. De volgende werkdag dient alsnog een consultnotitie van de consulent vasculaire geneeskunde te volgen.

2. VITAMINE K ANTAGONISTEN (VKA) Middelen in deze klasse zijn acenocoumarol (Sintrom) of fenprocoumon (Marcoumar). De werking berust op remming van de synthese van de vitamine K afhankelijke stollingsfactoren II, VII, IX, en X. Acenocoumarol: halfwaardetijd 8-12 uur; werkzaam tot ongeveer 48 u na inname (langer bij ernstige leverinsufficiëntie) Fenprocoumon: halfwaardetijd van ongeveer 160 uur (1 week); werkzaam tot zeker 1-2 weken na inname Niet acuut levensbedreigende bloedingen of ingrepen die 12-24 uur kunnen wachten. 1. Stoppen VKA en cito INR bepaling 2. Consulteer de consulent vasculaire geneeskunde ( stollingsarts, sein 59459, buiten 3. Vitamine K 10 mg a. Intraveneus: al relevante INR daling na 6-8 uur, maximaal effect na 24 uur b. Oraal: iets langzamer dan i.v., na 24 uur geen verschil met i.v. NB: bij patiënten met cholestase wordt oraal vitamine K minder goed geresorbeerd en dient het altijd i.v. gegeven te worden 4. Bepaal de volgende dag opnieuw de INR (LET OP: herhaalde toediening van vitamine K kan nodig zijn, met name bij fenprocoumon gezien lange halfwaardetijd. Dit hangt mede af van de ernst van de bloeding en de gewenste duur dat de VKA geheel gecoupeerd moet blijven) Acuut levensbedreigende bloedingen of spoedingrepen die niet kunnen wachten 1. Stoppen VKA en cito INR bepaling 2. Consulteer de consulent vasculaire geneeskunde ( stollingsarts, sein 59459, buiten 3. Geef vitamine K 10 mg intraveneus 4. Geef Cofact (ook wel protrombinecomplex concentraat); dosering volgens tabel 1 5. Herhaal INR bepaling na toediening Cofact (streefwaarde < 1,5) 6. Bepaal dagelijks de INR, totdat zeker is dat de VKA volledig uitgewerkt is Bij gebruik van fenprocoumon en een intracraniële bloeding wordt dagelijks 10 mg vitamine K i.v. gegeven (om rebound INR te voorkomen), totdat dit in overleg met consulent vasculaire geneeskunde gestaakt kan worden Procedure bestelling Cofact 1. Consulteer de consulent vasculaire geneeskunde voor de indicatiestelling* 2. Order protrombine complex (COFACT) bolus en vul de afgesproken dosis in 3. BEL MET DE BLOEDBANK (tel: 62526/65885) om de order telefonisch te bevestigen

, * In acuut levensbedreigende situaties waarbij niet op de INR bepaling gewacht kan worden (b.v. zekere intracraniële bloeding) is het staflid neurologie, neurochirurgie, traumatologie/chirurgie, anesthesiologie of intensivist gerechtigd om zonder overleg Cofact 2500 IE te orderen (Denk eraan direct na het plaatsen van de order de bloedbank te bellen ter bevestiging!). Overleg met de consulent vasculaire geneeskunde dient erna alsnog plaats te vinden. Tabel 1: dosering Cofact (in EH) bij levensbedreigende bloedingen of spoedingrepen 7.5 5.9 4.8 4.2 3.6 3.3 3.0 2.8 2.6 2.5 2.3 2.2 gemeten INR. Lichaamsgewicht 50 kg 1500 1500 1500 1250 1250 1250 1000 1000 750 750 750 750 60 kg 2000 1750 1750 1500 1500 1500 1250 1250 1000 1000 1000 750 70 kg 2250 2000 2000 1750 1750 1750 1500 1500 1250 1000 1000 1000 80 kg 2500 2500 2250 2250 2250 2000 2000 1750 1500 1250 1250 1000 90 kg 2500 2500 2500 2250 2250 2250 2000 2000 1750 1500 1250 1000 100 kg 2500 2500 2500 2500 2500 2250 2250 2000 1750 1750 1500 1250 NB: geregeld wordt Cofact in mililiters i.p.v. EH gedoseerd. Hierbij geldt 10 ml = 250 EH. 3. DIRECTE ORALE ANTICOAGULANTIA (DOACs) Middelen in deze klasse zijn apixaban (Eliquis), dabigatran (Pradaxa), edoxaban (Lixiana) en rivaroxaban (Xarelto). De werking berust op directe remming van trombine (dabigatran) of factor Xa (apixaban, edoxaban, rivaroxaban). De halfwaardetijd van DOACs is 10-12 uur. Bij nierinsufficiëntie (egfr< 50 ml/min) is de halfwaardetijd iets verlengd, met name bij dabigatran (i.v.m. 80% renale eliminatie). Niet acuut levensbedreigende bloedingen of spoedingrepen die 12-24 uur kunnen wachten 1. Stoppen DOAC 2. Ga na wanneer de laatste inname van de DOAC was (cruciaal voor beleid) 3. Consulteer de consulent vasculaire geneeskunde ( stollingsarts, sein 59459, buiten 4. Neem bloed af in overleg met consulent vasculaire geneeskunde, in principe: a. PT/APTT b. Trombinetijd (TT) in geval van dabigatran c. Specifieke DOAC spiegel test (zoek op naam DOAC voor juiste order in EPIC; worden in principe niet cito bepaald) d. Spijt citraatplasma (voeg bij opmerking toe: voor stollingslaboratorium ) e. Voor interpretatie: zie Tabel 2 5. In principe geen couperende handeling nodig; na 12-24 u is het effect van de DOAC belangrijk afgenomen en kunnen de meeste interventies plaatsvinden (timing ingreep in overleg met consulent vasculaire geneeskunde)

6. Neem lokale hemostatische maatregelen waar mogelijk (afdrukken/tamponeren, hechten, endoscopie) 7. Herhaal dagelijks bloedafname (punt 4), totdat het effect van de DOAC volledig verdwenen is. Acuut levensbedreigende bloedingen of spoedingrepen die niet kunnen wachten 1. Stoppen DOAC 2. Ga na wanneer de laatste inname van de DOAC was (cruciaal voor beleid) 3. Consulteer de consulent vasculaire geneeskunde ( stollingsarts, sein 59459, buiten 4. Neem bloed af in overleg met consulent vasculaire geneeskunde, i.p. a. PT/APTT b. Trombinetijd (TT) in geval van dabigatran c. Specifieke DOAC spiegel test (zoek op naam DOAC voor juiste order; worden in principe niet cito bepaald) d. Spijt citraatplasma (voeg bij opmerking toe: voor stollingslaboratorium ) e. Voor interpretatie: zie Tabel 2 5. Geef specifiek antidotum: a. Bij dabigatran gebruik: idarucizumab 5 gram i.v. (2 flessen van 2.5 gram) b. Bij apixaban, edoxaban, rivaroxaban gebruik: Eventueel Andexanet alfa in studieverband (overleg consulent vasculaire geneeskunde) Alternatief: Cofact 50 IE/kg i.v. (afronden op 250 IE). NB: indien de laatste inname van de Xa remmer meer dan 12 uur geleden is, dan kan vermoedelijk met een lagere dosis van 25 IE/kg volstaan worden. 6. In geval van falen van bovenstaande maatregelen bij een acuut levensbedreigende bloeding eventueel recombinant factor VIIa (NovoSeven) 90 microg/kg (uitsluitend in overleg met consulent vasculaire geneeskunde) 7. In geval van massaal bloedverlies geldt het AMC protocol Massaal Bloedverlies Tabel 2: Interpretatie stollingstesten bij gebruik DOACs DOAC Apixaban Dabigatran Laboratoriumtest Screening PT en APTT zijn vrijwel niet gevoelig Specifieke stollingstest Anti-Xa-apixaban Screening Trombinetijd, indien normaal: geen relevante dabigatran spiegel APTT, indien normaal: lage dabigatran spiegel Specifieke stollingstest dtt dabigatran (Pradaxa)

Edoxaban Rivaroxaban Screening APTT en PT zijn mogelijk geschikt (afhankelijk van het gebruikte reagens). Geen goede uitspraak mogelijk Specifieke stollingstest Anti-Xa-edoxaban Screening PT (normale PT komt overeen met een lage rivaroxaban spiegel) Specifieke stollingstest Anti-Xa-rivaroxaban bepaling 4. HEPARINE EN LAAG-MOLECULAIR GEWICHTSHEPARINE (LMWHs) Middelen zijn ongefractioneerde heparine ( heparinepomp ) en nadroparine (Fraxiparine/Fraxodi), enoxaparine (Clexane), dalteparine (Fragmin), tinzaparine (Innohep) en fondaparinux (Arixtra). Niet acuut levensbedreigende bloedingen of spoedingrepen die 12-24 uur kunnen wachten 1. Stoppen LMWH of heparinepomp 2. Bij LMWH: ga na wanneer de laatste injectie was (cruciaal voor beleid) 3. Consulteer de consulent vasculaire geneeskunde ( stollingsarts, sein 59459, buiten 4. Neem bloed af in overleg met consulent vasculaire geneeskunde, in principe: a. APTT b. Anti-Xa activiteit (elke LMWH/heparine heeft een specifieke anti-xa test) 5. In principe geen couperende maatregelen nodig a. Na 4-6 uur is de heparinepomp uitgewerkt b. Na 12-24 u is het effect van de LMWH belangrijk afgenomen en kunnen de meeste interventies plaatsvinden (timing ingreep in overleg met consulent vasculaire geneeskunde) 6. Neem lokale hemostatische maatregelen waar mogelijk (afdrukken/tamponeren, hechten, endoscopie) Acuut levensbedreigende bloedingen of spoedingrepen die niet kunnen wachten 1. Stoppen LMWH of heparinepomp 2. Bij LMWH: ga na wanneer de laatste injectie was (cruciaal voor beleid) 3. Consulteer de consulent vasculaire geneeskunde ( stollingsarts, sein 59459, buiten 4. Neem bloed af in overleg met consulent vasculaire geneeskunde, in principe: a. APTT b. Anti-Xa activiteit (elke LMWH/heparine heeft een specifieke anti-xa test)

5. Geef protamine om te couperen a. Heparinepomp: coupeer de hoeveelheid toegediende heparine van de laatste 2 uur. Gebruik 10 mg protamine i.v. per 1000 IE toegediende heparine b. LMWH: geef eerst 10 mg protamine i.v. (voor circulerend LMWH). Overweeg 50 mg protamine i.m. voor het nog resterende subcutane depot (in overleg met consulent vasculaire geneeskunde, afhankelijk van tijdstip toediening). NB: protamine antagoneert slechts 40-50% van het effect van LMWHs. c. NB: geen protamine geven bij bekende garnalenallergie!! 6. Neem lokale hemostatische maatregelen waar mogelijk (afdrukken/tamponeren, hechten, endoscopie) 5. TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS (TARs) Middelen uit deze groep zijn acetylsalicylzuur (Aspirine)/carbasalaatcalcium (Ascal), dipyridamol (Persantin) en de P2Y12/ADP receptor remmers clopidogrel (Plavix), prasugrel (Effient) en ticagrelor (Brilique). Acetylsalicylzuur/carbasalaatcalcium, clopidogrel en prasugrel geven irreversibele trombocytenaggregatieremming (het effect is uitgewerkt wanneer zich voldoende nieuwe trombocyten gevormd hebben). Dipyridamol en ticagrelor zijn na 48 uur vrijwel uitgewerkt. Acetylsalicylzuur/carbasalaatcalcium en clopidogrel kunnen zowel als monotherapie als in combinatie met een andere trombocytenaggregatieremmer gegeven worden. Dipyridamol, prasugrel en ticagrelor worden alleen in combinatie met acetylsalicylzuur/carbasalaatcalcium gegeven. Bloedingen of spoedingrepen 1. Acetylsalicylzuur/carbasalaatcalcium of clopidogrel kunnen, als monotherapie, doorgaans voortgezet worden. 2. Staken van 1 of meerdere trombocytenaggregatieremmers wordt in grote mate bepaald door de indicatie en in geval van stentplaatsing, door de duur sinds het plaatsen van de stent. Bij recente coronaire stentplaatsing (< 12 maanden) dient de cardioloog geconsulteerd te worden of het veilig is om één of beide trombocytenaggregatieremmers tijdelijk te staken. 3. In geval van een direct levensbedreigend bloeding, of ingrepen met een zeer hoog risico op bloedingen (bv. neurochirurgie) kan trombocytentransfusie gegeven. Hiermee is het effect van de trombocytenaggregatieremmers direct opgeheven. Bij recente coronaire stents (zie punt 2) eerst overleg met de cardioloog.

BRONVERMELDING/LITERATUUR Richtlijnendatabase; Antitrombotisch Beleid, Strategie in geval van bloeding/ingreep bij antistolling. http://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/antitrombotisch_beleid/strategie_bloeding_ingreep_bij_a ntistolling.html Versie 4, 16 aug 2016 Auteurs: L.C.A. Stiekema, M. Coppens Autorisatie door: S. Middeldorp (vasculaire geneeskunde).