Examenprogramma Machinist Reizigers/Goederen Rijden op ERTMS baanvakken

Vergelijkbare documenten
Examenprogramma Machinist Reizigers/Goederen Rijden op ERTMS baanvakken

Examenprogramma Junior-dienstregelingsplanner

Taalexamenprogramma veiligheidsfunctionarissen:

Examenprogramma Treindienstleider minimaal bevoegd

Infra wijzigingen per op Zevenaar-Oost en Betuweroute (A15) Extra informatiesessie voor vervoerders en opleiders

Examenprogramma. Wagencontroleur

Examenprogramma. Veiligheidscommunicatie

Spoorcollege veiligheid / treinbeveiliging SpoorParade 17 oktober 2014

Vakbekwaamheidseisen vervoer gevaarlijke stoffen. voor de wagencontroleur

Examenprogramma Treindienstleider volledig bevoegd

Taalexamenprogramma. veiligheidsfunctionarissen:

VVRV cluster ERTMS, versie maart 2019

Taalexamenprogramma veiligheidsfunctionarissen: machinisten. wagencontroleurs. rangeerders. treindienstleiders

Examenprogramma. Rangeerder

Examenprogramma. Rangeerder

Certificeringschema:

Cluster 2 Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

VVRV cluster Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist, versie maart 2019

Vakkennis Machinist Cluster 2: Bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden machinist

Examenreglement Stichting VVRV

Examenprogramma. Wagencontroleur

Examenprogramma Treindienstleider volledig bevoegd

Formulierenboek. Directeur ProRail VL Kees van Dijk / Wilco van der Wolf. Herman Tijsma. Definitief. Van Auteurs. Projectleider

Examenprogramma. Wagencontroleur

ERTMS Pilot Amsterdam-Utrecht. IRSE 19 mei 2015 Wendi Mennen Marcel Voskamp

ERTMS Pilot Amsterdam-Utrecht. IRSE 19 mei 2015 Wendi Mennen Marcel Voskamp

Vragenset open vragen PB lijst kennis van de lijn/wegexamen V4 Traject:A-B vice versa Naam PEX: Naam kandidaat: Datum:

Vakkennis wijzigingsdocument Op de website VVRV update

Examenprogramma. Rangeerder Goederen en Reizigers

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Examenprogramma: Veiligheidscommunicatie

Verkennend onderzoek naar de aanname, opleiding en begeleiding van machinisten van Arriva

Wegbekendheid/kennis van de lijn machinist

CHECKLIST STS VOOR DE TREINDIENSTLEIDER

Praktijkexamen Rangeerder

Versie : (vervangt versie )

Formulierenboek. Herman Tijsma. VL VLV VMK/ Formulierenboek/Definitief. Definitief. Van Eigenaar. Kenmerk. Versie 3.0 Datum 2 januari 2015 Bestand

Vakbekwaamheidseisen (VBE) Kennis van de lijn Leiden-Haarlem v

Certificeringschema: Emplacementsbeveiliging EBS Periferie

Examenprogramma machinist. machinistenvergunning bevoegdheidsbewijs

Bijlage 2: Projecteringsregels ERTMS level 2 tbv het vaststellen van de capaciteitseffecten

RV uursrapportage bijna botsing na STS passage te Utrecht op 25 april 2012

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 9, 35 en 36 van het Besluit spoorverkeer;

interoperabel maar toch verschillend van Betuweroute Presentatie IRSE (Luc van Gerrevink) 15 februari 2008

Vakbekwaamheidseisen (VBE) Kennis van de lijn baanvak Zwolle-Amersfoort v

Emplacementsbeveiliging EBS+ op SIMIS-W

Certificeringschema: Veiligheidspersoon tram (vhp-tram)

Certificeringschema:

Vakbekwaamheidseisen (VBE) Kennis van de lijn baanvak Haarlem-Leiden v

Spoorwegveiligheid. RnV-NORMBLAD M-010. ATB-veiligheidsstoringen ATB-beschikbaarheidsstoringen

Certificeringschema: Emplacementsbeveiliging. NX 68 inclusief LCE

5.1. Eindtermen, toetstermen en toetsmatrijs Basis competentieprofiel Inspecteur Elektrische Arbeidsmiddelen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling tarieven Spoorwegwet 2012 wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Concept ten behoeve van internetconsultatie maart/april 2016

Examens bus en vrachtauto veranderen per 8 september 2008

Aanpak. Onafhankelijk advies

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Theorie examens Rijbewijs en Vakbekwaamheid

Certificatieschema VOP-HS VOLDOEND ONDERRICHT PERSOON HOOGSPANNING

26, 61. Valbeschermingsmiddelen (IPVM)

Theo van de Ven Interoperabel, maar anders dan de HSL-Zuid

Emplacementsbeveiliging PLC Interlocking

Examenprogramma machinist. machinistenvergunning bevoegdheidsbewijs

Certificeringschema voor de taak: leider lokale veiligheid metro

Examenprogramma Praktijkexaminator. machinist reizigers/goederen

Gebruikersprocessen Rijden van treinen

De verbindende kracht van toezicht. TU Delft, faculteit TBM, vakgroep veiligheidskunde

Gebruikersprocessen B&B-BR

Pagina 1 van 7 STIPEL 40150:2019 VOP TR (BEI BHS)

Concept t.b.v. internetconsultatie maart april nd Besluit van

Formulierenboek. Directeur ProRail VL. Staf VLV, cluster VMK Staf VLV, cluster be- en bijsturing. Definitief

Toetsmatrijs Veiligheidsadviseur Binnenvaart - Initieel en Verlenging

p/a Structuurbaan 2, 3439 MB Nieuwegein Let op: ook invullen in voettekst vanaf blz. 2. Let op: ook invullen in voettekst vanaf blz. 2.

Examenprogramma. examinator

Certificeringschema: Beoordelen Infrabeschikbaarheid bij WBI-/TSB-aanvragen

Beoordeling vakbekwaamheidsdossier (VBD) Taak Installatieverantwoordelijke Baan (IVB)

nr criterium Vraagvariant 1 Vraagvariant 2 Vraagvariant 3

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid

Certificeringschema:

Certificeringschema: Installatieverantwoordelijke Baan

Certificeringschema: Werkplekbeveiliger Ontwerpende Taken

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Certificatieschema VOP MS Distributie (VOP MS)

Certificeringschema:

Gebruiksvoorschrift. Assetmanagement. ETCS Key Management. Datum van kracht: Versie: 002. Documentnummer: GVS

Vragenset wegexamen 33 E Harmelen aansluiting Utrecht centraal vice versa v

ProRail Marktconsultatie

Examenomschrijving NEN 3140 vakbekwaam persoon

Examenomschrijving Elektrothermograaf. Bedrijfsexamen

Certificeringschema Begeleider Buiten Dienst gesteld spoor (BBD) module technische vaardigheden (BBD-plus)

Vakkennis Machinist Cluster 7: Gereedmaken en vertrekken

Certificeringschema: Calamiteitenoperator Tunnel Technische Installaties (CO-TTI)

Examenomschrijving Elektrothermograaf. Bedrijfsexamen

24-Uurs rapportage bijna trein trein botsing na STS-passage van sein 1288 op spoor 13 te Utrecht CS d.d

examenreglement VVRV

Gebruikersprocessen B&B-BR

INFRAROOD AFSTANDBEDIENINGSSYSTEEM (IRAB) Versie: 001

Transcriptie:

Examenprogramma Machinist Reizigers/Goederen Rijden op ERMS baanvakken 1 Versie 2.3 d.d. 15 juli 2015 er beoordeling voorgelegd aan het ministerie van Infrastructuur & Milieu, directie Openbaar Vervoer en Spoor. Daarna vastgesteld door de Minister van Infrastructuur en Milieu, namens deze, de directeur van de stichting Veiligheid en Vakmanschap Railvervoer (VVRV) P.C.M. van der Hoeven

Inhoud 1 De taak 3 2 Vakbekwaamheidseisen 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Vakbekwaamheidseisen per module 4 Module ERMS Basis 4 Modules Specifieke ERMS-implementaties 8 3 Beoordeling van de vakbekwaamheid 10 3.1 oelatingsvoorwaarden voor het examenprogramma 10 3.2 Wijze van beoordeling 10 3.3 Normering en cesuur 11 Versiebeheer versie Datum wijzigingen door Goedgekeurd door 1.0 nov 2013 1 e goedgekeurde versie Jan Adema Patrick van der Hoeven 1.1 18 feb 2014 VVRV layout/tekstaanpassingen Inge Bochardt 2 1.2 24 april 2014 Na overleg met Carl Kleibeuker/Carl Vledder: verwijderd Baanvakspecifieke kenmerken/ wegbekendheid, matbekendheid, VR, EoM, EZR, PIE, trein in de praktijk vertrekgereed maken inclusief beproevingen, in mode unfitted rijden, V- LoA. Na overleg met Gerrit Boelens verwijderd: verplichte volgorde examens. Na overleg met Patrick vd Hoeven modulaire vorm aangepast, term specifieke implementatie ingevoegd en tekstuele aanpassingen. Na overleg met Carl Vledder, Marc Hodek, Jan Adema/Cito vakbekwaamheidseisen specifieke implementaties aangepast. Inge Bochardt 2.0 18 mei 2014 Na overleg met Dominic omassen: benamingen specifieke implementaties aangepast. ekstuele wijzigingen Cees van der Molen doorgevoerd. Inge Bochardt Patrick van der Hoeven 2.1 8 sep 2014 Aanvullingen HSL Z toegevoegd Inge Bochardt Patrick van der Hoeven 2.2 17 feb 2015 Aanvullingen Betuweroute toegevoegd Inge Bochardt Patrick van der Hoeven 2.3 15 juli 2015 Aanpassing n.a.v. suggesties. Aanpassing BR, algehele formuleringsupdate, track conditions, aanpassing aanwijzing sts Inge Bochardt Patrick van der Hoeven

1 De taak Inleiding Deze module is als module 6 onderdeel van het VVRV-examenprogramma Machinist. Het examenprogramma Machinist geeft aan dat deze module behaald moet worden door machinisten die op ERMS baanvakken gaan rijden. Op ERMS baanvakken is een ander en nieuwer beveiligingssysteem dan op reguliere baanvakken die beveiligd zijn met AB: het European rain Control System (ECS). ECS (baan- en boordapparatuur) vormt (bij Level 2 en 3) samen met het GSM-R (wal- en boordapparatuur) het European Rail raffic Management System (ERMS). ERMS heeft meer mogelijkheden, meer complexiteit en daardoor meer toetsingscriteria dan AB. ERMS wordt daarom dieper en breder getoetst dan AB. Binnen alle Levels van ERMS kan het treinsysteem meerdere Modi hebben. Niet iedere Mode is beschikbaar in alle Levels en afhankelijk van de gekozen ECS-implementatie bestaan er ook verschillende parameterinstellingen (zoals National Values) en bijbehorende procedures. De machinist dient deze te (her)kennen en toe te passen. 3 Scope Voorliggend examenprogramma bevat de wettelijke eisen voor de machinist Reizigers en Goederen, die gaat rijden op baanvakken die zijn beveiligd met ECS/ERMS: Spoorwegwet, ERMS Operational Rules en de vigerende System Requirements Specification. Naast wetgeving zijn/worden door Prorail als infrabeheerder per baanvak specifieke documenten geschreven betreffende het gebruik (gebruikersprocessen). Alle machinisten die aan het ERMS examen deelnemen zijn al bevoegd machinist VB. Het examen ERMS/ECS geeft bevoegdheid om op het betreffende baanvak te rijden waarvoor examen is gedaan. Wegbekendheid is niet meegenomen in de examinering. Deze eis voor het rijden is een verantwoordelijkheid van de vervoerder. De taak van de machinist die rijdt op ERMS-baanvakken De taak van de machinist op een ERMS baanvak is gelijk aan de beschrijving zoals deze geldt voor de machinist op een niet ERMS baanvak. De machinist heeft als taak het zelfstandig, verantwoordelijk en veilig besturen van spoorvoertuigen. In afwijkende situaties aan het materieel of de railinfrastructuur (storingen/calamiteiten) neemt de machinist (veiligheids)maatregelen, waarbij communicatie en rapportage van groot belang zijn. De machinist kent de relevante weten regelgeving en is in staat om in bekende en onverwachte situaties naar deze regelgeving te handelen. ERMS-implementaties Er zijn verschillende ERMS-implementaties. De gebruiksregels en infrastructurele bijzonderheden zijn zodanig anders dat er sprake is van verschillende kennis en vaardigheden per implementatie. De volgende implementaties worden onderscheiden: Implementaties Afkorting Versie Amsterdam Utrecht/Lelystad-Zwolle (Hanzelijn) DS Dual Signalling: ERMS Level 2 en NS 54/AB Hogesnelheidslijn-Zuid HSL ERMS Level 2 met terugvalmogelijkheid naar Level 1 Betuweroute: A15-tracé BR A15 ERMS Level 2 Betuweroute: Havenspoorlijn BR HVSL ERMS Level 1 en lichtseinen

2 Vakbekwaamheidseisen 2.1 Algemeen De examens zijn als volgt opgebouwd: Module ERMS Basis A. heorie; B. Praktijk in de vorm van een simulatie. Modules voor specifieke ERMS-implementaties CI Dual Signalling, Level 2 (Asd-Ut en HZL), examen bestaat uit een theorie- en een praktijk/simulatiedeel; C2 HSL Zuid, Level 2 met terugvalmogelijkheid naar Level 1, idem theorie en praktijk/simulatie; C3 Betuweroute A15-tracé, Level 2, idem theorie en praktijk/simulatie C4 Betuweroute Havenspoorlijn, Level 1 en lichtseinen, idem theorie en praktijk/simulatie. C5 Het A15-tracé en de Havenspoorlijn kunnen ook worden gecombineerd in één examen: Betuweroute volledig. 4 2.2 Vakbekwaamheidseisen per module In deze paragraaf zijn de vakbekwaamheidseisen en de beoordelingscriteria in tabellen weergegeven. De linker kolom bevat de nummering van de vakbekwaamheidseisen en criteria, de middelste kolom de omschrijving en de rechterkolom de wijze van examinering. De wijze van examinering is in de tabellen met een code aangegeven. De betekenis van de codes is: heorie-examen: een beoordeling van feitelijke kennis, gericht op feiten of procedures (wat is de betekenis van A? Wat behoort u te doen in geval van B?) en begripsmatige kennis/inzicht, gericht op begrippen of principes (Wat is de reden van C? Wat gebeurt er als D zich voordoet?). Het examen bevat met name meerkeuzevragen. Praktijkexamen: een beoordeling van vaardigheden, handelen en gedragsaspecten in de reële of gesimuleerde praktijk door een door VVRV gecertificeerde praktijkexaminator. In voorliggend examenprogramma is sprake van de gesimuleerde praktijk. Module ERMS Basis VBE 1 Criteria Kent de werking van het ECS systeem oetswijze 1.1 De kandidaat heeft kennis van de achtergrond van ERMS: kan uitleggen hoe ERMS uit onderdelen is opgebouwd; kan uitleggen wat de voordelen van ERMS zijn t.o.v. AB; kan de meest voorkomende begrippen en afkortingen noemen. 1.2 De kandidaat heeft kennis van de componenten van baanapparatuur en hun werking: kan de componenten van baanapparatuur van ERMS noemen (RBC, balises, balisegroep) en hun werking beschrijven; kan de functie van het RBC beschrijven;

kan de functie van RBC handover beschrijven; kan het verschil tussen het begrip balise en balisegroep uitleggen; kan de componenten van de ECS baanapparatuur benoemen en hun werking beschrijven; kan de rol van seinen en balises binnen ERMS beschrijven. 5 1.3 De kandidaat heeft kennis van de componenten van boordapparatuur en hun werking: kan de verschillende componenten van boordapparatuur benoemen (EVC, CAU en BM en DMI) en hun werking beschrijven; kan de componenten van de ECS boordapparatuur benoemen en hun werking beschrijven; kan de functie van een radioverbinding benoemen; kan benoemen welke apparatuur de remcurve berekent; kan de begrippen doelsnelheid, EoA, LoA en DP toelichten kan beschrijven wat de kleuren betekenen die in de DMI worden getoond; kan de functie van het RBC beschrijven; kan het begrip National Values beschrijven. 1.4 De kandidaat kan de interactie tussen baan- en boordapparatuur toelichten: kan de belangrijkste treingegevens die ECS nodig heeft om veilig te werken benoemen en toelichten; kan aangegeven wie er verantwoordelijk is/zijn voor de volledigheid van de ingevoerde treingegevens; kan benoemen welke belangrijkste treingegevens ECS nodig heeft; kan vertellen wat te doen bij niet bekende positie; kan tijdelijke snelheidsbeperking en functie benoemen; kan het begrip snelheidsbewaking beschrijven en verschillende soorten snelheidsbewakingen noemen; kan de functie van rack Ahead Free (AF) request benoemen. 1.5 De kandidaat heeft begrip van levels en leveltransities: kan de algemene werking van en verschillen tussen ECS levels beschrijven; kan de verschillende level symbolen herkennen en hun betekenis benoemen; kan de functie en werking van level SM-AB beschrijven; kan de begrippen mixed signalling en dual signalling benoemen en toelichten. 1.6 De kandidaat heeft begrip van modes en modetransities: kan het begrip mode beschrijven; kan de diverse modes beschrijven (bijvoorbeeld OS, SR, FS, UN, ISD, NL, SL); kan beschrijven welke modetransities er plaatsvinden (van naar );

kan de voorwaarden voor modetransities noemen; kan de gevolgen van modetransities voor treingegevens toelichten. 1.7 De kandidaat heeft begrip van movement authority (MA): kan het begrip Movement Authority beschrijven kan de werking van Movement Authority toelichten; kan uitleggen hoe een Movement Authority kan worden gewijzigd (intrekking, wijziging); kan de belangrijkste componenten van een Movement Authority benoemen; kan aangeven welke treingegevens de vorm van de remcurve bepalen; kan de relatie leggen tussen het handelen van de machinist en de remcurve; kan het effect van een slippery track op de remcurve en de MA verklaren. VBE 2 Criteria Kent de algemene procedures ECS oetswijze 6 2.1 De kandidaat heeft kennis van de procedures rond start of mission: kan beschrijven wat een Start of Mission (SOM) inhoudt; kan de gegevens die bij een SOM moeten worden ingevoerd benoemen. 2.2 De kandidaat heeft kennis van de procedure override: kan beschrijven wat een override procedure inhoudt; kan de functie van de procedure override toelichten; kan de voorwaarden voor uitvoering van een override procedure noemen. 2.3 De kandidaat heeft kennis van rijden in mode staff responsible (SR): kan beschrijven wat rijden in staff responsible inhoudt; kan de voorwaarden voor rijden in staff responsible noemen. 2.4 De kandidaat heeft kennis van rijden in mode on sight (OS): kan beschrijven wat rijden in on sight inhoudt; kan de voorwaarden voor rijden in on sight noemen. 2.5 De kandidaat heeft kennis van de shunting procedure kan beschrijven wat de shunting procedure inhoudt; kan de voorwaarden voor uitvoering van de shunting procedure noemen. 2.6 De kandidaat heeft kennis van de full supervision (FS) procedure: kan beschrijven wat rijden in full supervision inhoudt; kan de voorwaarden voor rijden in full supervision noemen. 2.7 De kandidaat kan de procedure met betrekking tot aanwijzingen (written orders) beschrijven en kan de essentiële elementen van een

aanwijzing aangeven (naam treindienstleider(gebied), datum en tijd). 2.8 De kandidaat heeft kennis van temporary speed restriction (RS): kan de functie van temporary speed restriction noemen. 2.9 De kandidaat heeft kennis van de procedure slippery track (S): kan de procedure bij slippery track beschrijven; kan de functie van slippery track beschrijven; kan de voorwaarden voor het inschakelen van slippery track noemen. VBE 3 Criteria Kent de procedures en kan handelen bij afwijkingen van de normale situatie onder ECS oetswijze 7 3.1 De kandidaat neemt storingsmeldingen, icoonmeldingen en symbolen op de DMI waar, herkent ze en koppelt er handelingen aan: schakelt handmatig over naar een ander ECS level; legt uit wat de gevolgen zijn van het contactverlies met het RBC; past de procedure toe voor het verder rijden bij contactverlies met het RBC; herkent het wegblijven van meldingen die hij wel zou moeten ontvangen en koppelt er handelingen aan; benoemt wanneer een trip optreedt en beschrijft de procedure bij een trip. 3.2 De kandidaat verzamelt gegevens die relevant zijn voor een melding van de storing aan de walorganisatie; weet hoe te handelen bij een emergency message. 3.3 De kandidaat zet d.m.v. veiligheidscommunicatie met de treindienstleider de juiste vervolgstappen; herkent een veiligheidsstoring. 3.4 De kandidaat maakt waar mogelijk onderscheid tussen baan- en materieelstoring; handelt bij ECS storingen in baan/boordapparatuur op de juiste wijze/volgens de procedures. 3.5 De kandidaat handelt bij incidenten/calamiteiten volgens de geldende procedures.

Modules Specifieke ERMS-implementaties VBE 4 Kent voor een specifieke ERMS-implementatie de kenmerken, bijzonderheden en afwijkingen van de procedures en werkwijze en kan aangeven hoe hierbij te handelen (kan verschillen per implementatie) oetswijze 4.1 De kandidaat kan de specifieke kenmerken voor rijden onder ECS op de specifieke implementatie benoemen: Baanvakken, blokgrenzen, rol gebruikersprocessen en handboek; Levelkeuze en Leveltransitie; Gebruik GSM-R/GSM. 4.2 De kandidaat kan aangeven welke seinen hij mag negeren en welke hij moet opvolgen 8 4.3 De kandidaat kan treingegevens invoeren, de Start of Mission (SOM) uitvoeren en een Level kiezen om te keren: Mode en Level kiezen; DMI-melding/planningsarea interpreteren. 4.4 De kandidaat kan beschrijven hoe gereden/gehandeld moet worden onder ECS op de specifieke implementatie: In de Modes FS, OS, SR, NL, IS, SH; DMI-melding Entry to Full Supervision interpreteren; DMI-melding Entry to On Sight interpreteren; Bij AF request (HSL). 4.5 De kandidaat kan aangeven hoe te handelen bij de transitie van ECS naar AB/PZB vice versa 4.6 De kandidaat kan aanwijzingen SS, SB, VR en Overweg omzetten naar de juiste handeling 4.7 De kandidaat kan aangeven hoe te handelen bij een End of Authority: Stilstand > X minuten; Release speed; Onterechte EoA passage; Met SMB met gedoofde oprijlamp (HSL). 4.8 De kandidaat kan aangeven onder welke voorwaarden bijzondere procedures mogen worden uitgevoerd: Override procedure (al dan niet na aanwijzing SS); Verder rijden na trip, dwangremming, servicebrake; Waarnemen gedoofd sein (DS, HVSL); ijdelijke snelheidsbeperkingen; Non stopping area; Gladde sporen; Naar BD spoor rijden (HSL).

4.9 De kandidaat kan storingen en defecten melden en de juiste procedures toepassen: Veiligheidsstoring melden; Defecte ECS treinapparatuur; Defecte ECS baanapparatuur; Verbroken RBC-verbinding. VBE 5 De kandidaat kan met behulp van simulatie-apparatuur rijden op een specifieke ECS-implementatie (kan verschillen per implementatie) oetswijze 9 5.1 De kandidaat: activeert het ECS-systeem en voert gegevens in (SOM); selecteert en bevestigt juiste Levels. 5.2 De kandidaat rijdt de trein volgens regelgeving en procedures. Kiest uit alle hieronder genoemde procedures de juiste op basis van de situatie en voert deze uit/past deze toe gegeven de context: schakelt Level om; handelt bij uitblijven Leveltransitie; interpreteert, verklaart en handelt naar de gegevens op de DMI (volgt track conditions op, bijvoorbeeld LOA, breaking to target distance, speedbubble, gradiënt); rijdt anticiperend; rijdt in Mode FS (full supervision), OS (on sight) en SR (staff responsible); rijdt in Mode shunting (HVSL); rijdt een emplacement binnen/rijdt door over een emplacement(hvsl); herkent communicatieproblemen en handelt/bevestigt rip (controleert/past RBC-data aan, handover); neemt aanwijzingen (written orders) aan (inhoud tekstblok, treindienstleider(gebied), datum-tijd) en voert ze uit; passeert een EoA; verandert van rijrichting/maakt kop; volgt SR s (temporary speed restrictions) op; past veiligheidscommunicatie toe in gesprek met de trdl; voert AF request uit (HSL); handelt bij windwaarschuwing (HSL); handelt bij wegvallen/inkorten MA (section timer) (HVSL); handelt bij bijzondere situaties zoals stranding in een tunnel of rijden met een zware goederentrein.

3 Beoordeling van de vakbekwaamheid VVRV neemt namens de Minister van Infrastructuur en Milieu de examens af waarmee wordt vastgesteld dat de kandidaat op het moment van afname voldoet aan de noodzakelijke vakbekwaamheidseisen. 3.1 oelatingsvoorwaarden voor het examenprogramma Om toegelaten te worden tot het examenprogramma gelden de volgende voorwaarden: De kandidaat: is volledig bevoegd machinist (beschikt over een bedrijfspas/vergunning en bevoegdheidsbewijs); is in dienst van een spoorwegonderneming met een bedrijfsvergunning en veiligheidsattest voor het Nederlandse spoorwegnet of wordt ingezet door een detacheringsbureau/ personeelsteller. (In specifieke situaties neemt u contact op met VVRV.) 10 3.2 Wijze van beoordeling De wijze van beoordeling vindt als volgt plaats. Basis heorie en Praktijk De vakbekwaamheidseisen 1 en 2 bevatten de basiskennis van ERMS/ECS die in meerkeuze vraagvorm worden getoetst. Het examen bestaat uit ongeveer 40 vragen, alle vragen wegen even zwaar. De kennis die in dit examen wordt getoetst is voor alle baanvakken nodig en moet daarom door alle machinisten die onder ERMS (gaan) rijden worden afgelegd. Het digitale theorie-examen wordt georganiseerd door VVRV. Het toetsen van vakbekwaamheidseis 3 vindt plaats in de gesimuleerde praktijk. In dit examen worden op een simulator met een zogenoemd grijs baanvak scenario s uitgevoerd die samengesteld zijn uit situaties die afgeleid zijn van de reële ERMS/ECS-praktijk. De theoretische kennis uit het basisexamen wordt bekend verondersteld en wordt in dit examen in de beoordeling betrokken. Sommige beoordelingspunten zijn kritisch, deze moeten met een voldoende worden beoordeeld (bijvoorbeeld SOM, rijden in FS, OS en SR, EoA passeren, aanwijzing opvolgen). Praktijkexamens worden uitgevoerd door gecertificeerde praktijkexaminatoren aan de hand van de beoordelingslijst van VVRV. Deze wordt na afloop naar VVRV gestuurd. Specifieke implementaties: heorie en Praktijk In deze examens worden kennis en vaardigheden van specifieke implementaties getoetst. Er zijn verschillende varianten: DS, HSL Zuid, Betuweroute volledig, Betuweroute A15 tracé en Betuweroute Havenspoorlijn. De kennis en vaardigheden uit het basisexamen worden bekend verondersteld en in dit examen weer in de beoordeling betrokken.

De specifieke kennis (vakbekwaamheidseis 4) wordt in een theorie-examen voornamelijk door middel van meerkeuzevragen getoetst. Dit theorie-examen bestaat uit 20-35 vragen. Alle vragen wegen even zwaar. Er worden in deze modules minder vragen gesteld dan in het basis theorieexamen, omdat de specifieke kennis minder omvattend is. Vooralsnog wordt de theorie afzonderlijk getoetst omdat deze ten grondslag ligt aan de handelingen die op het specifieke traject verricht moeten worden. Vakbekwaamheidseis 5 wordt, net als bij het basisexamen, getoetst in de gesimuleerde praktijk. De theoretische kennis wordt bekend verondersteld en wordt in dit examen in de beoordeling betrokken. Sommige beoordelingspunten zijn kritisch, deze moeten met een voldoende worden beoordeeld. Voor voorbeelden zie hierboven. Ook hiervoor geldt dat praktijkexamens worden uitgevoerd door gecertificeerde praktijkexaminatoren aan de hand van de beoordelingslijst van VVRV. Deze wordt na afloop naar VVRV gestuurd. 3.3 Normering en cesuur 11 Elk examenonderdeel dient te worden behaald. Een onvoldoende score voor het theorieexamen kan niet worden gecompenseerd door een voldoende voor het praktijkexamen en omgekeerd. De kandidaat is geslaagd voor het theorie-examen als 70% van de totaal te behalen score is behaald. De kandidaat is geslaagd voor het simulatie-examen als hij 70% van de totale score behaalt en alle kritische factoren met een voldoende zijn beoordeeld door de gecertificeerde praktijkexaminator.