obs De Wilgenhoek Protocol leesproblemen en dyslexie versie 1.0 februari 2011 Mieke v. Brandenburg,Ingrid Bos

Vergelijkbare documenten
2014 Protocol dyslexie

PLD de Spindel, bijlage 4

PROTOCOL DYSLEXIE ANNIE M.G. SCHMIDTSCHOOL, DEN HAAG. 1.Inleiding

Protocol leesproblemen en dyslexie

Dyslexieprotocol Oranje Nassauschool

Dyslexiebeleid van Openbare basisschool voor Daltononderwijs. De Meent

Binnen de school zijn de volgende personen goed ingevoerd op het gebied van dyslexie: - Intern begeleider - Groepsleerkracht - RT-er

Dyslexiebeleid CBS De Springplank

Dyslexieprotocol. Wat is dyslexie? Het belang van vroegtijdige signalering

Dyslexie protocol de Werkschuit

Dyslexie protocol en stappenplan

Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid bestemd voor school / groepsleerkracht en interne leerlingenbegeleider

Stappenplan Dyslexietraject

Protocol Leesproblemen en dyslexie

toetsen van Veilig Leren lezen en Estafette. groepen 1 2 LOVS Cito Taal voor Goed lees en spellingsonderwijs in de groepen 3 tot en met 8

Dyslexieprotocol. Versie: mei 2018

Beleidsstuk dyslexie. Augustus 2014

1. Een aantal kinderen komt in aanmerking voor de vergoede dyslexie.

Deel II Aanmeldingsformulier dyslexiezorg (in te vullen door school)

Dyslexieprotocol De Wegwijzer

Inhoudsopgave: Bijlagen: 1. Signalen c.q. kenmerken van dyslexie 2. Format dyslexiekaart

DYSLEXIEPROTOCOL Sneek, januari 2018

CBS Maranatha. Doel: Hoogklei 7, 9671 GC Winschoten Dyslexieprotocol 2013 aangepast sept.14

Dyslexieprotocol 0 Hooghuis Heesch

Beleidsstuk dyslexie. Oktober 2016

Dyslexieprotocol van CBS de Slotschool

Protocol Doublure. Doublure protocol Basisschool De Zonnewijzer Diepenveen

Dyslexiedocument OBS Binnenstad Inhoudsopgave

Zorg voor kinderen met specifieke instructie- of ondersteuningsbehoeften

Dyslexiegids

Het Kampus protocol leesproblemen en dyslexie

Het schoolbeleid ten aanzien van doubleren

Protocol leesproblemen en dyslexie OBS Bos en Vaart

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR

Dyslexieprotocol PCB de Schakel

Aanvraag particulier dyslexieonderzoek

Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven. Inhoudsopgave:

Dyslexieprotocol Missie Doelgroep Leerlingen met een dyslexieverklaring Signalering Het wonderlijke weer. : Hoe gevaarlijk is een tekenbeet?

Ook een rivier begint met de eerste druppel

Januari Dyslexieplan

Adviesburo Comenius bestaat al ruim 20 jaar en is in Midden Nederland bij ouders, scholen en huisartsen inmiddels een begrip.

Dyslexieprotocol Benedictusschool

Handreiking invulling zorgniveau 2 en 3 bij vermoeden (ernstige enkelvoudige) dyslexie

Dyslexieprotocol. Inhoudsopgave. Inleiding. Hoofdstuk 1: Wanneer spreken wij van dyslexie? Hoofdstuk 2: Signalering

Protocol leesproblemen en dyslexie, groep 1 en 2

Dyslexieprotocol Pallas Athene College

Aanvraag vergoed dyslexie-onderzoek

Aanvraag vergoed dyslexie-onderzoek

Protocol Dyslexie. In groep 1 tm 8 wordt het protocol Leesproblemen en Dyslexie (M.Gijsel, F. Scheltinga, M. van Druenen, L. Verhoeven) gehanteerd.

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

Beleid leesproblemen en dyslexie. Als lezen niet leuk is. RKBS De Waterwilg - De Poort PT Nootdorp

Leerlingdossier Vergoedingsregeling Dyslexie

dyslexie en dyslexiebeleid

Protocol dyslexie. In de volgende tabel wordt aangegeven welke toetsmomenten er in de jaarplanning zijn opgenomen om leesproblemen te signaleren.

CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2. WAT en HOE in groep 1 en 2

Mijn kind heeft moeite met lezen en spellen. Is het misschien dyslectisch? En wat nu?

Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid bestemd voor school / groepsleerkracht en interne leerlingenbegeleider

doen dat 3 het dyslexieprotocol

Aanpak ter voorkoming van leesproblemen en het snel opsporen van dyslexie

Dyslexieprotocol Veurs Lyceum

Quickscan taal- en leesonderwijs

Niet methodegebonden toetsen die gedurende de schoolperiode afgenomen worden op het gebied van taal, lezen en spelling:

Aanmeldingsformulier school Onderzoek en behandeling van ernstige dyslexie Bestemd voor school / interne begeleider

Protocol zwakke lezers en spellers

Dyslexieprotocol Bibit mei 2013

Dyslexieprotocol. Basisschool Sint Antonius van Padua Sint-Oedenrode. Inhoud

DYSLEXIEPROTOCOL

Zorgniveau 2 Zorgniveau 3

Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO. Betsy Ooms

Format Leerlingdossier Dyslexie

Dyslexiebeleid. Greijdanus Enschede

Zorg voor kinderen met specifieke instructie- of ondersteuningsbehoeften

Lees- en dyslexiebeleid

Protocol Dyslexie. Obs Valkenhorst Bremstraat GD Assen

1. Inleiding Definitie dyslexie volgens de Stichting Dyslexie Nederland (SDN) herziene versie 2003:

PROTOCOL ONDERSTEUNING t.b.v. LEERLINGEN MET DYSLEXIE

Protocol Leesproblemen en Dyslexie

Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5. Mariët Förrer

Niveau 2. VVE Aandacht voor geletterdheid met startblokken Groep 1

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

Dyslexieprotocol Cambium College

Aanmeldformulier scholen vergoed dyslexie onderzoek

Onderwijskundig Rapport Dyslexiebijlage t.b.v. leerlingen met vermoedens van dyslexie

Van onderwijs naar zorg: doorverwijzen bij een vermoeden van dyslexie in het kader van de vergoedingsregeling

Protocol dyslexie Vechtstede College A. Verhulst Remedial Teacher

Leesprotocol Groep 1-8

Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4

Passend onderwijs Verdieping Ontwikkelingsperspectief & Technisch lezen

Dyslexie. Protocol. April Expertisecentrum Innoord Breedveld PZ Amsterdam

Dyslexiewijzer. Waarom deze dyslexiewijzer? De rol van de logopedist bij dyslexie

Formulier B Dyslexieonderzoek. - Aanmeldingsformulier school. ingevuld door: IB-er RT-er directeur* * s.v.p. aankruisen wat van toepassing is.

Dyslexiebeleid van het Ludger College

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

PROTOCOL DYSLEXIE De Golfbreker

Protocol doubleren en versnellen (def. versie 5/1/2015)

Minor Dyslexie Cursus 1: Inleiding Dyslexie Bijeenkomst 4

Katholieke Basisschool Op weg Dyslexieprotocol

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen. Kerndoel 4 - Technisch lezen. Toelichting en verantwoording

Transcriptie:

obs De Wilgenhoek Protocol leesproblemen en dyslexie versie 1.0 februari 2011 Mieke v. Brandenburg,Ingrid Bos 1

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Wat is dyslexie?... 3 3. Het voorkomen van leesproblemen in de kleuterperiode... 4 3.1 Aanbod.... 4 3.2 Signaleren in de kleuterperiode.... 4 3.3 Remediëren.... 5 4. Lees- en spellingonderwijs... 5 4.1 Aanbod.... 5 4.2. Signaleren van lees- en spellingproblemen in groep drie tot en met groep acht. 5 4.3 Remediëren.... 6 4.4 Rol van de ouders.... 6 5. Een leesprobleem, een spellingprobleem of dyslexie?... 6 5.1. Onderscheid tussen lees- en spellingproblemen en dyslexie.... 6 5.2. Onderkennen van dyslexie: wanneer een onderzoek naar dyslexie?... 7 6. Onderzoek naar dyslexie en een dyslexieverklaring... 8 7. Omgaan met dyslexie... 8 7.1 Algemeen... 8 7.2 Omgaan met dyslexie: lezen.... 8 7.3. Omgaan met dyslexie: spelling.... 9 8. Omgaan met dyslexie: contact met ouders en leerling.... 10 9. Bijlagen en Bronvermelding... 11 2

1. Inleiding In dit protocol wordt beschreven hoe wij als school omgaan met leesproblemen en dyslexie. Hoe signaleren we lees- en spellingproblemen? Hoe gaan we om met spelling- en leesproblemen? Hoe onderscheiden we problemen met lezen en spellen van dyslexie? Hoe gaan we vervolgens om met dyslexie? Wie zijn er bij dit proces betrokken? In dit protocol wordt inzicht in de schoolse afwegingen en beslissingen in zake leesproblemen en dyslexie gegeven. School wil helder zijn in de mogelijkheden, maar ook in de onmogelijkheden. Wat biedt de school kinderen met leesproblemen of dyslexie? Wat biedt school niet en kunnen derden wellicht wel bieden? School heeft te maken met beperkingen. Deze kunnen betrekking hebben op budgetten, op tijd, op deskundigheid of andere zaken. Maar vooral wil school zich richten op de mogelijkheden. Als professionals kunnen de leerkrachten kinderen met leesproblemen, al dan niet in de vorm van dyslexie, begeleiden en ondersteunen. 2. Wat is dyslexie? Dyslexie is meer dan een lees- of spellingprobleem. We hanteren de definitie van de Stichting Dyslexie Nederland (2008): Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau. (Stichting Dyslexie Nederland 2008) Aan twee criteria moet worden voldaan: Achterstand het vaardigheidsniveau van het lezen op woordniveau en/of spelling ligt significant onder hetgeen van het individu, gegeven diens leeftijd en omstandigheden, gevraagd wordt. Didactische resistentie het probleem in het aanleren en toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau blijft bestaan, ook wanneer voorzien wordt in adequate remediërende instructie en oefening. Met andere woorden: er zijn problemen met lezen en/ of spellen die zich gedurende langere tijd voordoen ondanks adequate, passende hulp blijven de problemen met lezen en/ of spellen bestaan de problemen met lezen en spellen kunnen zich voordoen bij het aanleren van lezen en/ of spellen, maar ook later in de (basis)schoolperiode De problemen met lezen en spellen vallen ten opzichte van de verdere ontwikkeling van de leerling op. De oorzaken moet worden gezocht in het auditieve geheugen en het verwerken van klanken. Daarnaast kan bij dyslexie een erfelijke component spelen. 3

3. Het voorkomen van leesproblemen in de kleuterperiode 3.1 Aanbod. Hoewel we in groep één en twee formeel geen onderwijs in lezen of spellen verzorgen, wordt er wel degelijk gewerkt aan het stimuleren en motiveren van de leerlingen om zich met lees- en schrijfactiviteiten bezig te houden. We spreken van ontluikend en beginnende geletterdheid: kinderen bewust in aanraking brengen geschreven taal. Het gaat ons niet om de technische vaardigheden. We doen dit op een zo natuurlijke, of liever gezegd vanzelfsprekend mogelijke wijze. Op die manier maken kinderen kennis met de functies van geschreven taal. In spel worden lees- en schrijfactiviteiten betekenisvol ingezet. De ontluikende geletterdheid wordt gestimuleerd en gevolgd door te werken volgens de Tussendoelen van beginnende geletterdheid zoals beschreven door het Expertise Centrum Nederlands. Dit is terug te zien in de klassen bij het werken in de kleine kring. Hierbij gaan we in schooljaar 2010-2011 ook gebruik maken van de map fonemisch bewustzijn van het CPS en computer programma Klankie. Tevens wordt er gewerkt met de Methode IK en KO een taal stimuleringsprogramma. Er wordt gewerkt met een lettermuur en de letters worden aangeboden met Spreekbeeld. 3.2 Signaleren in de kleuterperiode. We volgen de ontwikkeling van de ontluikende en beginnende geletterdheid van de kinderen door: dagelijkse observaties vast te leggen Daarnaast worden de volgende toetsen afgenomen: de CITO toets Taal voor kleuters eind groep 1, midden groep 2, én eind groep 2 Cito screeningsinstrument beginnende geletterdheid groep 2 CPS toets beginnende geletterdheid: eind groep 1 en bij die kinderen in groep 2 die een lage C, D, E score halen CPS toets benoemsnelheid plaatjes, letters en cijfers Naast het inzetten van genoemde signaleringsinstrumenten, realiseren we ons dat de volgende signalen kunnen wijzen op de eventuele ontwikkeling van dyslexie: moeite hebben met het onthouden van namen van vriendjes moeite hebben met het onthouden van kleuren; moeite hebben met het onthouden van de dagen van de week; moeite hebben met het onthouden van liedjes en versjes; moeite hebben met rijmen; moeite hebben met activiteiten die een beroep doen op het auditieve geheugen; moeite hebben met klankspelletjes; er is dyslexie in de familie. Deze items worden per kind vastgelegd in het observatie systeem dat de leerkrachten invullen. Aan het eind van de kleuterperiode vindt de overdracht naar groep drie plaats. Kinderen bij wie we merken dat de fonologische ontwikkeling zich vertraagd ontwikkelt, worden met de leerkracht van groep drie besproken, zodat er direct, adequaat kan worden geanticipeerd tijdens het onderwijs in lezen en spellen. Op het overdrachtsformulier van groep 2 naar groep 3 worden risicoleerlingen in kaart gebracht. 4

3.3 Remediëren. Wanneer we zien dat de taalontwikkeling van de kleuters stagneert krijgen de kinderen extra hulp. We hanteren hiervoor de bovengenoemde criteria voor leerlingen van groep 2. In groep 1 wegen we, met het kind en zijn ontwikkeling voor ogen, af in hoeverre de taalontwikkeling belemmerend is voor het gehele functioneren van het kind. Een en ander wordt vastgelegd in een handelingsplan en individueel uitgevoerd of in een kleine kring. De signalen en plannen van de school worden met de ouders besproken. Er worden suggesties voor thuis gegeven. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om frequent(er) voorlezen, lid worden van de bibliotheek en samen (na)praten over een boek. De rol van de ouders is hierbij van groot belang! 4. Lees- en spellingonderwijs 4.1 Aanbod. In groep drie wordt het formele onderwijs in lezen en spellen gestart. We werken met de methode De Leessleutel. De methode wordt nauwkeurig gevolgd. Er wordt minimaal 8 uur taal/leesonderwijs per week gegeven. Er is ruimte voor differentiatie. Differentiatie krijgt vorm doordat we na een korte instructie werken met verlengde en extra instructie. Minimaal één uur per week. De kinderen van groep drie worden tevens uitgedaagd taal creatief te gebruiken door verschillende schrijf- en leesopdrachten. In januari start het tutorlezen waarbij de kinderen samen met een oudere leerling verhalen lezen en er over praten. Vanaf groep vier is het proces van aanvankelijk lezen en spellen voorbij. Met begrijpend lezen (Goed Gelezen) wordt gestart in december tot die tijd is het begrijpend luisteren. Ook spellen wordt onderwezen via de methode Taal op Maat. Voor voortgezet technisch lezen wordt schooljaar 2010-2011 een methode aangeschaft. Er wordt 4 keer per week een half uur biebgelezen. Uitgangspunt voor het bieblezen is dat kinderen gemotiveerde en vaardige lezers worden wanneer zij in de gelegenheid zijn te lezen waarin ze zelf geïnteresseerd zijn. Er wordt éen keer per week tutorgelezen. Alleen voor de zwakkere en gemiddelde lezers. Uitgangspunt is dat de leestijd in een klein groepje effectief benut kan worden en oudere en jongere kinderen samen lezen. Voor spellen volgen de we leerlijn spellen van de taalmethode Taal op Maat. We vullen deze methode aan met Ambrasoft. Voor remediëring wordt gebruik gemaakt van de kopieerbladen van Taal op Maat en Naar Zelfstandig Spellen. Voor begrijpend lezen gebruiken we de methode Goed Gelezen aangevuld met Nieuwsbegrip. 4.2. Signaleren van lees- en spellingproblemen in groep drie tot en met groep acht. In de praktijk van alle dag signaleert de leerkracht welke kinderen moeite hebben de nieuwe stof onder de knie te krijgen. Van deze groep kinderen heeft een deel verlengde, en een deel extra instructie nodig. De aangeboden leerstof wat betreft spelling wordt aan het eind van ieder hoofdstuk/blok getoetst. Na deze methode-gebonden-toets is duidelijk welke kinderen de stof niet beheersen. Herhaling en verrijking volgen met behulp van extra stof uit de methode. In de groep worden ook niet-methode-gebonden-toetsen van CITO afgenomen. Zowel voor lezen als 5

voor spelling. Dit zijn toetsen die meten of een kind de stof,waarvan op basis van leeftijd en genoten onderwijstijd mag worden verwacht dat het kind het zich eigen heeft gemaakt, werkelijk beheerst. In groep drie wordt de seizoenssignalering zoals beschreven in het Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor groep 1-4 uitgevoerd. Vanaf groep drie tot en met groep acht worden de volgende toetsen afgenomen: de CITO Drie Minuten Toets en AVI (versie 2009) brengt het niveau van woord- en tekstlezen in kaart; de CITO toetsen Technisch lezen en Leestempo (versie 2009) de CITO toets Spelling (wordt ingevoerd) en SVS de CITO toets Begrijpend Lezen (wordt ingevoerd) en Toetsen Begrijpend Lezen de CITO toets luisteren. Bij de leerlingen die vanaf maart groep 3 uitvallen op het gebied van lezen en/of spelling, wordt een pedagogisch didactisch onderzoek (PDO) afgenomen door de intern begeleider. Ook zwakke lezers uit groep 4, 5 en mogelijk groep 6, 7 en 8 komen voor een PDO in aanmerking. Hiervoor wordt onder andere gebruik gemaakt van de toetsen van Struiksma (deelvaardigheden lezen en spellen) en het PI-dictee. Ouders worden vooraf en naderhand ingelicht over de afname van een PDO. Overleg met externen naar aanleiding van het PDO gebeurt alleen met toestemming van de ouders. 4.3 Remediëren. Wanneer we zien dat de ontwikkeling van lezen stagneert, krijgen de kinderen extra hulp. We gebruiken hier de materialen van Zuidvallei, spellende en radende lezer en de Speciale leesbegeleiding van Luc Koning voor. Ook wordt de methodiek van het Ralfi lezen toegepast. Voor begrijpend lezen vindt er preteaching plaats bij de kinderen die (begrijpend) lezen lastig vinden. De hulpboeken van Cito, de leeskaarten en de orthotheek kaarten en software van Goed Gelezen. Bij zwakke spellers maken wij een fouten analyse op basis van het denkproces. Zie bijlage 2. HGD. We maken gebruik van de software van Ambrasoft en de remediërende methode van Naar Zelfstandig spellen. 4.4 Rol van de ouders. Ouders kunnen bij het remediëren de behandeling thuis ondersteunen. Soms door thuis oefenstof te herhalen, soms door thuis juist niets te doen. In samenspraak met de school worden hierover afspraken gemaakt. Voor het slagen van de ondersteuning van thuis, is het belangrijk dat school en ouders hierover regelmatig van gedachten wisselen. Daarbij moet ook worden gelet op het contact tussen ouder en kind. Levert ondersteuning thuis vooral spanning op, dan schiet de hulp zijn doel voorbij. Een aantal maatregelen die specifiek voor gediagnosticeerde kinderen met dyslexie van toepassing is, kan alleen worden uitgevoerd door de ouders. Zo is het lidmaatschap van de Federatie van Nederlandse Blindenbibliotheken niet door school, maar wel door ouders van dyslectische kinderen aan te vragen. 5. Een leesprobleem, een spellingprobleem of dyslexie? 5.1. Onderscheid tussen lees- en spellingproblemen en dyslexie. We spreken van problemen met lezen of spellen wanneer een leerling extra begeleiding nodig heeft om te komen tot een gemiddeld niveau van lezen en spellen. Gemiddeld in de zin van een leeftijdsadequaat niveau en een leeftijdsadequate vaardigheid. Zwakke lezers en spellers hebben extra begeleiding nodig, 6

en komen vervolgens tot een acceptabele lees- of spellingsvaardigheid. Zij ontwikkelen zich binnen de eigen mogelijkheden. Minimaal drie maal per jaar worden de kinderen besproken. Wanneer er een individueel of groepshandelingsplan voor het kind is, voert de groepsleerkracht dit uit. Wanneer er meer vragen m.b.t. de ontwikkeling van het kind blijven bestaan, kan de CIB er (consulent intern begeleider vanuit WSNS) worden ingeschakeld om suggesties of onderzoek te doen. Dit in verband met ernstige vermoedens van dyslexie. Al voordat er over wordt gegaan op een onderzoeksaanvraag, wordt er bij individuele leerlingen over de schouder van de IB-er meegekeken Bij kinderen met dyslexie wordt dit niveau ondanks intensieve, extra hulp niet bereikt. Er is sprake van zogenaamde didactische resistentie. Van kinderen met dyslexie wordt onderkend dat zij gezien hun capaciteiten, zoals blijkt uit resultaten bij vakken als bijvoorbeeld rekenen en begrijpend lezen, in staat zouden moeten zijn tot een acceptabel niveau van lezen en spellen te komen. Erfelijkheid kan een rol spelen. Er is bij kinderen met dyslexie sprake van een sterke erfelijke component. Wanneer een leerling één dyslectische ouder heeft, is er 40 tot 50 procent kans dat deze leerling zelf aanleg voor dyslexie heeft. Wanneer een leerling twee dyslectische ouders heeft ligt deze kans rond 80 procent. 5.2. Onderkennen van dyslexie: wanneer een onderzoek naar dyslexie? Een onderzoek naar dyslexie vindt op z n vroegst aan het eind van groep vier plaats. Immers op dat moment kan er voor het eerst worden geconcludeerd dat de leerling niet voldoende tot lezen en/of spellen komt door 3 keer een E te scoren bij Cito, ondanks: voldoende capaciteiten (intelligentie, lichamelijke condities); verlengde leertijd intensieve begeleiding (een uur extra hulp per week met het accent op instructie, met gebruikmaking van gerenommeerde middelen) Er zijn ook kinderen die voldoende capaciteiten hebben om hun lees- en spellingmoeilijkheden te compenseren. De leerkracht signaleert wel dat lezen en/of spellen soms moeizaam gaat, maar het kind boekt voldoende vooruitgang. De lees- en spellingproblemen verhinderen het uitvoeren van verschillende taken niet. Bij deze kinderen wordt na verloop van tijd duidelijk dat er tóch sprake is van hardnekkige lees- en spellingmoeilijkheden die de ontwikkeling van het kind belemmeren. Van deze kinderen wordt soms op de basisschool, soms in het voortgezet onderwijs vastgesteld dat er sprake is van dyslexie. Voor het aanvragen van een dyslexieonderzoek, worden de volgende documenten meegezonden met de aanvraag (indien aanwezig): Overzicht LVS Ruwe toetsuitslagen van CITO (D- en E-scores) Handelingsplannen (groep en/of individueel) / Plannen van aanpak met bijbehorende (tussen)evaluaties en (indien zinvol) het logboek Verslagen van externen In de aanloop naar het onderzoek toe, worden bovenstaande gegevens verzameld en bewaard in de dossiermap van het kind. Voor kinderen die voor vergoede dyslexie in aanmerking komen, vindt er in een vroeg stadium overleg plaats met de ouders om het te lopen traject te bepalen. Dit wijkt enigszins af van het traject van kinderen die niet in aanmerking komen voor vergoede dyslexie. 7

6. Onderzoek naar dyslexie en een dyslexieverklaring Het onderzoek naar dyslexie kan in opdracht van de school, alléén met toestemming van de ouders, worden afgenomen door een externe instantie. Op de Wilgenhoek wordt samengewerkt met onderzoeksbureau Vijven en Zessen en de Opvoedpoli. In het onderzoek wordt vastgesteld dat: er sprake is van een hardnekkig probleem met lezen en/of spellen; er fonologische problemen zijn(verwerken van klanken) er problemen zijn met het auditieve geheugen er geen sprake is van andere belemmeringen(o.a. intelligentieproblemen, gedragsproblemen, zintuiglijke problemen, psychologische problemen) Wanneer een leerling inderdaad dyslectisch is, wordt een dyslexieverklaring, ondertekend door een GZ-psycholoog, afgegeven. Met de verklaring wordt vastgelegd dat het kind in kwestie dyslectisch is volgens de criteria van de Stichting Dyslexie Nederland. Deze verklaring beschrijft wat de dyslexie voor deze specifieke leerling betekent. Er worden adviezen voor in de klas gegeven. Ook wordt beschreven welke compenserende en dispenserende maatregelen voor deze specifieke leerling van toepassing zijn. Hierbij kan ook worden gedacht aan hulpmiddelen en software. Een dyslexieverklaring is onbeperkt geldig. Dyslexie heb je, het gaat niet over, maar de dyslecticus moet leren omgaan met zijn dyslexie. 7. Omgaan met dyslexie 7.1 Algemeen Iedere vorm van dyslexie is anders: ieder kind met dyslexie kent zijn eigen specifieke dyslexiegerelateerde problemen. We noemen hier een aantal maatregelen waar we achter staan. Per kind wordt telkens gekeken welke maatregelen nodig zijn om, ondanks de dyslexie, zo goed mogelijk tot ontwikkeling te komen. Zie hiervoor ook het plan van aanpak, bijlage 1. Een aantal algemene maatregelen: dyslectische kinderen krijgen waar nodig meer tijd voor hun werk dyslectische kinderen maken waar nodig minder werk of krijgen minder stof aangeboden voor dyslectische kinderen mogen de teksten en/of de regelafstand vergroot worden het gebruik van een Daisyspeler en/of software is toegestaan gebruikmaken van spellingsregelschriftje mondeling overhoren gebruikmaken van een tafelkaart we stimuleren het bezoek van het Makkelijk Lezen Plein van de bibliotheek contact leggen met de oudervereniging Balans. 7.2 Omgaan met dyslexie: lezen. Onderstaande maatregelen en aanpassingen kunnen worden toegepast wanneer het dyslectische kind er door wordt geholpen. We benadrukken dat dit altijd wordt afgestemd op de specifieke behoeften van het kind. leesinstructie op eigen niveau binnen de groep leeshulp buiten de klas en/of school 8

extra tijd bij opdrachten waarbij veel gelezen moet worden taak verkorten hulp van een maatje bij het lezen van opdrachten bij andere vakken dan technisch lezen activeren van de voorkennis (gebruikmaken illustraties, inhoud van de tekst) bij het vrije lezen aansluiten bij de belevingswereld waardering op eigen niveau waardering op groepsniveau werken met boeken op CD of Daisyspeler bij bepaalde vakken teksten van zaakvakken thuis voorbereiden stimuleren tot deelname aan het Makkelijk Lezen Plein 7.3. Omgaan met dyslexie: spelling. Onderstaande maatregelen en aanpassingen kunnen worden toegepast wanneer het dyslectische kind er door wordt geholpen. We benadrukken dat dit altijd wordt afgestemd op de specifieke behoeften van het kind. werken met de oefeningen voor zwakke spellers spellinghulp in de klas spellinghulp buiten de klas en/of school minder verwerkingsstof maken bij taal- en schrijfopdrachten indien mogelijk minder stof bij methodetoetsen (niet bij LVS) in spontane spellingproducten wordt de spelling soepel beoordeeld waardering op eigen niveau waardering op groepsniveau volgt het reguliere spellingprogramma volgt een eigen spellinglijn namelijk werken met tekstverwerker met spellingcontrole remediëren vooral richten op open en gesloten lettergrepen (naast de klankzuivere woorden) de toetsen van topografie aanpassen: mondeling overhoren of schriftelijk met woordenlijst. vooraf met het kind afspreken op welke spellingregel wordt gelet. het kind doelbewust laten controleren of alle woorden van de zin op papier staan een regelschriftje tijdens dictee hanteren Bij het zinnendictee een deel van de zinnen laten schrijven of typen en daarna alleen de woorden waar het om gaat. 9

8. Omgaan met dyslexie: contact met ouders en leerling. Bij dyslexie kan erfelijkheid een rol spelen. Het is raadzaam om tijdens de oudergesprekken vanaf groep 1 de ouders te vragen aan te geven of er in de naaste familie ernstige lees- en spellingproblemen, al dan niet in de vorm van dyslexie, voorkomen. Wanneer we vermoeden dat een kind in zijn ontwikkeling wordt belemmerd vanwege eventuele dyslexie, wordt dit met de nodige slagen om de arm besproken. Bij ernstige vermoedens informeren we ouders over dyslexie: wat wordt er onder verstaan, hoe en wanneer komen we tot de diagnose dyslexie en wat hebben we kinderen met dyslexie te bieden. We staan ook stil bij de betekenis die dyslexie kan hebben voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Dit gebeurt volgens het ABCDE-principe: accepteren, begrijpen, compenseren, dispenseren, extra hulp. Wanneer bij een leerling dyslexie is vastgesteld, hebben leerkracht, Intern Begeleider en ouders eens per half jaar contact met elkaar, om de compenserende en dispenserende maatregelen te bespreken zoals opgenomen op het plan van aanpak en deze waar nodig aan te passen. Wanneer ouders en/of school besluiten dat externe hulp gewenst is, dan is een goede samenwerking en overleg met school vereist. Ouders treden in contact met de remedial teacher, logopediste etc. en dragen hier de kosten voor. In overleg is het mogelijk om externe hulp onder schooltijd te laten plaatsvinden mits de hulp op school gegeven kan worden. Bij ondersteuning via de vergoede regeling vindt de begeleiding na schooltijd plaats. De ouders stellen de leerkracht op de hoogte van de acties die voor hun kind genomen worden. Tips zijn bij de leerkracht welkom. School bekijkt of dit in het programma past en/ of dit uitvoerbaar is tijdens schooltijd. Wanneer externe hulp gewenst is, hangt van verschillende factoren af. Hierbij is onder andere te denken aan: ernst van de problematiek, sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling en groepssamenstelling. 10

9. Bijlagen en Bronvermelding Bijlage 1: Plan van aanpak bij dyslexie Bijlage 2: artikel HGD Bronnen: Verhoeven, L., Aarnoutse, C., (1999) Tussendoelen beginnende geletterdheid. Een leerlijn voor groep 1 tot en met 3. Nijmegen: Expertise Centrum Nederlands Aarnoutse, C., Verhoeven, L., Van het Zandt, R. & Biemond, H., (2003). Tussendoelen gevorderde geletterdheid. Leerlijnen voor groep 4 tot en met 8. Nijmegen: Expertise Centrum Nederlands Wentink, H. & Verhoeven, L (2003) Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Nijmegen: Expertise Centrum Nederlands Wentink, H. & Verhoeven, L (2004) Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor groep 5-8. Nijmegen: Expertise Centrum Nederlands 11