5. Herleiding van meetgegevens

Vergelijkbare documenten
Energieverbruik. Thermisch vermogen (GWth)

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Kenniscentrum InfoMil Bieden van gelegenheid voor het beoefenen van sport in de buitenlucht

Antwoord: Ja, onder bepaalde weersomstandigheden zal de pluim zichtbaar zijn als gevolg van waterdamp in de rook.

Kenniscentrum InfoMil Begrippenlijst

Voorbeelduitwerking Regime 1: Coaten van hout

Memo Meetonzekerheid bij continue metingen - Bepaling meetonzekerheid en correctie van gemiddelden

Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer B

Gericht op de toekomst. Stikstofoxiden. Praktische toepassing van meten van NO x

Aardgaskwaliteit en het meten van NOx-emissies

EMISSIEMETING M.S. SKYLGE

BIJLAGE III: TESTPROCEDURE. Aanhangsel 3

Gassnelheid en volume metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de meting voor gassnelheid en volume

Energie in de glastuinbouw

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

Inhoud. Regelgeving voor stookinstallaties sterk in beweging

Kenniscentrum InfoMil Energiebesparing bij een sportclub

Regeling meetmethoden emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A 2005

Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE II

Emissieregelgeving voor stookinstallaties

Regelgeving stookinstallaties vernieuwd. NEN-Infodag 4 juni Wim Burgers InfoMil

Kenniscentrum InfoMil Invoer emissiepunten

Kenniscentrum InfoMil Wachtwoorden

NOx reductie. Oscar Moers en Max Breedijk

Voorbeelden toepassen Besluit m.e.r.

STIKSTOFDEPOSITIE THIELCO STAALINDUSTRIE B.V. LOCATIE REUVER

Kenniscentrum InfoMil verlenen vergunning/melding

Stikstofoxiden NO x. Periodieke metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste

BIJLAGE VIII In deze bijlage worden de bepalingen en testprocedures voor het rapporteren van de CO 2 -emissies en het brandstofverbruik

Publicatieblad van de Europese Unie d.d L 229/48 NL Publicatieblad van de Europese Unie 31.8.

Leidraad. Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A

BIJLAGEN. bij het voorstel. voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Bijlage 1.2.2bis bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne

Rapportage van emissiemetingen

Studiegroep Bio-energie Energy Matters

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 22 juli 2008

Vraag 1: Wat wordt in het periodiek systeem onder perioden verstaan?

Overzicht: uitgebreide procedure Wabo

De vormvrije m.e.r.-beoordeling: vereisten

Kenniscentrum InfoMil Resultaten

Ontwerpen, installeren en beheren van Biomassaverbrandingsinstallaties

Meetstrategie met betrekking tot stookinstallaties

Clean fuel. LNG Facts & Figures

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Regeling meetmethoden verbranden afvalstoffen

NOx-emissiemeting conform SCIOS protocol

Milieuaspecten D Alessandro Termomeccanica BENEKOV

Organische koolstoffen C x. (continue FID) H y. Periodieke metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste

Berekening emissiefactoren systeem met vervolghuisvesting vleeskuikens

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

Energie Energiebesparing en Winst

Wat betekent 'Synchronisatie van OLO status door bevoegd gezag'?

Thermodynamische analyse van het gebruik van een warmtepomp voor residentiële verwarming

semester 2 vervuilingen in de brandstof fossiele brandstoffen - - -

Thema-avond Warmte. 28 februari 2018

Kenniscentrum InfoMil Binnen in huis

Koolmonoxide CO. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de vaststelling van koolmonoxide in de emissies

Kenniscentrum InfoMil Iemand machtigen

Besluit van 19 oktober 2007, houdende algemene regels voor inrichtingen (Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2014 (OR. en) 5303/14 ENV 29. BEGELEIDENDE NOTA de Europese Commissie ingekomen: 10 januari 2014

Kenniscentrum InfoMil Inspectie en handhaving

Latente Warmte? Energie: Latente Warmte - condensor

Vergunningcheck Wabo/omgevingsvergunning

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder

Facultatieve Technologies BV Emissieonderzoek 2006 Crematorium Rhijnhof, Leiden

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Kenniscentrum InfoMil Handleiding voor kleine en middelgrote stookinstallaties

Het toepassen van rookgasrecirculatie

SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE

In opdracht van Ekwadraat te Leeuwarden is een AERIUS berekening uitgevoerd voor de inrichting van Mts Hartlief Lammers te Donderen.

Kenniscentrum InfoMil Beheermodule

Leidraad. Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer B

Effecten op de luchtkwaliteit door de omschakeling op ketel 14 Veolia Industriediensten BV Locatie Industriepark Kleefse Waard

5 EMISSIEMETINGEN OP KACHELS VOOR VASTE BRANDSTOF

Op onderstaande afbeelding is een zogenaamd stookdiagram weergegeven.wat stellen de lijnen 1-4 en 1-9 voor?

Hoe eenvoudig is een gemiddelde? 23 juni NENInfodag. Wim Burgers RWS-WVL-InfoMil

BEMS emissie-eisen en de veranderende G-gaskwaliteit

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

Voorbeeld EXAMEN Thermodynamica OPEP Niveau 4. Vraag 1: Van een ideaal gas is gegeven dat de dichtheid bij 0 C en 1 bara, 1,5 kg/m 3 bedraagt.

ROOKGASREINIGING OTEP: NLQF/EQF

Meetonzekerheid algemeen

Kenniscentrum InfoMil Vergunningcheck

Workshop stookinstallaties Wim Burgers Rijkswaterstaat - InfoMil

1. Inleiding. 2. Situatiebeschrijving

Onderzoeksrapport. Erik Jensma. Onderzoek naar de emissies aan boord van de Holland

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder

Ruud van Empel. Inspecties & Onderhoud van stookinstallaties en brandstofsystemen. Van Empel Inspecties & Advisering bv

Toezicht lucht in het Activiteitenbesluit. Rommy Ytsma (InfoMil) 11 februari 2016

2.1.2 Modelinvoer. Beperkingen aan de modelinvoer. Beperkingen aan de modeluitvoer

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties!

Eerste halfjaarrapportage Luchtemissie

Onderzoek kosten actualisatie BEES B Pieter Kroon/Wouter Wetzels; ECN Beleidsstudies

11/10/2010. Meetonzekerheidsberekening op de gasgeneratie bij ringtesten W. Swaans Werkgroep Lucht 1/10/2010

Kenniscentrum InfoMil Bijlagen

Handhaving Oplosmiddelenbesluit

Vloeibaar aardgas - Liquid Natural Gas (LNG) Voordelen en uitdagingen. Jan Van Houwenhove 3 December 2015

Motor- en voertuigprestatie (3)

Bijlage Wijzigingen in de bijlagen I en II bij richtlijn 80/1268/EEG

Nr. Werkveld Soort en omvang Methode & procedures

Rapportage in opdracht van Bio Forte BV De effecten van de uitstoot van stof en NOx bioenergieinstallatie van Bio Forte BV te Zeist Versie 2

Transcriptie:

5. Herleiding van meetgegevens Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Emissie-eisen in wet- en regelgeving zijn gedefinieerd onder standaardcondities, waardoor zij generiek zijn en onafhankelijk van specifieke bedrijfscondities. Voordat een gemeten waarde kan worden getoetst aan de gestelde emissie-eis, moet deze dan ook worden omgerekend naar dezelfde standaardcondities en eenheid als de emissie-eis. Afhankelijk van het meetconcept betekent dit het uitvoeren van één of meerdere van onderstaande correcties om te komen tot een gestandaardiseerde meetconcentratie Cs in droog rookgas; bij standaard druk (101,3 kpa) en temperatuur (273 K); bij standaard zuurstofconcentratie; uitgedrukt in mg/mo3 (mg/nm3) Herleiding naar droog rookgas Emissie-eisen hebben betrekking op droge lucht of droog rookgas. Wanneer de concentratiemeting in nat rookgas is uitgevoerd, dus zonder rookgaskoeler of -droger, moet de meetwaarde worden gecorrigeerd voor het volumeaandeel waterdamp in het rookgas. Correctie voor het vochtgehalte C concentratie in droog rookgas Cm concentratie gemeten in het natte rookgas Cw waterdampgehalte [volume%] van het natte rookgas Herleiding naar standaard druk en temperatuur Emissie-eisen worden opgegeven bij 101,3 kpa en 273 K. Meetwaarden moeten naar deze standaard druk en temperatuur worden herleid. Als in-situ bedrijfsmeetsystemen met een druk- en temperatuurmeting zijn uitgerust waardoor de correctie intern plaatsvindt, is deze herleiding niet nodig. Ook bij extractieve meetsystemen is deze correctie niet nodig, omdat de meetinstrumenten met controlegassen worden ingeregeld bij dezelfde omgevingscondities als waarbij de metingen worden uitgevoerd. 5. Herleiding van meetgegevens 1

Correctie voor druk en temperatuur C concentratie bij standaard druk en temperatuur Cm concentratie gemeten bij de actuele druk en temperatuur T actuele rookgastemperatuur [K] P actuele absolute rookgasdruk [kpa] Herleiding naar standaard zuurstofconcentratie Om te voorkomen dat bij verbrandingsprocessen de rookgassen met schone buitenlucht worden verdund om aan de emissie-eisen te voldoen, worden eisen aan verbrandingsemissies opgegeven bij een standaard zuurstofgehalte. De gemeten concentratie moet worden herleid naar datzelfde zuurstofpercentage. Voor emissies met rookgassen met een hoog zuurstofgehalte, zoals afzuigingen van processen en katalytische naverbranders, is het onmogelijk om op basis van het zuurstofgehalte te corrigeren voor verdunning met lucht. De emissie-eisen zijn dan gegeven bij de actuele zuurstofconcentratie en er dient een visuele beoordeling op het bijmengen van lucht te worden uitgevoerd. Correctie voor de zuurstofconcentratie C concentratie betrokken op een standaard zuurstofconcentratie in droog rookgas Cm concentratie bij de actuele zuurstofconcentratie in droog rookgas Os de zuurstofconcentratie [volume%; v%] betrokken op droog rookgas waarnaar herleiding moet plaatsvinden; voorbeelden zijn 11v% voor afvalverbranding, 6v% voor het stoken van kolen en 3v% voor het stoken van aardgas Om de actuele zuurstofconcentratie in volume% betrokken op droog rookgas die is vastgesteld tegelijkertijd en op dezelfde plaats in de installatie als waar Cm is gemeten. Cm en Om moeten over hetzelfde tijdsinterval zijn gemiddeld 21 zuurstofconcentratie in droge lucht. De theoretische waarde is 20,94; in de regelgeving (bijvoorbeeld BVA of emissiehandel) wordt de afgeronde concentratie van 21 voorgeschreven. Omrekening van ppm naar mg/m03 Emissie-eisen worden uitgedrukt in mg/m03. Bij veel meetinstrumenten wordt de gemeten concentratie 5. Herleiding van meetgegevens 2

echter uitgedrukt in ppm en moet een omrekening van ppm naar mg/m03 plaatsvinden. Omrekening van ppm naar mg/m03 C concentratie bij standaard druk en temperatuur [mg/m03] in droog rookgas M molecuulmassa van de betreffende component [g/mol] Voor NOx wordt aangenomen dat het aandeel NO in de atmosfeer wordt omgezet in NO2. Voor omrekening van de stikstofoxidenconcentratie wordt daarom gebruik gemaakt van de molecuulmassa van NO2, te weten 46 g/mol. Cv concentratie [ppm] 22,4 molair volume [l/mol] van een ideaal gas bij 273 K en 101,3 kpa Herleiding naar gram/gj en gram/kwh Voor gasturbine(installaties) en zuigermotoren is de emissie-eis meestal gegeven in grammen NOx per gigajoule. De energieconsumptie van de installatie per tijdseenheid wordt bepaald door de calorische waarde van de brandstof en het brandstofverbruik. Uit de berekende of gemeten massastroom rookgassen en de concentratie NOx in deze rookgassen, kan de uitstoot in massa NOx per tijdseenheid worden berekend. Omdat zowel het energieverbruik als het rookgasdebiet afhankelijk zijn van het brandstofverbruik, is de relatieve emissie in gram NOx /GJ recht evenredig met de emissie uitgedrukt in mg/m3. 5. Herleiding van meetgegevens 3

Relatieve emissie in gram per gigajoule en in gram per kilowatt Voor de meeste brandstoffen is de omrekeningsfactor circa 0,25 * (21/(21 - Om). Voor het omrekenen van g/gj naar g/kwh moet met factor 0,0036 worden gerekend (Erel x 0,0036). Erel relatieve emissie [g/gj] Cm concentratie [mg/mo3] in droog rookgas bij de actuele zuurstofconcentratie Vst stoichiometrisch droog rookgasvolume; vaste of vloeibare brandstoffen [mo3/kg], gasvormige brandstoffen [mo3/ mo3] Voor de bepaling Vst zie beneden bij kader debietberekening H onderste verbrandingswaarde (stookwaarde) van de brandstof [MJ/eenheid van brandstofhoeveelheid] Om actuele zuurstofconcentratie [volume%] betrokken op droog rookgas 21 zuurstofconcentratie in droge lucht Herleiding naar ISO-condities De NOx-emissie van gasturbine(installaties) en zuigermotoren is afhankelijk van de verbrandingsluchtcondities. Daarom worden de gemeten emissies voor toetsing naar een emissie-eis eerst teruggerekend naar ISO-luchtcondities. Dit zijn een temperatuur van 288 K, een druk van 101,3 kpa en een relatieve vochtigheid van 60%. Van emissie bij actuele verbrandigsluchtcondities naar ISO-condities E emissie stikstofoxiden herleid tot ISO-condities [g/gj resp. mg/m03 ] Em gemeten emissie stikstofoxiden [g/gj resp. mg/m03] Pm gemeten atmosferische druk (absoluut) Tm inlaatluchttemperatuur (K) Xn gemeten vochtgehalte van de inlaatlucht (kg water per kg) Herleiding en berekening van debiet Om vracht te kunnen berekenen moet debiet (uitgedrukt in m03 /uur) bekend zijn. Debiet kan worden 5. Herleiding van meetgegevens 4

gemeten of berekend op basis van het brandstofverbruik. Als debiet wordt gemeten, moet het gemeten debietwaarde zoals bij de concentratie worden herleid naar een standaard debiet. Dat betekent dat er correctie moet plaatsvinden voor vochtgehalte, druk, temperatuur en zuurstofconcentratie. Correctie van gemeten debietwaarde voor vochtgehalte, druk, temperatuur en zuurstofconcentratie Fs gestandaardiseerd debiet [mo3/u] van droog rookgas bij een standaard zuurstofconcentratie v rookgassnelheid [m/s] Opp oppervlakte rookgaskanaal [m2] Cw waterdampgehalte [volume%] van het natte rookgas T actuele rookgastemperatuur [K] P actuele absolute rookgasdruk [kpa] Os de zuurstofconcentratie [volume%; v%] betrokken op droog rookgas waarnaar herleiding moet plaatsvinden; voorbeelden zijn 11v% voor afvalverbranding, 6v% voor het stoken van kolen en 3v% voor het stoken van aardgas Om de actuele zuurstofconcentratie in volume% betrokken op droog rookgas die is vastgesteld tegelijkertijd en op dezelfde plaats in de installatie als waar Cm is gemeten. Cm en Om moeten over hetzelfde tijdsinterval zijn gemiddeld 21 zuurstofconcentratie in droge lucht 5. Herleiding van meetgegevens 5

Berekening van gestandaardiseerd debiet op basis van het brandstofverbruik Fs gestandaardiseerd debiet [mo3/u] van droog rookgas bij een standaard zuurstofconcentratie Fbr brandstofverbruik; vaste of vloeibare brandstoffen [kg/u], gasvormige brandstoffen [mo3/u] Os de zuurstofconcentratie [volume%; v%] betrokken op droog rookgas waarnaar herleiding moet plaatsvinden; voorbeelden zijn 11v% voor afvalverbranding, 6v% voor het stoken van kolen en 3v% voor het stoken van aardgas 21 zuurstofconcentratie in droge lucht Vst stoichiometrisch droog rookgasvolume; vaste of vloeibare brandstoffen [mo3/kg], gasvormige brandstoffen [mo3/ mo3] Bepaling Vst : Het stoichiometrisch droog rookgasvolume is het droog rookgasvolume dat bij volledige verbranding met lucht zonder luchtovermaat ontstaat. Het stoichiometrisch droog rookgasvolume wordt uit de brandstofsamenstelling (het aandeel C, H en O) bepaald. Door volledige verbranding te veronderstellen kan samen met de minimale luchtbehoefte het totale rookgasvolume als som van de aandelen CO2, H2O en N2 worden berekend. Ook kan voor fossiele brandstoffen op basis van hieronder weergegeven formules (schatting onzekerheid 5%) het stoichiometrisch rookgasvolume worden geschat uit de stookwaarde (H). Deze formules zijn afgeleid van de reeds ingetrokken DIN 1942. De formules in de nu geldende NEN-EN 12952-15 vereisen meer invoergegevens, zoals het asgehalte en vochtgehalte van vaste brandstoffen en de dichtheid van gasvormige brandstoffen. Gasvormige brandstoffen: Vst = 0,199 + 0,234 x H (H in MJ/mo3) Vaste brandstoffen: Vst = 0,450 + 0,239 x H (H in MJ/kg) Vloeibare brandstoffen: Vst = 0,929 + 0,221 x H (H in MJ/kg) Berekening van de vracht Op basis van de Nederlandse wet- en regelgeving moet in diverse situaties vracht of jaarvracht worden bepaald. Vanuit de NeR en het Activiteitenbesluit moet bijvoorbeeld aan zogenaamde grensmassastroom (vracht uitgedrukt in gram per uur) worden getoets om vast te stellen of een emissieeis van toepassing is op de betreffende installatie. Vanuit het oogpunt van emissiehandel en E-PRTR moet van bepaalde installaties de jaarvracht worden gerapporteerd. De vracht kan worden berekend op basis van concentratie en debiet of op basis van relatieve emissie en brandstofgebruik. 5. Herleiding van meetgegevens 6

Berekening van de vracht op basis van debiet E emissievracht [kg/u] Cs gestandaardiseerde concentratie [mg/mo3] in droog rookgas bij een standaard zuurstofconcentratie Fs gestandaardiseerd debiet [mo3/u] van droog rookgas bij een standaard zuurstofconcentratie Voor berekening van de jaarvracht moet de emissievracht in kg/u worden vermenigvuldigd met het aantal bedrijfsuur per jaar. In veel situaties wordt de jaarvracht berekend op basis van een periodieke meting. Indien de concentratie continue wordt gemeten, dan beschikt men doorgaans over (half)uurgemiddelde waarden. Als ook het debiet als (half)uurgemiddelde waarde wordt vastgesteld, bijvoorbeeld door middel van directe meting of berekening uit het brandstofverbruik, dan kan ieder (half)uur een vracht worden berekend. De jaarvracht wordt dan berekend door sommatie van de (half)uurvrachten. Langere middelingstijden of verschillende middelingstijden voor de concentratie en het debiet kunnen leiden tot aanzienlijke systematische fouten in de berekende jaarvracht. Berekening van de vracht op basis van brandstofverbruik E jaarvracht [kg/uur] Erel relatieve emissie [g/gj] Fb brandstofverbruik [mo3/uur resp. kg/uur] Verbruik van gasvormige brandstoffen wordt uitgedrukt in mo3/uur, verbruik van vaste of vloeibare brandstoffen in kg/uur] H stookwaarde van de brandstof [MJ/mo3 resp. MJ/kg] 5. Herleiding van meetgegevens 7

Colofon URL: http://www.infomil.nl/vaste-onderdelen/onderwerpen/lucht-water/stookinstallaties/metenluchtemissies/l40-handleiding/5-herleiding/ Datum: 3 januari 2017 Dit is een publicatie van: Kenniscentrum InfoMil www.infomil.nl Post Kenniscentrum InfoMil Postbus 7007 2280 KA Rijswijk Bezoek Kenniscentrum InfoMil Lange Kleiweg 34 Rijswijk Kenniscentrum InfoMil is onderdeel van Rijkswaterstaat Leefomgeving van Rijkswaterstaat, de uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Meer over Rijkswaterstaat Leefomgeving vindt u op www.rws. ( #1)nl/leefomgeving. Meer over Rijkswaterstaat vindt u op www.rws.nl