Qbus Duco interface Configuratie TVB, 24/09/2014
Via een verbindingsmodule (de SER485/Duco) kan een link gelegd worden tussen een Qbus installatie en het Duco Comfort Plus System of het Ducotronic (Plus) System. Beide Duco systemen zorgen voor een zonaal geregelde afvoer van vervuilde en/of vochtige lucht via een regelkleppensysteem en kunnen naadloos geïntegreerd worden in uw Qbus installatie via de tweedraads buskabel. Het koppelen van beide systemen geeft verschillende voordelen, zoals: - Bediening en visualisatie van het ventilatiesysteem aan de hand van sensoren, touch panel, smartphone, laptop via ios, Android en Windows, sferen, - Ventilatiesturing in functie van luchtkwaliteit (CO2), tijd, aan- of afwezigheid - Koppelen van verschillende ventilatiesystemen voor grotere gebouwen - Tijd- en kostenbesparing bij installatie door het makkelijk en snel uitlezen van de ventilatieconfiguratie. Deze handleiding beschrijft hoe een Duco ventilatiesysteem aan uw Qbus installatie gekoppeld kan worden. Stap 1: Installeer de correcte software op de Controller. Om de SER485/Duco te kunnen gebruiken is minimaal System Manager III versie 3.8 nodig. Deze kan gedownload worden van de Qbus site: http://www.qbus.be/nl/producten oplossingen/producten/software/system_manager_iii enkel_ctd Op deze link vindt u ook een gedetailleerde uitleg over het verbinden met de Controller via USB of Ethernet, zie de Qbus System Manager III Handleiding. Installeer de nieuwe System Manager, klik op Hulpprogramma s - Setup en je ziet het onderstaande scherm. Klik op de tab Verbinding om met de Controller te verbinden.
Telkens wanneer u de nieuwste versie van de System Manager downloadt, bevat die ook de nieuwste upgrade van de firmware. Bij het aansluiten van de System Manager op de CTD, ziet u een bericht als u niet over de nieuwste versie van de firmware beschikt en wordt u gevraagd de nieuwste versie te uploaden. Wanneer u op de pijl naast "firmware upgrade" klikt, verschijnt een venster met een.upg-bestand - dubbelklik op de recentste versie (hoogste versienummer) om uw firmware te upgraden. Zodra deze upload is gebeurd klik je op Lees Instellingen in het Setup Scherm en krijg je de melding dat de Controller on-line is.
Stap 2. Configureer de SER485/Duco Klik op de tab Modules in de Qbus System Manager. Daar vult u het serienummer van uw SER485/Duco in. U krijgt nu het volgende scherm te zien:
In het veld Master Address staat het adres van de DucoBox. Standaard staat deze op 1 ingesteld; indien tijdens de installatie van het Duco Systeem het adres werd gewijzigd op de DucoBox moet het Master Address in de System Manager aangepast worden aan het correcte adres. Indien het adres werd aangepast zal de pijl rechts van het veld rood worden en kunt u door te klikken op deze pijl het correcte adres doorsturen naar de SER485/Duco. Zodra het Master Address correct staat, klik op Read Config. Een pop-up scherm zal verschijnen waarop aangeduid wordt dat de configuratie wordt uitgelezen; De configuratie zal daarna verschijnen in het venster van de SER485/Duco. Door het uitlezen van deze configuratie worden automatisch Qbus adressen aangemaakt en gelinkt met de Duco parameters. Alle Duco-modules worden beschreven als Nodes ; zo is bvb de DucoBox Focus Node 1, een Duco Regelklep Node 2, een Duco bedieningsschakelaar Node 3, etc. Een Node heeft verschillende parameters die relevant zijn voor het Qbus systeem: - DucoBox Focus en een Duco Sensorloze regelklep hebben 2 parameters, nl. o de ventilatiestand (%) o de streefwaarde (= het regime of de stand van de ventilatie; Stand 1, 2, 3, Automatisch of Niet thuis). - CO2 regelklep en een Duco Bedieningsschakelaar CO2 hebben 4 parameters, nl
o Ventilatiestand o Streefwaarde o Temperatuur o CO2 - Een RH regelklep en een Duco Bedieningsschakelaar RH hebben 4 parameters o Ventilatiestand o Streefwaarde o Temperatuur o Vochtigheid (RH) - Een batterijgevoede draadloze bedieningsschakelaar heeft geen parameters. Deze Duco parameters worden als volgt gekoppeld aan Qbus uitgangen: - Ventilatiestand = Vent. NODE nummer - Streefwaarde = HVAC NODE nummer - Temperatuur = TH NODE nummer - CO2 = HVAC NODE nummer - Vochtigheid (RH) = HVAC NODE nummer Deze Qbus uitgangen kunnen teruggevonden worden in de Uitgangenlijst van de System Manager: Door op de naam van de uitgang te klikken, kan deze worden aangepast (bvb Node 3 is de regelklep in de slaapkamer). Wij raden aan om alle namen te wijzigen zodat bij het uitlezen van deze paramaters op bvb de Qbus Cloud het duidelijk is over welke uitgang het gaat. OPGELET: Bij het aanklikken van een uitgang zullen ook de parameters van deze uitgang verschijnen. Deze moeten NIET aangepast worden!
Nu kunnen alle uitgangen die naar de Duco parameters verwijzen gebruikt worden zoals elke andere uitgang in het Qbus systeem (aansturing via sferen, logica, kloktijden, ). Bij het beëindigen van de configuratie moet deze doorgestuurd worden naar de Qbus Controller. Dit kunt u doen door op de rode pijl te klikken. Antwoord Ja indien gevraagd wordt indien u de nieuwe configuratie wil opslaan op SD-kaart. Stap 3: Duco in de Cloud Voor het linken van uw Qbus systeem met de Qbus Cloud, zie de handleiding op de Qbus website http://www.qbus.be/nl/producten oplossingen/producten/software/qbus_cloud Op de Cloud kunnen de Duco parameters Ventilatiestand, Temperatuur en Regime (= overzicht van de Streefwaarde, en eventueel CO2 en Vochtigheid indien aanwezig) weergegeven worden. De Ventilatiestand en Temperatuur zijn louter weergaven van de status en worden best niet bediend. Deze parameters worden nl gestuurd in functie van het gekozen regime en zullen zelfs indien ze manueel bediend werden teruggezet worden in functie van het gekozen regime. Wij raden aan om de Ventilatiestand en de Temperatuur als Enkel Lezen uitgangen te zetten (zie handleiding Cloud). In het regime zelf kan gekozen worden tussen Duco 1, Duco 2, Duco 3, Auto en Afwezig. Standen Duco 1, 2 en 3 staan standaard op 10%, 50% en 100% maar kunnen aangepast worden in de DucoBox. Indien aangepast zal het aansturen van de verschillende standen de ingestelde waarden uitvoeren. AUTO betekent dat de DucoBox de ventilatie zelf regelt obv de gemeten CO2 en/of Vochtigheidswaarden (indien aanwezig), of via ingestelde algoritmes. In de stand Afwezig zullen alle kleppen gesloten worden en draait de box op een minimum-niveau.