Info ICF ICF? o o International classification of functioning, disability and health Internationale classificatie van het menselijke functioneren Ontstaan ICF ICF is een classificatiesysteem, ontwikkeld door de WHO (2001). Het is een classificatie dat de gulden middenweg zoekt tussen het medische model (stoornisdenken) en het sociale model: het bio-psycho-sociaal denken staat centraal. Opbouw ICF Basisschema ICF wordt gezien als een classificatie van de gezondheidscomponenten, waarmee alle samenstellende elementen van gezondheid bedoeld worden. Het basisschema van ICF ziet er als volgt uit: Alle componenten uit dit basisschema zijn met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar. Er is dus, in tegenstelling tot in het medische en het sociale model, geen eenzijdig causaal verband met de ziekte / externe factoren. ICF vertrekt vanuit een holistische mensvisie. Er wordt binnen ICF een onderscheid gemaakt tussen 3 perspectieven en 2 beïnvloedende factoren: o Perspectieven o Perspectief van het menselijke organisme: functies en anatomische eigenschappen o Perspectief van het menselijk handelen: activiteiten o Perspectief van de mens als deelnemers aan het maatschappelijke leven: participatie o Beïnvloedende factoren o Aandoeningen, ziekte o Externe factoren/omgevingsfactoren o Persoonlijke factoren
Hoofdstukindeling ICF Voor de verfijning/omschrijving van de aandoeningen/ziektes wordt naar de ICD-10 (International classification of diseases) verwezen. De persoonlijke factoren zijn momenteel nog niet opgenomen in de ICF classificatie, dit omdat de oriënterende studie naar hoe dit best gebeurt nu nog loopt. De functies en anatomische eigenschappen, activiteiten, participatie en externe factoren zijn verdeeld en verfijnd over hoofdstukken (zie bijlage 1). Activiteiten en participatie zijn hierbij samengenomen, omdat deze vaak met elkaar verweven zijn. Typering niveaubepaling Bij de niveaubepaling van de functies en anatomische eigenschappen wordt de ernst ingeschaald: o 0= geen probleem o 1= licht probleem o 2= matig probleem o 3= ernstig probleem o 4= volledig probleem o 8= niet gespecificeerd o 9= niet van toepassing Bij de niveaubepaling van de activiteiten en participatie is er sprake van 2 typeringen: o Ernst uitvoering: beschrijft wat iemand (eventueel met gebruik van de huidige ondersteuning) in zijn bestaande omgeving doet o Ernst vermogen: beschrijft wat iemand zou kunnen doen mits het inzetten van gepaste ondersteuningsbronnen Bij beide typeringen is de gebruikte schaal identiek aan deze van de functies en anatomische eigenschappen. Voorbeeld: Een persoon met een verlamming aan de benen heeft op de categorie d455 zich verplaatsen een volledig participatieprobleem als het gaat over de uitvoering, maar een licht participatieprobleem als het gaat over het vermogen (door gebruik van een rolwagen). Bij de externe factoren wordt bepaald of deze een positieve of negatieve invloed op het individu hebben (ondersteunende factor vs belemmerende factor). Hierbij wordt de volgende schaal gebruikt: o 0= neutraal o +1= licht positief o +2= zeer positief o +3= uitermate positief o -1= zwak negatief o -2= sterk negatief o -3= uitermate negatief o 8= niet gespecificeerd o 9= niet relevant / niet toepasbaar Core sets ICF is een classificatiesysteem dat in totaal uit 1.450 categorieën bestaat en pas werkbaar wordt als er op basis van een ziekte (vb: diabetes) of op basis van een ondersteuningsaanbod (vb: arbeidsrevalidatie) een selectie van categorieën wordt gemaakt. De core set arbeidsrevalidatie (opgemaakt door WHO experts arbeidsrevalidatie bestaat uit 13 categorieën (zie bijlage 2). Op basis van de core set kan tot een profiel gekomen worden (volgens klant enerzijds, volgens team anderzijds). Op basis van deze profielen worden doelstellingen bepaald, acties afgesproken, het tijdskader waarin deze uitgevoerd zullen worden, de manier waarop dit zal opgevolgd worden,
Bijlage 1: Hoofdstukindeling ICF B Functies o b1 Mentale functies o b2 Sensorische functies en pijn o b3 Stem en spraak o b4 Functies van hart en bloedvatenstelsel, hematologische systeem, afweersysteem en het ademhalingsstelsel o b5 Functies van spijsverteringsstelsel, metabool stelsel en hormoonstelsel o b6 Functies van urogenitaal stelstel en reproductieve functies o b7 Functies van bewegingssysteem en aan beweging verwante functies o b8 Functies van huid en verwante structuren S Anatomische eigenschappen o s1 Anatomische functies van zenuwstelsel o s2 Anatomische functies van oog, oor en verwante structuren o s3 Anatomische functies van structuren betrokken bij stem en spraak o s4 Anatomische functies van hart en bloedvatenstelsel, afweersysteem en het ademhalingsstelsel o s5 Anatomische functies van spijsverteringsstelsel, metabool stelsel en hormoonstelsel o s6 Anatomische functies van urogenitaal stelstel o s7 Anatomische functies van structuren verwant aan beweging o s8 Anatomische functies van huid en verwante structuren D Activiteiten en participatie o d1 Leren en toepassen van kennis o d2 Algemene taken en eisen o d3 Communicatie o d4 Mobiliteit o d5 Zelfverzorging o d6 Huishouden o d7 Tussenmenselijke interacties en relaties o d8 Belangrijke levensgebieden o d840-d859 Beroep en werk d840 Werkend leren d845 Verwerven, behouden en beëindigen van werk d850 Betaald werk d855 Onbetaald werk o d9 Maatschappelijk, sociaal en burgerlijk leven E Externe factoren o e1 Producten en technologie o e2 Natuurlijke omgeving en door de mens aangebrachte veranderingen daarin o e3 Ondersteuning en relaties o e4 Attitudes o e5 Diensten, systemen en beleid
Bijlage 2: Core set arbeidsrevalidatie WHO o Functies en anatomische eigenschappen o Energie en driften o Hogere cognitieve functies o Inspanningstolerantie o Activiteiten en participatie o Ontwikkelen van vaardigheden o Omgaan met stress en andere mentale activiteiten o Complexe tussenmenselijke interacties o Verwerven, behouden en beëindigen van werk o Betaald werk o Onbetaald werk o Externe factoren o Naaste familie o Meerderen o Voorzieningen, systemen en beleid met betrekking tot gezondheidszorg o Voorzieningen, systemen en beleid met betrekking tot werkgelegenheid