Parlementaire commissie sociale zaken Hearing over wetsontwerp pensioenen 30 juni 2015

Vergelijkbare documenten
In deze fase ligt de afbouw van de bonificatie op tafel voor de in aanmerking neming voor het vervroegd

Regeerakkoord: wat is de impact op de pensioenen en de verzekeringsproducten?

DRASTISCHE AFBOUW VAN UW PENSIOEN

Nieuwsbrief politie. Nummer 7 Brussel, 23 mei Toelichting pensioenmaatregelen op basis van notificaties van 22/04/2016

Verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd: De stap is gezet

NIEUWIGHEDEN OP VLAK VAN HET PENSIOEN Januari 2013

EEN STERK EN BETROUWBAAR SOCIAAL CONTRACT Commissie Pensioenhervorming

Pensioenhervorming treft onderwijspersoneel zeer hard 22/10/2014

Flexibiliteit in een coherente hervorming van de pensioenstelsels Inleidende beschouwing Welke vragen dienen beantwoord?

Geen discriminatie van vrouwen en gepensioneerden!

De beslissing van de Vlaamse Regering op 27 februari hield het volgende in:

OVERZICHT INVLOEDEN REGEERAKKOORD DI RUPO I VOOR HET PERSONEEL VAN HET ONDERWIJS

STATISTISCHE STUDIES

Pensioenen Geïntegreerde Politie. Jan Adam Secretaris ACV 2012

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Twee tot vijf jaar langer werken voor 83,2 tot 298,4 euro minder pensioen per maand

TETRALERT - SOCIAAL DE VERHOGING VAN DE WETTELIJKE PENSIOENLEEFTIJD : DE STAP IS GEZET!

Onderhandelingscomité pensioen militairen. ACV Defensie zet in op garanties. Zware beroepen. 15 juni 2018

#GENOEG LANGER WERKEN VOOR MINDER PENSIOEN. 20 mei 2016 Gemeenschappelijk vakbondsfront onderwijs

NOTA STUDIEDIENST SWT vanaf

Presentatie GVF Onderwijs 1

Vanaf nu kunnen werknemers, zelfstandigen én ambtenaren hun vroegst mogelijke pensioendatum berekenen op mypension.be

het werk na langdurige ziekte

Brugpensioen Stand van zaken op 1 maart A. Inleiding

Langer werken voor minder pensioen, maar niet voor iedereen...

Enquête ACV Voeding en Diensten - Jouw stem, Onze toekomst!

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

Evaluatie van de pensioenbonus

Allemaal twee tot vijf jaar langer werken voor 83,2 tot 298,4 euro minder pensioen per maand

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

Pensioenen Stand van zaken op 20 januari 2012

Achtergrond. Problemen?

De hieronder behandelde wijzigingen hebben betrekking op de rustpensioenen in de privésector.

December2014 Samenstelling: Freddy Vaes

Uitdagingen voor de sociale zekerheid vanuit een macro-economisch perspectief

Presentatie GVF Onderwijs

1. Verhoging toegangsleeftijd en minimale loopbaan voor vervroegd pensioen: afzwakking 1.1. Context

#GENOEG 20 mei 2016 Gemeenschappelijk vakbondsfront onderwijs

DEEL 1. DUUR VAN DE LOOPBAAN

LSLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

De impact van het Generatiepact op pensioenen en tijdkrediet. Regeringsbeslissing! =>Protest vakbonden =>Onderhandelingen =>Bijschaving Generatiepact

Studiedag over pensioenen

Pensioenhervorming. Wat betekent dat voor het onderwijspersoneel? Welkom!

Nieuwe Regering, wat nu

Onderhandelingscomité Pensioenen 26/02/2015

Hoe heeft de sociale zekerheid de crisis doorstaan?

Belg wil stoppen met werken op 62 jaar

ONDERWERP : PENSIOENHERVORMING VOOR DE MANDATARISSEN

Is er morgen nog werk voor iedereen? Egbert Lachaert Jong Vld 30 maart 2015

Wijzigingen in het brugpensioenstelsel vanaf 1 januari 2012

Pensioenhervormingen Wat betekent dit voor het onderwijspersoneel?

Informatievergadering voor militanten Maandag 12 maart Deel 1 Pensioenen Deel 2 Beslissingen Vlaamse regering Deel 3 Woede van de vakbonden

U EN UW PENSIOEN. Gevolgen van de pensioenhervorming van 2016 voor de artsen

Pensioenen lokale besturen: gisteren, vandaag en morgen.

10 punten voor een duurzaam pensioenbeleid in de bouwsector.

Intersectorale sociale programmatie

Dossier militair pensioen, Memorandum!

STATISTISCHE STUDIES

Het federaal normatief kader van de controle van de beschikbaarheid, uitgeoefend door de gewesten

1. De ontwerpteksten die aan het Algemeen Beheerscomité werden voorgelegd

Pensioenen Ambtenaren (ZAP, AAP)

Lange loopbaan : 35 jaar vanaf 2012, 38 jaar vanaf 2014, 39 jaar vanaf 2016 en 40 jaar vanaf 2017 ;

STATISTISCHE STUDIES

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

Hierdoor zullen we de instroom in dit stelsel toch als een uittrede uit de arbeidsmarkt kunnen beschouwen.

TETRALERT - SOCIAAL STAND VAN ZAKEN : DE HERVORMING VAN HET STELSEL VAN DE WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (VOORDIEN «BRUGPENSIOEN»)

Militantenvergadering gemeenschappelijk front d.d

Opleiding voor CLB-secretariaten

Langer werken voor minder pensioen, maar niet voor iedereen...

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector

I\LGEMEEN E3EHEERSOMITE

1. Hoeveel 55-plussers zijn bij VDAB ingeschreven als werkzoekend (nominaal + percentage beroepsbevolking + verloop over laatste tien jaar)?

Federale hervormingen eindeloopbaanbeleid

Werkloosheid met bedrijfstoeslag (brugpensioen): de verschillende stelsels voor 2015 en 2016 eindelijk bevestigd

Verpletterende maatregelen

REGEERAKKOORD: DOOF VOOR DE WERKNEMERS EN DE GERECHTIGDEN OP SOCIALE UITKERINGEN GUL VOOR WERKGEVERS EN VERMOGENDEN

V1-15/11/2012. Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen. voor de lokale mandatarissen HERVORMING

!ALGEMEEN ~EHEERS~OMITE VOOR HET SOCIAAL STATU UT DER ZELFSTANDIGEN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 13 november

Vijf wetsvoorstellen voor zekere pensioenen

INFO-Flash. Vlaamse overheidsdiensten. Beste kameraden,

Deze nota geeft een toelichting bij de verschillende elementen van het ontwerp-akkoord.

Als zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep.

Europa: Vriend of vijand?

CAO van 30 september 2009 tot vaststelling van de overgangsregeling in het kader van de invoering van de sectorale tweede pensioenpijler

De houdbaarheid van de overheidsfinanciën in het licht van de vergrijzing

gezond openbaar ACV Accenten voor sterke openbare diensten. Openbare Diensten Overheidsbedrijven Onderwijs

Kleine aanpassingen en overgangsmaatregelen

Advies nr. 144, van 21 maart 2014, van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen, betreffende een voorontwerp van wet tot hervorming van

STRAFFE MADAMMEN IN DE VAKBOND

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013

nationale arbeidsraad

Allemaal langer werken voor minder pensioen?

FOCUS De situatie van oudere werknemers op de Brusselse arbeidsmarkt

Allemaal langer werken voor minder pensioen?

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 23 oktober

Pensioenzekerheid voor iedereen

RE-INTEGRATIE VAN LANGDURIG ZIEKEN

Stand van zaken na onderhandelingscomité pensioenproblematiek 13/05/2015

Transcriptie:

Parlementaire commissie sociale zaken Hearing over wetsontwerp pensioenen 30 juni 2015 We vragen aan het parlement het wetsontwerp tot verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd en de verstrenging van de voorwaarden voor het vervroegd pensioen NIET goed te keuren. Immers, het wetsontwerp is onvoldoende doordacht, het leidt tot overdreven zware gevolgen en de voorwaarden om de eindeloopbaanproblematiek goed aan te pakken zijn niet vervuld. De manier van aanpakken van het dossier is onlogisch en fout Het federaal regeerakkoord kondigt maatregelen aan in verband met de pensioenen, het stelt overleg erover in uitzicht, inzonderheid wat de overheidssector aangaat, en voorziet in de oprichting van een Nationaal pensioencomité om de problemen uit te klaren. Het is niet logisch dat nu reeds voor de tweede keer (een eerste keer door de afschaffing van de diplomabonificatie voor het overheidspersoneel, nu opnieuw door het nieuwe wetsontwerp) maatregelen worden doorgedrukt die zware ingrepen inhouden volledig los van de besprekingen in het Nationaal pensioencomité. Dit comité heeft precies tot opdracht om op een overlegde manier de toekomstige fundamenten van de pensioenregeling uit te klaren. Het is niet logisch dat deze complexe problematiek op een gefractioneerde manier wordt aangepakt. Door telkens afzonderlijke maatregelen door te drukken in het parlement, wordt het onmogelijk om tot een gedragen en coherente aanpak te komen. De nieuwe maatregelen inzake vervroegd pensioen hebben een te zware impact op alle werknemers, in het bijzonder in de openbare sector Sommigen stellen het graag voor alsof de wijzigingen geen gevolgen zullen hebben voor de gewone mensen en slechts een weerslag zouden hebben op de geneesheren, de advocaten en diegenen die lange universitaire studies gedaan hebben. (zie bijv. Le Soir, 26 juni 2015, p 4). Niets is minder waar. Voor het overheidspersoneel zijn voor hoger geschoolden (vandaag zijn 9 op de 10 wervingen bij de Federale overheid bijv. mensen die hoger onderwijs hebben gevolgd; globaal voor de openbare sector hebben om en bij 60% van de personeelsleden hoger onderwijs genoten) reeds zware ingrepen doorgevoerd door de afschaffing van de diplomabonificatie. Dit is gebeurd zonder rekening te houden met opgebouwde rechten. Die maatregel op zich brengt mee dat bovenop de maatregelen van de vorige federale regering de betrokken personeelsleden in de regel 3, 4 of 5 jaar langer zullen moeten werken. Alleen al op basis van de bestaande wetgeving en in de mate dat er geen zittenblijven of onderbrekingen in de loopbaan in het spel zijn, zullen de betrokkenen de facto ten vroegste slechts op vervroegd pensioen zullen kunnen gaan als ze 64 of 65 jaar zijn (afstuderen op 22/23 jaar + 42 jaar). De overgangsmaatregelen spelen alleen voor wie vrij kort voor een mogelijk vervroegd pensioen staat.

De nieuwe maatregelen die de regering voorlegt aan het parlement zijn overdreven, zeker voor het overheidspersoneel omdat ze een cumulatief effect hebben met de doorgevoerde afschaffing van de diplomabonificatie. Simulaties op basis van concrete situaties door personeelsdiensten leren ons dat zelfs personeelsleden die meer dan 50 jaar zijn (en dus zeker gewettigde verwachtingen hebben) door de opeenvolgende maatregelen in de praktijk hun vervroegde pensioenleeftijd courant met 5 of 6 jaar uitgesteld zien. Gevolg: De voorgestelde wetswijzigingen brengen mee dat gemiddeld 1 op 2 personeelsleden slechts op pensioen kan als de gezonde levensjaren voorbij zijn. Een groot aandeel zal ook moeten wachten tot de wettelijke pensioenleeftijd bereikt is (vandaag nog 65 jaar, maar die eerst op 66, en nadien op 67 wordt gebracht). Dit is fel overdreven. In 2010 konden vrouwen bij de geboorte rekenen op 62,7 jaren zonder langdurige beperkingen en mannen op 64,1 jaren zonder langdurige beperkingen. Of met andere woorden: ongeveer de helft van de bevolking heeft bij de geboorte het potentieel te werken tot de huidige pensioenleeftijd van 65 jaar. De ander helft heeft dat niet. Achter de voorgaande cijfers gaan daarenboven grote verschillen schuil die onder meer samenhangen met de sociale positie. Zo ligt de levensverwachting van kortgeschoolden een stuk lager dan diegenen die een opleiding hoger onderwijs hebben genoten. Een verklaring voor dat verschil ligt onder meer in de zwaardere jobs en slechtere arbeidsomstandigheden waarmee lager geschoolden geconfronteerd worden. De regering argumenteert dat wie op 16 jaar is beginnen werken na 44 jaar werken nog op 60 jaar op pensioen zou kunnen gaan. Dit soort argumenten zijn toekomstgericht niet erg ernstig. Ze gaan voorbij aan het optrekken van de leerplicht tot 18 jaar en de realiteit van het zittenblijven in het onderwijs. De regering houdt speciaal voor vrouwen ook geen rekening met de realiteit van de onderbrekingen in de loopbaan als gevolg van de feitelijke maatschappelijke rolverdeling. Op basis van berekeningen van de commissie pensioenhervorming 2020-2040 schatten we dat op korte termijn tot 25% van de vrouwelijke personeelsleden zullen moeten wachten tot het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd vooraleer ze op pensioen kunnen gaan (15% voor de mannen). De huidige flexibiliteit in het ogenblik waarop men op pensioen kan gaan (de commissie pensioenhervorming 2020-2040 heeft gewezen op het belang van die regeling), wordt voor velen eigenlijk teniet gedaan. Gevolg: door het optrekken van de loopbaanvoorwaarden voorzien in het wetsontwerp zullen vooral vrouwen in de toekomst moeten wachten tot de wettelijke pensioenleeftijd vooraleer ze nog op pensioen kunnen gaan. Inzake vervroegd pensioen gaat het wetsontwerp overigens verder dan wat voorzien is in het regeerakkoord. Zo voorziet het regeerakkoord niet in de verhoging van de loopbaanvoorwaarden voor lange loopbanen in 2017 en 2018. Daarenboven is het zo dat het verhogen van de referentieleeftijd voor het vervroegd pensioen van 62 jaar naar 63 jaar, niet wordt ondersteund door de commissie pensioenhervorming 2020-2040. Er zijn dus zeker redenen om tot een billijker schema te komen.

Er is geen enkele reden om nu reeds de wettelijke pensioenleeftijd op te trekken, los van de werkzaamheden in het nationaal pensioencomité. De commissie pensioenhervorming 2020-2040 heeft er uitgebreid op gewezen hoe zeer de problematiek van de pensioenen verbonden is met deze van de evoluties op de arbeidsmarkt. De vakbonden aanvaarden niet dat de pensioenleeftijd wordt opgetrokken op een ogenblik dat er 600.000 personen op zoek zijn naar werk en de regering geen afdoend antwoord heeft over de manier waarop men het mogelijk zal maken dat werknemers in haalbare omstandigheden aan de slag kunnen blijven tot de pensioenleeftijd. Hoger is reeds gewezen op de verschillen in loopbaanopbouw en gezonde levensverwachtingen van werknemers naar gelang hun opleiding, werkomstandigheden, geslacht, De huidige pensioenleeftijd van 65 jaar is reeds voor grote groepen binnen onze samenleving moeilijk bereikbaar. Zeker voor wie slechts een korte scholing genoten heeft. Gegeven dat de pensioenleeftijd de leeftijd is vanaf wanneer iedereen aanspraak kan maken op een pensioen, is het van belang dat de pensioenleeftijd voor de meeste mensen bereikbaar is vanuit een actieve loopbaan. Op basis van het wetsontwerp is dit duidelijk niet het geval. Het optrekken van de pensioenleeftijd tot 67 jaar vergroot dit probleem. Het zou logisch zijn de gevolgen van de het optrekken van de pensioenleeftijd te onderzoeken in samenhang met de gevolgen op de arbeidsmarkt (inzonderheid tav. jongeren) en de andere takken van de sociale zekerheid, in het bijzonder inzake werkloosheid en ziekteregeling. De regering lijkt ervan uit te gaan dat door te verhinderen dat mensen nog vervroegd op pensioen kunnen gaan, zij hun tewerkstelling zomaar zullen behouden en er geen rekening moet worden gehouden met de veranderingen op de arbeidsmarkt. In landen waar men de pensioenleeftijd gewoon heeft opgetrokken, heeft men vastgesteld dat dit zich heeft vertaald in een belangrijke toename van de uitgaven voor ziekte en invaliditeit. Het langer werken zal ook ten koste gaan van mantelzorg en informele voor- en buitenschoolse kinderopvang. Heel wat jonggepensioneerden nemen zorgtaken op die nu formeel zullen moeten beantwoord worden. De capaciteit om die zorgtaken formeel op te nemen ontbreekt. De politieke bereidheid om er middelen voor vrij te maken, eveneens. Specifiek voor de openbare sector moet men zich de vraag stellen welk de weerslag zal zijn van de verschuiving van de pensioenleeftijd gecombineerd met aan de beperkingen inzake werving, op een gezonde leeftijdsstructuur van de personeelsleden en de dynamiek in het kader van de modernisering van het beheer. Landen waar men erin geslaagd is succesvol en op een sociaal verantwoorde manier de participatie van 55-plussers op de arbeidsmarkt te verhogen, zijn daarin geslaagd mits een ambitieus programma inzake aanpassing van de arbeidsomstandigheden. De regeringsaanpak gaat hier totaal aan voorbij. Het is een illusie dat zo n aangepaste aanpak zomaar vanzelf zal ontstaan. De regering weet perfect dat waar ze nu eenzijdig het plichtenverhaal doordrukt er geen enkele stimulans meer aanwezig zal zijn voor (openbare) werkgevers om zich daadwerkelijk te engageren om te komen tot aangepaste arbeidsomstandigheden.

Heel wat mensen willen wel iets langer werken als ze maar de garantie hebben op een aangename, gepaste job. Dit komt er niet door het optrekken van de wettelijke pensioenleeftijd. Diegenen die door omstandigheden op de arbeidsmarkt of hun gezondheidstoestand in een precaire positie terecht komen, zullen uiteraard de eerste slachtoffers van zijn de pensioenhervorming. In dit licht is het gewoon ergerlijk dat in het parlementair dossier rond de impactanalyse onder meer wordt aangehaald dat men de pensioenleeftijd moet optrekken om te voorkomen dat mensen te jong op pensioen zouden gaan, vermits dit meebrengt dat zij zich dit zouden beklagen omdat veel persoonlijke contacten zouden verdwijnen. Het is niet logisch dat nu reeds de wettelijke pensioenleeftijd wordt opgetrokken eerst tot 66 jaar, nadien tot 67 jaar, terwijl het geheel van bovenstaande elementen niet zijn onderzocht en uitgeklaard. Het optrekken van de wettelijke pensioenleeftijd is voorzien vanaf 2025 en 2030. Er is dus geen enkele reden om nu de verhoging zomaar door het Parlement te jagen en er is voldoende ruimte om gedurende een redelijke periode binnen het Nationaal pensioencomité de verschillende aspecten van het te voeren beleid te overleggen. Waarom weigert men dit? Waarom weigert men het globale plaatje te zien? Tot slot: Er is geen enkele reden om de leeftijdsvoorwaarden inzake overlevingspensioenen op te trekken. De recente hervorming die het stelsel van de overlevingspensioenen grondig heeft gewijzigd (op basis van een consensus met de vakbonden!) is op haar effecten zelfs niet geëvalueerd. De regering vaart blind. Ze kan niet uitleggen welk de gevolgen zijn van het optrekken van de loopbaanvoorwaarden voor vervroegd pensioen en de pensioenleeftijd. De motivering van de parameters loopt daardoor totaal mank. Om de discussie rond de gevolgen op de werknemers te objectiveren, hebben de vakbonden van het overheidspersoneel tijdens de besprekingen in het comité A, gevraagd te kunnen beschikken over gegevens rond de effecten van de maatregelen. Het is belangrijk om met opdeling op basis van het geslacht concreet zicht te hebben op het aantal personeelsleden die hoelang langer zullen moeten werken en het aandeel personeelsleden die verplicht zullen zijn om te blijven werken tot de wettelijke pensioenleeftijd. Men kan zich bijvoorbeeld volgende vragen stellen: - Wat zullen de gevolgen zijn van het optrekken van de loopbaanvoorwaarden voor vervroegd pensioen? Tot welke leeftijd zal men in 2020, 2030, 2040 gemiddeld aan de slag moeten blijven. - Welk wordt het aandeel van de mensen die op 60, 61, 62, 63, 64 en 65 jaar met pensioen zullen kunnen gaan? Welke zijn de relaties met scholingsgraad en geslacht? - Hoeveel jaar zullen welke groepen personeelsleden langer moeten werken? - Wat zal de impact zijn van het optrekken van de loopbaanvoorwaarden voor vervroegd pensioen op de andere stelsels van de sociale zekerheid? (invaliditeit, arbeidsongevallen, beroepsziekten) - Wat zullen de gevolgen zijn van het optrekken van de wettelijke pensioenleeftijd? Hoeveel mensen zullen respectievelijk tot 65, 66 en 67 jaar aan de slag moeten blijven? Welke zijn de relaties met scholingsgraad en geslacht? De regering heeft tijdens de besprekingen in het comité A verklaard dat zij niet in staat is deze gegevens te verstrekken.

Doordat de regering geen inzicht biedt in de gevolgen van haar beleid kan ze ook niet motiveren waarom ze nu precies bepaalde parameters hanteert. Waarom 42 jaar op 63 en niet 42 jaar op 62 bijvoorbeeld? Waarom de pensioenleeftijd optrekken tot 67 en niet op 65 laten of op 66 brengen? Een onderbouwde motivering van de parameters ontbreekt volledig. Daarenboven schuift de regering geen enkele duidelijke doelstelling naar voor. Laat staan dat men kan inschatten of de maatregelen in verhouding zijn tot die doelstellingen, de juiste doelgroepen bereiken, enz. Luc Hamelinck Voorzitter FCSOD FCSOD groepeert de verschillende ACV centrales voor het overheidspersoneel, overheidsbedrijven en het onderwijs. Het gaat om: - ACV-Openbare Diensten - ACV-Transcom - COC Christelijke Onderwijscentrale - COV Christen Onderwijzersverbond - CSC-Enseignement