GEMEENTE VALKEN SWAARD

Vergelijkbare documenten
Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord

1 De coördinatie van de inzet

GRIP-teams en kernbezetting

B1 - Basisplan en hoofdprocessen Inleiding en leeswijzer

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht Commissie Bestuur en middelen

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK

Raads informatiebrief (Bestuurlijke pijler)

Functies en teams in de rampenbestrijding

GRIP Zeeland. Veiligheidsregio Zeeland. Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure. (afgeleid van het landelijke referentiekader GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure

Crisisorganisatie uitgelegd

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1

Crisis besluit vorming / GRIP

Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP) ZEELAND. (afgeleid van de uniforme landelijke GRIP)

GRIP en de flexibele toepassing ervan

Beschrijving Incident- en crisismanagementorganen Drenthe/Assen

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

GR Pop crisissituaties

Operationele Regeling VRU

B&W-Aanbiedingsformulier

Bijlage E: Observatievragen

GRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar

mei 2008 ERO VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn VGWM A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!

PLAN CRISISMANAGEMENT

Kaders voor de GRIP in Groningen, Friesland en Drenthe

1 Organisatiestructuur opschaling

Cluster Veluwe West Ermelo Harderwijk Nunspeet Putten

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2500 AE DEN HAAG

Vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland op 28 juni 2005.

Uniforme fasering Waterbeheerders Advies Commissie Crisisbeheersing Versie 9 10 januari 2012

GR Pop crisissituaties

Montfoort. Nieuwegein. IJsselstein. Utrecht. Gemeentesecretaris Veenendaal Abcoude. Bunnik. Rhenen. De Bilt. Loenen. Maarssen Lopik.

Regionaal Crisisplan Haaglanden

Operationele Regeling VRU

DOEN WAAR JE GOED IN BENT. De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen

Nieuwegein. IJsselstein. Utrecht. Montfoort. Veenendaal Abcoude. Bunnik. Rhenen. De Bilt. Loenen. Maarssen Lopik. Baarn. Bunschoten Soest.

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

AGENDAPUNT VOOR HET AB

Pastorale zorg bij rampen

Regionaal Crisisplan. Veiligheidsregio Haaglanden

RAMPENPLAN 2007 Gemeente Oirschot. Datum: 27 juni 2007

GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

GRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord

VRHM REGIONAAL CRISISPLAN

Regionaal Crisisplan. Deel 1

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

Aan Regiegroep Aan Veiligheidsdirectie Goedkeuring Dagelijks bestuur Vaststelling Algemeen Bestuur

Toelichting Rampenplan

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november de crisis samen de baas

GRIP 1 Stadhuis Den Helder 28 september 2016, gemeente Den Helder

Zeeuwse GRIP 2011 Gecoördineerde Regionale IncidentenbestrijdingsProcedure Veiligheidsregio Zeeland

Rampenplan van de gemeente Deel I Organisatie voor de bestrijding van rampen en zware ongevallen

Regionaal Crisisplan Haaglanden. Regionaal

Procedure + Standaard berichten NL - ALERT

GRIP 1, XTC-laboratorium.

LEIDRAAD EVACUATIE ZORGINSTELLINGEN

Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Limburg-Noord

Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s

Crisismanagement Groningen. Basismodule

GRIP regeling VRMWB. Grip-regeling

Regionaal crisisplan Regio Zuidoost-Brabant. Deel 2: Deelplan Bevolkingszorg

GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland

VADEMECUM CRISISBEHEERSING BURGEMEESTER

No Comment! Crisiscommunicatie in een dynamisch communicatielandschap

Deel B1 - Basisplan. Dit deel behandelt de volgende onderwerpen:

GRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar

Pastorale zorg bij rampen

Evaluatie van het incident op 4 april 2007 WIT STOF

Rampenplan Vastgesteld door het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe d.d. 11 augustus 2009

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen

Regionaal Crisisplan Haaglanden. Vastgesteld 30 januari 2019

Programma. Even voorstellen. Beeldvorming. De Calamiteiten coördinator VRGZ

GRIP 2, brand bedrijfsverzamelgebouw 10 maart 2016, gemeente Medemblik

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Ontruimen en evacueren Deelproces 5. Organisatorisch deel

MELDING EN ALARMERING

Beschrijving GRIP 0 t/m 4

REGIONAAL CRISISPLAN FRYSLÂN

Bijstand bij het zoeken en redden van slachtoffers, USAR.NL

Versiebeheer Documenteigenaar. Veiligheidsbureau Vastgesteld door. Algemeen Bestuur Datum vaststelling 21 december 2011 Geplande evaluatiedatum

Lokale eenheden. Lokale eenheden. burenhulp. 100 centrale. OVD opschaling. Gouverneur

Op grond van de waarnemen en getoetst aan het toetsingskader van de Inspectie Veiligheid en Justitie wordt het volgende geconcludeerd:

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen

December Deelproces Verslaglegging en archivering

Het doel van deze notitie is een inleiding op de discussie over de doorontwikkeling van de crisisorganisatie in het Algemeen Bestuur van 3 juli.

Over dit document 4. Hoofdstuk 1 6 Aanleiding 6 Relatie met andere plannen 6 Uitgangspunten en prestatie-eisen 6 Monitoren en evalueren 7

Versie nummer datum Opmerking november 2011 Vastgesteld door Algemeen Bestuur november 2012 Vastgesteld door Algemeen Bestuur

Samenvatting wetsvoorstel Veiligheidsregio s

Regionaal crisisplan. Regionaal crisisplan Gelderland-Zuid 1

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Geestelijke zorg Deelproces 24b

Transcriptie:

GEMEENTE VALKEN SWAARD Postbus 10100 aan de leden van de raad van de gemeente Valkenswaard (040) 208 34 44 (040) 204 58 90 Kenmerk: Onderwerp: Behandeld door. Bijlage: Datum: 10uit07530 brand 21 juli 2010 R. Thiels, telefoonnummer: 040-2083622 2 09-11-2010 gemeente@valkenswaard.nl www. va Ikenswaard,n I Geacht raadslid, In mijn brief van 22 juli 2010 heb ik u op hoofdlijnen geïnformeerd over de zeer grote brand aan De Vest op 21 juli 2010. Tijdens de bijeenkomst op het politiebureau d.d. 22 juli 2010, die in het teken stond van het kennismaken met politie en justitie, heb ik een en ander toegelicht en enkele vragen van u beantwoord. Tevens heb ik meegedeeld dat ik op een separaat moment formeel verantwoording zou afleggen over de besluiten die tijdens de brand zijn genomen. Via deze weg leg ik op basis van de Gemeentewet artikel 180 lid 1 mijn verantwoording af over de beslissingen die in het kader van mijn opperbevel tijdens de brand zijn genomen. Het betreft dan in principe alle besluiten die in het Gemeentelijk Beleidsteam (GBT) op 21 juli 2010 zijn genomen. Deze besluiten zijn ten behoeve van de leesbaarheid in de bijlage in een tijdslijn weergeven en toegelicht. Voorafgaand aan het GBT ben ik nog ter plaatse geweest, na geïnformeerd te zijn over een grote brand op het industrieterrein. Pas nadat ik ter plaatse was, is door de operationeel leider geadviseerd naar GRIP 3 te gaan en is het GBT opgestart en ben ik retour gemeentehuis gegaan.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, de burgemeester van _yalkenswaard, -^r Drs. A.B.A.M. Ederveen Bijlagen: - besluiten(tijdslijn) GBT - informatie GRIP-structuur

Overzicht bestuurlijke besluiten (loco)burgemeester in het Gemeentelijk Beleidsteam tijdens opperbevel zeer grote brand De Vest 21 juli 2010 Omstreeks 10:30 uur Zeer grote brand Timco Plastics De Vest Valkenswaard. Grote pluim met zwarte rook. Brandweer is met veel materiaal uitgerukt. Politie heeft gebied afgezet. Advies van Operationeel Leider (OL) aan meldkamer, die zich daarvóór heeft laten adviseren door de Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) is om, gelet op het feit dat het gaat om plastics, geen risico te nemen en omwonenden door de WAS-paal te adviseren om ramen en deuren te sluiten. Besluiten: Omroep Brabant uitroepen als rampenzender in te schakelen» GRIP3af te kondigen Toelichting Door het afgaan van de WAS-paal is automatisch door het Operationeel Team (OT) opgeschaald naar GRIP 3. Het GBT heeft dit vervolgens in haar vergadering bekrachtigd. Omstreeks 11:01 Grote pluim met zwarte rook gaat richting Heez-Leende. Burgemeester A. Ederveen heeft in het kader van de opschaling overleg gehad met collega burgemeester P. Verhoeven van Heeze-Leende. In dit overleg is afgesproken dat zolang er geen gevaarlijke stoffen gemeten worden niet wordt opgeschaald. Aangezien er nog geen sprake is van gevaarlijke stoffen in de rook, is er geen aanleiding om op te schalen naar GRIP 4. Handhaven GRIP3. Omstreeks 11:09 Situatie onveranderd. Is het nodig om de officier van justitie (OvJ) uit te nodigen in het GBT? In het telefonisch overleg met de bgm en de OvJ geeft deze aan dat het nu niet noodzakelijk is om zich te voegen in het GBT. Officier van Justitie sluit pas aan bij het beleidsteam zodra dat noodzakelijk is. Omstreeks 11:25 Er is onrust bij bewoners in en nabij het brongebied. Burgemeester wil graag bij de rampplek zijn om aldaar zijn burgervaderlijke rol te vervullen. Locoburgemeester is geoefend en sinds de start van het GBT ook al aanwezig.

Burgemeester besluit, ha het GBT gehoord te hebben, het voorzitterschap Gemeentelijk Beleidsteam over te dragen aan loco-burgemeester E. Buiter, zodra de situatie dat toelaat. Omstreeks 11:30 De metingen geven vooralsnog niet aan dat er sprake is van gevaarlijke stoffen in de rook. Zolang er geen gevaarlijke stoffen in het effectgebied buiten de gemeentegrens neerslaan, is er geen reden om op te schalen naar GRIP 4. «GRIP3 handhaven. Omstreeks 11:48 De Commissaris der Koningin (CdK) moet bij grote calamiteiten in de Provincie gealarmeerd worden, zodat deze in de gelegenheid kan worden gesteld om zo nodig aanwijzingen te geven. Advies om de CdK in kennis te stellen. Burgemeester besluit CdK (Commissaris der Koningin) te informeren. Omstreeks 11:53 Er is veel aanloop ter plaatse. Operationeel Leider adviseert de burgemeester om het brongebied geheel te ontruimen. Brongebied ontruimen. Omstreeks 12:16 De resultaten van de metingen in het brongebied zijn nog niet bekend. Er is veel belangstelling vanuit de lokale, regionale en landelijke pers. Gezien de situatie is het zinvol om de pers goed voor te lichten. Het advies is om een persverklaring op te stellen. GRIP3 handhaven. Persverklaring door communicatie laten voorbereiden Omstreeks 12:55 Massale belangstelling van de pers. Uit de meest recente meteo-gegevens blijkt dat de windrichting gunstig t.o.v. België staat. Er is nog geen uitsluitsel over de meetresultaten. Gezien de massale belangstelling van de pers is het advies om een persbijeenkomst te beleggen waarbij de persverklaring wordt voorgelezen en overhandigd.

Het is in verband met de gunstige windrichting niet noodzakelijk om contact op te nemen met de Belgische grensgemeenten. e voorbereidingen persbijeenkomst " voorwaarschuwing België niet noodzakelijk in verband met windrichting (weer) «handhaven GRIP 3 Omstreeks 13:00 In sporthal De Belleman worden evacués uit het brongebied opgevangen. Burgemeester wil naar de opvanglocatie om de inwoners gerust te stellen. Er staat pers bij De Belleman. In verband met het ontruimen van het brongebied is een noodverordening of-bevel wellicht wenselijk. Het OT adviseert een noodbevel- verordening voor te bereiden. Vanwege de privacy van de evacués, is het niet gewenst dat pers in de Belleman komt. Beleggen persbijeenkomst om 13:30 Burgemeester bezoekt opvangcentrum De Belleman na persbijeenkomst Pers buiten Belleman houden Op verzoek van het OT wordt zowel een noodbevel als noodverordening voorbereid. Hierna verlaat de burgemeester het GBT en wordt loco-burgemeester E. Buiter voorzitter. Omstreeks 14:00 De kermis is in volle gang. Wellicht dat deze, indien de wind draait, ontruimt moet worden. De windrichting is gunstig. Ontruimen van de kermis veroorzaakt veel onrust. Dit dient zo lang als mogelijk voorkomen te worden. kermis door te laten gaan. Omstreeks 15:07 Brand is onder controle. Mensen willen terug naar hun woning. OL adviseert de rampenzender Omroep Brabant te beëindigen. Aangesloten wordt bij het advies van de OL om de rampenzender te beëindigen. Er is voor het GBT onvoldoende zicht op de situatie om te besluiten dat mensen terug kunnen naar hun woning. Beëindigen van de rampenzender Omroep Brabant.» Het besluit of en wanneer de mensen terug kunnen naar hun woning wordt neergelegd bij de Leider COPI. Omstreeks 15:28 Het Adviesteam is ontbonden. Er zijn vooralsnog geen gevaarlijke stoffen gemeten. De brand is brandmeester.

Geen reden om GRIP 3 te handhaven aangezien de brand onder controle is en er geen gevaarlijke stoffen zijn gemeten. Mensen kunnen terug naar de woning zodra het gebeid veilig is. Processen zoals Opvang en Verzorging lopen gewoon door in het Gemeentelijk Actiecentrum (GAC). Contacten met OT lopen via GAC. Afschalen naar GRIP 2. Besluit communiceren: vooralsnog geen gevaarlijke stoffen, terug naar woning zodra gebied veilig is en bij schade moeten mensen dit via hun eigen verzekeraar melden. Verantwoordelijkheid voor de grootte brongebied ligt bij COPI; COPI moet gemeente informeren over grootte gebied.

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure Een Gecoördineerde Regionale Incidentbestrij dings Procedure (GRIP) is in Nederland een landelijke afspraak over de opschaling van incident- en rampenbestrijding voor professionele hulpverleners als de brandweer, politie en Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (waaronder ambulancediensten). De procedures regelen opschaling op operationeel niveau op de plaats van het incident en daarnaast op bestuurlijk niveau van gemeente tot waar nodig zelfs landelijk. Fasen Naast de dagelijkse routine zijn er vier GRIP-fasen, namelijk GRIP 1 tot/met GRIP 4. De GRIP-fasen zijn: :; Ease3 Reikwijdte van het incident GRIP1 Bronbestrijding. Incident van beperkte afmetingen. Afstemming tussen de verschillende disciplines nodig. GRIP 2 Bron- en effectbestrijding. Incident met duidelijke uitstraling naar de omgeving. GRIP 3 Bedreiging van het welzijn van (grote groepen van) de bevolking binnen één gemeente. GRIP 4 gemeenten, of regio- of provincieoverschrijdend (of nabij grens tussen regios) en dreiging van uitbreiding. Mogelijk schaarste. GRIP1 Er is gezien de aard van het ongeval coördinatie tussen de verschillende hulpdiensten nodig. Ter plaatse wordt een Commando Plaats Incident (COPI) samengesteld uit de operationeel leidinggevenden (Officieren van Dienst) van de verschillende hulpdiensten. Er is nog geen sprake van eenhoofdige leiding. De burgemeester van de gemeente waar het incident is ontstaan wordt afhankelijk van de plaatselijke afspraken gewaarschuwd naast de Regionaal Commandant van de brandweer, de Regionaal Geneeskundig Functionaris (RGF) en de Districtschef van de politie. GRIP 2 Doordat het ongeval een effect heeft op het gebied om het incident heen is verdere opschalmg nodig. Er wordt een Operationeel Team (OT) ingesteld waarbij de Operationele Leider van

één van de aanwezige hulpdiensten de leiding neemt over alle aanwezige disciplines; dat kan de Hoofd Officier/Commandant van Dienst van de brandweer, Commandant van Dienst van de politie of Commandant van Dienst van de GHOR zijn. Tegenwoordig is de Operationele Leider(OL) ontkleurd, dat wil zeggen dat hij/zij niet namens een dienst optreedt maar als multidisciplinair leider. Het kan dus voorkomen dat tijdens een grote brand de politie de OL levert, of bij een ordeverstoring kan de OL van GHOR komen. De kernstaf van het Regionaal Operationeel Team (ROT) komt bijeen (dit team bestaat uit functionarissen van de verschillende hulpdiensten) die de inzet van hun diensten op afstand leiden. Als dit nog niet gebeurd was wordt de burgemeester van de getroffen gemeente gealarmeerd; deze zal de kernstaf het Gemeentelijk Beleidsteam (GBT) laten alarmeren om hem bij te staan. GRIP 3 Niet alleen de directe omgeving wordt beïnvloed door de ramp (men spreekt nu eerder van een ramp dan van een incident), maar een groter gebied ondervindt de gevolgen, bijvoorbeeld een (deel van een) gemeente. Het CoPI wordt ter plaatse ingesteld als dat nog niet het geval was, het CoPI werd in het verleden ook wel CoRT (Commando Rampterrein) genoemd. Het Regionaal Operationeel Team komt in volle bezetting bij elkaar om op afstand de bestrijding te coördineren in overleg met het Commando Plaats Incident. De burgemeester van de getroffen gemeente komt bijeen met het volledige Gemeentelijk Beleidsteam om op bestuurlijk niveau sturing te geven aan de bestrijding van de gevolgen van de ramp. De binnen de Veiligheidsregio aangewezen burgemeester wordt gealarmeerd en wordt Coördinerend Bestuurder. Deze laat zich ondersteunen door een Regionaal Beleids Team (RBT) met daarin functionarissen van de verschillende hulpdiensten. De Commissaris van de Koningin (CdK) van de betreffende provincie wordt geïnformeerd. Hij informeert de Minister van Binnenlandse Zaken. Als er zaken door de gemeente geregeld moeten worden, zoals opvang of registratie dan wordt het Gemeentelijk Rampenmanagementteam of GRMT bijeen geroepen. GRIP 3 betekent niet bij voorbaat dat er sprake is van een ramp. Bij een dreiging van een ramp kan GPJP 3 uit voorzorg afgekondigd worden om de commandostructuur in te richten. Het is ook niet zo dat een ongeval op een gemeentegrens direct GRIP 3 betekent; het effectgebied van een ongeval betreft alleen de ongevalslocatie dus er is meestal geen noodzaak voor bijvoorbeeld een Gemeentelijk Beleidsteam. Als er gevaarlijke stoffen vrijkomen bij het ongeval kan dit wel opschaling betekenen. GRIP 4 Het effectgebied van de ramp of bijvoorbeeld schaarste (stroomstoring, uitvallen waterleidingnet etc) overstijgt de grenzen van de gemeente of zelfs de veiligheidsregio of provincie. Het CoPI wordt ingericht en het Regionaal Operationeel Team komt samen als dat nog niet het geval was. Een Regionaal Beleids Team (RBT) met daarin functionarissen van de verschillende hulpdiensten ondersteunt de Coördinerend Bestuurder. Als dit nog niet gebeurd was wordt de Commissaris van de Koningin gealarmeerd die een Provinciaal Coördinatie Centrum (PCC) zal inrichten. Een Provinciaal Coördinatie Centrum bestaat uit ambtenaren betrokken bij rampenbestrijding en adviseert de Commissaris. Als een GRIP-4 situatie de provinciegrenzen niet overschrijdt dan heeft de CdK de coördinerende rol. De Minister van Binnenlandse Zaken wordt ook geïnformeerd over de ramp als dat nog niet gebeurd was, hij krijgt de coördinatie als de ramp provinciegrenzen overschrijdt. Het Nationaal CrisisCentrum (NCC) komt bij elkaar; dit bestaat uit ambtenaren belast met rampenbestrijding en regelt de

coördinatie van de bestrijding tussen verschillende ministeries. Betrokken ministeries kunnen Departementale Coördinatie Centra (DCC) opzetten. Overigens betekent, net als bij GRIP 3, deze opschaling niet dat er (al) sprake is van een ramp. Ook bij een dreigend incident, zoals een overstroming, kan GRIP 4 afgekondigd worden. Opschaling De procedure is ingericht om bij het bestrijden van ongevallen en rampen de juiste hulpverleners en functionarissen op het juiste moment in te schakelen. Tijdens de dagelijkse werkzaamheden geldt voor alle hulpverleners de O-fase; oftewel er is geen centraal gecoördineerde incidentbestrij ding nodig en de werkzaamheden behoren tot de dagelijkse routine. Zodra één van de bij de bestrijding betrokken hulpdiensten (brandweer, GHOR/GGD, politie) daar behoefte aan heeft, kan deze een GRIP-fase afkondigen(zodra 1 van de hulpdiensten GRIP-fase afkondigd moeten de andere diensten volgen, het kan niet voorkomen dat b.v de politie een GRIP-fase 2 zit en de GHOR in GRIP-fase 1). In de meeste gevallen zal dit GRIP-fase 1 zijn. Wanneer het voor de bestrijding van het incident nodig is dat er éénhoofdige leiding is wordt GRIP 2 afgekondigd. Bij het activeren van de sirenes van het Waarschuwingsstelsel om de bevolking te alarmeren is in principe altijd sprake van minimaal GRIP-fase 3 omdat ook de gemeente hierbij nodig is in verband met communicatie en andere activiteiten. De opschaling hoeft niet chronologisch te verlopen. Het kan voorkomen dat bij het ontvangen van een melding direct duidelijk is dat er eenhoofdige leiding nodig is waardoor direct GRIPfase 2 (of hoger) van kracht wordt. Bij een terreuraanslag zal waarschijnlijk direct GRIP-fase 4 afgekondigd worden. Afschaling Wanneer de bestrijding van de ramp effectief is zal steeds minder aansturing nodig zijn om de effecten te beheersen; hierom zal op een gegeven moment afgeschaald worden naar een lagere GRIP-fase. Voorbeeld is bijvoorbeeld het nablussen van een grote brand; hiervoor is het niet nodig dat het Gemeentelijk Beleidsteam in functie is, terwijl zij wel een rol hebben kunnen gehad in het evacueren van direct omwonenden tijdens de brand zelf. Ook voor de afschaling geldt dat deze niet chronologisch hoeft te verlopen. De afschaling wordt bepaald door de hoogste leidinggevende in de GRIP-structuur. Bron: Wikipedia