Telecommunicatie Situering van het OPO binnen de opleiding Voorkennis: Fysica Kennis nodig voor: EMC (master elektronica) Niveau: verdiepend Diplomavoorwaarde: master Opleidingsfase: vierde fase (master) Werkvorm: college Nagestreefde competenties Kennis en inzicht MK1 Wetenschappelijk-disciplinaire kennis en inzicht bezitten Ingenieursvaardigheden (I) MI1 MI2 Problemen analyseren en oplossen Ontwerpen en/of ontwikkelen Generieke vaardigheden (G) MG1 Informatie verwerven en verwerken MG2 Communiceren met vakgenoten en niet-vakgenoten MG3 Kritisch reflecteren Nagestreefde leerresultaten 1. Gevorderde toepassingsgerichte kennis, inzicht en vaardigheden hebben in het specialisme met aandacht voor de actuele ontwikkelingen van de technologie en techniek (zie voor de concrete invulling de aanvullende leerresultaten per specialisme). 2. Gevorderd, toepassingsgericht inzicht hebben in geavanceerde theorieën en - methodes voor het schematiseren en modelleren van processen of systemen en aanwending ervan bij het oplossen van problemen binnen het specialisme. 3. Schriftelijk en mondeling communiceren over het eigen vakgebied in de opleidingstaal en de voor het specialisme relevante taal of talen. 4. Over het vakgebied talig en grafisch communiceren en presenteren aan vakgenoten en aan leken.
Nagestreefde domeinspecifieke competenties/leerresultaten 1. De student kent de verschillende modulatievormen en hun kenmerken: a. AM: modulatie, vermogen, spectrum, b. SSB i. Waarom? Spectrum? ii. Hoe? 1. Onderdrukken van de draaggolf (mixer) 2. Filter, Phase shift iii. Carrier reinsertion, vestigial sideband c. FM en PM: i. Spectrum ii. Golfvormen iii. Ruis (in vergelijking met AM) iv. Generatie van FM v. Stereo FM 2. De student kent de principes van een superheterodyne radio ontvanger voor AM én FM. 3. De student kent de principes van transmissielijnen: impedantie, staande golven,.. 4. De student kan een transmissielijn aanpassen aan de belasting m.b.v. een stub en/of een kwartgolflengte impedantietransformator. 5. De student kent de principes van de omgevingseffecten: a. Polarisatie b. Vermogen i.f.v. de afstand tot de antenne c. Absorptie in de omgeving d. Reflectie e. Refractie f. Interferentie, lobben g. Diffractie 6. De student kent de voortplanting van radiogolven i.f.v. de frequentie: a. Grondgolven b. Gevolgen van ionosfeer, kritische frequentie, MUF, variaties, c. Line of sight propagatie, satellieten 7. De student kent de principes van antennes en de kenmerken van de belangrijkste antennetypes: a. Frequentie i.f.v. lengte, stroom- en spanningsdistributie b. Antenneversterking c. Invloed van de aarde, grondscherm, aansluitpunt d. /2 dipool en folded dipool, end-fire array, broadside array, Yagi-Uda antenne, log-periodische antenne e. Niet resonante antennes, Rhombic f. Paraboolantennes, hoornantennes g. Lensantennes h. Helische antennes i. Discone antenne 8. De student kent de principes van golfgeleiders en de toebehoren ervan: a. Kritische golflengte en frequentie, verband met afmetingen b. Koppelstukken, draaiende koppeling (vb. voor radarantennes), Magic T, rat race c. Opwekken van het signaal in de golfgeleider of door de wand ervan
d. Aanpassen van impedanties met vb. een iris, schroeven e. Absorptie van vermogen met vb. een flap, resistieve belasting, beweegbare plaat f. Isolatoren, circulatoren (gebruik van ferrieten) g. Directionele koppelaar h. Schakelaars 9. De student kent de principes van primaire en secundaire radar: a. Vermogen i.f.v. de afstand b. Gepulseerde radar c. Detectie van bewegende voorwerpen d. Hoogtemeting e. Secundaire radar: vragen, SLS, GTC 10. De student kent de principes van DAB of DVB: a. Musicam b. OFDM c. Synchronisatie 11. Glasvezels: welk licht gebruiken, soorten glasvezels, installatie EVC kandidaten lezen 'de student' als 'de EVC kandidaat'. Implementatie van competenties en leerresultaten De competenties worden nagestreefd doorheen de leerstof: aanpassing van lange lijnen, werking antennes, golfgeleiders, radar,. Er is veel aandacht aan het wetenschappelijk begrijpen van de werking, het waarom. Dit moet de student in staat stellen verdere ontwikkelingen in het vakgebied te volgen. De student verwerkt daarna de verworven kennis en inzichten voor de toetsing (communicatie van het geleerde). Alhoewel een eigen Nederlandstalige cursus wordt gebruikt, leert de student toch vooral de gangbare Engelstalige vakterminologie. De Nederlandstalige cursus is een verwerking van een Engelstalig boek. Studiemateriaal Cursus: - Telecommunicatie Naslagwerk (basis van de cursus): Electronic Communications Systems Kennedy en Davis ISBN: 0-07-112672-4
Evaluatie Evaluatievorm: tijdens de examenperiode: mondeling examen Gebruik van leermateriaal tijdens het examen: gesloten boek, rekenmachine Vraagvorm: open vragen Vanzelfsprekend is de volledige leerinhoud te kennen voor het examen. De examenvorm is mondeling met schriftelijke voorbereiding. Tracht zoveel mogelijk je antwoord schriftelijk te formuleren. Met het examen kan de student aantonen dat hij informatie, ideeën, problemen en oplossingen kan communiceren met de docent (als specialist) in de terminologie van het vakgebied (vb. Engelstalige vaktermen,...). Het examen is een klein wetenschappelijk rapport. De antwoorden moeten dus logisch worden opgebouwd en met orde geformuleerd zodat de student aantoont dat hij/zij op een wetenschappelijke wijze zelfstandig kan denken, redeneren en handelen (ontwerpen), een gevorderd begrip heeft van de kennis in het vakgebied en de actuele ontwikkelingen erin kan volgen. Er wordt de nodige aandacht besteed aan niet-talige communicatie: men kan veel beter antwoorden met een figuur (schakeling, blokschema, principeschema,...) en enkele begeleidende zinnen. Er moet eveneens de nodige aandacht worden besteed aan het zoveel mogelijk voorkomen van taal- en spelfouten. Een voorbeeldexamen en een volledig uitgewerkt voorbeeld van de aanpassing van een transmissielijn is ter beschikking. Op het examen wordt in een oefening nagegaan in welke mate de student de verworven kennis kan toepassen om een praktisch probleem over de aanpassing van een transmissielijn door middel van een combinatie van een stub en/of kwartgolflengte impedantietransformator op te lossen. Deze oefening staat op 1/4 de van de evaluatie. (Duurzaam innoveren: (her-)ontwerpen, ontwikkelen of optimaliseren van producten, processen of systemen.) Volgende onderwerpen verdienen verder speciale aandacht: AM: spectrum, vermogen SSB: spectrum, generatie FM: spectrum, ruis, stereo Superheterodyne radio ontvanger voor AM en FM Transmissielijncomponenten Voortplanting (propagatie) van golven Antennes: /2 dipool, stralingspatronen, invloed aarde, antenneversterking, aansluitpunt, Dipool array, Folded dipool antenne, Rhombic antenne, UHF en microwave antennes, De paraboolantenne, Hoornantennes, Lensantennes, Helical antenne, Discone antenne, Log-periodische antenne, Loop-antenne Werking golfgeleiders, bandbreedte rechthoekige golfgeleider, koppelstukken, isolatoren, directionele koppelaar Werking primaire radar, meetbereik, blokschema s CW (Doppler) radar
Werking secundaire radar, SLS, GTC DAB: Musicam, codering, COFDM, synchronisatie Glasvezels: welk licht gebruiken, soorten glasvezels, installatie Bij een EVC aanvraag worden andere evaluatievormen gebruikt.