Monitor kans op werk. - in regio s en beroepen - 1 e kwartaal 2011

Vergelijkbare documenten
Niet-werkende werkzoekenden

Monitor kans op werk. - in regio s en beroepen - 4 e kwartaal 2010

Februari 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gestegen Meer WW-uitkeringen

Monitor kans op werk - in regio s en beroepen - 3 e kwartaal 2010

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2014

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2014

Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald Minder WW-uitkeringen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2015

Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen iets afgenomen

Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren Meer dan een half miljoen niet-werkende werkzoekenden (NWW)

Nieuwsflits Arbeidsmarkt juni 2013

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald

Augustus 2012 Aantal WW-uitkeringen boven de Bijna werkzoekenden (NWW) meer dan in juli

November 2012 WW-uitkeringen bijna verdubbeld sinds begin crisis eind 2008 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) met ruim 30.

Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Aantal WW-uitkeringen in een jaar tijd met gestegen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. April 2013

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2015

Juli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. November 2015

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2015

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2014

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juni 2014

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Rapportage (N)WW 50plus. Augustus 2015

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2014

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. April 2015

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO DRECHTSTEDEN

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. April 2014

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2014

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Rapportage WW< 27 jaar. November 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2014

Aantal werkzoekenden, vacatures en WWuitkeringen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2015

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO DRECHTSTEDEN

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2015

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. November 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2015

Rapportage (N)WW< 25 jaar. Augustus 2013

Rapportage (N)WW< 27 jaar. Augustus 2015

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2017

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2015

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2015

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2015

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. November 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2016

Rapportage (N)WW 50plus. Juni 2015

Indicatieve verdeling garantiebanen naar regio s en sectoren

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. November 2016

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Aantal werkzoekenden daalt in augustus met 8.400

Rapportage WW 50plus. Januari 2016

Rapportage WW< 27 jaar. Juni 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2016

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. April 2016

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2017

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO WEST-BRABANT

Barometer Arbeidsmarkt Gelderland 2e kwartaal 2013

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2016

Transcriptie:

Monitor kans op werk - in regio s en beroepen - 1 e kwartaal 2011

Inhoudsopgave Samenvatting...3 1. Inleiding...5 2. Economische ontwikkelingen in vogelvlucht...6 3. Ontwikkelingen vacatures...8 3.1 Vacatures op internet...8 3.2 UWV-vacatures die langer dan 3 maanden openstaan (LOV)...10 4. Kans op werk...13 4.1. Kans op werk naar beroepklasse...13 4.2. Kans op werk naar regio...15 4.3. Kans op werk naar leeftijd en duur werkloosheid...21 Bijlage 1 Langdurig openstaande vraag...22 Bijlage 2 Uitstroom en stand...23 2

Samenvatting In welke beroepsgroep vind ik op dit moment een baan en in welke regio? De Monitor kans op werk geeft belangstellenden en vakdeskundigen antwoord op deze vragen door inzichtelijk te maken in welke beroepsgroepen en regio s de beste mogelijkheden zijn om een baan te vinden. De monitor heeft betrekking op het eerste kwartaal van 2011. In de afgelopen anderhalf jaar herstelde de economie zich, zij het traag. Dit economisch herstel is als eerste terug te zien in de groei van het aantal uitzenduren. Deelbranches als industrie en techniek lopen hierbij voorop. Ook is er sprake van een voorzichtige verbetering van het aantal ontstane vacatures. Sectoren met een groei in het aantal ontstane vacatures zijn industrie, openbaar bestuur, overige zakelijke dienstverlening en overige maatschappelijke dienstverlening. Veel minder vacatures werden ingediend door de landbouw en visserij en financiële instellingen. Er is een gestage toename geweest van de vacatures op internet eind 2010 en begin 2011. Een toename van 32% ten opzicht van het een jaar geleden. De grootste toename was er procentueel bij de technische en industrieberoepen en de transportberoepen. De grootste toename was er bij de arbeidsmarktregio s: Achterhoek, Rivierenland en Noord- en Midden-Limburg. Van de bij UWV Werkbedrijf aangemelde vacatures staat in het eerste kwartaal van 2011 26% langer dan 3 maanden open. Dit is een belangrijk gegeven, omdat het niet snel kunnen vervullen van vacatures wijst op mogelijkheden tot het geschikt maken van werkzoekenden. Het grootste aandeel langdurig openstaande vacatures komt voor rekening van de openbare ordeen veiligheidsberoepen en de medische en paramedische beroepen. Het aandeel van de langdurig openstaande vacatures is het hoogst bij de elementaire beroepen. Omdat daar geen bepaalde opleiding voor nodig is, zou men verwachten dat daar voldoende aanbod voor is. Blijkbaar spelen andere factoren een belangrijke rol zoals beloningsniveau en fysieke belasting. Veel langdurig openstaande vacatures zijn er te vinden in Noord-Holland en Utrecht. Dat kan wijzen op regionale discrepanties. Aanbod uit aangrenzende regio s met juist weinig openstaande vraag kan deze discrepanties helpen oplossen. De kans op werk (gebaseerd op het deel van werkzoekenden dat uit het bestand van het UWV WERKbedrijf stroomt) verschilt per beroep en ook regio. De uitstroom is het hoogst bij de agrarische beroepen, de medische en paramedische beroepen en de informatica beroepen. Minder hoog maar wel gunstig is de uitstroom voor de transportberoepen, de technische en industrieberoepen en de sociaal-culturele beroepen. Binnen de technische beroepen moet een voorbehoud worden gemaakt voor de productiemedewerker (de grootste subgroep binnen de techniek) die juist een zeer lage uitstroom heeft en daarmee het gemiddelde sterk naar beneden haalt. Duidelijk onder het gemiddelde is de uitstroom bij de verzorgende en dienstverlenende beroepen en de pedagogische beroepen. De beroepsklassen met zeer goede mogelijkheden tot het vinden van een baan zijn de informaticaberoepen, medische en paramedische beroepen en de agrarische beroepen. Meer concreet worden hiermee bedoeld: systeemanalysten, programmeurs, verplegenden, doktersassistenten en agrarische (hulp-)arbeiders. De uitstroom is het grootst in het zuiden van Nederland, Utrecht, Zuid- en Noord-Kennemerland en West Friesland, Holland-Rijnland en de Achterhoek. De laagste uitstroom is te vinden in Groningen, Zuid-Gelderland, Groot Amsterdam en Twente. De kans op werk neemt toe naarmate de niet-werkende werkzoekende jonger is. De kans op werk is voor jongeren (tot 27 jaar) zeer goed te noemen. De kans op werk voor de groep 27 tot 45-3

jarigen is over het algemeen ook zeer goed te noemen. Voor de 45-55 jarigen wordt de kans op werk als beperkt getypeerd. Voor de 55- tot 65-jarigen daalt de kans op werk nog verder en is daarmee zeer beperkt te noemen. Een vergelijkbaar patroon tekent zich af naar de duur van werkloosheid. Hoe korter de nietwerkende werkzoekende werkloos is, hoe beter de kans op werk. Tot één jaar werkloos is de kans op werk als zeer goed te bestempelen. Voor niet-werkende werkzoekenden met een werkloosheidsduur van één tot twee jaar daalt de kans op werk naar gemiddeld. Voor zeer langdurig werklozen (twee jaar of langer werkloos) wordt de kans op werk als zeer beperkt getypeerd. 4

1. Inleiding De behoefte aan arbeidsmarktinformatie is zeer divers, afhankelijk van het doel van de gebruiker. Daarom biedt UWV WERKbedrijf haar arbeidsmarktinformatie langs verschillende wegen en via verschillende producten aan. Eén daarvan is deze Monitor kans op werk. Doel Monitor kans op werk In welke beroepsgroep vind ik op dit moment een baan en waar? Beide vragen staan centraal in deze Monitor kans op werk in regio s en beroepen. UWV WERKbedrijf heeft als één van haar wettelijke taken de arbeidsmarkt transparant te maken. Door een optimale transparantie worden vacatures namelijk sneller opgevuld en wordt de werkloosheidsduur geminimaliseerd. Werkgevers willen geïnformeerd worden waar zij geschikt personeel kunnen vinden. Werkzoekenden willen weten waar mogelijkheden zijn om een baan te vinden. Deze Monitor helpt bij het inzichtelijk maken in welke beroepen er mogelijkheden zijn en welke regio s ruimte bieden voor arbeidsinpassing. De kans op werk is gebaseerd op het uitstroompercentage uit het bestand van het UWV WERKbedrijf. Deze monitor wordt goeddeels in kaartvorm gepresenteerd, zodat de regio s ten aanzien van de uitstroomkans per beroepsgroep onderling vergeleken kunnen worden. De Monitor kans op werk laat de kans op werk zien gebaseerd op de uitstroomkans- voor de verschillende beroepsklassen per arbeidsmarktregio. Dit wordt in kaartvorm gedaan, zodat de regio s met elkaar te vergelijken zijn. Doelgroep en frequentie Monitor kans op werk De Monitor kans op werk verschijnt één keer per kwartaal en is vooral bedoeld voor mensen die de regionale arbeidsmarkt als werkveld hebben. Denk hierbij onder andere aan: UWV WERKbedrijf, gemeenten, provincies en onderwijs. De Monitor is van belang voor degenen die op het niveau van management, bestuur en beleid met de arbeidsmarkt te maken hebben. Ook voor de werkcoaches kan deze Monitor als achtergrondinformatie handig zijn. Door de per 1 juli 2008 ingevoerde Wet Passende Arbeid Werkaanbod (PAWA) is de werkloze verplicht om binnen de door de wet gestelde grenzen een werkaanbod van ieder opleidingsniveau te accepteren. De monitor kan gebruikt worden om werklozen te wijzen op kansen en mogelijkheden op de (regionale) arbeidsmarkt. Inhoud Monitor In de Monitor komen, in de afzonderlijke hoofdstukken en onderdelen, de volgende onderwerpen aan de orde: Economische ontwikkelingen in vogelvlucht; Ontwikkeling vacatures; Kans op werk naar beroepsklasse; Kans op werk naar regio; Kans op werk naar leeftijd en duur werkloosheid. Meer informatie De Monitor kans op werk biedt inzicht in de mogelijkheden in regio en beroep(sgroep). Verdere informatie over de arbeidsmarkt treft u aan op www.werk.nl onder het tabblad UWV WERKbedrijf en de rubriek arbeidsmarkt. 5

2. Economische ontwikkelingen in vogelvlucht De economie herstelde zich, zij het traag, in de afgelopen anderhalf jaar. Dit economisch herstel is als eerste terug te zien in groei van het aantal uitzenduren. Het vierde kwartaal van 2010 laat evenals de twee voorgaande kwartalen een groei van het aantal uitzenduren zien. Deelbranches als industrie en techniek lopen hierbij voorop. Ook is er sprake van een voorzichtige verbetering van het aantal ontstane vacatures. Sectoren met een groei in het aantal ontstane vacatures zijn: industrie, openbaar bestuur, overige zakelijke dienstverlening en overige maatschappelijke dienstverlening. Veel minder vacatures werden ingediend door de landbouw en visserij en financiële instellingen. Er was sprake van een forse vermindering van het aantal door UWV verleende ontslagvergunningen. Tot slot registreerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) het afgelopen jaar minder faillissementen bij vennootschappen en eenmanszaken. Wat betekenen deze ontwikkelingen voor vraag en aanbod op de arbeidsmarkt? De vraag op de arbeidsmarkt (vacatures) volgt de ontwikkelingen in de economie met enige vertraging. Na drie kwartalen van economische groei (kwartaal-op-kwartaal), neemt de vraag op de arbeidsmarkt ook toe. In het vierde kwartaal van het afgelopen jaar zette de groei van de werkgelegenheid zich voort. Bovendien was voor het eerst in zes kwartalen de werkgelegenheid hoger dan een geheel jaar eerder. Kortom, de werkgelegenheid lijkt zich weer te herstellen. Het aanbod op de arbeidsmarkt (beroepsbevolking) vertoonde in 2010 een wisselend beeld. In de eerste maanden van 2010 was de omvang van de beroepsbevolking lager dan een geheel jaar eerder. Aan het eind van dat jaar lag de beroepsbevolking hoger dan een vol jaar eerder. Dit is een indicatie dat mensen weer kansen zien op werk en weer toetreden tot de arbeidsmarkt. Het aantal niet-werkende werkzoekenden wordt bepaald door ontwikkelingen in arbeidsvraag en - aanbod. Meer vraag naar arbeid vermindert het aantal niet-werkende werkzoekenden en een groter arbeidsaanbod verhoogt het aantal niet-werkende werkzoekenden. Vanaf maart vorig jaar daalde het aantal niet-werkende werkzoekenden. Aan het eind van het jaar nam het aantal weer toe. Over geheel 2010 nam het aantal niet-werkende werkzoekenden af. Eenzelfde ontwikkeling is te zien bij het aantal WW-uitkeringen wegens ontslagwerkloosheid. Wat zijn de verwachtingen voor economische ontwikkeling in 2011? Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verwacht dat consumenten en werkgevers meer vertrouwen krijgen in de economische ontwikkelingen. Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht voor 2011 een economische groei van 2%. Voor 2012 wordt een groei van 1,75% verwacht. De Conjunctuurenquête Nederland (COEN) 1 vraagt werkgevers naar de ontwikkeling van de personeelsomvang. In het eerste kwartaal geven meer werkgevers een stijging aan dan een daling (het verschil bedraagt 1,7%). Voor het volgende kwartaal verwachten meer werkgevers een daling dan een stijging (het verschil bedraagt 2,9%). Dit cijfer is een indicatie gebaseerd op een enquête. Bovendien hoeft een meerderheid van de werkgevers die een groei of krimp van de werkgelegenheid verwacht, niet persé samen te gaan met de groeiende of afnemende werkgelegenheidsontwikkeling. Onderzoeksbureau EIM maakt in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken periodiek een prognose van de werkgelegenheidsontwikkeling. De meest actuele EIM-prognose gaat uit van een groei van het aantal banen in 2011 met 0,7%. Daarmee is de groei van de werkgelegenheid vergelijkbaar met de CPB-prognose. Niet voor alle sectoren wordt een toename van de werkgelegenheid wordt verwacht. Uitzonderingen zijn de industrie, bouw, vervoer, financiële diensten en de overheid. De beroepsbevolking wordt beïnvloed door twee belangrijke ontwikkelingen. Enerzijds krimpt in 2011 de bevolking die het arbeidspotentieel vormt (15-64 jaar), anderzijds wordt een groei van de arbeidsparticipatie verwacht. Per saldo wordt door het CPB een lichte groei van de beroepsbevolking voorzien (+0,5%). 1 COEN is een samenwerkingsverband tussen CBS, de Kamer van Koophandel, EIM, MKB-Nederland en VNO- NCW. 6

Meer werkgelegenheid en een (kleinere) groei van de beroepsbevolking, leidt per saldo tot een lichte daling van de werkloosheid. UWV verwacht daarom dat het aantal werklooheidsuitkeringen in 2011 zal dalen. Samenvattend kan het totaalbeeld van deze indicatoren worden gezien als een aarzelend herstel. Verwachting UWV WERKbedrijf voor 2011 UWV WERKbedrijf verwacht voor 2011 een verdere daling van het aantal niet-werkende werkzoekenden. Dit komt met name door een herstel van de werkgelegenheid en een aantrekkende vacaturemarkt. Het herstel geldt voor vrijwel alle sectoren, met uitzondering van de overheid en de financiële sector. Voor de sector bouw wordt een moeilijk jaar verwacht. Verder worden er vooral meer banen verwacht in de sectoren zorg en welzijn, horeca, handel en in de zakelijke dienstverlening. Verwacht wordt dat de uitstroompercentages in 2011 hoger liggen dan in andere sectoren. 7

3. Ontwikkelingen vacatures 3.1 Vacatures op internet Van het eerste kwartaal van 2010 tot en met het eerste kwartaal van 2011 heeft UWV WERKbedrijf gegevens beschikbaar over alle op het internet gepubliceerde vacatures. 2 Afbeelding 1 Ontwikkeling nieuwe vacatures op internet 160.000 150.000 140.000 130.000 120.000 110.000 100.000 90.000 80.000 2010-1 2010-2 2010-3 2010-4 2011-1 Bron: De Vacaturemeter/ Jobfeed Bovenstaande afbeelding laat zien dat in de eerste drie kwartalen van 2010 sprake was van een stabilisatie van het aantal nieuwe vacatures. In het 4 e kwartaal treedt een sterke stijging op, die zich voortzet in het 1 e kwartaal van 2011. Het aantal nieuw ontstane online-vacatures ligt in het eerste kwartaal op bijna 150.000 (tegenover 130.000 vorig kwartaal). Ten opzichte van het vierde kwartaal van 2010 is de toename ruim 15%. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2010 is de toename bijna 32%. Een mogelijke reden waarom het aantal ontstane vacatures pas de laatste twee kwartalen toegenomen is, terwijl de economie alweer ruim een jaar groeit, kan de labour-hoarding tijdens de crisis zijn. Omdat werkgevers hun personeel hebben aangehouden ten tijde van de crisis, is er binnen bedrijven een arbeidsreserve ontstaan. Bij de groei aan het begin van het jaar, kon de toenemende vraag grotendeels worden opgevangen door het aanspreken van deze arbeidsreserves, waardoor het aantal vacatures nauwelijks toenam. Het lijkt erop dat deze reserves nu niet groot genoeg meer zijn en dat bedrijven voorzichtig beginnen met het aantrekken van nieuw personeel. De groei is nog beperkt, het niveau van vóór de recessie is nog niet bereikt. 2 De gegevens zijn ontleend aan De Vacaturemeter/Jobfeed. 8

Beroepsklassen Afbeelding 2 Nieuwe vacatures naar beroepsklasse (ROA) Aantal Mutatie Mutatie Kw 1 2011 Kw 4 2010 Kw 1 2010 Technische en industrieberoepen 19.774 24% 69% Transportberoepen 2.449 11% 66% Verzorgende en dienstverlenende beroepen 18.419 23% 58% Openbare orde- en veiligheidsberoepen 1.264 36% 53% Agrarische beroepen 1.145 11% 52% Informatica beroepen 13.713 15% 52% Economisch-administratieve beroepen 38.861 14% 34% Medische en paramedische beroepen 12.008 20% 24% Sociaal-culturele beroepen 4.904 14% 14% Culturele beroepen 1.199 14% 13% Pedagogische beroepen 3.756-11% 1% Bron: De vacaturemeter/ Jobfeed De sterkste toename ten opzichte van het eerste kwartaal van 2010 vindt plaats in de technische en industrieberoepen, de transportberoepen en de verzorgende en dienstverlenende beroepen. Ook de openbare orde- en veiligheidsberoepen, de informaticaberoepen en de agrarische beroepen kennen een forse stijging van het aantal nieuwe vacatures. Het is interessant om de uitkomsten van de vacaturemeter te vergelijken met de Monsterboard Employment Index. 3 Dit is een maandelijkse index voor de ontwikkeling van het aantal vacatures op internet. Monsterboard ziet een toename van vacatures voor technische- en industrieberoepen op alle niveaus. Ook de transportberoepen scoren bij Monsterboard hoog. 3 Monster Employment Index, maart 2011 9

Arbeidsmarktregio s Afbeelding 3 Nieuwe vacatures naar arbeidsmarktregio Aantal Mutatie Mutatie Kw 1 2011 Kw 4 2010 Kw 1 2010 Groningen 2.496-1% 13% Friesland 3.239 34% 43% Drenthe 1.890 28% 47% IJsselvechtstreek 2.801 17% 33% Twente 3.319 6% 49% Stedendriehoek 4.780 19% 39% Midden-Gelderland 5.205 4% 27% Zuid-Gelderland 1.781 8% 9% Achterhoek 1.459 27% 56% Rivierenland 1.716 32% 64% Flevoland 2.441 6% 19% Gooi- en Vechtstreek 2.324 9% 1% Midden-Utrecht 11.465 10% 22% Oost-Utrecht 3.338 19% 24% Noord-Kennemerland en West-Friesland 3.502 24% 46% Zuid-Kennemerland 2.917 31% 21% Zaanstreek/Waterland 1.527 14% 23% Groot Amsterdam 17.940 10% 37% Holland Rijnland 3.856 15% 35% Midden-Holland 1.421 17% 17% Haaglanden 9.639 9% 24% Rijnmond 10.289 16% 33% Drechtsteden 2.866 2% 6% Zeeland 3.695 62% 42% West-Brabant 4.412 21% 41% Midden-Brabant 2.969 10% 31% Noordoost-Brabant 4.926 4% 47% Zuidoost-Brabant 5.908 10% 33% Noord- en Midden-Limburg 2.806 25% 59% Zuid-Limburg 3.562 20% 45% Nederland 149.294 15% 32% Bron: De vacaturemeter/ Jobfeed Alle arbeidsmarktregio s geven een stijging van het aantal nieuwe vacatures ten opzichte van een jaar geleden te zien. Rivierenland, Noord- en Midden-Limburg en de Achterhoek kennen de sterkste stijging van het aantal nieuwe vacatures. Ook Twente, Noordoost-Brabant, Drenthe en Noord- Kennemerland en West-Friesland laten een aanzienlijke stijging van het aantal vacatures zien. 3.2 UWV-vacatures die langer dan 3 maanden openstaan (LOV) Ook voor UWV Werkbedrijf geldt dat door bezuinigingen er met minder middelen en medewerkers gewerkt zal moeten worden. Werkgevers zullen in toenemende mate aangewezen zijn op de internet-dienstverlening van UWV WERKbedrijf. De actieve dienstverlening zal scherper ingezet moeten worden op vacatures die (blijkbaar) moeilijk te vervullen zijn. In onderstaande analyse wordt de grens bij 3 maanden gelegd. Bij een duur van 3 maanden en langer wordt gesproken over langdurig openstaande vraag (LOV). 10

Naar regio Het aandeel langdurig openstaande vraag verschilt sterk per regio en ligt tussen 7% en 50%. In bijlage 1 is de spreiding tussen de verschillende arbeidsmarktregio s te zien. Er kunnen ook verschillen tussen regio s ontstaan door verschillen in marktbewerking of performance. Bij langdurig openstaande vraag is het de vraag of er wel (geschikt) aanbod voor dergelijke vacatures is te vinden. Maar het kan ook wijzen op mogelijkheden voor werkzoekenden die geschikt gemaakt kunnen worden. Als er sprake is van nabijheid van een regio met minder langer openstaande vacatures ligt verbetering van de interregionale samenwerking voor de vacaturevervulling voor de hand. Zowel de vragende regio als de leverende regio kunnen hiervan profiteren. Als voorbeeld wordt gewezen op het grote aandeel in Oost-Utrecht. Aanpalende regio s Flevoland en Rivierenland hebben juist een laag aandeel langdurig openstaande vacatures (zie bijlage 1). Naar beroepencluster Als gekeken wordt naar de verdeling van vacatures over de verschillende beroepenclusters is te zien dat er aanzienlijke verschillen bestaan ten opzichte van het gemiddelde van 26%. Uitschieter naar boven is de categorie openbare orde- en veiligheidsberoepen (50%), het laagste aandeel langdurig openstaande vacatures heeft de cluster agrarische beroepen (11%). Afbeelding 4 UWV vacatures naar beroepencluster 1e kwartaal maandgemiddelde Vacatures > 3 maanden openstaand Aandeel Openbare orde- en veiligheidsberoepen 1.677 846 50% Medische en paramedische beroepen 1.081 377 35% Technische en industrieberoepen 13.012 3.763 29% Verzorgende en dienstverlenende beroepen 10.853 3.001 28% Sociaal-culturele beroepen 693 189 27% Informatica beroepen 677 169 25% Pedagogische beroepen 348 78 22% Transportberoepen 3.743 787 21% Economisch-administratieve beroepen 5.908 1.175 20% Culturele beroepen 251 49 19% Agrarische beroepen 2.136 237 11% Alle beroepen 40.378 10.670 26% Bron: Vacatureregistratie (WBS) UWV WERKbedrijf Bij de veiligheidsberoepen is de omvang van de vraag bij defensie zeer bepalend. Inmiddels is de situatie achterhaald en zal het aantal vacatures snel afnemen vanwege de grote bezuinigingen bij defensie. Naast de veiligheidsberoepen blijken ook de medische beroepen vaker langer open te blijven staan. In die sector is voor sommige beroepen sprake van een tekort aan relevant aanbod. Inmiddels geldt dit ook voor een deel van de technische en industrieberoepen. Het lage aandeel bij de agrarische beroepen is enigszins verrassend gezien de noodkreten uit de landbouwsector over de noodzaak van vergunningen voor Roemenen en dergelijke. Uit het aantal ingediende vacatures en het aandeel dat langer openstaat is niet af te lezen dat er een nijpende situatie zou bestaan. Mogelijk zijn de vacatures zeer recent ingediend (seizoen) of niet bekend bij UWV WERKbedrijf. Naar beroep In bijlage 1 (Langdurig openstaande vraag naar regio en beroep) is te zien is dat er in medische en paramedische beroepen en openbare orde- en veiligheidsberoepen een hoog aandeel is van vacatures die langer dan 3 maanden openstaan. Als naar de beroepenclusters wordt gekeken die èn substantieel zijn (meer dan 50 vacatures) èn een hoog aandeel hebben (groter dan 35%) dan gaat het om de volgende beroepenclusters: Verplegenden en doktersassistenten; Artsen; Politieagenten, onderofficieren en beveiligingsemployés; Aspirant politieagenten, soldaten en beveiligingshulpkrachten; 11

Politie-inspecteurs en officieren; Productiemedewerkers; Interieurverzorgers. Conclusie: Er zijn veel mogelijkheden in beroepen waarvoor weinig tot geen opleiding is vereist zoals interieurverzorgers, productiemedewerkers, aspirant politieagenten, soldaten en beveiligingshulpkrachten. Verder zijn er ook mogelijkheden in beroepen waarvoor zeer specifieke opleidings- en ervaringseisen gelden zoals artsen en politie-inspecteurs en officieren. Naar beroepsniveau Opvallend is dat de het aandeel vacatures langer dan 3 maanden openstaand het hoogst is bij de elementaire beroepen. Op papier zijn dat juist vacatures waar relatief veel mensen voor geschikt zijn en waar derhalve veel aanbod bij te vinden zou moeten zijn. Omdat daar geen bepaalde opleiding voor nodig is, zou men verwachten dat daar voldoende aanbod voor is. Blijkbaar spelen andere factoren een belangrijke rol zoals beloningsniveau en fysieke belasting. Afbeelding 5 UWV vacatures naar beroepsniveau 1e kwartaal 2011 Aandeel > 3 maanden Totaal 28% Elementaire beroepen 35% Lagere beroepen 26% Middelbare beroepen 27% Hogere beroepen 24% Wetenschappelijke beroepen 25% Bron: Vacatureregistratie (WBS) UWV WERKbedrijf Naar regio en beroep In bijlage 1 zijn de regio s met een aandeel van meer dan 40% vacatures die langer dan 3 maanden openstaan in oranje aangegeven. Die met een heel laag aandeel in geel. Daar waar oranje en geel in een beroepsector naast elkaar voorkomen en ook geografisch bijeen liggen, zijn er wellicht voordelen te behalen uit een meer intensieve samenwerking tussen de regio s. Die situatie speelt bijvoorbeeld in de techniek en industrieberoepen waar oranje (Groot Amsterdam, Midden-Brabant) en geel (Rivierenland, Flevoland) aan elkaar grenzen. Uiteraard moet er wel voldoende (relevant) aanbod aanwezig zijn. Een dergelijke situatie geldt ook voor agrarische beroepen, medische en paramedische beroepen, openbare orde en veiligheidsberoepen en verzorgende en dienstverlenende beroepen. 12

4. Kans op werk In de meeste rapportages van UWV WERKbedrijf wordt gebruik gemaakt van zogenaamde standcijfers. Dit zijn het aantal niet-werkende werkzoekenden (nww) in een bepaalde periode. In de monitor wordt gebruik gemaakt van zogenaamde dynamische cijfers. Dit zijn gegevens over de in- en uitstroom van niet-werkende werkzoekenden in een bepaalde periode. De kans op werk is gebaseerd op het uitstroompercentage. Dit is de verhouding van de uitstroom van nww in een bepaalde maand en de stand van nww aan het begin van die maand. De uitstroom is gecorrigeerd voor administratieve mutaties. Het percentage kan gezien worden als een indicatie voor de kans op werk. Hoe hoger het percentage des te beter de kans op werk. In het uitstroompercentage wordt geen onderscheid gemaakt naar de reden van uitstroom. Een niet-werkende werkzoekende kan bijvoorbeeld ook uitstromen in verband met het behalen van de pensioengerechtigde leeftijd of het bereiken van de maximale uitkeringsduur. Bij een eerdere analyse is gebleken dat ongeveer twee derde uitstroomt naar werk. Vandaar dat het uitstroompercentage kan worden beschouwd als een indicatie voor de kans op werk. De uitstroomcijfers in deze Monitor zijn gebaseerd op de maanden januari, februari en maart van 2011. Hieronder wordt aandacht besteed aan het uitstroompercentage (kans op werk) naar beroepsklasse en naar arbeidsmarktregio. Het onderscheid naar beroep en arbeidsmarktregio is niet de enige factor die van belang is voor de kans op werk. Ook factoren als leeftijd van de niet-werkende werkzoekende en de werkloosheidsduur zijn van belang. 4.1. Kans op werk naar beroepklasse Werkzoekenden willen weten in welke beroepsgroep(en) de kans op werk het grootst is. In deze paragraaf staat de beantwoording van deze vraag centraal. In onderstaande afbeelding wordt het uitstroompercentage en de kans op werk getoond voor de verschillende beroepsklassen op landelijk niveau. Over alle beroepsgroepen gemeten is het gemiddelde uitstroompercentage 9,6%. Afbeelding 6 Uitstroompercentage naar beroepsklasse Beroepsklasse Agrarische beroepen Medische en paramedische beroepen Informatica beroepen Sociaal-culturele beroepen Transportberoepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Economisch-administratieve beroepen Technische en industrieberoepen Culturele beroepen Pedagogische beroepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen Totaal % Typering Beroepsgroep 11,8% Zeer goed Agrarische hulparbeiders en arbeiders 11,2% Zeer goed Verpleegkundigen, artsen 11,0% Zeer goed Programmeurs, systeemanalisten 10,5% Zeer goed Medewerkers PZ, intercedenten 10,3% Zeer goed Laders en lossers, chauffeurs 9,9% Goed Politieagenten, beveiligingsemployees 9,9% Goed Boekhouder, secretaresse 9,9% Goed Aannemers en installateurs, bouwvakkers 9,2% Goed Grafisch ontwerpers, kunstenaars 8,8% Gemiddeld Sportintsructeurs, leraren basisonderwijs 8,4% Gemiddeld Verzorgend personeel, verkopers 9,6% Goed 13

Bij de informatica- en medische en paramedische beroepen is de uitstroom over de hele linie vrij hoog. Ten aanzien van de pedagogische beroepen zijn er goede uitstroompercentages voor sportinstructeurs, onderwijskundigen en docenten economie. Bij de openbare orde- en veiligheidsberoepen hebben ook brandweerlieden en onderofficieren een grote uitstroom. De uitstroom van aspirant politieagenten en soldaten en beveiligingshulpkrachten is laag. Binnen de sociaal-culturele beroepen hebben activiteitenbegeleiders en medewerkers personeel en arbeid een hoog uitstroompercentage. Voor transportberoepen ligt de uitstroom bij laders en lossers flink boven het gemiddelde. Maar ook de uitstroom van chauffeurs ligt iets boven het gemiddelde. Bij de economisch-administratieve beroepen hebben commercieel employees en commercieel medewerkers een bovengemiddelde uitstroom. Bij kantoorhulpen en receptionisten is de uitstroom juist lager dan gemiddeld. Bij de technische beroepen is de uitstroom van bouwberoepen ruim boven het gemiddelde. Dat geldt voor bouwvakkers, aannemers, architecten en weg- en waterbouwkundige vakkrachten en arbeiders. Ook monteurs en bankwerkers kennen een hoog uitstroompercentage. Een erg- lage uitstroom is er bij de productiemedewerkers. Bij de culturele beroepen ligt de uitstroom over de gehele linie onder het gemiddelde. Alleen voor de grafische ontwerpers en journalisten is de uitstroom bovengemiddeld. Voor de agrarische beroepen ligt de uitstroom ver- boven het gemiddelde bij agrarische bedrijfshoofden en hulparbeiders. Bij de verzorgende en dienstverlenende beroepen ligt de uitstroom beneden het gemiddelde, vooral bij hulpkrachten horeca en verzorging en interieurverzorgers. Verzorgend personeel en winkeliers kennen een bovengemiddelde uitstroom. Ten aanzien van de pedagogische beroepen zijn er goede uitstroompercentages voor sportinstructeurs, onderwijskundigen en docenten economie. De uitgebreide tabellen (gemiddelde uitstroom en het aantal niet-werkend werkzoekenden naar beroepsklasse en arbeidsmarktregio) zijn in bijlage 2 opgenomen. 14

4.2. Kans op werk naar regio Nederland is verdeeld in 30 arbeidsmarktregio s. Bij de start van UWV WERKbedrijf is die indeling afgesproken in overleg met het ministerie van SZW en met de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG). Met een indeling in 30 arbeidsmarktregio s wordt een redelijk fijnmazig beeld van de arbeidsmarkt gepresenteerd. Onderstaande kaartjes tonen per beroepsklasse de verschillende uitstroompercentages van het bij UWV WERKbedrijf geregistreerde bestand per regio. Per kaartje wordt een beknopte beschrijving gegeven waar de beste kans op werk ligt. Afbeelding 7 Uitstroom totaal Typering uitstroompercentage zeer goed goed gemiddeld beperkt zeer beperkt De mogelijkheden voor het vinden van een baan zijn het beste in Zuid-Nederland, Utrecht en Noord-Holland (minus Amsterdam en Zaanstreek). Een beperkte uitstroom is er in Groningen, Twente, Nijmegen en Amsterdam. 15

Afbeelding 8 Uitstroom agrarische beroepen Typering uitstroompercentage zeer goed goed gemiddeld beperkt zeer beperkt Het uitstroompercentage voor de agrarische beroepen is hoger dan dat van Nederland. Het vinden van een baan als bijvoorbeeld agrarische arbeider gaat in het algemeen het beste in het oosten en zuiden van Nederland, behalve in Nijmegen. Afbeelding 9 Uitstroom culturele beroepen Typering uitstroompercentage zeer goed goed gemiddeld beperkt zeer beperkt Het uitstroompercentage voor de culturele beroepen ligt onder het landelijk gemiddelde. Nederland. De kans op het vinden van een baan als bijvoorbeeld kunstenaar is in het algemeen het grootst in Noord-Brabant, Utrecht en Noord-Holland. 16

Afbeelding 10 Uitstroom economisch-administratieve beroepen Typering uitstroompercentage zeer goed goed gemiddeld beperkt zeer beperkt Het uitstroompercentage voor de economischadministratieve beroepen is vergelijkbaar met Nederland. Het vinden van een baan is relatief makkelijk in Utrecht, Noord-Holland en Zuid- Nederland. Afbeelding 11 Uitstroom informaticaberoepen Typering uitstroompercentage zeer goed goed gemiddeld beperkt zeer beperkt Het uitstroompercentage voor informaticaberoepen is beduidend hoger dan gemiddeld. Daarmee is het vinden van een baan als bijvoorbeeld een systeemanalist in een groot deel van Nederland relatief makkelijker dan gemiddeld. Dit geldt echter niet voor Groningen, 17

Afbeelding 12 Uitstroom (para) medische beroepen Typering uitstroompercentage zeer goed goed gemiddeld beperkt zeer beperkt Het uitstroompercentage voor de medische en paramedische beroepen is beduidend hoger dan gemiddeld. Het vinden van een baan als bijvoorbeeld verplegende of doktersassistent is relatief makkelijk. Uitzondering hierop vormen Rivierenland en Noord- en Midden-Limburg. Afbeelding 13 Uitstroom openbare orde en veiligheidsberoepen Typering uitstroompercentage zeer goed goed gemiddeld beperkt zeer beperkt Het uitstroompercentage voor de openbare en veiligheidsberoepen is hoger dan gemiddeld. Het vinden van een baan als bijvoorbeeld politieagent is relatief makkelijker in het westen en het zuiden van Nederland. Opvallend is het verschil tussen Twente en de Achterhoek. 18

Afbeelding 14 Uitstroom pedagogische beroepen Typering uitstroompercentage zeer goed goed gemiddeld beperkt zeer beperkt Het uitstroompercentage voor de pedagogische beroepen is lager dan gemiddeld. Het vinden van een baan als bijvoorbeeld leraar basisonderwijs is in en rondom Groot Amsterdam en Rijnmond beperkt. In positieve zin springen Midden-Brabant, Zeeland, Zuid-Kennemerland en Haaglanden er uit. Afbeelding 15 Uitstroom sociaal-culturele beroepen Typering uitstroompercentage zeer goed goed gemiddeld beperkt zeer beperkt Het uitstroompercentage voor de sociaalculturele beroepen is hoger dan gemiddeld. Voor Noord-Brabant, Zeeland en Utrecht is er een hogere uitstroom waar te nemen. Ook enkele regio s in Flevoland, Gelderland en Holland kennen een goede uitstroom. De uitstroom in Groningen en Zuid-Limburg is beperkt. 19

Afbeelding 16 Uitstroom technische en industrieberoepen Typering uitstroompercentage zeer goed goed gemiddeld beperkt zeer beperkt Het uitstroompercentage voor de technische en industrieberoepen is iets hoger dan dat van Nederland. De kans om een baan te vinden als bouwvakker is goed te noemen in Friesland, Drenthe, Noord-Brabant en Zeeland. In grote delen van Holland is de uitstroom ook goed (uitgezonderd de grote steden). Verspreid in Utrecht, Gelderland en Overijssel zijn er verschillende regio s waar de uitstroom betrekkelijk hoog is. De uitstroom in de regio Nijmegen is zeer beperkt. Afbeelding 17 Uitstroom transportberoepen Typering uitstroompercentage zeer goed goed gemiddeld beperkt zeer beperkt Het uitstroompercentage voor de transportberoepen is hoger dan gemiddeld. In Zuid- Nederland is het vinden van een baan als bijvoorbeeld chauffeur relatief makkelijk. Dit geldt ook voor de Achterhoek en grote delen van Utrecht en Holland. De uitstroom in Groningen Friesland, Twente, Nijmegen en Rivierenland is beperkt. 20

Afbeelding 18 Uitstroom verzorgende en dienstverlenende beroepen Typering uitstroompercentage zeer goed goed gemiddeld beperkt zeer beperkt Het uitstroompercentage voor de verzorgende en dienstverlenende beroepen is aanzienlijk lager dan het gemiddelde uitstroompercentage. Het vinden van een baan als bijvoorbeeld verzorgende of winkelier gaat het beste in delen van Brabant en Utrecht, Zeeland, Zuid- en Noord-Kennemerland en West-Friesland en de Achterhoek. De uitstroom in Amsterdam en Nijmegen is echter beperkt. 4.3. Kans op werk naar leeftijd en duur werkloosheid De kans op werk neemt toe naarmate de niet-werkende werkzoekende jonger is. De kans op werk is voor jongeren (tot 27 jaar) zeer goed te noemen. Dit geldt in alle regio s en in alle kwartalen van 2010. Gemiddeld worden uitstroompercentages gehaald van 20%. De kans op werk voor de groep 27 tot 45-jarigen is over het algemeen ook zeer goed te noemen. Wel is duidelijk dat de uitstroompercentages op een lager niveau liggen, gemiddeld op 11%. Naar regio varieert de kans op werk van goed tot zeer goed in 2010. Voor de 45-55 jarigen is de kans op werk lager. Gemiddeld ligt het uitstroompercentage op 7%. De kans op uitstroom wordt daarmee getypeerd als beperkt. Naar regio varieert de kans op werk van beperkt tot zeer beperkt. Voor de 55- tot 65-jarigen daalt de kans op werk nog verder en is daarmee zeer beperkt te noemen. Dit geldt voor alle regio s. Kortom, de jongeren hebben bijna vier keer zoveel kans op werk dan de oudste leeftijdsgroep. Een vergelijkbaar patroon tekent zich af voor de duur van werkloosheid. Hoe korter de nietwerkende werkzoekende werkloos is, hoe beter de kans op werk. Tot één jaar werkloos is het uitstroompercentage gemiddeld 13%, waarmee de kans op werk als zeer goed te bestempelen is. Voor niet-werkende werkzoekenden met een werkloosheidsduur van één tot twee jaar daalt de kans op werk naar gemiddeld. Voor zeer langdurig werklozen (twee jaar of langer werkloos) nemen de kansen op werk in rap tempo af. De kans op werk voor zeer langdurig werklozen wordt in alle regio s als zeer beperkt getypeerd. 21

Monitor kans op werk 1 e kwartaal 2011 Bijlage 1 Langdurig openstaande vraag Langdurig openstaande vraag naar regio en beroepencluster Arbeidsmarktregio Lang openstaande vraag naar regio en beroepencluster Openbare Agrarische Culturele Economischadmin. Informatica (para)- Medische orde- en veiligheids- Pedagogische Sociaalculturele Technische en industrie- Transport- Verzorgende en dienstverl. Totaal beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen Drenthe 26% 14% 24% 62% 49% 56% 20% 20% 25% 24% 27% Friesland 14% 11% 17% 12% 2% 18% 27% 2% 15% 20% 10% Groningen 23% 17% 12% 19% 12% 23% 43% 26% 12% 23% 25% 25% Flevoland 8% 2% 50% 2% 4% 13% 13% 9% 27% 9% Gooi- en Vechtstreek 17% 40% 15% 6% 27% 3% 34% 24% 10% Midden-Utrecht 18% 4% 31% 13% 21% 47% 20% 3% 20% 15% 19% Oost-Utrecht 42% 57% 18% 37% 8% 33% 22% 8% 14% 9% 72% Drechtsteden 32% 73% 36% 40% 36% 65% 24% 34% 22% 25% Rijnmond 29% 9% 26% 27% 36% 56% 11% 17% 6% 17% 15% 47% IJsselvechtstreek 36% 9% 16% 39% 44% 93% 35% 4% 35% 34% 21% Stedendriehoek 38% 26% 20% 19% 48% 76% 30% 13% 39% 43% 28% Twente 9% 36% 29% 7% 14% 2% 32% 24% 16% 8% 9% 7% Haaglanden 18% 6% 15% 11% 45% 16% 7% 9% 54% 16% 4% 28% Holland Rijnland 15% 11% 14% 16% 31% 25% 47% 21% 29% 9% Midden-Holland 29% 42% 28% 32% 28% 60% 15% West-Brabant 17% 3% 58% 17% 8% 34% 75% 8% 75% 29% 15% 26% Zeeland 23% 47% 22% 8% 29% 10% 28% 3% 25% 26% 20% Achterhoek 33% 60% 15% 20% 45% 23% 11% 35% 24% 40% Midden-Gelderland 24% 3% 52% 15% 29% 50% 63% 4% 5% 14% 6% 27% Rivierenland 7% 7% 7% 50% 8% 8% 14% 10% Zuid-Gelderland 28% 18% 33% 33% 72% 20% 18% 5% 25% 20% 27% N-Kennemerland & W-Friesland 49% 20% 20% 37% 44% 67% 80% 22% 26% 67% 45% 31% Zaanstreek/Waterland 50% 11% 27% 23% 9% 50% 63% 46% 37% Zuid-Kennemerland 21% 13% 5% 9% 33% 10% 32% 7% 19% Midden-Brabant 33% 14% 20% 26% 70% 54% 29% 39% 41% 35% 25% Noordoost-Brabant 32% 8% 13% 27% 24% 41% 48% 60% 3% 34% 29% 34% Zuidoost-Brabant 28% 7% 58% 18% 16% 27% 86% 39% 21% 27% 19% 28% Groot Amsterdam 38% 32% 27% 31% 17% 48% 33% 37% 52% 51% 21% 48% Noord- en Midden-Limburg 28% 26% 9% 28% 25% 39% 37% 25% 5% 33% 29% 28% Zuid-Limburg 19% 31% 13% 11% 22% 10% 41% 13% 23% 23% 18% Totaal 26% 11% 19% 20% 25% 35% 50% 22% 27% 29% 21% 28% 22

Monitor kans op werk 1 e kwartaal 2011 Bijlage 2 Uitstroom Gemiddelde uitstroom, periode januari, februari en maart 2011 Uitstroom, gemiddeld per maand periode januari, februari en maart 2011 Arbeidsmarktregio Economischadmin. (para)- Openbare orde- Sociaal- Technische Verzorgende en Agrarische Culturele Informatica Medische en veiligheids- Pedagogische culturele en industrie- Transport- dienstverl. Totaal beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen Drenthe 1.342 64 13 243 19 24 10 28 36 576 100 228 Friesland 2.092 97 23 343 38 36 25 43 62 869 153 403 Groningen 1.991 67 39 380 39 48 23 62 72 703 152 408 Flevoland 1.187 30 17 319 34 23 20 15 31 335 102 261 Gooi- en Vechtstreek 554 <10 22 189 16 14 3 11 21 118 38 113 Midden-Utrecht 1.877 26 73 576 70 58 21 51 105 385 158 355 Oost-Utrecht 776 11 19 248 27 17 <10 15 30 179 56 167 Drechtsteden 926 19 18 234 22 14 12 17 26 307 82 176 Rijnmond 4.588 153 77 1.044 86 82 77 75 144 1.380 456 1.013 IJsselvechtstreek 1.131 35 15 227 19 20 <10 27 36 438 102 205 Stedendriehoek 1.532 36 22 382 32 37 13 30 61 494 122 303 Twente 1.834 52 22 378 29 31 15 36 51 699 144 376 Haaglanden 3.301 189 69 832 94 64 59 66 110 841 215 763 Holland Rijnland 1.112 37 26 290 31 25 15 25 38 311 104 210 Midden-Holland 557 16 10 151 15 10 8 <10 15 160 49 113 West-Brabant 1.851 56 26 489 36 31 18 36 58 590 187 324 Zeeland 911 23 <10 174 12 16 14 23 28 280 96 238 Achterhoek 798 23 <10 175 10 13 <10 13 23 310 70 148 Midden-Gelderland 1.710 47 38 427 43 41 16 45 62 492 136 363 Rivierenland 448 14 <10 111 11 <10 <10 <10 11 149 54 72 Zuid-Gelderland 808 12 20 182 16 26 10 25 41 244 65 168 N-Kennemerland & W-Friesland 1.443 55 24 356 27 31 22 29 34 421 116 327 Zaanstreek/Waterland 746 11 12 208 22 16 15 11 21 200 70 160 Zuid-Kennemerland 935 19 25 258 26 17 15 24 30 241 84 198 Midden-Brabant 1.316 24 19 334 25 16 10 26 34 398 184 245 Noordoost-Brabant 1.641 39 19 405 35 28 11 35 44 592 161 271 Zuidoost-Brabant 2.616 61 44 603 68 44 19 55 67 931 229 493 Groot Amsterdam 3.489 36 222 1.058 111 80 48 83 137 639 246 830 Noord- en Midden-Limburg 1.484 116 13 289 25 17 16 23 34 500 158 294 Zuid-Limburg 2.072 41 22 395 37 41 29 41 46 753 172 495 Totaal 47.069 1.418 971 11.299 1.073 926 571 986 1.506 14.536 4.063 9.719 23

Monitor kans op werk 1 e kwartaal 2011 Gemiddeld aantal niet-werkende werkzoekenden, periode december 2010, januari en februari 2011 Aantal nww, gemiddeld per maand periode januari, februari en maart 2011 Arbeidsmarktregio Agrarische Culturele Informatica Economischadmin. (para)- Openbare ordeen Medische veiligheids- Pedagogi-sche Technische en industrie- Sociaalculturele Transport- Verzorgende en dienstverl. Totaal beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen Drenthe 13.768 571 154 2.605 213 220 159 294 365 5.015 1.095 3.077 Friesland 22.615 815 337 4.169 347 375 307 574 722 7.888 1.829 5.252 Groningen 24.197 668 570 4.595 472 447 267 628 890 7.639 1.854 6.166 Flevoland 12.608 218 165 3.208 356 192 193 228 282 3.891 1.010 2.866 Gooi- en Vechtstreek 5.961 63 239 1.829 156 137 39 156 191 1.450 407 1.294 Midden-Utrecht 16.268 215 588 4.988 546 405 158 558 767 3.355 1.392 3.296 Oost-Utrecht 6.540 72 181 2.127 205 137 57 185 261 1.481 422 1.412 Drechtsteden 9.350 169 182 2.302 181 108 126 185 269 3.074 865 1.888 Rijnmond 53.194 1.520 885 11.736 898 764 933 955 1.442 16.180 4.999 12.881 IJsselvechtstreek 11.066 286 206 2.721 183 195 104 299 403 3.357 967 2.346 Stedendriehoek 15.652 270 286 3.850 297 274 152 368 520 5.087 1.213 3.335 Twente 21.525 353 335 4.363 284 333 217 446 527 7.963 1.794 4.910 Haaglanden 32.689 1.630 678 7.805 790 536 437 622 920 8.769 2.098 8.403 Holland Rijnland 10.748 300 273 2.899 296 225 121 291 325 2.861 938 2.219 Midden-Holland 5.605 150 105 1.586 135 100 69 109 170 1.521 463 1.197 West-Brabant 17.261 442 235 4.559 287 245 175 359 461 5.697 1.542 3.260 Zeeland 7.793 188 108 1.690 96 114 104 179 215 2.287 755 2.058 Achterhoek 7.120 157 101 1.615 98 125 55 159 184 2.661 576 1.391 Midden-Gelderland 19.584 443 461 4.578 365 382 205 474 618 5.931 1.534 4.592 Rivierenland 5.227 148 67 1.263 77 102 53 100 117 1.615 706 980 Zuid-Gelderland 11.424 179 317 2.207 192 232 119 348 461 3.659 858 2.852 N-Kennemerland & W-Friesland 12.631 440 220 3.183 259 240 182 311 380 3.496 978 2.942 Zaanstreek/Waterland 8.655 95 173 2.348 215 152 123 154 203 2.540 655 1.997 Zuid-Kennemerland 8.252 128 241 2.326 232 146 103 187 255 2.223 666 1.744 Midden-Brabant 11.371 178 178 2.942 182 142 92 238 327 3.734 1.217 2.141 Noordoost-Brabant 14.848 297 239 3.604 264 230 115 378 391 5.200 1.334 2.794 Zuidoost-Brabant 21.950 429 422 5.338 511 345 169 558 580 7.521 1.692 4.385 Groot Amsterdam 43.454 487 2.209 10.065 1.077 722 528 1.095 1.320 8.484 2.614 14.854 Noord- en Midden-Limburg 14.193 732 132 3.097 190 225 142 263 321 4.674 1.402 3.015 Zuid-Limburg 22.585 368 325 4.450 375 395 275 446 554 7.250 1.710 6.436 Totaal 488.133 12.010 10.614 114.045 9.780 8.245 5.775 11.150 14.441 146.504 39.586 115.985 24

Colofon Monitor kans op werk, juli 2011 De Monitor kans op werk is een uitgave van UWV WERKbedrijf, die ieder kwartaal wordt uitgebracht. Deze uitgave is ook te downloaden op www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie. Auteurs Danielle Hofs Suzanne IJzerman Rob de Munnik Feike Reitsma Niek Veeken Redactieadres UWV WERKbedrijf Afdeling Arbeidsmarktinformatie en Advies Postbus 58285 1040 HG Amsterdam arbeidsmarktinformatie@uwv.nl Alles uit deze uitgave mag worden overgenomen, echter uitsluitend met bronvermelding. Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. UWV WERKbedrijf, Amsterdam.